direct naar inhoud van Artikel 39 Algemene aanduidingsregels
Plan: Buitengebied Rucphen 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0840.9000B0001-DEF2

Artikel 39 Algemene aanduidingsregels

39.1 Archeologische verwachtingswaarde hoog
39.1.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'archeologische verwachtingswaarde hoog' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming en veiligstelling van hoge archeologische verwachtingswaarden.

39.1.2 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
a Omgevingsvergunningvereiste

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen van gronden en het aanleggen van drainage op een grotere diepte dan 0,50 meter ten opzichte van het bestaande maaiveld;
  • b. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of andere manier indrijven van voorwerpen in de grond;
  • c. het verlagen of verhogen van het waterpeil;
  • d. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd;
  • e. het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • f. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen;
  • g. landbouwactiviteiten die jaarlijks een deel van de grond afplaggen.

b Uitzonderingsregel

Het in lid 39.1.2 sub a vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden:

  • a. die behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming;
  • b. die reeds in uitvoering zijn ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
  • d. met een verstoring kleiner dan 100 m².

Het in lid 39.1.2 sub a verbod geldt evenmin wanneer kan worden aangetoond dat de grond zodanig is verstoord en geroerd door werkzaamheden deze niet omgevingsvergunningplichtig zijn tot de diepte waar de verstoring heeft plaatsgevonden.

c Voorwaarden

Een omgevingsvergunning voor werken of werkzaamheden als bedoeld in 39.1.2 sub a wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend nadat een archeologisch rapport is overlegt, waaruit blijkt dat de archeologische waarden voldoende worden geborgd, door de verstoring niet aanvaardbaar onevenredig worden aangetast of dat er geen sprake is van de aanwezigheid van archeologische waarden.

39.1.3 Wijzigingsbevoegdheid
a Aanduiding wijzigen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de als 'archeologische verwachtingswaarde hoog' aangeduide gronden te wijzigen door de ligging van deze aanduiding te wijzigen, indien het op grond van nader archeologisch onderzoek noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in verdere bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.

b Aanduiding verwijderen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de als 'archeologische verwachtingswaarde hoog' aangeduide gronden te wijzigen door deze aanduiding geheel of gedeeltelijk van de kaart te verwijderen, met dien verstande dat:

  • a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn of zich op een andere plaats bevinden;
  • b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming of veiligstelling van archeologische waarden voorziet.

39.2 Archeologische verwachtingswaarde middelhoog
39.2.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'archeologische verwachtingswaarde middelhoog' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming en veiligstelling van middelhoge archeologische verwachtingswaarden.

39.2.2 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
a Omgevingsvergunningvereiste

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen van gronden en het aanleggen van drainage op een grotere diepte dan 0,50 meter ten opzichte van het bestaande maaiveld;
  • b. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of andere manier indrijven van voorwerpen in de grond;
  • c. het verlagen of verhogen van het waterpeil;
  • d. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd;
  • e. het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • f. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen;
  • g. landbouwactiviteiten die jaarlijks een deel van de grond afplaggen.

b Uitzonderingsregel

Het in lid 39.2.2 sub a vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden:

  • a. die behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming;
  • b. die reeds in uitvoering zijn ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
  • d. met een verstoring kleiner dan 750 m².

Het in lid 39.2.2 sub a verbod geldt evenmin wanneer kan worden aangetoond dat de grond zodanig is verstoord en geroerd door werkzaamheden deze niet omgevingsvergunningplichtig zijn tot de diepte waar de verstoring heeft plaatsgevonden.

c Voorwaarden

Een omgevingsvergunning voor werken of werkzaamheden als bedoeld in 39.2.2 sub a wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend nadat een archeologisch rapport is overlegt, waaruit blijkt dat de archeologische waarden voldoende worden geborgd, door de verstoring niet aantoonbaar onevenredig worden aangetast of dat er geen sprake is van de aanwezigheid van archeologische waarden.

39.2.3 Wijzigingsbevoegdheid
a Aanduiding wijzigen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de als 'archeologische verwachtingswaarde middelhoog' aangeduide gronden te wijzigen door de ligging van deze aanduiding te wijzigen, indien het op grond van nader archeologisch onderzoek noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in verdere bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.

b Aanduiding verwijderen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de als 'archeologische verwachtingswaarde middelhoog' aangeduide gronden te wijzigen door deze aanduiding geheel of gedeeltelijk van de kaart te verwijderen, met dien verstande dat:

  • a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn of zich op een andere plaats bevinden;
  • b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming of veiligstelling van archeologische waarden voorziet.

39.3 Attentiegebied ehs
39.3.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'attentiegebieden ehs' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming tegen negatieve effecten op de waterhuishouding van de hierbinnen gelegen ecologische hoofdstructuur.

39.3.2 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
a Omgevingsvergunningvereiste

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het verzetten van grond van meer dan 100 m³ of op een diepte van meer dan 0,6 meter beneden maaiveld, voor zover geen vergunning is vereist in het kader van de Ontgrondingenwet;
  • b. de aanleg van drainage ongeacht de diepte, tenzij het gaat om vervanging van een al bestaande drainage;
  • c. het verlagen van de grondwaterstand anders dan door middel van het graven van sloten of het toepassen van drainagemiddelen, met uitzondering van grondwaterontrekkingen;
  • d. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen of verharde oppervlakten van meer dan 100 m², anders dan een bouwwerk.

b Uitzonderingsregel

Het in lid 39.3.2 sub a vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:

  • a. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming;
  • b. reeds in uitvoering zijn ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

c Voorwaarden

Een omgevingsvergunning voor werken of werkzaamheden als bedoeld in 39.3.2 sub a wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend nadat het betrokken waterschapsbestuur is gehoord.

39.4 Bebouwingsconcentratie
39.4.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'bebouwingsconcentratie' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor een bebouwingsconcentratie.

39.5 Beslotenheid
39.5.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'beslotenheid' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor het behoud van de beslotenheid in het landschap.

39.5.2 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
a Omgevingsvergunningvereiste

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. houtgewas te vellen of te kappen.

b Uitzonderingsregel

Het in lid 39.5.2 sub a vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:

  • a. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming;
  • b. behoren tot de reguliere werkzaamheden ten behoeve van een boomteeltbedrijf;
  • c. reeds in uitvoering zijn ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
  • d. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

39.6 Cultuurhistorisch vlak
39.6.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorisch vlak' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor het behoud, beheer,, herstel of de duurzame ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden en kenmerken van het gebied.

39.6.2 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
a Omgevingsvergunningvereiste

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het slopen, gedeeltelijk slopen van of het doorvoeren van ingrijpende aanpassingen aan historische bebouwing;
  • b. het graven, verbreden, verdiepen, dempen of verleggen van waterpartijen of waterlopen;
  • c. het verwijderen of kappen van (opgaande) begroeiing;
  • d. het ophogen, afgraven of egaliseren van gronden;
  • e. het aanleggen, verharden, verbreden, verwijderen en wijzigen van paden- en wegentracés;
  • f. het aanplanten van opgaande begroeiing of toevoegen van nieuwe bebouwing.

39.7 Geluidzone - vliegveld
39.7.1 Aanduidingomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - vliegveld' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de geluidsbelasting van vliegveld Seppe.

39.7.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) mogen geen nieuwe woningen dan wel andere geluidsgevoelige gebouwen worden gebouwd.

39.7.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 39.7.2 voor het bouwen van een nieuwe woning dan wel een ander geluidsgevoelig gebouw overeenkomstig de andere bestemmingen, met dien verstande dat de geluidsbelasting vanwege het vliegveld van de gevels van deze woningen dan wel andere geluidsgevoelige gebouwen niet hoger is dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.

39.8 Groenblauwe mantel
39.8.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'groenblauwe mantel' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor het behoud, herstel of duurzame ontwikkeling van het watersysteem en de ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken van het gebied.

39.8.2 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
a Omgevingsvergunningvereiste

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
  • b. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen van meer dan 100 m²;
  • c. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen en het aanbrengen van drainage;
  • d. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • e. het verwijderen van beplanting.

b Uitzonderingsregel

Het in lid 39.8.2 sub a vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:

  • a. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming;
  • b. reeds in uitvoering zijn ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

c Voorwaarden

Een omgevingsvergunning voor werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 39.8.2 wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend dan, nadat:

  • a. is aangetoond dat uitoefening van de werken en/of werkzaamheden niet strijdig is met de belangen van de ecologische, landschappelijke dan wel hydrologische waarden;
  • b. schriftelijk advies is ingewonnen bij de beheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken en/of werkzaamheden de belangen in verband met de groenblauwe mantel niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.

39.9 Landgoed
39.9.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'landgoed' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor het behoud en de bescherming van de landschappelijke waarden en structuren van het landgoed.

39.9.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) mogen kunstwerken met een maximale hoogte van 4 meter worden opgericht.

39.10 Milieuzone - 25 jaarszone kwetsbaar
39.10.1 Aanduidingomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - 25 jaarszone kwetsbaar' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater in verband met de drinkwatervoorziening, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

39.10.2 Bouwregels
a Algemeen

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) mag alleen ten behoeve van deze aanduiding worden gebouwd.

b Gebouwen

Gebouwen mogen niet worden opgericht.

c Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte bedraagt maximaal 3 meter.

39.10.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 39.10.2 onder a voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen.

39.10.4 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
a Omgevingsvergunningvereiste

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en
    overige waterpartijen;
  • c. het gebruiken, storten en opslaan van meststoffen, bestrijdingsmiddelen, verontreinigde grond en/of schadelijke stoffen;
  • d. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en
    apparatuur;
  • e. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die een verandering van de waterhuishouding of het grondwaterpeil tot gevolg hebben, zoals drainage en (onder)bemaling.

b Uitzonderingsregel

Het in lid 39.10.4 sub a vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:

  • a. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming;
  • b. reeds in uitvoering zijn ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

c Voorwaarden

Een omgevingsvergunning voor werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 30.4.1 wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend nadat schriftelijk advies is verkregen van het waterwinbedrijf.

39.11 Milieuzone - boringvrije zone
39.11.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - boringvrije zone' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater in verband met de drinkwatervoorziening.

39.11.2 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
a Omgevingsvergunningvereiste

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het doorboren van de beschermende kleilaag.

b Uitzonderingsregel

Het in lid 39.11.2 sub a vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:

  • a. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming;
  • b. reeds in uitvoering zijn ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

c Voorwaarden

Een omgevingsvergunning voor werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 39.11.2 sub a wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend nadat schriftelijk advies is verkregen van het waterwinbedrijf.

39.12 Milieuzone - waterwingebied
39.12.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor functies in verband met de openbare watervoorziening met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

39.12.2 Bouwregels
a Algemeen

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) mag alleen ten behoeve van deze aanduiding worden gebouwd.

b Gebouwen

Gebouwen mogen niet worden opgericht.

c Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte bedraagt maximaal 3 meter.

39.12.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 39.12.2 onder a voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, met dien verstande dat advies is verkregen van het waterleidingbedrijf.

39.12.4 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwer-ken zijnde, en werkzaamheden
a Omgevingsvergunningvereiste

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
  • b. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en
    overige waterpartijen;
  • d. het gebruiken, storten en opslaan van meststoffen, bestrijdingsmiddelen, verontreinigde grond en/of schadelijke stoffen;
  • e. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en
    apparatuur;
  • f. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die een verandering van de waterhuishouding of het grondwaterpeil tot gevolg hebben, zoals drainage en (onder)bemaling.

b Uitzonderingsregel

Het in lid 39.12.4 sub a vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:

  • a. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming;
  • b. reeds in uitvoering zijn ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

c Voorwaarden

Een omgevingsvergunning voor werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 39.12.4 sub a wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend nadat schriftelijk advies is verkregen van het waterwinbedrijf.

39.13 Militair oefenterrein
39.13.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'militair oefenterrein' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor militaire oefeningen.

39.13.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) mogen geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht.

39.14 Openheid
39.14.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'openheid' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor het behoud van de openheid in het landschap.

39.14.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) mogen geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht op gronden gelegen buiten het bouwvlak.

39.14.3 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
a Omgevingsvergunningvereiste

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van opgaand houtgewas;
  • b. het aanleggen van folie-mestbassin, met dien verstande dat geen omgevingsvergunning benodigd is binnen een strook van 25 meter rondom een agrarisch bouwvlak;
  • c. het plaatsen van tunnels hoger dan 1,5 meter.

b Uitzonderingsregel

Het in lid 39.14.3 sub a vervatte verbod geldt niet voor:

  • a. werken en/of werkzaamheden die:
    • 1. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming;
    • 2. reeds in uitvoering zijn ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
    • 3. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
  • b. het aanbrengen van opgaande houtopstanden ten behoeve van landschappelijke inpassing van nieuwe bouwwerken, waarvoor een landschappelijke inpassing wordt vereist en beplantingen naast openbare wegen welke geen strijdigheid opleveren met de bestemming.

39.15 Reconstructiewetzone - extensiveringsgebied
39.15.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor een extensiveringsgebied in het kader van de reconstructiewet.

39.15.2 Intensieve veehouderij

Ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied' is het volgende niet toegestaan:

  • a. vormverandering van een bouwvlak voor intensieve veehouderij;
  • b. uitbreiding van een intensieve veehouderij;
  • c. her- of nieuwvestiging van een intensieve veehouderij.

39.16 Reconstructiewetzone - verwevingsgebied
39.16.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor een verwevingsgebied in het kader van de reconstructiewet.

39.16.2 Intensieve veehouderij

Ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied' is het volgende niet toegestaan:

  • a. nieuwvestiging van een intensieve veehouderij.

39.17 Reserveringsgebied waterberging
39.17.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'reserveringsgebied waterberging' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor het behoud van het waterbergend vermogen van dat gebied.

39.17.2 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'reserveringsgebied waterberging' de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' toe te voegen voor een waterbergingsgebied, met dien verstande dat dit gebied door het daartoe bevoegd gezag wordt aangewezen als waterbergingsgebied.

39.18 Teeltondersteunende kassen toegestaan
39.18.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'teeltondersteunende kassen toegestaan' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor teeltondersteunende kassen.

39.19 Veiligheidszone - bevi
39.19.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone – bevi' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van personen en bebouwing bij calamiteiten.

39.19.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) mogen geen gebouwen ten behoeve van nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten worden opgericht.

39.19.3 Specifieke gebruiksregels

Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van bestaande gebouwen voor doeleinden en functies waarbij zich regelmatig personen ophouden, dan wel waarbij regelmatig sprake is van concentraties van personen.

39.20 Veiligheidszone - leiding
39.20.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de nabijheid van een leiding.

39.20.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) mogen geen gebouwen ten behoeve van nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten worden opgericht.

39.20.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 39.20.2 voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nieuwe kwetsbare objecten voor zover in overstemming met de andere bestemmingen, met dien verstande dat:

  • a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
  • b. de veiligheid van personen en goederen is afgewogen en het groepsrisico is verantwoord;
  • c. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.

39.21 Veiligheidszone - lpg
39.21.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone – lpg' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met een LPG-installatie.

39.21.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) mogen geen gebouwen ten behoeve van nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten worden opgericht.

39.21.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 39.21.2 voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nieuwe kwetsbare objecten voor zover in overstemming met de andere bestemmingen, met dien verstande dat ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd.

39.21.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor:

  • a. het verplaatsen of verkleinen van het aanduidingsvlak 'veiligheidszone – LPG' in verband met het verplaatsen van het LPG-vulpunt dan wel het verkleinen van de LPG-doorzet, met dien verstande dat het woon- en leefmilieu van de aangrenzende gronden niet verslechtert;
  • b. het verwijderen van de aanduiding 'veiligheidszone – LPG', met dien verstande dat het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de LPG-installatie wordt beëindigd.

39.22 Veiligheidszone - munitie A
39.22.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - munitie A' zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat rondom de munitieopslagplaats.

39.22.2 Voorwaarden

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) gelden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - munitie A' de volgende regels:

  • a. geen gebouwen mogen worden gebouwd;
  • b. openbare wegen, persoonspoorwegen en druk bevaren waterwegen mogen niet worden opgericht;
  • c. parkeerterreinen mogen niet worden aangelegd;
  • d. recreatie is niet toegestaan;
  • e. gebouwen, waarin zich regelmatig personen bevinden, zijn niet toegestaan. Hieronder wordt in ieder geval verstaan: woonhuizen, winkels, kantoren, werkplaatsen en café's;
  • f. functies waar zich grote aantal recreanten bevinden, zijn niet toegestaan. Hieronder wordt in ieder geval verstaan: sportvelden, jachtshavens, zwembaden, kampeerterreinen en caravanparken;
  • g. gebouwen met een vlies- of gordijngevelconstructie en voorts gebouwen met zeer grote glasopstanden, waarin zich in de regel een groot aantal mensen bevindt (meer dan 25 personen tegelijkertijd), zijn niet toegestaan.

39.23 Veiligheidszone - munitie B
39.23.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - munitie B' zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat rondom de munitieopslagplaats.

39.23.2 Voorwaarden

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) gelden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - munitie B' de volgende regels:

  • a. hoofdverkeerswegen mogen niet worden aangelegd;
  • b. gebouwen, waarin zich regelmatig personen bevinden, zijn niet toegestaan. Hieronder wordt in ieder geval verstaan: woonhuizen, winkels, kantoren, werkplaatsen en café's;
  • c. functies waar zich grote aantal recreanten bevinden, zijn niet toegestaan. Hieronder wordt in ieder geval verstaan: sportvelden, jachtshavens, zwembaden, kampeerterreinen en caravanparken;
  • d. gebouwen met een vlies- of gordijngevelconstructie en voorts gebouwen met zeer grote glasopstanden, waarin zich in de regel een groot aantal mensen bevindt (meer dan 25 personen tegelijkertijd), zijn niet toegestaan.

39.24 Veiligheidszone - munitie C
39.24.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - munitie C' zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat rondom de munitieopslagplaats.

39.24.2 Voorwaarden

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) gelden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - munitie C' de volgende regels:

  • a. gebouwen met een vlies- of gordijngevelconstructie en voorts gebouwen met zeer grote glasopstanden, waarin zich in de regel een groot aantal mensen bevindt (meer dan 25 personen tegelijkertijd), zijn niet toegestaan.

39.25 Vrijwaringszone - molenbiotoop
39.25.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, tevens bestemd voor de bescherming van de functie van de molen als werktuig en zijn waarde als landschapsbepalend element.

39.25.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) geldt ten aanzien de maximale bouwhoogte de volgende regels:

  • a. binnen een afstand van 100 meter van de molen, bouwwerken niet worden gebouwd voor zover de bouwhoogte hoger is dan de hoogte van het onderste punt van de verticaal staande molenwiek;
  • b. de hoogte van bouwwerken mag tussen de 100 en 400 meter van de molen niet hoger zijn dan 1/100 van de afstand tussen het bouwwerk dan wel de beplanting en de molen, gerekend vanaf de onderste punt van de verticaal staande molenwiek.

39.25.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 39.25.2 voor het bouwen overeenkomstig het bepaalde in de andere bestemmingen, met dien verstande dat:

  • a. het functioneren en de zichtbaarheid van de molen niet in onevenredige mate worden of kunnen worden aangetast;
  • b. advies is verkregen van de eigenaar en beheerder van de molen.

39.25.4 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
a Omgevingsvergunningvereiste

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanplanten van bomen, houtgewas en/of beplanting met een hoogte die meer bedraagt dan is toegestaan op grond van lid 39.25.2.

b Uitzonderingsregel

Het in lid 39.25.4 sub a vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:

  • a. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming;
  • b. reeds in uitvoering zijn ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

c Voorwaarden

Een omgevingsvergunning voor werken of werkzaamheden als bedoeld in 39.25.4 sub a wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend nadat schriftelijk advies is verkregen van een molendeskundige instantie omtrent de mogelijke gevolgen voor de windvang van de molen.

39.26 Vrijwaringszone - radar
39.26.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van het radarverstoringsgebied van Vliegbasis Woensdrecht teneinde de verstoring van het radarbeeld te voorkomen.

39.26.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) mogen geen bouwwerken worden opgericht met een hoogte van 63 meter en meer.

39.26.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 39.26.2 voor het bouwen overeenkomstig het bepaalde in de andere bestemmingen, met dien verstande dat:

  • a. het functioneren van de radar niet in onevenredige mate wordt of kan worden aangetast;
  • b. schriftelijk advies is verkregen van de Minister van Defensie, DGW&T, directie Brabant.

39.27 Vrijwaringszone - weg
39.27.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van de verkeerfunctie van de Rijksweg.

39.27.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) mogen geen bouwwerken worden opgericht binnen een afstand van 75 meter vanuit de rand van de meest nabijgelegen rijbaan, met uitzondering van bouwwerken en voorzieningen die nodig zijn voor het wegverkeer.