Plan: | Jacobskamp |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0845.BP2010DDNJCBSKM100-OH01 |
Per 1 april 2011 is het Besluit m.e.r gewijzigd. De belangrijkste aanleidingen hiervoor zijn de modernisering van de m.e.r wetgeving in 2010 en de uitspraak van het Europese Hof van 15 oktober 2009. Uit deze uitspraak volgt dat de omvang van een project niet het enige criterium mag zijn om wel of geen m.e.r.- (beoordeling) uit te voeren. Ook als een project onder de drempelwaarde uit lijst C en D zit, kan een project belangrijke nadelige gevolgen hebben, als het bijvoorbeeld in of nabij een kwetsbaar natuurgebied ligt.
Gemeenten en provincies moeten daarom per 1 april van 2011 ook bij kleine bouwprojecten beoordelen of een milieueffectrapportage (MER) nodig is, via een zogenaamde m.e.r.-beoordeling. Achterliggende gedachte hierbij is dat ook kleine projecten het milieu relatief zwaar kunnen belasten en ook bij kleine projecten van geval tot geval moet worden beoordeeld of een MER nodig is.
Een m.e.r.-beoordeling is een toets van het bevoegd gezag om te beoordelen of bij een project belangrijke nadelige milieugevolgen kunnen optreden. Wanneer uit de toets blijkt dat er belangrijke nadelige milieugevolgen kunnen optreden moet er een m.e.r.-procedure worden doorlopen. Met andere woorden dan is het opstellen van een MER nodig.
Om te bepalen of een m.e.r.-beoordeling noodzakelijk is dient bepaald te worden of de ontwikkeling de drempelwaarden uit lijst D van het Besluit m.e.r. overschrijdt en of de ontwikkeling in een kwetsbaar gebied ligt.
Drempelwaarden Lijst D
In het plangebied worden 290 woningen, nieuwe sportvelden en bijbehorende wegen, water en groen mogelijk gemaakt. In het geval van een stedelijk ontwikkelingstraject is direct een m.e.r.-beoordeling noodzakelijk als de activiteit gaat om de bouw van 2.000 woningen of meer in een aaneengesloten gebied of als de activiteit een omvang heeft van 100 hectare (activiteit D 11.2. Bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage).
Activiteit D 11.2 omvat: De aanleg, wijziging of uitbreiding van een stedelijk ontwikkelingsproject met inbegrip van de bouw van winkelcentra of parkeerterreinen. In gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op: 1. een oppervlakte van 100 hectare of meer, 2. een aaneengesloten gebied en 2000 of meer woningen omvat, of 3. een bedrijfsvloeroppervlakte van 200.000 m2 of meer. Bij een stedelijk ontwikkelingsproject kan het gaan om bouwprojecten als woningen, par-keerterreinen, bioscopen, theaters, sportcentra, kantoorgebouwen en dergelijke of een combinatie daarvan. Onder een stedelijk ontwikkelingsproject vallen ook dorpen. |
De ontwikkeling in Jacobdskamp ligt ver beneden de drempelwaarde zoals opgenomen in het Besluit milieu-effectrapportage.
Omgeving
In onderdeel A van de bijlage bij het Besluit m.e.r is bepaald wat verstaan wordt onder een gevoelig gebied. Als gevoelig gebied zijn gebieden aangewezen die beschermd worden op basis van de natuurwaarden, landschappelijke waarden, cultuurhistorische waarden en waterwingebieden.
Uit paragraaf 5.10 van de toelichting volgt dat het plangebied Jacobskamp niet ligt in of nabij een gebied dat beschermd wordt vanuit de natuurwaarden. Het plan ligt daarnaast zodanig ver verwijderd van de Ecologische Hoofdstructuur, een Vogel- of Habitatrichtlijngebied of overig beschermd natuurgebied dat van externe werking geen sprake kan zijn.
Het plangebied behoort niet tot een waterwinlocatie, waterwingebied of grondwaterbeschermingsgebied. Ook behoort het plangebied niet tot een gebied waarbinnen een Rijksmonument ligt of een Belvédèregebied
Met betrekking tot de landschappelijke waarden zijn in het vigerende bestemmingsplan "Den Dungen", dat geldt voor de huidige sportvelden, geen waarden opgenomen. In het bestemmingsplan "Buitengebied Sint-Michielsgestel" dat vigeert voor de overige delen van het plangebied zijn wel landschappelijke waarden opgenomen. Landschapselementen zijn in dit bestemmingsplan bestemd voor de instandhouding van de natuurlijke en land-schappelijke waarden, zoals struwelen, houtwallen en houtsingels. Op deze gronden mag niet worden gebouwd. In figuur 10 is een uitsnede van deze kaart weergegeven.
figuur 10. Uitsnede uit bestemmingsplan 'Buitengebied Sint-Michielsgestel' |
De landschapselementen aan de Hooidonk en de Paterstraat behoren niet tot het plangebied en worden niet aangetast. Het landschapselement nabij de woningen in het zuidelijk deel van het plangebied blijft behouden en heeft de bestemming 'Groen'. Het landschapselement nabij de sportvelden heeft de bestemming 'Water'. Binnen dit landschapselement wordt waterberging met groene elementen voorzien. De landschapselementen worden door dit bestemmingsplan niet aangetast.
In de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening en de Verordening ruimte van de provincie Noord-Brabant is het plangebied aangewezen als bestaand stedelijk gebied. Voor deze gebieden worden geen eisen gesteld aan de landschapkwaliteit. Op Rijksniveau geldt de Nota Ruimte, waarin het Structuurschema Groene Ruimte is opgegaan. Vanuit de Nota Ruimte is het plangebied niet aangewezen als een gebied met behoud en herstel van de bestaande landschapskwaliteit.
Milieu
In hoofdstuk 5 zijn de verschillende milieueffecten beschouwd, zoals geluid en luchtkwaliteit. Hieruit blijkt dat er door de ontwikkeling van de woonwijk inderdaad geen sprake zal zijn van nadelige milieugevolgen.
Conclusie
Zoals beschreven in de voorafgaande alinea's zijn er geen 'belangrijke nadelige milieugevolgen' en kan daarom een m.e.r.-beoordeling achterwege blijven.