direct naar inhoud van Artikel 3 Centrum
Plan: Hoofdstraat 121
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0844.BPHoofdstraat121-VG01

Artikel 3 Centrum

3.1 Bestemmingsomschrijving

De gronden met de bestemming 'Centrum' zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, voor zover gesitueerd op de begane grond;
  • b. een supermarkt met een maximaal verkoopvloeroppervlak van 1.500 m², voor zover gesitueerd op de begane grond. De aan de supermarkt gerelateerde (indirecte) voorzieningen die niet bestemd zijn voor klanten, zoals kantoor en kantine zijn toegestaan op de verdieping, uitgezonderd een magazijn;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'horeca' voor horeca, voor zover gesitueerd op de begane grond. De aan de horeca gerelateerde (indirecte) voorzieningen die niet bestemd zijn voor de ontvangst en verzorging van gasten, zoals kantoor, keuken en magazijn zijn toegestaan op de verdieping(en);
  • d. zelfstandige kantoren, voor zover gesitueerd op de begane grond;
  • e. zakelijke dienstverlening, voor zover gesitueerd op de begane grond;
  • f. maatschappelijke voorzieningen voor zover het educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke en/of paramedisch voorzieningen betreft en voor zover gesitueerd op de begane grond;
  • g. wonen, voorzover gesitueerd op de verdieping(en);
  • h. aan-huis-verbonden beroepen, met in achtneming van het bepaalde in 3.4.3.

een en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals:

  • i. verkeer- en parkeervoorzieningen en voorzieningen voor laden en lossen;
  • j. doorgangen en onderdoorgangen,
  • k. verhardingen en groenvoorzieningen,
  • l. terrassen,
  • m. tuinen en erven, voor zover de gronden onbebouwd blijven;
  • n. water, waterbergingen, infiltratievoorzieningen, hemelwatervoorzieningen, bergingsvoorzieningen en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishoudkundige doeleinden;
  • o. niet voor bewoning bestemde bijgebouwen of aanbouwen ten dienste van de bestemming, zoals garages en bergplaatsen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

In afwijking van de mogelijkheden die er op grond van de verbeelding en/of dit artikel bestaan is het niet toegelaten om nieuwe woningen of wooneenheden op te richten of bestaande gebouwen te verbouwen tot woningen of wooneenheden of een bestaande woning/wooneenheid te splitsen in meerdere woningen.

3.2.2 (Hoofd)gebouwen

(Hoofd)gebouwen dienen te worden gesitueerd binnen het bouwvlak en dienen aan de volgende voorwaarden te voldoen tenzij op de verbeelding een andere vermelding is aangegeven:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
  • c. de voorgevel van een gebouw moet in de naar de weg gekeerde grens van het bouwvlak worden gebouwd;
  • d. voor zover de bestaande situering, de bestaande goothoogte dan wel de bestaande bouwhoogte op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, afwijken van het bepaalde in dit artikel, gelden de bestaande situering, de bestaande goothoogte dan wel de bestaande bouwhoogte als maximum. Bij nieuwbouw gelden onverkort de planregels van dit artikel;
  • e. elk hoofdgebouw dient op de begane grond tenminste één in- en uitgang te hebben aan de voorzijde die gericht is op een weg (niet zijnde een parkeerterrein).

3.2.3 Bijgebouwen buiten bouwvlak

Bijgebouwen mogen buiten het bouwvlak worden gesitueerd en dienen aan de volgende voorwaarden te voldoen:

  • a. deze gebouwen zijn uitsluitend toegestaan voor zover deze functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw, niet zijnde een woning, zijn verbonden: óf
  • b. deze gebouwen zijn uitsluitend toegestaan voor zover deze functioneel ondergeschikt zijn aan een op hetzelfde bouwperceel bevindende woning, waarbij het bijgebouw niet voor bewoning is bestemd;

(a. en/of b.) met inachtneming van:

  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 meter;
  • d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 4 meter indien het bijgebouw verbonden is met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw, niet zijnde een woning;
  • e. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter indien het bijgebouw verbonden is met een zich op hetzelfde perceel bevindende woning;
  • f. voor zover op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, de bestaande hoofdgebouwen en overige bestaande gebouwen zijn gesitueerd buiten het bouwvlak en het bestaande aantal bouwlagen, de bestaande bouwhoogte en de bestaande goothoogte afwijken van het bepaalde in dit artikel, dan gelden de bestaande situering, het bestaande aantal bouwlagen, de bestaande bouwhoogte, de bestaande goothoogte als maximum alsmede het bestaande gebruik mits dit gebruik overeenkomstig de bestemming Centrum is. Bij nieuwbouw gelden onverkort de planregels van dit artikel.

3.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen geen grotere bouwhoogte hebben dan 2 meter achter het verlengde van de voorgevel van de hoofdbebouwing en 1 meter voor de voorgevel van de hoofdbebouwing. Het plaatsen van hekwerken op een aan- of uitbouw of aangebouwd bijgebouw is toegestaan, indien en voorzover het hekwerk als een afscheiding geldt voor een dakterras en indien het hekwerk niet hoger is dan 1,5 meter.

3.2.5 Overkappingen

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overkapping' is een overkapping toegestaan, waarvan de hoogte maximaal 4 meter mag bedragen. Hoofd-, bijgebouwen, aan- en uitbouwen zijn hier niet toegestaan.

3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Gebouwen buiten het bouwvlak

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.3 onder c en d voor het vergroten van de bouwhoogte voor gebouwen, buiten het bouwvlak, met dien verstande dat:

  • a. de bouwhoogte niet meer dan 7,5 meter mag bedragen;
  • b. het stedenbouwkundige beeld ter plaatse niet onevenredig wordt aangetast; met name dient aandacht te bestaan voor de overige bebouwing op het betreffende perceel en de bebouwing van aangrenzende percelen.

3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Oriëntatie op de openbare weg

Bij de inrichting van gronden met de bestemming Centrum dient de volgende voorwaarde in acht te worden genomen: gebouwen dienen zich te oriënteren op de openbare weg.

3.4.2 Horeca
  • a. Er is slechts horeca toegestaan indien in hoofdzaak maaltijden, (alcoholische) dranken en/of logies worden verstrekt en waarvan de exploitatie doorgaans in de avonduren plaatsvindt, zoals een café, restaurant, hotel en pension alsmede horeca waar naast kleinere etenswaren in hoofdzaak alcoholvrije drank wordt verstrekt en waarvan de exploitatie zowel overdag als in de vroege avonduren plaatsvindt, zoals een snackbar, cafetaria, broodjeszaak, automatiek, lunchroom en ijssalon.
  • b. Gebruik van horecagelegenheden, waarbij in hoofdzaak alcoholische drank wordt verstrekt, waarvan de exploitatie doorgaans in de avond- en nachturen plaatsvindt, waarbij een aantasting van het woon- en leefklimaat plaatsvindt alsmede een grote druk op de openbare orde met zich meebrengt, zoals bardancings, discotheken en nachtclubs, wordt aangemerkt als verboden gebruik.

3.4.3 Aan-huis-verbonden beroep

Voor het gebruik van ruimten ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep als bedoeld in artikel 3.1 onder h gelden de volgende gebruiksbepalingen:

  • a. degene, die het beroep uitoefent, dient zijn hoofdverblijf in de woning te hebben;
  • b. reclamevoering die van de openbare weg af zichtbaar is, is niet toegestaan uitgezonderd een reclamebord met een oppervlakte van maximaal 0,2 m2;
  • c. opslag van materialen en goederen buiten de woning is niet toegelaten;
  • d. bij de uitoefening van het beroep mag geen sprake zijn van een inrichting als bedoeld in de Wet milieubeheer of enige op die wet gebaseerde Algemene Maatregel van Bestuur;
  • e. de oppervlakte van ruimten ten behoeve van een aan-huis- verbonden beroep mag niet meer bedragen dan 25% van het bebouwde oppervlak van de woning (begane grond) met een maximum van 25 m2;
  • f. het beroep mag zowel in de woning als in een bijgebouw worden uitgeoefend, met dien verstande dat het bijgebouw geheel of gedeeltelijk binnen een afstand van 10 meter vanaf de woning is gesitueerd;
  • g. de beroepsactiviteiten mogen geen hogere geluidbelasting dan 50 dB(A) / (etmaalwaarde) ter plaatse van woningen van derde(n) produceren;
  • h. de woning en de bij de woning behorende bijgebouwen voldoen aan het Bouwbesluit c.q. de bouwverordening;
  • i. de beroepsactiviteiten veroorzaken geen parkeeroverlast voor de directe (woon)omgeving en dat hierdoor geen extra parkeervoorzieningen noodzakelijk zijn;
  • j. er ontstaat geen (overig) gevaar, schade, hinder of overlast voor de (woon)omgeving;
  • k. er wordt geen detailhandel uitgeoefend, met uitzondering van detailhandel die ondergeschikt is aan en verband houdt met de ter plekke uitgeoefende kleinschalige beroepsmatige activiteiten;
  • l. er worden geen horeca-activiteiten uitgeoefend;
  • m. er wordt/worden geen prostitutiebedrijf, seksinrichting en/of aanverwante activiteiten op erotisch en/of pornografisch gebied uitgeoefend.

3.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen ten behoeve van het vermeerderen van het aantal woningen of wooneenheden beschreven in 3.2.1 indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. de toevoeging van de woning(en) aan de woningvoorraad dient te vallen binnen het maximum aantal woningen en de categorie woningen dat op basis van het woningbouwprogramma aan de woningvoorraad toegevoegd mag worden;
  • b. bij de beslissing of van de wijzigingsbevoegdheid gebruik wordt gemaakt, houden burgemeester en wethouders rekening met:
    • 1. het belang van de uitvoering van het plan voor de ruimtelijke ontwikkeling van Schijndel;
    • 2. het belang van het realiseren van de woning(en) voor de volkshuisvesting;
    • 3. het algemeen belang dat met het realiseren van de woning(en) gediend is;
    • 4. de noodzaak tot realisatie van de woning(en);
    • 5. de urgentie die aangetoond kan worden om tot realisatie van de woning(en) in een bepaalde periode te komen;
  • c. de mogelijkheid tot het realiseren van nieuwbouw met een bebouwde oppervlakte van meer dan 100 m2 mag uitsluitend worden geboden, indien, het Waterschap gehoord hebbende, blijkt dat er geen waterhuishoudkundige bezwaren zijn c.q. ter wegneming of voldoende beperking van wel aanwezige bezwaren, afdoende uitvoerbare voorschriften opgelegd zullen worden.