direct naar inhoud van Artikel 3 Natuur
Plan: Hooghei II
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0840.2585KO001-DEF1

Artikel 3 Natuur

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. natuurgebied;
  • b. groenvoorzieningen, bermen, beplanting en plantsoenen;
  • c. speelvoorzieningen;
  • d. voet- en fietspaden;
  • e. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterberging en sierwater;
  • f. nutsvoorzieningen in de vorm van een bluswaterput;
  • g. overige tot de bestemming behorende voorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

In of op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.2.2 Bouwwerken geen gebouw zijnde

Bouwwerken geen gebouw zijnde mogen uitsluitend worden gebouwd in de vorm van;

  • a. terreinafscheidingen met een maximale hoogte van 2 meter;
  • b. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • c. bluswatervoorzieningen.
3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.3.1 Verboden uitvoering van ander werk

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van bevoegd gezag op de in artikel 3.1 bedoelde gronden volgend ander werk of andere werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van hoogopgaand en/of diepwortelende beplanting, waaronder bijvoorbeeld houtgewas;
  • b. het rooien van houtgewas;
  • c. het blijvend omzetten van grasland;
  • d. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
  • e. het verrichten van grondroeractiviteiten, bijvoorbeeld het aanbrengen van rioleringen, kabels, leidingen en drainage, anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • f. diepploegen vanaf 0,5 meter;
  • g. het aanbrengen van gesloten verhardingen;
  • h. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen;
3.3.2 Weigeringsgrond

Ander werk als bedoeld in 3.3.1 is slechts toelaatbaar voor zover het natuur- en landschapsbelang hierdoor niet onevenredig wordt geschaad.

3.3.3 Uitzondering

Het verbod als bedoeld in lid 3.3.1 is niet van toepassing op ander werk dat:

  • a. eerste aanleg van nieuwe natuur;
  • b. het normale onderhoud, gebruik en beheer ten dienste van de bestemming betreft;
  • c. reeds in uitvoering is op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • d. reeds mag worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
3.3.4 Advies

Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen in verband met de bestemming niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.