direct naar inhoud van Artikel 6 Tuin
Plan: Jacobskamp
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0845.BP2010DDNJCBSKM100-OH01

Artikel 6 Tuin

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen, behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. in- en uitritten;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. groen en groenvoorzieningen;
  • e. (open) water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • f. oeververbindingen.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Toelaatbaarheid

Op of in deze gronden mogen worden gebouwd:

  • a. bijbehorende bouwwerken bij op aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

6.2.2 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen uitsluitend bijbehorende bouwwerken in de vorm van erkers bij de op aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. de diepte van een erker niet meer dan 1,5 meter bedraagt;
  • b. de erker over ten hoogste 60% van de breedte van de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw wordt gebouwd;
  • c. de bouwhoogte van de erker ten hoogste gelijk is aan de hoogte van de eerste bouwlaag + 0,25 meter van het hoofdgebouw.

6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn niet meer dan 1 meter mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen;
  • c. de oppervlakte aan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag per bouwperceel niet meer dan 5 m² bedragen.

6.3 Afwijken van de bouwregels
6.3.1 Bijbehorende bouwwerken

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.2voor het oprichten van bijbehorende bouwwerken of carports, mits:

  • a. een bijbehorend bouwwerk of carport past wat betreft situering en afmetingen in de stedenbouwkundige opzet van het gebied;
  • b. een bijbehorend bouwwerk of carport op minimaal 1 meter achter de voorgevellijn van een hoofdgebouw wordt gebouwd;
  • c. door de bouw van een bijbehorend bouwwerk of carport geen onevenredige aantasting plaats vindt van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. Dit betekent onder andere dat de bezonning en het uitzicht van de naastgelegen percelen niet onevenredig mogen worden geschaad.

6.3.2 Voorwaarden verlenen vergunning

De in 6.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien:

  • a. de geluidbelasting vanwege het wegverkeer van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde;
  • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de woonsituatie;
    • 3. de verkeersveiligheid;
    • 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.