Type plan: wijzigingsplan
Naam van het plan: Kom Schijndel 2013
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0844.BPKomschijndel2013-VG01

Artikel 25 Leiding - Riool

 
25.1 Bestemmingsomschrijving
 
De voor ‘Leiding - Riool’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
  1. rioolpersleidingen;
  2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde te dienst van de persleiding.
één en ander met de bijbehorende voorzieningen.
 
25.2 Bouwregels
 
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, mogen op of in deze gronden geen bouwwerken worden gebouwd.
 
25.3 Afwijken van de bouwregels
 
25.3.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de bouwregels en toestaan dat de in de basisbestemming genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
  1. vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder;
  2. is aangetoond dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan een doelmatig en veilig functioneren van de rioolpersleidingen.
25.4 Specifieke gebruiksregels
 
25.4.1 Beplanting
Binnen de dubbelbestemming ‘Leiding - Riool’ is het verboden diepwortelende beplanting te planten.
 
25.4.2 Strijdig gebruik
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen het opslaan van verpakte en onverpakte stoffen, materialen of goederen.
 
25.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
 
25.5.1 Werken en werkzaamheden
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen:
  1. het egaliseren en ophogen van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur;
  2. het uitvoeren van graafwerkzaamheden dieper dan 0,3 m;
  3. het in de grond brengen van voorwerpen dieper dan 0,3 m;
  4. het aanleggen of verharden van andere oppervlakteverhardingen;
  5. het planten van bomen en het aanbrengen van andere beplantingen die dieper wortelen of kunnen wortelen dan 0,3 m.
25.5.2 Toelaatbaarheid
De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 25.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door de werken en werkzaamheden, dan wel door de gevolgen daarvan, geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van de belangen van de leiding.
Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in lid 25.5.1 wordt het advies ingewonnen van de leidingbeheerder.
 
25.5.3 Uitzonderingen
Het in lid 25.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, welke:
  1. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
  2. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende omgevingsvergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.