direct naar inhoud van 5.7 Bedrijven en milieuzonering
Plan: Jacobskamp
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0845.BP2010DDNJCBSKM100-OH01

5.7 Bedrijven en milieuzonering

Bij de planontwikkeling dient rekening gehouden te worden met milieuzoneringen van bestaande en toekomstige bedrijven om zodoende de kwaliteit van het leefmilieu te handhaven en te bevorderen. Bij de milieuzonering wordt gebruik gemaakt van de door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) opgestelde "Lijst van Bedrijfsactiviteiten''. Hierin wordt per bedrijfssoort aangegeven welke milieu-invloed (in de vorm van geur, stof, geluid en gevaar) hiervan kan uitgaan en welke indicatieve afstand hierbij (minimaal) in acht genomen worden.

Deze afstanden kunnen als basis worden gehanteerd, maar zijn indicatief. In het algemeen wordt door middel van het aanbrengen van een zonering (afstand) tussen bedrijvigheid en woonbebouwing de overlast ten gevolge van de bedrijfsactiviteiten zo laag mogelijk gehouden.

Binnen het plangebied zijn drie inrichtingen gelegen die geluid produceren naar de omgeving. Dit betreft allereerst de bestaande sporthal die ligt aan de kruising Tennispad en Jacobskamp en de ontwikkeling van de sportvelden aan de oostzijde van het plangebied. Voor deze sportvoorzieningen is een akoestisch onderzoek uitgevoerd (Milieuhygiënische toetsen bestemmingsplan Jacobskamp Den Dungen, geluid, stof , geur en gevaar, Caubergh-Huygen, 7 december 2010). Dit onderzoek is als separate bijlage 19 bijgevoegd. Op de sportvelden wordt een gildeterrein gerealiseerd. Hiervoor is een milieu-onderzoek uitgevoerd (Milieuhygiënische toetsen Schuttersgilde Den Dungen voor de aspecten geluid en gevaar, Caubergh Huygen, 26 november 2010), dat als separate bijlage 20 is bijgevoegd. Daarnaast liggen in het plangebied tennisvelden. Voor de tennisvelden is ook een akoestisch onderzoek uitgevoerd (Planontwikkeling Tennispad te Den Dungen geluidonderzoek bedrijven nabij woningbouwplan, Jansen Raadgevend Ingenieursbureau, 19 februari 2010). Dit onderzoek is als separate bijlage 21 bijgevoegd. Hieronder worden enkel de belangrijkste conclusies uit de onderzoeken weergegeven.

Nieuwe sportvelden en bestaande sporthal
De milieuhygiënische afweging heeft plaatsgevonden overeenkomstig het stappenplan van de VNGpublicatie "Bedrijven en Milieuzonering".

Stap 1

Op basis van stap 1 van de VNG-toets kan worden geconcludeerd dat:

  • 1. De bestaande sporthal dichter bij de woningen is gesitueerd dan de richtafstand en dat voor sporthallen enkel geluid een relevant aspect is.
  • 2. De sportvelden dichter bij de woningen zijn gesitueerd dan de richtafstand en dat enkel de richtafstand voor het aspect geluid niet wordt gerespecteerd.
  • 3. De locatie van de nieuwe kantine binnen het plangebied van de sportvelden niet kritisch is.
  • 4. De nieuwe woningen op voldoende afstand van de manege zijn gelegen. En de uitbreiding van de manege leidt niet tot een milieuhygiënische verslechtering voor de bestaande woningen.

Stap 2, 3 en 4
Voor de bestaande sporthal en de nieuwe sportvelden heeft op basis van de toekomstige geluidimmissieniveaus een afweging plaatsgevonden overeenkomstig stap 2, 3 en 4 van de VNG-publicatie. Uit deze afweging blijkt dat bij het instellen van een specifiek gebruik van het parkeerterrein (overeenkomstig de plankaarten) en het voorzien van dove gevels bij de kopgevels van de nieuwe woningen de geluidimmissie van de bestaande sporthal binnen de akoestische richtwaarden van stap 3 van het VNG toetsingskader past. De sporthal is derhalve inpasbaar in het plan.

Op basis van de diverse argumenten (paragraaf 6.6 van bijlage 19) is het plandeel 'sportvelden en omgeving' vanuit akoestisch oogpunt te onderbouwen en te motiveren. Hierbij zijn de volgende geluidmaatregelen betrokken:

  • geen gebruik maken van het oefenterrein in de avondperiode, tenminste niet voor groepstrainingen waarbij stemgeluid optreedt;
  • de kopgevels van de nieuwe (nabij gelegen) woningen uitvoeren als dove gevels.

In het onderzoek is ook gekeken naar het geluidniveau in de woningen. Voor de nieuwe woningen geldt dat waar de geluidbelasting meer bedraagt dan LAr,LT (gemiddeld) = 55 dB(A) of LAmax =75 dB(A) voorzien wordt in voldoende geluidwering zodat de binnenniveaus van 35 respectievelijk 55 dB(A) worden gerespecteerd.

Uit dit onderzoek blijkt, dat in de bestaande woningen wat betreft het binnenniveau voldaan wordt aan de 35 dB(A) (gemiddeld). Voor de maximale geluidsniveaus is aanvullend onderzoek gedaan. Het betreft de onderzoeken 'Inventarisatie gevelgeluidwering woningen Den Dungen', Caubergh-Huygen, 7 december 2010' en 'Bouwkundig onderzoek 4 woningen te Den Dungen', Caubergh-Huygen, 2 mei 2011'. Deze onderzoeken zijn als bijlage 22 bij deze toelichting gevoegd.

Uit deze aanvullende onderzoeken blijkt, dat na verbetering van de geluidgevelwering bij 4 woningen ook bij de bestaande woningen voldaan wordt aan de maximale geluidsniveaus wat betreft de binnenniveaus. De kosten voor de verbetering van de geluidgevelwering zijn meegenomen in de exploitatie van het plangebied.

Tot slot wordt opgemerkt dat de beschreven geluidsniveaus van de sportvelden slechts sporadisch voorkomen. Immers:

  • voetbalwedstrijden vinden alleen op zaterdagen tijdens het wedstrijdseizoen plaats;
  • wedstrijden van het eerste elftal vinden tijdens het seizoen slechts 1 keer per 2 weken plaats;
  • korfbalwedstrijden vinden alleen op zaterdagen tijdens het wedstrijdseizoen plaats, in de winter wordt er niet buiten gekorfbald.

Conclusie
Vanuit milieuhygiënisch oogpunt is er sprake van een goede ruimtelijke ordening.


Gilde
In het onderzoek naar het schuttersgilde (separate bijlage 19) is afgewogen welke locatie het meest geschikt is voor de vestiging van een schuttersgilde. Er is een afweging gemaakt tussen drie locaties op basis van de standaard veilige afstanden uit de VNG-publicatie "Bedrijven en milieuzonering". Voor de milieuaspecten geluid en gevaar kan de gemeente een keuze maken met betrekking tot de definitieve vestigingslocatie van het schuttersgilde. Op basis van de richtafstanden uit de VNG publicatie "Handreiking bedrijven en milieuzonering" (stap 1) kan gesteld worden dat:

  • voor alle locaties niet wordt voldaan aan de richtafstanden voor de aspecten gevaar en geluid;
  • woningen ter plaatse van locatie 1 op grotere afstand zijn gelegen dan bij de locaties 2 en 3.

Geadviseerd is om het schuttersgilde, indien er geen milieuhygiënische belemmeringen optreden, te realiseren ter plaatse van locatie 1 (voorkeurslocatie). Voor deze locatie is dan ook een nader onderzoek uitgevoerd ten aanzien van het aspect geluid en gevaar.

Gevaar

Schietboom
Ten behoeve van het voorkomen van risico's voor de omgeving en ongewone voorvallen, dan wel voor zover dat niet mogelijk is het zoveel mogelijk beperken van de risico's voor de omgeving en de kans dat ongewone voorvallen zich voordoen en de gevolgen hiervan, dient bij het traditioneel schieten ten minste te worden voldaan aan de volgende voorschriften:

  • kogelvanger in combinatie met een affuit;
  • gedurende de periode dat wordt geschoten bevinden zich geen personen of veediersoorten in de onveilige zone, uitgezonderd de schutter, de baancommandant en één of meerdere door de baancommandant aangewezen personen.

Daarnaast worden er vanuit het aspect gevaar (veiligheid) de volgende maatregelen aanbevolen:

  • mondingssnelheid van maximaal 230 m/s;
  • strikte laadprocedure;
  • schieten onder toezicht.


Met voorgaande aanbevolen maatregelen wordt de veilige afstand terug gebracht tot 25 meter.

Deze aanbevolen maatregelen zullen worden getroffen en voor het overige zal ook worden voldaan aan de voorwaarden, zodat kan worden afgeweken van de standaard veilige afstand uit de VNG-publicatie. De dichtstbijgelegen woning ligt op grotere afstand dan 25 meter en dus buiten de zone van 25 meter rond de schietboom. Bovendien is de schietrichting niet in de richting van de dichtstbijgelegen woningen maar in de richting van de sportvelden. Tijdens het schieten mogen er geen personen verblijven binnen de afstand van 25 meter van de schietboom. Het aspect gevaar vormt derhalve geen belemmering voor de realisatie van een schuttersgilde op de voorkeurslocatie (locatie 1). De gemeente zal deze maatregelen in een maatwerkvoorschrift (in het kader van de milieuwetgeving) vastleggen.

Kruisboog
Voor het aspect gevaar bij kruisboogschieten (horizontaal) is in de VNG-publicatie als richtlijn een veilige afstand van 200 meter voorzien. In onderhavige situatie is sprake van vertikaal schieten (Wipschieten) waarvoor de VNG-publicatie geen afzonderlijke categorie kent. De Nederlandse Kruisboog Bond hanteert een veilige afstand van ten minste 25 meter (vrij schotveld) voor de boom en 40 meter achter de boom. Onder de voorwaarden dat in noordelijke richting (vertikaal) wordt geschoten vormt het aspect gevaar voor het kruisboogschieten geen belemmering voor de realisatie van het schuttersgilde op de voorkeurslocatie (locatie 1).

Geluid
Voor het aspect geluid is een berekening gemaakt van de Lknal ter plaatse van de nabijgelegen woningen. De berekeningen zijn uitgevoerd volgens de regels uit de Herziening circulaire schietlawaai. De berekende Lknal is getoetst aan de richtwaarden uitgaande van het omgevingstypologie "verspreide bebouwing/beperkt verkeer". Uitgangspunt hierbij is dat wordt geschoten met een geweer als gebruikelijk voor het "Brabants Schieten". Hierbij is uitgegaan van de geluidemissie die ontstaat tijdens het "Brabants schieten" zoals middels metingen is onherroepelijk door derden en gerapporteerd in het rapport "akoestisch onderzoek ontwikkeling geluidarme kogelvangers Brabant Gildeschieten" (in opdracht van Ministerie van Defensie, DMKL, bureau AMV met kenmerk JB AK 971one d.d. 22 januari 1997) aangevuld met door Cauberg- Huygen uitgevoerde geluidmetingen voor het gilde Sint Anthonius en Sint Barbara te St. Michielgestel (rapport 2005.2407-02, d.d. 10 februari 2006).

Uit de berekeningen volgt dat de grenswaarde voor de Lknal en en het Lr wordt overschreden. De volgende maatregelen dienen te worden getroffen om het geluidniveau te reduceren:

  • het toepassen van een geluidgedempte kogelvanger en een wattenbak. De kogelvanger dient een niet-transparante achterplaat te hebben en de kogels dienen opgevangen te worden in een absorberende laag ('wattenbak');
  • een afscherming ter plaatse van de schietplaats. De hoogte van de afscherming is afhankelijk van de mogelijkheid om de schutter verdiept te positioneren (grondwaterstand). Daarbij zijn twee mogelijke opties (varianten) bepaald:
      • a. schutter op maaiveld: afscherming met totale lengte van ca. 14 meter en een hoogte van minimaal 3 meter.
      • b. schutter 0,5 meter verdiept onder maaiveld: afscherming met totale lengte van ca. 14 meter en een hoogte van minimaal 2.5 meter.
  • bij de keuze van de toe te passen maatregelvariant dient de gemeente rekening te houden met de grondwaterstand. Met het toepassen van de voorgestelde maatregelen wordt voldaan aan de vigerende wetgeving. Hiermee is aangetoond dat sprake is van een milieuhygiënisch aanvaardbaar leefklimaat. Daarmee kan worden afgeweken van de richtlijnen uit de VNG-publicatie voor geluid en gevaar.

Tennisvereniging
Uit het akoestisch onderzoek voor de tennisvelden (bijlage 20) blijkt dat een gedeelte van de nieuwe woningen binnen de 45 dB(A) en de 50 dB(A) contour van de tennisvereniging ligt. De geluidbelasting op deze woningen bedraagt meer dan de geluidgrenswaarden uit het Activiteitenbesluit. Om de woningbouw te kunnen realiseren zijn maatregelen doorgerekend. Hierbij is uitgegaan van aaneengesloten bebouwing ten zuiden van de sportvelden. Uit het onderzoek blijkt dat de woningen gerealiseerd kunnen worden als een geluidsscherm wordt opgericht met een minimale hoogte van 2,7 meter en maatwerkvoorschriften in het kader van het Activiteitenbesluit worden opgesteld en opgelegd.