Type plan: wijzigingsplan
Naam van het plan: Kom Schijndel 2013
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0844.BPKomschijndel2013-VG01

Artikel 10 Gemengd - 4

 
10.1 Bestemmingsomschrijving
 
10.1.1 Algemeen
De gronden met de bestemming ‘Gemengd 4’ zijn bestemd voor:
  1. bedrijven die vallen onder categorie 1 of 2, als genoemd in bijlage 1 ‘Staat van bedrijfsactiviteiten’, waarbij geldt dat bevi-inrichtingen niet zijn toegestaan;
  2. dienstverlening;
  3. een tankstation zonder lpg uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg’;
  4. detailhandel met werkplaats uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘detailhandel’;
  5. caravanstalling uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘caravanstalling’
  6. verhardingen en parkeervoorzieningen, waarbij moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 36;
  7. tuinen en groenvoorzieningen;
  8. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
één en ander met bijbehorende voorzieningen.
 
10.1.2 Nadere detaillering
Voor zover sprake is van uitbreiding of wijziging van de functie zoals beschreven in lid 10.1.1 wordt naast het bepaalde in in dit artikel, tevens verwezen naar artikel 36.
 
10.2 Bouwregels
 
10.2.1 Gebouwen
Voor de bouw van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
  1. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  2. De voorgevellijn mag uitsluitend worden overschreden voor een (vaste) luifel, waarbij moet worden voldaan aan de volgende bepalingen:
    1. De overschrijding mag niet meer bedragen dan 1,5 m.
    2. De afstand tot de openbare weg mag niet minder bedragen dan 2 m.
  3. De goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte’.
10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
  1. De hoogte van een erfafscheiding voor de voorgevellijn mag niet meer bedragen dan 1 m.
  2. De hoogte van een erfafscheiding achter de voorgevellijn mag niet meer bedragen dan 2 m.
  3. Een overkapping mag uitsluitend binnen het bouwvlak zijn gesitueerd.
  4. De hoogte van overkappingen mag niet meer bedragen dan 3 m.
  5. In afwijking van het bepaalde onder c en d, mag ter plaatse van de aanduiding ‘verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg’, een overkapping aanwezig zijn met een hoogte van niet meer dan 6 m. De verticale projectie van de overkapping mag ten hoogste 5 m buiten een pompeiland uitsteken.
  6. De hoogte van vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 6 m.
  7. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m.
10.2.3 Ondergronds bouwen
Ondergronds bouwen is uitsluitend toegestaan onder gebouwen, tot een diepte van niet meer dan 3 m onder het plaatselijke maaiveld en met een maximale oppervlakte van 60 m2.
 
10.3 Nadere eisen
 
10.3.1 Algemeen
Het bevoegd gezag kan ten behoeve van een goede woonsituatie, de beeldkwaliteit, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en/of de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden nadere eisen stellen aan:
  1. de situering en de afmetingen van de bebouwing;
  2. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen ten aanzien van het erf grenzend aan de openbare weg of openbaar groen.
10.4 Specifieke gebruiksregels
 
10.4.1 Detailhandel met werkplaats
  1. De detailhandelsfunctie dient te worden gecombineerd met een werkplaats, waarbij geldt dat de activiteiten in die werkplaats moeten vallen in de categorie 1 of 2, als genoemd in bijlage 1 ‘Staat van bedrijfsactiviteiten’.
  2. De bestaande winkelvloeroppervlakte van de detailhandelsactiviteit zoals aangegeven in bijlage 4 mag met maximaal 10% worden uitgebreid en mag na uitbreiding niet meer bedragen dan is aangegeven in bijlage 4.
10.4.2 Strijdig gebruik
Als gebruik in strijd met de bestemming wordt in iedere geval aangemerkt:
  1. het gebruik van gebouwen voor bewoning;
  2. het gebruik van ondergrondse bouwwerken anders dan ter ondersteuning van de hoofdfunctie (functioneel ondergeschikt);
  3. het gebruik van gronden en bouwwerken voor enigerlei vorm van erotische dienstverlening;
  4. het gebruik van gronden en bouwwerken voor detailhandel, behoudens het bepaalde in lid 10.1 onder d;
  5. het gebruik van gronden en bouwwerken voor horeca;
  6. het opslaan van verpakte en onverpakte stoffen, materialen en goederen op het onbebouwd deel van het terrein, met uitzondering van voorzieningen voor afval en het stallen van caravans ter plaatse van de aanduiding ‘caravanstalling’.
10.5 Afwijken van de gebruiksregels
 
10.5.1 Activiteiten niet genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.1 onder a ten behoeve van de vestiging van een bedrijf dat naar aard en invloed op de omgeving kan worden gelijkgesteld aan categorie 1 of 2 in de Staat van bedrijfsactiviteiten, maar daarin niet is genoemd.