direct naar inhoud van Artikel 13 Recreatie
Plan: Buitengebied Sint-Oedenrode
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0846.BP2011BUIOUBUGEB11-va01

Artikel 13 Recreatie

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. recreatieve voorzieningen zoals genoemd in de 'Tabel Recreatiebedrijven';
  • b. ondersteunende horeca bij de onder a genoemde recreatieve voorzieningen;
  • c. zelfstandige horeca ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
  • d. bedrijfswoningen zoals aangegeven in de 'Tabel Recreatiebedrijven';
  • e. aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven;
  • f. (onverharde) paden en wegen en parkeervoorzieningen;
  • g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • h. groenvoorzieningen.
13.2 Bouwregels
13.2.1 Algemeen

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. Per bestemmingsvlak is bebouwing ten behoeve van niet meer dan één recreatiebedrijf toegestaan.
  • b. Gebouwen zijn uitsluitend binnen een bouwvlak toegestaan tenzij anders is bepaald. Indien geen bouwvlak is opgenomen mag bebouwing binnen het gehele bestemmingsvlak worden gebouwd.
  • c. Binnen het gehele bouwvlak mag worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. de afstand tot de as van de weg waaraan gebouwen worden gebouwd niet minder mag bedragen dan:
      • 60 m in geval van de Rijksweg 50;
      • 30 m voor een interlokale weg, de Sonseweg of de Nijnselseweg;
      • 25 m voor overige verharde en onverharde wegen dan wel spoorwegen.
    • 2. de afstand tussen bedrijfsgebouwen niet minder mag bedragen dan 3 m;
    • 3. de afstand van gebouwen tot de zijdelingse en achterste perceelsgrenzen niet minder mag bedragen dan 5 m.
13.2.2 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. De gezamelijke oppervlakte van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan in de 'Tabel Recreatiebedrijven' onder 'Opp. (m2)' is aangegeven. Voor de gezamelijke oppervlakte van bedrijfsgebouwen tellen de bedrijfswoning en bijgebouwen bij de bedrijfswoning, als bedoeld in lid 13.2.5 en 13.2.6, niet mee.
  • b. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 4,5 m.
  • c. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 9 m.
  • d. De dakhelling mag niet minder bedragen dan 12º.
  • e. De dakhelling mag niet meer bedragen dan 60º
13.2.3 Recreatiewoningen

Voor het bouwen van recreatiewoningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 3' gelden de volgende bepalingen:

  • a. Het aantal recreatiewoningen mag niet meer bedragen dan één per aanduiding.
  • b. De inhoud van een recreatiewoning mag niet meer bedragen dan 300 m3.
  • c. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5,5 m.
  • d. De goothoogte mag niet meer bedragen dan de bestaande goothoogte.
  • e. De afstand tot de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 5 m.
  • f. Ondergronds bouwen is niet toegestaan.
13.2.4 Gebouwen volkstuinen

Voor het bouwen van gebouwen buiten het bouwvlak ten behoeve van een volkstuin ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – 6' gelden de volgende bepalingen:

  • a. Per volkstuin is niet meer dan één gebouw toegestaan.
  • b. De oppervlakte per gebouw mag niet meer bedragen dan 8 m².
  • c. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 2 m.
13.2.5 Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. Het aantal bedrijfswoningen mag niet meer bedragen dan is aangegeven in de 'Tabel Recreatiebedrijven'.
  • b. De inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 750 m3.
  • c. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 4,5 m.
  • d. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 9 m.
  • e. De dakhelling mag niet minder bedragen dan 12º.
  • f. De dakhelling mag niet meer bedragen dan 60º
13.2.6 Bijgebouwen bij bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. Bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn van de bedrijfswoning te worden gebouwd.
  • b. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m.
  • c. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 7 m.
  • d. De gezamenlijke oppervlakte mag niet meer bedragen dan 100 m².
13.2.7 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.
  • b. Overkappingen zijn niet toegestaan.
  • c. Voor het bouwen van onoverdekte zwembaden bij de bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:
    • 1. Onoverdekte zwembaden dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd.
    • 2. De oppervlakte mag niet meer bedragen dan 100 m².
    • 3. De afstand tot woningen van derden mag niet minder bedragen dan 15 m.
13.3 Afwijken van de bouwregels
13.3.1 Verkleinen afstand tot as van de weg

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 13.2.1 voor het bouwen van gebouwen op een kortere afstand van de as van de weg, waarbij dient te worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. De afwijking is noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering.
  • b. De in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.
  • c. Er is geen sprake van milieuhygiënische belemmeringen.
  • d. De afwijking leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de naastgelegen percelen.
13.3.2 Uitbreiding oppervlakte bedrijfsgebouwen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 13.2.2 voor het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte aan bedrijfsgebouwen waarbij moet worden voldaan aan de volgende bepalingen:

  • a. De vergroting is noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering en/of -ontwikkeling van het recreatiebedrijf.
  • b. De vergroting dient plaats te vinden binnen het bouwvlak.
  • c. De gezamenlijke oppervlakte mag met maximaal 15% worden uitgebreid.
  • d. Er is geen sprake van milieuhygiënische belemmeringen.
  • e. Deze bevoegdheid mag alleen worden toegepast mits dit gepaard gaat met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van extensieve recreatieve mogelijkheden van het plangebied.
13.3.3 Toestaan overkappingen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 13.2.7 voor het toestaan van overkappingen, waarbij moet worden voldaan aan de volgende bepalingen:

  • a. De overkapping is noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering en/of ontwikkeling van het recreatiebedrijf.
  • b. De overkapping is stedenbouwkundig en landschappelijk aanvaardbaar.
  • c. Overkappingen zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak.
  • d. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m.
  • e. De oppervlakte mag niet meer bedragen dan 50 m².
13.4 Specifieke gebruiksregels
13.4.1 Aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven

Binnen deze bestemming is de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de bedrijfswoning, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:

  • a. De omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 30% van de gezamenlijke oppervlakte van de brutovloeroppervlakte van de woning en daarbij behorende aan- of uitbouwen en bijgebouwen tot een maximum van 50 m².
  • b. De activiteit mag geen onevenredige beperking opleveren voor de bedrijfsvoering en bedrijfsontwikkeling van omliggende (agrarische) bedrijven.
  • c. Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden.
  • d. Detailhandel is niet toegestaan, met uitzondering van ondergeschikte detailhandel.
  • e. Er is geen sprake van milieuhygiënische belemmeringen.
  • f. Het wonen dient als hoofdfunctie intact te blijven.
  • g. De activiteit wordt uitgeoefend door een bewoner van de bedrijfswoning.
13.4.2 Recreatiewoningen

Permanente bewoning van recreatiewoningen is niet toegestaan.

13.4.3 Horeca

Ter plaatse van de aanduiding 'horeca' mag de oppervlakte aan horecalokaliteit binnen de bestaande bebouwing niet meer bedragen dan 40 m2.

13.4.4 Ondersteunende horeca
  • a. De omvang van de horecalokaliteit ten behoeve van ondersteunende horeca mag niet meer bedragen dan 30% van het totale overdekte en omsloten brutovloeroppervlak van de hoofdactiviteit met een maximum van 100 m2.
  • b. De bepaling onder a is niet van toepassing ter plaatse van de aanduiding 'horeca'. In dat geval geldt uitsluitend de bepaling als bedoeld onder lid 13.4.3.
  • c. Bij ondersteunende horeca is een (boeren)terras toegestaan met een maximale oppervlake van 100 m2.
  • d. Ondersteunende horeca is niet toegestaan bij recreatiewoningen.
13.4.5 Landschapcamping

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 5' is een landschapscamping toegestaan met maximaal 60 standplaatsen en bijbehorende vrij ruimten met een oppervlakte van maximaal 300 m2 per standplaats.

13.5 Afwijken van de gebruiksregels
13.5.1 Andere recreatiebedrijven

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 13.1 voor het vestigen van een ander soort recreatiebedrijf dan is opgenomen in de 'Tabel Recreatie', waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. De oppervlakte bedrijfsbebouwing mag niet worden vergroot.
  • b. Het nieuw te vestigen recreatiebedrijf mag naar aard en invloed niet meer milieuhinder voor de omgeving opleveren dan de oorspronkelijk toegestane bedrijfssoort.
  • c. Het toepassen van de afwijking mag geen onevenredige beperking opleveren van de bestaande bedrijfsvoering/bedrijfsontwikkeling van omliggende (agrarische) bedrijven tot gevolg hebben.
  • d. Het nieuw te vestigen recreatiebedrijf mag geen grotere publieks- en/of verkeersaantrekkende werking hebben dan de oorspronkelijk toegestane bedrijfssoort.
13.5.2 Afwijken ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 13.4.1 voor het toestaan van een grotere oppervlakte van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. De totale oppervlakte die voor aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven wordt mag niet meer bedragen dan 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing van de woning en bijgebouwen behorende bij de bedrijfswoning.
  • b. De activiteit mag geen onevenredige beperking opleveren voor de bedrijfsvoering en bedrijfsontwikkeling van omliggende (agrarische) bedrijven.
  • c. Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden.
  • d. Detailhandel is niet toegestaan, met uitzondering van ondergeschikte detailhandel.
  • e. Er is geen sprake van milieuhygiënische belemmeringen.
  • f. Het wonen dient als hoofdfunctie intact te blijven.
  • g. De activiteit wordt uitgeoefend door een bewoner van de bedrijfswoning.
13.6 Wijzigingsbevoegdheid
13.6.1 Vormverandering bouwvlak

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen ten behoeve van de vormverandering van het bouwvlak, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. De totale oppervlakte van het bouwvlak mag niet worden vergroot.
  • b. De vormverandering is noodzakelijk voor de ontwikkeling van het recreatiebedrijf.
  • c. Er is geen sprake van milieuhygiënische belemmeringen.
  • d. De wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de naastgelegen percelen.
13.6.2 Wijzigen naar Wonen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming 'Wonen' voor zover het de voormalige bedrijfswoning betreft, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. Het bouwvlak wordt verkleind tot de voormalige bedrijfswoning en het bestemmingsvlak wordt verkleind tot de voormalige bedrijfswoning en bijbehorende tuinen.
  • b. De oppervlakte aan bijgebouwen bij de woning dient door sloop van overtollige bebouwing teruggebracht te worden tot 100 m2, tenzij toepassing wordt gegeven aan de regeling in lid c of sprake is van een situatie als bedoeld in lid d.
  • c. Bij sloop van alle overtollige bedrijfsbebouwing geldt dat, ofwel 25% van de oppervlakte van de overtollige bedrijfsgebouwen mag worden toegevoegd aan de inhoud van de woning tot een maximum van 900 m3 ofwel 25% van de oppervlakte van de overtollige bedrijfsgebouwen mag worden toegevoegd aan de maximale oppervlakte aan bijgebouwen tot een maximum van 200 m².
  • d. Cultuurhistorisch waardevolle gebouwen dienen te allen tijde gehandhaafd dienen te blijven.
  • e. De woning dient aanvaardbaar te zijn uit een oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat.
  • f. De recreatievoorziening ter plaatse is beëindigd.
  • g. Er is geen sprake van milieuhygiënische belemmeringen.
  • h. De woning leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de naastgelegen percelen.
  • i. De wijziging gaat gepaard met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van extensieve recreatieve mogelijkheden van het plangebied.
  • j. Aan de gronden die met toepassing van deze wijziging vallen buiten het bestemmingsvlak wonen, wordt de agrarische gebiedsbestemming toegekend, overeenkomstig met de belendende agrarische gebiedsbestemming.
13.6.3 Wijziging ten behoeve van eerste bedrijfswoning Bakkerspad 17

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 5' te wijzigen ten behoeve van de bouw van de eerste bedrijfswoning, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. De bedrijfswoning moet noodzakelijk zijn, wat betekent dat het bedrijf zonder
    bedrijfswoning ter plaatse op langere termijn redelijkerwijs niet te exploiteren is.
  • b. De bedrijfswoning dient binnen het bouwvlak te worden opgericht.
  • c. De wijziging kan alleen worden toegepast ten behoeve van een reëel bedrijf.
  • d. Er is geen sprake van milieuhygiënische belemmeringen.
  • e. De bedrijfswoning mag geen onevenredige beperking opleveren voor de
    bedrijfsvoering/bedrijfsontwikkeling van omliggende (agrarische) bedrijven.
  • f. Vooraf dient advies ingewonnen te worden bij een terzake deskundige (adviescommissie Recreatie en Toerisme).
  • g. De in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.
  • h. Deze bevoegdheid mag alleen worden toegepast mits dit gepaard gaat met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van extensieve recreatieve
    mogelijkheden van het plangebied.


Tabel Recreatiebedrijven

Aanduiding
 
Adres   Huisnr.   Functie   Bedrijfs- woning   Opp. (m²)  
'sr – 1'   Koeveringsedijk   5   groepsaccommodatie   1   100  
'sr – 2'   Vresselseweg   6   groepsaccommodatie   1   730  
'sr – 3'   Bobbenagelseweg   Ong.   recreatiewoning met - bijgebouwen
 
0   90
430  
'sr – 4'


 
Ollandseweg


 
165


 
- Recreatie-
appartementen
- Paardenstallen
- Recreatieruimte
 
1


 
115

210
240 (waarvan 42 op verdieping)  
'sr – 5'


 
Bakkerspad


 
17


 
Landschapscampingmet:
- ruimtes voor logies
- nutsvoorzieningen
- sanitaire voorzieningen  
0


 


685
20
60  
'sr – 6'   Cathalijnepad   1   volkstuinen   0   zie lid 13.2.4  
'sr – 7'   Witte Bleek   2   recreatiewoning met:
- berging
- paardenstal
 
0   24

7
6  
'sr – 8'   Leunestraat   22   dagrecreatie   1   350