direct naar inhoud van Artikel 5 Water
Plan: Hooghei II
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0840.2585KO001-DEF1

Artikel 5 Water

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water ten behoeve van de waterhuishouding;
  • b. waterberging;
  • c. waterlopen en waterwegen;
  • d. overige tot de bestemming behorende voorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Het is verboden om op de gronden te bouwen.

5.2.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden

Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van bevoegd gezag het navolgende werk en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van hoogopgaand en/of diepwortelende beplanting, waaronder bijvoorbeeld houtgewas;
  • b. het rooien van houtgewas;
  • c. het blijvend omzetten van grasland;
  • d. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
  • e. het verrichten van grondroeractiviteiten, bijvoorbeeld het aanbrengen van rioleringen, kabels, leidingen en drainage, anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • f. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen.
5.2.3 Uitzondering

Het in lid 5.2.2 vervatte verbod geldt niet voor een werk en/of werkzaamheden die:

  • a. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming;
  • b. reeds in uitvoering zijn ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning
5.2.4 Voorwaarden

Een werk en/of werkzaamheden als bedoeld in lid 5.2.2 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover dit niet strijdig is met de belangen van de bestemming.

5.2.5 Advies

Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk en/of werkzaamheden, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen in verband met de bestemming niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.