direct naar inhoud van Bijlage 5 Onderzoek luchtkwaliteit
Plan: Sint-Michielsgestel, Centrum Sint-Michielsgestel 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0845.BP2010SMGCENTRM100-OH02

Bijlage 5 Onderzoek luchtkwaliteit

Deze bijlage bevat het luchtkwaliteitsonderzoek en is de verantwoording voor de toelichting (paragraaf 8.3). In de eerste paragraaf van deze bijlage zijn het geldende beleid en de daarbij horende normering weergeven. De tweede paragraaf is gebruikt om het daadwerkelijke uitgevoerde luchtkwaliteitsonderzoek weer te geven met daarin onder andere de uitgangspunten en conclusies.

B5.1. Beleidskader en normstelling

Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door de Wet luchtkwaliteit (Wlk). De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Voor luchtkwaliteit als gevolg van wegverkeer is stikstofdioxide (NO2, jaargemiddelde) het meest maatgevend, aangezien deze stof door de invloed van het wegverkeer het snelst een overschrijding van de grenswaarde uit de Wlk veroorzaakt9  ). Daarnaast zijn ook de concentraties van fijn stof (PM10, jaar- en daggemiddelde) van belang. Andere stoffen uit de Wlk hebben een beperkte invloed op de luchtkwaliteit bij wegen en worden daarom bij deze toetsing buiten beschouwing gelaten. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel B5.1 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.

Tabel B5.1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wlk

stof   toetsing van   grenswaarde   geldig  
stikstofdioxide (NO2)   jaargemiddelde concentratie   60 ìg/m³   2010 tot en met 2014  
  jaargemiddelde concentratie   40 ìg/m³   vanaf 2015  
fijn stof (PM10)1)   jaargemiddelde concentratie   48 ìg/m³   tot en met 10 juni 2011  
  jaargemiddelde concentratie   40 ìg/m³   vanaf 11 juni 2011  
  24-uurgemiddelde concentratie   max. 35 keer p.j. meer dan 75 ìg/m³   tot en met 10 juni 2011  
  24-uurgemiddelde concentratie   max. 35 keer p.j. meer dan 50 ìg/m³   vanaf 11 juni 2011  

1) Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de bij de Wlk behorende Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007).

Op grond van artikel 5.16 van de Wlk kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit uitoefenen indien:

  • de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden (lid 1 onder a);
  • de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof als gevolg van de uitoefening van die bevoegdheden per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft (lid 1 onder b1);
  • bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, door een met de uitoefening van de betreffende bevoegdheid samenhangende maatregel of een door die uitoefening optredend effect, de luchtkwaliteit per saldo verbetert (lid 1 onder b2);
  • de bevoegdheden/ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht (lid 1 onder c);
  • het voorgenomen besluit is genoemd of past binnen het omschreven Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) of een vergelijkbaar programma dat gericht is op het bereiken van de grenswaarden (lid 1 onder d).

In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een ruimtelijke onderbouwing uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit.

Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007

Op grond van de Wlk is bepaald dat concentraties van stoffen die zich van nature in de buitenlucht bevinden en die niet schadelijk zijn voor de volksgezondheid, bij de beoordeling van de grenswaarden voor fijn stof buiten beschouwing worden gelaten. In de Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007 is bepaald dat alleen de bijdrage van zeezout kan worden afgetrokken van de concentratie fijn stof. Aangegeven is hoe groot de aftrek van het jaargemiddelde en 24-uurgemiddelde per gemeente bedraagt. Voor de gemeente Sint-Michielsgestel bedraagt de aftrek voor het jaargemiddelde fijn stof 3 ìg/m³ en voor het 24-uurgemiddelde 6 overschrijdingen per jaar.

De regels voor het meten en berekenen van de gevolgen voor de luchtkwaliteit staan eveneens beschreven in deze Regeling. Er wordt onderscheid gemaakt tussen drie verschillende situaties (binnenstedelijk, buitenstedelijk en industriële bronnen), per situatie is bepaald welke Standaard Rekenmethode (SRM) gebruikt mag worden. Er mag van een andere methode gebruik worden gemaakt indien deze is goedgekeurd door het Ministerie van VROM. In het Meet- en rekenvoorschrift is tevens aangegeven welke gegevens gebruikt worden bij het maken van de berekening en op welke wijze de berekeningsresultaten worden afgerond.

Regeling 'niet in de betekenende mate'

In dit Besluit is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Hierbij worden 2 situaties onderscheiden:

  • een project heeft een effect van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde NO2 en PM10 (= 1,2 ìg/m³);
  • een project valt in een categorie die is vrijgesteld aan toetsing aan de grenswaarden; deze categorie betreft onder andere woningbouw met niet meer dan 1.500 woningen bij één ontsluitingsweg.

B5.2. Onderzoek luchtkwaliteit

Uitgangspunten onderzoek luchtkwaliteit

In het plangebied wordt de realisatie van verschillende functies mogelijk gemaakt, waaronder woningen, detailhandel en voorzieningen. Uit de verkeersmodellen blijkt dat de maximale toename van verkeer op de wegen ten gevolge van de beoogde ontwikkelingen minder dan 1.500 mvt/etmaal bedraagt. Met behulp van de NIBM-berekeningstool van het ministerie van VROM, is berekend dat de ontwikkelingen mogelijk in betekende mate kunnen bijdrage aan de verslechtering van de luchtkwaliteit en dat er berekeningen met een (indicatief) model nodig zijn om dit nader te bepalen. Daarom worden in dit luchtkwaliteitsonderzoek berekeningen uitgevoerd langs de maatgevende ontsluitende wegen. Tevens wordt in het kader van een goede ruimtelijke ordening inzicht gegeven in de luchtkwaliteit in de omgeving van de geplande ontwikkeling.

De relevante wegen om de gevolgen voor de luchtkwaliteit als gevolg van de extra verkeersproductie in beeld te brengen en voor het bepalen van de luchtkwaliteit ter plaatse van de beoogde ontwikkeling zijn de Schijndelseweg, Petrus Dondersplein, Nieuwstraat, Heesakkerstraat, het Spijt en de nieuwe De Beemden. Indien direct langs deze wegen wordt voldaan aan de grenswaarden uit het Wlk, kan zonder verdere berekeningen geconcludeerd worden dat dit ook het geval is ter plaatse van de ontwikkeling.

Om inzicht te geven in de mogelijke bijdrage van benzeen aan de luchtkwaliteit, is gekozen een berekening te maken die uitgaat van een worstcasescenario. Dit scenario berekent de benzeenconcentraties bij de in- en/of uitgangen van het parkeerterrein op het Petrus Dondersplein dat ontsluit op de Schijndelseweg. De gebruikte invoergegevens zijn ook gebaseerd op een worstcasebenadering.

Onderzoeksmethode

De luchtkwaliteit als gevolg van de nabijgelegen wegen is berekend met behulp van het CAR II-programma10 ). Het CAR II-programma geldt als het standaardrekenprogramma voor luchtkwaliteit in binnenstedelijke situaties met enige vorm van bebouwing. Het plangebied en zijn omgeving wordt als zodanig aangeduid. Het CAR-programma kan berekeningen uitvoeren voor de maatgevende stoffen fijn stof (PM10) en stikstofdioxide. Hierdoor is het programma geschikt voor het verkrijgen van een algemeen beeld van de luchtkwaliteit en voor het opsporen van knelpunten.

Invoergegevens

De verkeersintensiteiten op de relevante wegen zijn weergegeven in tabel B5.2. Per ontwikkellocatie is ook aangegeven welke wegen relevant zijn. De bron en bewerkingen van de gegevens zijn verantwoord in de voorgaande bijlage.

Tabel B5.2 Verkeersintensiteiten

afbeelding "i_NL.IMRO.0845.BP2010SMGCENTRM100-OH02_0049.png"

* Het verkeersmodel geeft lagere verkeersintensiteiten voor de situatie inclusief ontwikkelingen, er is voor gekozen de hogere intensiteiten te gebruiken van de autonome situatie.

Naast de verkeerintensiteiten zijn ook verschillende andere invoergegevens van belang. In tabel B5.3 en B5.4 zijn de voertuigverdelingen per straat weergegeven11 ). In tabel B5.5 zijn het snelheidstype en de bomenfactor weergegeven. In tabel B5.6 zijn de RD-coördinaten van de locaties weergegeven en de daarbij horende wegtypes.

afbeelding "i_NL.IMRO.0845.BP2010SMGCENTRM100-OH02_0050.png"

Parkeerbewegingen en congestiefactor

Om inzicht te geven in de benzeenconcentraties ter plaatse van de parkeerterreinen binnen het centrumplan, is rekening gehouden met enkele extra invoergegevens. In de berekeningen is rekening gehouden met een worstcase aantal parkeerbewegingen namelijk 4.999 bewegingen. Een hoger aantal is in de berekeningen niet in te voeren. In werkelijkheid zal het aantal parkeerbewegingen beduidend lager zijn. Ook is rekening gehouden met een stagnatiefactor van 50%. Hiermee is gesimuleerd dat 50% van de voertuigen in de file staan zodat wederom sprake is van een extreem berekende situatie die in werkelijkheid niet zal plaatsvinden.

Afstand tot de wegas

In het onderzoek is een berekening gemaakt als worstcasesituatie op 5 m afstand van de wegas. Indien hier (direct langs de weg) voldaan wordt aan de grenswaarden uit de Wlk, kan zonder verdere berekeningen geconcludeerd worden dat dit ook het geval is ter plaatse van de ontwikkeling.

Berekeningsresultaten en conclusie

In tabel B5.7 zijn de resultaten van de berekeningen ten behoeve van de toetsing luchtkwaliteit langs de relevante wegen van de beoogde ontwikkelingen weergegeven voor 2009, 2010 en 2020. Op grond van de Wlk mag voor fijn stof de bijdrage van zeezout worden afgetrokken van de berekende waarden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0845.BP2010SMGCENTRM100-OH02_0051.png" afbeelding "i_NL.IMRO.0845.BP2010SMGCENTRM100-OH02_0052.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0845.BP2010SMGCENTRM100-OH02_0053.png"

Uit tabellen B5.7 en B5.8 blijkt dat langs alle getoetste wegen in alle drie de (prognose)jaren ruimschoots wordt voldaan aan de grenswaarden uit de Wlk, ook na realisatie van de beoogde ontwikkelingen. Overigens zal de concentratie luchtverontreinigende stoffen na realisatie van de ontwikkelingen wel in enige mate toenemen. Echter, ook dan wordt ruimschoots aan de grenswaarden voldaan. Aangezien langs de onderzochte wegen geen grenswaarden uit de Wlk worden overschreden, zal ook ter plaatse van de beoogde ontwikkelingen aan de grenswaarden uit de Wlk worden voldaan. De Wlk staat de realisatie van de ontwikkelingen dan niet in de weg.