Plan: | Landelijk gebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0844.BPLandelijkgebied-VG01 |
De voor Leiding - Gas aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een gastransportleiding;
één en ander met de bijbehorende voorzieningen.
Binnen deze dubbelbestemming zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan ten behoeve van deze dubbelbestemming.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 27.2 teneinde het oprichten van gebouwen en andere bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende hoofdbestemming toe te staan, mits hierbij uit hoofde van de bescherming van de leiding, alsmede uit oogpunt van externe veiligheid geen bezwaar bestaat; dienaangaande wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden) de in het schema onder 27.4.5. opgenomen omgevingsvergunningsplichtige werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren.
Het onder 27.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden:
Alvorens de gevraagde omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden te verlenen, vraagt het bevoegd gezag de leidingbeheerder om schriftelijk advies.
De in 27.4.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien en voor zover voldaan wordt aan de criteria gesteld in 27.4.5.
Omgevingsvergunningsplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden |
- aanbrengen van oppervlakteverhardingen; - afgraven, vergraven, ophogen en egaliseren van de bodem; - het indrijven van voorwerpen in de bodem, zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair; - het permanent opslaan van goederen; - het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren; - diepploegen en diepwoelen van de bodem; - aanleggen van drainage; - beplanten van gronden met houtgewas; - vellen of rooien van houtgewas. |
door de genoemde werken en werkzaamheden mogen geen veiligheidsrisico's ontstaan en mag de betreffende leiding niet worden aangetast. |