direct naar inhoud van Artikel 9 Bos
Plan: Buitengebied Rucphen 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0840.9000B0001-DEF2

Artikel 9 Bos

9.1 Bestemmingsomschrijving
9.1.1 Bestemming

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bosgebied;
  • b. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van natuurwaarden;
  • c. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;
  • d. extensief recreatief medegebruik;
  • e. militair medegebruik;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'dagrecreatie': tevens dagrecreatie;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': tevens één recreatiewoning met bijgebouw;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kapel', tevens een kapel;
  • i. andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.

9.1.2 Toelaatbare bebouwing

Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 9.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:

  • a. gebouwen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning'.

9.2 Bouwregels
9.2.1 Algemeen

Het is verboden om op deze gronden te bouwen met uitzondering van de in lid 9.2.2 genoemde gebouwen.

9.2.2 Gebouwen

Gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:

  • a. uitsluitend één recreatiewoning is toegestaan;
  • b. de goothoogte van een recreatiewoning bedraagt maximaal 3 meter;
  • c. de bouwhoogte van een recreatiewoning bedraagt maximaal 4 meter;
  • d. de oppervlakte van een recreatiewoning bedraagt maximaal de op de kaart ter plaatse van de aanduiding 'maximum oppervlakte' aangegeven oppervlakte;
  • e. de afstand van een recreatiewoning tot de perceelsgrenzen bedraagt minimaal 3 meter;
  • f. de afstand van een recreatiewoning tot de as van de weg bedraagt minimaal 15 meter;
  • g. onderkeldering van een recreatiewoning is niet toegestaan;
  • h. maximaal één bijbehorend bouwwerk is bij een recreatiewoning toegestaan;
  • i. de bouwhoogte van het bijbehorend bouwwerk bedraagt maximaal 3 meter;
  • j. de oppervlakte van het bijbehorend bouwwerk bedraagt maximaal 10 m².

9.3 Specifieke gebruiksregels
9.3.1 Gebruiksregels

Het gebruik van de gronden en de zich daar bevindende bouwwerken mogen de bruikbaarheid van het militaire object en de uitoefening van de defensietaak niet belemmeren.

9.3.2 Verboden gebruik

Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het beoefenen van hondensport en het trainen van honden;
  • b. het gebruik van gronden voor het opslaan, storten of bergen van materialen en producten, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. het gebruik van recreatieverblijven ten behoeve van permanente bewoning.

9.4 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
9.4.1 Omgevingsvergunningsvereiste

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van hoogopgaand en/of diepwortelende beplanting, waaronder bijvoorbeeld houtgewas, welke niet overeenkomstig is met bosbouwkundige doeleinden;
  • b. het vellen van houtgewas, welke niet overeenkomstig is met bosbouwkundige doeleinden;
  • c. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
  • d. het verrichten van grondroeractiviteiten, bijvoorbeeld het aanbrengen van rioleringen, kabels, leidingen en drainage, anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • e. diepploegen vanaf 0,5 meter;
  • f. het aanbrengen van gesloten verhardingen;
  • g. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen;
  • h. het plaatsen van onroerende objecten zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair;
  • i. het aanbrengen van kleine voorzieningen ten behoeve van extensieve recreatie;
  • j. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • k. het aanbrengen van halfverhardingen.

9.4.2 Uitzonderingsregel

Het in lid 9.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:

  • a. behoren tot normaal bosonderhoud en bosbeheer ten dienste van de bestemming en/of passen in een normale exploitatie van het bosgebied welke is geregistreerd bij het Bosschap. Onder normalige exploitatie wordt in ieder geval verstaan onderhoud, beheer en exploitatie, voor zover voortvloeiende uit verplichtingen op grond van de Boswet of omschreven in aanwezig beheerplan;
  • b. reeds in uitvoering zijn ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

9.4.3 Voorwaarden

Een omgevingsvergunning voor werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 9.4.1 wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend, nadat:

  • a. is aangetoond dat uitoefening van de werken en/of werkzaamheden niet strijdig is met de belangen van de bestemming;
  • b. een schriftelijk deskundigenrapport is overlegd omtrent de vraag of door de voorgenomen werken en/of werkzaamheden de belangen in verband met de bestemming niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.