direct naar inhoud van Regels
Plan: Talentencampus en Sibeliuspark-Oss-2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0828.BPtalencamsibp2013-VG01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Talentencampus en Sibeliuspark-Oss-2013 van de gemeente Oss

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0828.BPtalencamsibp2013.VG01 met de bijbehorende regels en bijlagen.

1.3 aan-huis-verbonden-beroep:

een beroep dat in of bij een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.4 aanbouw:

een aan een hoofdgebouw toegevoegde, afzonderlijke ruimte die qua afmetingen en/of visueel opzicht (onder meer voor wat betreft goothoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.5 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.6 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.7 achtergevelrooilijn:

de achterste grens van een bouwvlak, gezien vanaf de weg waarop het hoofdgebouw is georiënteerd;

indien er niet sprake is van een achterste grens van een bouwvlak dan wel geen bouwvlak is aangegeven: de denkbeeldige lijn die wordt getrokken langs de achtergevel van het hoofdgebouw - zonder aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen - alsmede het verlengde daarvan.

1.8 afhankelijke woonruimte:

een vrijstaand bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de bijbehorende woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.

1.9 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouw zijnde.

1.10 bedrijf/bedrijfsactiviteit:

de uitoefening van opslag-, handels-, transport- en industriële en ambachtelijke bedrijven, een en ander met uitsluiting van agrarische bedrijven, detailhandel, horeca, dienstverlening, zelfstandige kantoren, maatschappelijke voorzieningen en voorzieningen op het gebied van cultuur en ontspanning;

1.11 bedrijfsgebouw:

een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf of bedrijfsactiviteit.

1.12 bedrijfsvloeroppervlakte (bvo):

de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een bouwwerk en/of op een terrein die wordt gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden-beroep c.q. een bedrijf, kantoor of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.

1.13 bestaande situatie:
  • a. ten aanzien van bebouwing: bebouwing zoals die aanwezig is op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde bouw- of omgevingsvergunning;
  • b. ten aanzien van gebruik: gebruik van gronden en opstallen zoals dat aanwezig is op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
1.14 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

1.15 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.16 bijgebouw:

een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.17 bijzondere woonruimte:

woonruimte waarin, al dan niet zelfstandige, woningen zijn opgenomen met gemeenschappelijke voorzieningen, zoals een bejaardenhuis, woonzorgcomplex of daarmee gelijk te stellen voorziening;

1.18 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.19 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

1.20 bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.

1.21 bouwmassa:

een verzameling gebouwen bestaande uit een vrijstaand hoofdgebouw dan wel twee of meer aaneengebouwde hoofdgebouwen inclusief aan- en uitbouwen.

1.22 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.23 bouwperceelgrens:

de grens van een bouwperceel.

1.24 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde zijn toegelaten.

1.25 bouwwerk:

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.26 carport:

een dakconstructie, vrijstaand zonder wanden dan wel aan maximaal drie zijden begrensd door de gevels van belendende gebouwen, bestemd voor het overdekt stallen van auto's.

1.27 cultuur en ontspanning (c.q. voorzieningen op het gebied van)

het al dan niet bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op spel, vermaak en ontspanning, waaronder begrepen: atelier, binnenspeeltuin, bioscoop, bowlingbaan, creativiteitscentrum, dansschool, fitnesscentrum, klimwand, museum, muziekschool, muziektheater, sauna, sportschool, theater, wellnesscentrum, alsmede ondergeschikte detailhandel en horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen.

1.28 cultuurhistorische waarde:

De aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde die wordt gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.

1.29 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.30 dienstverlening:

een bedrijfsmatige activiteit met een uitsluitend of in hoofdzaak dienstverlenende of verzorgende taak al dan niet met een baliefunctie, zoals: uitzendbureaus, reisbureaus, wasserettes, kapsalons, bijkantoren van banken en van sociaal-culturele instellingen, postagentschappen, telefoon-, internet-, telegraaf- en telexdiensten, snelfoto-ontwikkel- en copy-shops, videotheken en autorijscholen.

1.31 eerste bouwlaag:

de bouwlaag op de begane grond.

1.32 escortbedrijf:

de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend.

1.33 functie:

activiteiten ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.

1.34 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.35 gebouwd terras:

een uitbouw aan een gebouw in gebruik ten behoeve van een horecavestiging, die uitsluitend dienst doet als zitgelegenheid voor bezoekers van die horecavestiging.

1.36 geluidzoneringplichtige inrichtingen:

inrichtingen als bedoeld in artikel 41, derde lid, van de Wet geluidhinder, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken, en die zijn aangewezen in bijlage I, onderdeel D behorend bij het Besluit omgevingsrecht.

1.37 gestapelde bebouwing:

bebouwing bestaande uit in één hoofdgebouw boven en naast elkaar gelegen zelfstandige woningen.

1.38 gevellijn:

de aanduiding van de grens van het bouwvlak die gericht is naar de weg of ander openbaar gebied en waarop de bebouwing is georiënteerd;

1.39 groothandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers dan wel aan instellingen of personen tot aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.

1.40 hoofdfunctie:

een functie waarvoor het hoofdgebouw als belangrijkste functie mag worden gebruikt.

1.41 hoofdgebouw:

een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.42 horeca van categorie 1

een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het verstrekken van nachtverblijf, al dan niet in combinatie met het exploiteren van zaalaccommodaties, en waarbij het vertrekken van voedsel en dranken daaraan ondergeschikt is, zoals een hotel of pension.

1.43 horeca van categorie 2

een bedrijf dat in hoofdzaak gericht is op het bedrijfsmatig verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren ten behoeve van consumptie ter plaatse, alsmede het daaraan ondergeschikt verstrekken van alcoholhoudende en niet-alcoholhoudende dranken, al dan niet in combinatie met het verstrekken van nachtverblijf en/of zaalhuur, zoals een (hotel)restaurant, pannenkoekenhuis, eetcafé en pizzeria, uitgezonderd een maaltijdafhaalcentrum.

1.44 horeca van categorie 3

een bedrijf dat in hoofdzaak gericht is op het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse bereide snacks, ijs en kleine maaltijden voor consumptie, zowel ter plaatse als elders, met daaraan ondergeschikt het verstrekken van dranken, zoals een snackbar, cafetaria, maaltijdafhaalcentrum, lunchroom en ijssalon.

1.45 horeca van categorie 4

een bedrijf dat in hoofdzaak gericht is op het bedrijfsmatig verstrekken van overwegend alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, al dan niet in combinatie met kleine etenswaren, zoals een café;

1.46 horeca categorie 5

een bedrijf dat in hoofdzaak gericht is op het bedrijfsmatig bieden van gelegenheid tot dansen dan wel het uitoefenen van een kans- en behendigheidsspel al dan niet in combinatie met het verstrekken van alcoholhoudende en niet-alcoholhoudende dranken, zoals een dancing, discotheek, casino of automatenhal.

1.47 huishouden:

de leefvorm of samenlevingsvorm van een alleenstaande of een gezin, waaronder mede wordt begrepen:

  • a. het inwonen of het bewonen van kamers door ten hoogste 2 verwanten of andere personen in het hoofdgebouw en/of aan- en uitbouw, al dan niet bij wijze van mantelzorg en al dan niet met eigen voorzieningen;
  • b. een met een gezin gelijk te stellen samenlevingsverband, waaronder mede wordt begrepen:
    • 1. een woongroep van mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking of aandoening met inbegrip van begeleiding en toezicht gericht op zelfstandige bewoning;
    • 2. de gezamenlijke huisvesting van een groep van maximaal 4 niet verwante personen, die gebruik maken van de gemeenschappelijke voorzieningen in de woning.
1.48 kampeermiddel:
  • een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
  • enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde;

een en ander voorzover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of gedeeltelijk blijvend zijn bestemd of opgericht of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

1.49 kantoor met baliefunctie:

een kantoor met een publieksaantrekkende hoofdfunctie zoals een bank, postkantoor, reisbureau en uitzendbureau.

1.50 kantoor:

een ruimte of bij elkaar horende ruimten die bestemd is/zijn om voornamelijk te worden gebruikt voor administratieve werkzaamheden of dienstverlening.

1.51 kelder:

een geheel of nagenoeg geheel ondergronds gelegen ruimte, die grotendeels is gesitueerd onder een bijbehorend bovengronds bouwwerk.

1.52 kwetsbaar object:

een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald die in acht genomen moet worden.

1.53 leerbedrijf:

een bedrijf waar een scholier die een opleiding volgt stage kan lopen en dat is erkend als leerbedrijf.

1.54 maatschappelijk c.q. maatschappelijke voorzieningen:

maatschappelijke voorzieningen op het gebied en/of in de vorm van: jeugdopvang, kinder- en naschoolse opvang, onderwijs, openbare bestuur en dienstverlening, religie en levensbeschouwing, verenigingsleven, welzijnsinstelling, zorg, alsmede ondergeschikte detailhandel en horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen.

1.55 mantelzorg:

het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.

1.56 milieuzoneringslijst:

de lijst van handels- en bedrijfsactiviteiten, die onderdeel uitmaakt van de regels, waarin deze activiteiten naar milieucategorie zijn onderscheiden.

1.57 onderbouw:

een gedeelte van een gebouw dat gedeeltelijk onder peil is gelegen.

1.58 ondergeschikte detailhandel:

beperkte, op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen, die functioneel rechtstreeks verband houden met bedrijfsactiviteiten, die als hoofdfunctie worden uitgeoefend.

1.59 pand

de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.

1.60 patiowoning:

een woning met een geheel of gedeeltelijk omsloten binnenplaats of binnentuin, gevormd door de gevels van belendende dan wel op het eigen bouwperceel aanwezige bebouwing.

1.61 peil:
  • a. voor bouwwerken op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  • b. in alle andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte, normale maaiveld.
1.62 productiegebonden detailhandel:

beperkte, op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen vanuit een bedrijf dat die goederen vervaardigt/produceert, bewerkt en/of toepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.

1.63 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.64 risicovolle inrichting:

een inrichting waarbij ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. risicoafstand moet worden aangehouden bij het in een bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.

1.65 ruimtelijke kwaliteit:

de kwaliteit van de ruimte zoals bepaald door de gebruikswaarde, de belevingswaarde en de toekomstwaarde van die ruimte.

1.66 seksinrichting:

de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden; onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.67 straatprostitutie:

het door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze passanten tot prostitutie bewegen, uitnodigen of aanlokken.

1.68 supermarkt:

een zelfbedieningswinkel met (hoofdzakelijk) een grote verscheidenheid aan levensmiddelen, waaronder ook vers groepen als groente, fruit, brood en vlees, en huishoudelijke producten, met een verkooplvloeroppervlakte van minimaal 500 m2.

1.69 try and buy:

vloeroppervlak als onderdeel van detailhandel waar aangeboden artikelen ter plaatse (gratis) kunnen worden uitgeprobeerd op specifiek daarvoor ingericht vloeroppervlak.

1.70 uitbouw:

de vergroting van een bestaande ruimte in een hoofdgebouw, die qua afmetingen en/of in visueel opzicht (onder meer wat betreft (goot)hoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.71 verdieping

de bouwlagen boven de eerste bouwlaag op de begane grond.

1.72 verkoopvloeroppervlakte (vvo):

de totale oppervlakte van de voor het publiek toegankelijke en zichtbare winkelruimte, inclusief de etalageruimte en de ruimte achter de toonbank.

1.73 vuurwerkbedrijven:

inrichtingen waar professioneel vuurwerk en/of meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk aanwezig is.

1.74 werk:

een werk of constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde.

1.75 windturbine:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voor het omzetten van de energie van bewegende lucht in andere energievormen, waaronder begrepen elektriciteit en warmte.

1.76 wonen

het bewonen van een woning.

1.77 woning:

een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.

1.78 woongebouw:

een gebouw dat meerdere naast elkaar gelegen en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijk als een eenheid kan worden beschouwd.

1.79 woonhuis:

een gebouw dat één woning omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid kan worden beschouwd.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:

de kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk.

2.2 bebouwde oppervlakte van een bouwperceel:

de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken samen.

2.3 bebouwingspercentage:

de oppervlakte, die met gebouwen (carports inbegrepen) is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de regels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming; bij het bepalen van de oppervlakte van een bouwperceel waarop een of meer woningen mogen worden gebouwd, wordt de oppervlakte van de bij de woning behorende bestemming 'Tuin' meegerekend; de oppervlakte wordt altijd in gehele getallen bepaald.

2.4 breedte, diepte c.q. lengte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren.

2.5 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.6 de breedte van een bouwperceel

de gemiddelde breedte van het bouwperceel gemeten tussen de zijdelingse perceelsgrenzen, met dien verstande dat die gemiddelde breedte tenminste aanwezig is ter plaatse van het bouwvlak dan wel ter plaatse van de situering van het hoofdgebouw indien geen bouwvlak is aangegeven.

2.7 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.8 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.9 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.10 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' en bijbehorende voorzieningen, met dien verstande dat de bedrijfsvloeroppervlakte ten behoeve van detailhandel voor andere producten dan motorbrandstoffen niet meer mag bedragen dan 75m2.;
  • b. aan de hoofdfunctie ondergeschikte wegen en paden, parkeervoorzieningen, verhardingen en groenvoorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in lid 3.1.

3.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' is aangegeven.
3.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. De bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouw zijnde, anders dan sub a genoemd, mag niet meer bedragen dan 6 m.

Artikel 4 Detailhandel

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum', detailhandel in de vorm van een tuincentrum;
  • b. één bedrijfswoning;
  • c. de exploitatie van een kwekerij van bloemen, planten, heesters en bomen;
  • d. ondergeschikte waterhuishoudkundige voorzieningen, verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in lid 4.1.

4.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. De inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 500 m3;
  • b. De goothoogte van enig gebouw mag niet meer bedragen dan 5 m.
  • c. Tussen de bouwwerken en de bestemmingsgrens moet een afstand van ten minste 20 m in acht worden genomen.
  • d. Tussen de bedrijfswoning en de overige bebouwing, moet alzijdig ten minste 10 m open ruimte gehandhaafd blijven.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen.
  • b. De hoogte van verlichtingsarmaturen en reclamemasten mag niet meer bedragen dan 4 m.
  • c. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
4.2.4 Bebouwingspercentage

Het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan 5%.

4.3 Specifieke gebruiksregels

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan:

  • a. de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen en van materialen, emballage en afval, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik;
  • b. de uitoefening van enige vorm van handel of bedrijf, anders dan als kwekerij van bloemen, planten, heesters en bomen.

Artikel 5 Gemengd - 1

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

Overzicht toegestane functies  
functies   toegestaan
 
afwijken met omgevings-
vergunning mogelijk  
kantoren met een maximum gezamenlijke oppervlakte van 7.000 m2 bvo   ja   ja zie 5.4  
dienstverlening   ja   nee  
maatschappelijk in de vorm van onderwijsvoorzieningen, jeugd- en kinderopvang   ja   nee  
horeca van categorie 2   nee   ja, zie 5.4  
cultuur en ontspanning   ja   nee  
gebouwde en/of halfverdiepte parkeervoorzieningen   ja   nee.  

en voorts voor de volgende functies:

  • a. niet zelfstandige en ondergeschikte horeca;
  • b. nutsvoorzieningen;
  • c. ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, fietsstallingen, tuinen, erven en terreinen.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in lid 5.1.

5.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' is aangegeven.
  • c. Kelders zijn toegestaan.
5.2.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen niet worden gebouwd voor de naar de weg gekeerde bouwgrens en het denkbeeldig verlengde daarvan.
  • b. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.
5.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel niet meer dan 1 m mag bedragen.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
5.2.5 Bebouwingspercentage

Het maximum bebouwingspercentage bedraagt 100%.

5.3 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan:

  • a. gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf;
  • b. de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen en materialen, emballage en afval, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik.
5.4 Afwijken van de gebruiksregels
  • a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.1 en kan worden toegestaan, dat gebouwen worden gebruikt voor de functies kantoren, detailhandel en horeca in afwijking van hetgeen rechtreeks op grond van het bepaalde in artikel 5.1, 6.1 en 7.1 is toegestaan.
  • b. Deze afwijking kan uitsluitend worden toegestaan voorzover de hieronder aangegeven maxima,die gelden voor de bestemmingen Gemengd - 1, Gemengd - 2 en Gemengd - 3 samen, niet worden overschreden.
  • c. In het schema hieronder is aangegeven wat voor deze functies op grond van het bepaalde in de artikelen 5.1, 6.1 en 7.1 rechtstreeks is toegestaan en wat op grond van deze afwijkingsbevoegdheid kan worden toegestaan.

Rechtstreeks toegestaan op grond van het bepaalde in artikel 4.1, 5.1 en 6.1   Maxima die gelden voor de bestemmingen Gemengd -1, Gemengd - 2 en Gemengd - 3 samen in geval van afwijking  
Bestemming   Functie    
Gemengd - 1   kantoren: maximaal 7.000 m2 bvo    
Gemengd - 2   kantoren: maximaal 3.000 m2 bvo
detailhandel: maximaal 600 m2 vvo
horeca categorie 3: maximaal 200 m2 bvo  
kantoren totaal max 13.000 m2
detailhandel totaal max 800 m2
horeca categorie 3 totaal max 500 m2
horeca categorie 2 totaal max 500 m2  
Gemengd - 3   kantoren: maximaal 3.000 m2 bvo
detailhandel: maximaal 200 m2 vvo
horeca categorie 3: maximaal 300 m2 bvo  
 

Artikel 6 Gemengd - 2

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

Overzicht toegestane functies  
functies   toegestaan
 
afwijken met omgevings-
vergunning mogelijk  
detailhandel met een maximum gezamenlijke oppervlakte van 600 m2 vvo en met uitzondering van een supermarkt   ja   ja, zie 6.4  
horeca van categorie 1   nee   ja, zie 6.4  
horeca van categorie 3 met een maximum oppervlakte van 200 m2 bvo   ja   ja, zie 6.4  
horeca van categorie 2   nee   ja, zie 6.4  
sport   ja   nee  
cultuur en ontspanning   ja   nee  
kantoren met een maximum gezamenlijke oppervlakte van 3.000 m2 bvo   ja   ja, zie 6.4  
dienstverlening   ja   nee  
maatschappelijk in de vorm van onderwijsvoorzieningen, jeugd- en kinderopvang   ja   nee  
leerbedrijven genoemd in de categorieën 1 en 2 van de milieuzoneringslijst   ja   nee  
gebouwde en/of halfverdiepte parkeervoorzieningen   ja   nee  

en voorts voor de volgende functies:

  • a. nutsvoorzieningen;
  • b. ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, fietstenstallingen, tuinen, erven en terreinen;
  • c. aan sportvoorzieningen ondergeschikte en niet zelfstandige horeca en dienstverlening.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in lid 6.1.

6.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' is aangegeven.
  • c. Kelders zijn toegestaan.
6.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel niet meer dan 1 m mag bedragen.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
6.2.4 Bebouwingspercentage

Het maximum bebouwingspercentage bedraagt 100%.

6.3 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan:

  • a. gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf;
  • b. de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen en materialen, emballage en afval, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik.
6.4 Afwijken van de gebruiksregels
  • a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.1 en kan worden toegestaan, dat gebouwen worden gebruikt voor de functie horeca van categorie 1.
  • b. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.1 en kan worden toegestaan, dat gebouwen worden gebruikt voor de functies kantoren, detailhandel en horeca van categorie 3 in afwijking van hetgeen rechtreeks op grond van het bepaalde in artikel 5.1, 6.1 en 7.1 is toegestaan.
  • c. Deze afwijking kan uitsluitend worden toegestaan voorzover de hieronder aangegeven maxima,die gelden voor de bestemmingen Gemengd - 1, Gemengd - 2 en Gemengd - 3 samen, niet worden overschreden.
  • d. In het schema hieronder is aangegeven wat voor deze functies op grond van het bepaalde in de artikelen 5.1, 6.1 en 7.1 rechtstreeks is toegestaan en wat op grond van deze afwijkingsbevoegdheid kan worden toegestaan.

Rechtstreeks toegestaan op grond van het bepaalde in artikel 4.1, 5.1 en 6.1   Maxima die gelden voor de bestemmingen Gemengd -1, Gemengd - 2 en Gemengd - 3 samen in geval van afwijking  
Bestemming   Functie    
Gemengd - 1   kantoren: maximaal 7.000 m2 bvo    
Gemengd - 2   kantoren: maximaal 3.000 m2 bvo
detailhandel: maximaal 600 m2 bvo
horeca categorie 3: maximaal 200 m2 bvo  
kantoren totaal max 13.000 m2
detailhandel totaal max 800 m2
horeca categorie 3 totaal max 500 m2
horeca categorie 2 totaal max 500 m2  
Gemengd - 3   kantoren: maximaal 3.000 m2 bvo
detailhandel: maximaal 200 m2 bvo
horeca categorie 3: maximaal 300 m2 bvo  
 

Artikel 7 Gemengd - 3

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

Overzicht toegestane functies  
functies   toegestaan
 
afwijken met omgevings-
vergunning mogelijk  
detailhandel met een maximum gezamenlijke oppervlakte van 200 m2 vvo en met uitzondering van een supermarkt   ja   ja, zie 7.4  
horeca van categorie 3 met een maximum gezamenlijke oppervlakte van 300 m2 bvo   ja   ja, zie 7.4  
horeca van categorie 1   ja   nee  
horeca van categorie 2   nee   ja, zie 7.4  
sport   ja   nee  
kantoren met een maximum gezamenlijke oppervlakte van 3.000 m2 bvo   ja   ja, zie 7.4  
dienstverlening   ja   nee  
maatschappelijk in de vorm van onderwijsvoorzieningen, jeugd- en kinderopvang   ja   nee  
leerbedrijven genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij deze regels behorende milieuzoneringslijst   ja   nee  
gebouwde en/of halfverdiepte parkeervoorzieningen   ja   nee  
parkeren op maaiveld   ja, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein'   nee  

en voorts voor de volgende functies:

  • a. nutsvoorzieningen;
  • b. ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen en met uitzondering van parkeerterreinen;
  • c. aan sportvoorzieningen ondergeschikte en niet zelfstandige horeca en dienstverlening.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in lid 7.1.

7.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' is aangegeven.
  • c. Kelders zijn toegestaan.
7.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel niet meer dan 1 m mag bedragen.
  • b. De bouwhoogte van lichtmasten ten behoeve van het stadion mag niet meer bedragen dan 35 m.
  • c. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
7.2.4 Bebouwingspercentage

Het maximum bebouwingspercentage bedraagt 100%.

7.3 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan:

  • a. gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf;
  • b. de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen en materialen, emballage en afval, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik.
7.4 Afwijken van de gebruiksregels
  • a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 7.1 en kan worden toegestaan, dat gebouwen worden gebruikt voor de functies kantoren, detailhandel en horeca in afwijking van hetgeen rechtreeks op grond van het bepaalde in artikel 5.1, 6.1 en 7.1 is toegestaan.
  • b. Deze afwijking kan uitsluitend worden toegestaan voorzover de hieronder aangegeven maxima,die gelden voor de bestemmingen Gemengd - 1, Gemengd - 2 en Gemengd - 3 samen, niet worden overschreden.
  • c. In het schema hieronder is aangegeven wat voor deze functies op grond van het bepaalde in de artikelen 5.1, 6.1 en 7.1 rechtstreeks is toegestaan en wat op grond van deze afwijkingsbevoegdheid kan worden toegestaan.

Rechtstreeks toegestaan op grond van het bepaalde in artikel 4.1, 5.1 en 6.1   Maxima die gelden voor de bestemmingen Gemengd -1, Gemengd - 2 en Gemengd - 3 samen in geval van afwijking  
Bestemming   Functie    
Gemengd - 1   kantoren: maximaal 7.000 m2 bvo    
Gemengd - 2   kantoren: maximaal 3.000 m2 bvo
detailhandel: maximaal 600 m2 bvo
horeca categorie 3: maximaal 200 m2 bvo  
kantoren totaal max 13.000 m2
detailhandel totaal max 800 m2
horeca categorie 3 totaal max 500 m2
horeca categorie 2 totaal 500 m2  
Gemengd - 3   kantoren: maximaal 3.000 m2 bvo
detailhandel: maximaal 200 m2 bvo
horeca categorie 3: maximaal 300 m2 bvo  
 

Artikel 8 Groen

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. park;
  • b. groen;
  • c. speel- en verblijfsvoorzieningen en kunstobjecten;
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. voorzieningen voor langzaam verkeer en toegangswegen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ongelijkvloerse langzaamverkeersverbinding' een bovengrondse dan wel ondergrondse ongelijkvloerse verbinding ten behoeve van het langzaam verkeer;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein' een evenemententerrein voor evenementen zoals bijvoorbeeld een circus;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. verhardingen anders dan ten behoeve van de functies genoemd onder d, e en f tot een oppervlakte van ten hoogste 2% van de oppervlakte van het bestemmingsvlak.
8.2 Bouwregels
8.2.1 Algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in lid 8.1.

8.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels.

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde mag niet meer bedragen dan 4 m.
  • c. In afwijking van het bepaalde onder a. mag de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ongelijkvloerse langzaamverkeersverbinding' niet meer bedragen dan 6 meter.
  • d. In afwijking van het bepaalde onder a. mag de bouwdiepte van bouwwerken, geen gebouw zijnde ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ongelijkvloerse langzaamverkeersverbinding' niet meer bedragen dan 4 meter.
8.2.3 Kleine gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen

In afwijking van het bepaalde in lid 8.2.2 mogen op deze gronden gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels:

  • a. De inhoud van een gebouw mag niet meer bedragen dan 15 m3
  • b. De bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 3 m.
8.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 8.2.2 voor de bouw van gebouwen ten behoeve van spel-, onderwijs- en verblijfsvoorzieningen. Hiervoor gelden de volgende regels:

  • a. De inhoud van een gebouw mag niet meer bedragen dan 75 m3;
  • b. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m en de bouwhoogte niet meer dan 4,5 m;
  • c. De afstand van een gebouw tot de dichtstbijzijnde woning mag niet minder bedragen dan 50 m.

Artikel 9 Maatschappelijk

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen op het gebied c.q. in de vorm van onderwijs (openbaar school- en speelterrein inbegrepen) en jeugd- en kinderopvang;
  • b. alsmede onzelfstandige en ondergeschikte dienstverlening, detailhandel en horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen;
  • c. ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen.
9.2 Bouwregels
9.2.1 Algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in lid 9.1.

9.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' is aangegeven.
  • c. Kelders zijn toegestaan.
9.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
9.2.4 Bebouwingspercentage

Het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan 70%.

9.3 Specifieke gebruiksregels

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan:

de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen en van materialen, emballage en afval, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik.

Artikel 10 Sport

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sportvoorzieningen;
  • b. aan sportvoorzieningen ondergeschikte horeca in de vorm van een kantine of businessclub;
  • c. aan sportvoorzieningen ondergeschikte dienstverlening;
  • d. sportvelden;
  • e. tennisbanen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'tennisbaan';
  • f. stadion uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'stadion';

Alsmede voor:

  • g. cultuur en ontspanning ter plaatse van de aanduiding 'cultuur en ontspanning';
  • h. leerbedrijven in de categorieën 1 en 2 van de bij de regels behorende milieuzoneringslijst ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2';
  • i. maatschappelijke voorzieningen in de vorm van onderwijs en jeugd- en kinderopvang ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
  • j. speelvoorzieningen;
  • k. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • l. gebouwde en/of halfverdiepte parkeervoorzieningen;
  • m. ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in lid 10.1.

10.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. De gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m) is aangegeven.
10.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 4 m.
  • b. De hoogte van verlichtingsarmaturen mag niet meer bedragen dan 15 m.
  • c. de hoogte van de lichtmasten ten behoeve van het stadion mag niet meer bedragen dan 35 m.
  • d. De hoogte van ballenvangers mag niet meer bedragen dan 6 m.
  • e. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
10.3 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan:

  • a. gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf;
  • b. de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen en van materialen, emballage en afval, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik.

Artikel 11 Tuin

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen en erven, die als deel van het bouwperceel horen bij de voor 'Wonen' bestemde gronden en ter plaatse toegestane andere functies;
  • b. ondergeschikte voorzieningen zoals terrassen en paden en parkeervoorzieningen.
11.2 Bouwregels
11.2.1 Algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in lid 11.1.

11.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Op deze gronden mogen uitsluitend bij de woning behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 m.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 1 m.
11.3 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan: de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen en van materialen, emballage en afval, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik.

Artikel 12 Verkeer

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, straten en paden, die mede gericht zijn op de afwikkeling van het doorgaande verkeer;
  • b. parkeervoorzieningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ongelijkvloerse langzaamverkeersverbinding' een bovengrondse dan wel ondergrondse ongelijkvloerse verbinding ten behoeve van het langzaam verkeer;
  • d. nutsvoorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. speel- en verblijfsvoorzieningen en kunstobjecten;
  • g. terreinen voor markten, standplaatsen en evenementen;
  • h. voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling, openbaar vervoer en telecommunicatie;
  • i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
12.2 Bouwregels
12.2.1 Algemene bouwregels

Op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de in lid 12.1 genoemde doelen. Hiervoor gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van palen, masten en portalen voor geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer bedragen dan 12 m.
  • b. De bouwhoogte van signalerings- en telecommunicatiemasten mag niet meer bedragen dan 12 m.
  • c. De bouwhoogte van kunstobjecten mag niet meer bedragen dan 12 m.
  • d. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
  • e. In afwijking van het bepaalde onder d. mag de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ongelijkvloerse langzaamverkeersverbinding' niet meer bedragen dan 6 meter.
  • f. In afwijking van het bepaalde onder d. mag de bouwdiepte van bouwwerken, geen gebouw zijnde ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ongelijkvloerse langzaamverkeersverbinding' niet meer bedragen dan 4 meter.
12.2.2 Kleine gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen

In afwijking van het bepaalde in lid 12.2.1 mogen op deze gronden gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels:

  • a. De inhoud van een gebouw mag niet meer bedragen dan 15 m3.
  • b. De hoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 3 m.
12.2.3 Gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen

In afwijking van het bepaalde in lid 12.2.1 mogen op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' gebouwen worden gebouwd ten dienste van nutsvoorzieningen respectievelijk de stalling van motorvoertuigen. Hiervoor gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 4,5 m.
  • b. De goothoogte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan 3,5 m.
12.3 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruiks als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan het inrichten van de gronden in afwijking van de inrichting die is aangegeven ter plaatse van de figuur 'dwarsprofiel'.

Artikel 13 Verkeer - Verblijf

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen en woonstraten met niet meer dan twee rijstroken;
  • b. erven, pleinen en paden;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. overdekte stalling van motorvoertuigen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. speel- en verblijfsvoorzieningen en kunstobjecten;
  • h. terrein voor markten, standplaatsen en evenementen;
  • i. voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling en openbaar vervoer;
  • j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' deze gronden uitsluitend voor de functie van parkeervoorzieningen en de ontsluiting daarvan mogen worden gebruikt.

13.2 Bouwregels
13.2.1 Algemene bouwregels

Op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de in lid 13.1 genoemde doelen. Hiervoor gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van palen, masten en portalen voor geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer bedragen dan 12 m.
  • b. De bouwhoogte van signalerings- en telecommunicatiemasten mag niet meer bedragen dan 12 m.
  • c. De bouwhoogte van kunstobjecten mag niet meer bedragen dan 12 m.
  • d. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
13.2.2 Kleine gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen

In afwijking van het bepaalde in lid 13.2.1 mogen op deze gronden gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels:

  • a. De inhoud van een gebouw mag niet meer bedragen dan 15 m3.
  • b. De hoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 3 m.
13.2.3 Gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen alsmede garages

In afwijking van het bepaalde in lid 13.2.1 mogen op de gronden ter plaatse van de aanduidingen 'nutsvoorziening' respectievelijk 'parkeergarages' gebouwen worden gebouwd ten dienste van nutsvoorzieningen respectievelijk de stalling van motorvoertuigen. Hiervoor gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 4,5 m.
  • b. De goothoogte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan 3,5 m.

Artikel 14 Water

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder voorzieningen voor waterberging, -aanvoer en -afvoer, zoals watergangen, waterlopen en waterpartijen;
  • b. groenvoorzieningen;
  • c. voorzieningen voor verkeer en verblijf, waaronder bruggen, duikers en gelijksoortige voorzieningen.
14.2 Bouwregels

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen, doch uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd, met dien verstande, dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, niet meer mag bedragen dan 4 m.

Artikel 15 Wonen - Halfvrijstaand

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Halfvrijstaand' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in de vorm van vrijstaande en half-vrijstaande woonhuizen en daarbij behorende bouwwerken;
  • b. activiteiten, genoemd in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' met een bedrijfsvloeroppervlakte van niet meer dan 35 m2;
  • c. een bed en breakfast met een overnachtingscapaciteit van niet meer dan 2 kamers en voor niet meer dan 4 personen tegelijk;
  • d. bijbehorende waterhuishoudkundige voorzieningen, parkeervoorzieningen, paden, erven en tuinen.
15.2 Bouwregels
15.2.1 Algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in lid 15.1.

15.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De goothoogte en de bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven.
  • c. Kelders zijn toegestaan.
15.2.3 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports gelden de volgende regels:

  • a. Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports moeten tenminste 3 m achter de voorgevel van de bijbehorende woning worden gebouwd.
  • b. De goot- en bouwhoogte mag niet meer dan 3,5 m respectievelijk 5 m bedragen.
  • c. Carports mogen in afwijking van het bepaalde onder a tenminste 1 m achter de voorgevel van de bijbehorende woning worden gebouwd
  • d. De bouwhoogte van een carport mag niet meer dan 3 m bedragen.
  • e. Dakterrassen boven aan- en uitbouwen en bijgebouwen zijn uitsluitend toegestaan achter de achtergevel van het hoofdgebouw.
  • f. Kelders zijn uitsluitend toegestaan onder aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen.
15.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. In afwijking van het bepaalde in lid a mag de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel niet meer bedragen dan 1 m.
  • c. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
  • d. Op de bouw van carports zijn de regels in lid 15.2.3 van toepassing.
15.2.5 Bebouwingspercentage

Het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer bedragen dan hieronder is aangegeven

oppervlakte bouwperceel   bebouwingspercentage  
bouwperceel tot en met 300 m2   55%  
bouwperceel van 301 tot en met 400 m2   55% voor de oppervlakte tot 300 m2 en 30% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 401 m2 en groter   50% over de oppervlakte tot 400 m2 en 20% over de meerdere oppervlakte  

met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte buiten het bouwvlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen, carports en overkappingen niet meer mag bedragen dan 100 m2 .

15.3 Specifieke gebruiksregels

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan:

  • a. het gebruik van een woonhuis voor de huisvesting van meer dan één huishouden;
  • b. het gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • d. de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen en van materialen, emballage en afval, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik.
15.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. van het bepaalde in lid 15.1 ten behoeve van de uitoefening van activiteiten die genoemd worden in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' met een bedrijfsvloeroppervlak van meer dan 35 m² of die niet in die lijst genoemd worden, maar naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de in die lijst wel genoemde activiteiten, mits:
    • 1. de woonfunctie als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor tenminste 50%, gehandhaafd blijft en het bedrijfsvloeroppervlak nooit meer bedraagt dan 75 m2;
    • 2. geen onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving plaatsvindt;
    • 3. de activiteit voor wat betreft milieuaspecten kan worden ingeschaald in categorie 1 van de milieuzoneringslijst;
    • 4. een goede verkeersafwikkeling kan worden gewaarborgd en voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
    • 5. de activiteit geen sterk publieksaantrekkende werking heeft;
    • 6. de activiteit niet is uitgesloten in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten';
  • b. van het bepaalde in lid 15.1 ten behoeve van groepsmatige activiteiten, mits:
    • 1. de woonfunctie als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor tenminste 50%, gehandhaafd blijft en het bedrijfsvloeroppervlak nooit meer bedraagt dan 75 m2;
    • 2. de aard, de groepsgrootte en de frequentie niet leiden tot een onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving;
    • 3. een goede verkeersafwikkeling kan worden gewaarborgd en voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
  • c. van het verbod tot uitoefening van detailhandel als onderdeel van de uitoefening van een aan huis gebonden activiteit, mits:
    • 1. de detailhandel onderdeel is van de klantgerichte activiteiten ter plaatse;
    • 2. de detailhandel van ondergeschikte aard en een niet-zelfstandig onderdeel is van de totale bedrijfsvoering;
  • d. van het verbod vrijstaande bijgebouwen te gebruiken voor bewoning, mits:
    • 1. het gebruik noodzakelijk is vanuit het oogpunt van mantelzorg;
    • 2. op het perceel al een woning aanwezig is en op de betreffende woning geen zodanige omgevingsvergunning van kracht is;
    • 3. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van belangen van belanghebbenden;
    • 4. de afhankelijke woonruimte binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen wordt ingepast en de oppervlakte van het gebouw in ieder geval niet groter is dan 80 m2 ;
    • 5. het bijgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bestaand bijgebouw is gelegen dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bijwoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw;
  • e. van het verbod een woonhuis te gebruiken voor de huisvesting van meer dan één huishouden om inwoning of kamerbewoning door meer dan 2 personen dan wel de gemeenschappelijke huisvesting van meer dan 4 niet verwante personen toe te staan, mits:
    • 1. de grootte van de woning daarvoor geschikt is;
    • 2. voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
    • 3. de privacy en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende percelen niet onevenredig worden aangetast.

Artikel 16 Wonen - Woongebouwen

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Woongebouwen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in de vorm van woongebouwen;
  • b. ondergeschikte en niet zelfstandige maatschappelijke voorzieningen;
  • c. bijbehorende bovengrondse en/of ondergrondse parkeervoorzieningen;
  • d. ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen.
16.2 Bouwregels
16.2.1 Algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in lid 16.1.

16.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De bouwhoogte van hoofdgebouwen en andere gebouwen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' is aangegeven.
  • c. de minimum oppervlakte van een woning bedraagt 50 m2.
  • d. De goot- resp. bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3,5 resp. 4,5 m.
  • e. Kelders zijn toegestaan.
16.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 m.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
16.2.4 Bebouwingspercentage

Het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' is aangegeven.

16.3 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan:

  • a. het gebruik van een woning voor de huisvesting van meer dan één huishouden;
  • b. het gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • d. de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen en van materialen, emballage en afval, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik.

Artikel 17 Wonen - Woonhuizen

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Woonhuizen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in de vorm van woonhuizen en daarbij behorende bouwwerken;
  • b. activiteiten, genoemd in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' met een bedrijfsvloeroppervlakte van niet meer dan 35 m2;
  • c. een bed en breakfast met een overnachtingscapaciteit van niet meer dan 2 kamers en voor niet meer dan 4 personen tegelijk;
  • d. bijbehorende waterhuishoudkundige voorzieningen, parkeervoorzieningen, paden, erven en tuinen.
17.2 Bouwregels
17.2.1 Algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in lid 17.1.

17.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De goothoogte en de bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven.
  • c. De breedte van een bouwperceel mag niet minder dan 5 m bedragen.
  • d. Kelders zijn toegestaan.
17.2.3 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports gelden de volgende regels:

  • a. De goot- en bouwhoogte mogen niet meer dan 3,5 m respectievelijk 5 m bedragen.
  • b. Carports mogen in afwijking van het bepaalde onder a tenminste 1 m achter de voorgevel van de bijbehorende woning worden gebouwd.
  • c. De bouwhoogte van een carport mag niet meer dan 3 m bedragen.
  • d. Kelders zijn uitsluitend toegestaan onder aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen.
17.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. In afwijking van het bepaalde in lid a mag de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel niet meer mag bedragen dan 1 m.
  • c. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
  • d. Op de bouw van carports zijn de regels in lid 17.2.3 van toepassing.
17.2.5 Bebouwingspercentage

Het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer bedragen dan hieronder is aangegeven

oppervlakte bouwperceel   bebouwingspercentage  
bouwperceel tot en met 150 m2   65% gerekend over de hele oppervlakte van het bouwperceel  
bouwperceel van 151 tot en met 200 m2   65% voor de oppervlakte tot 150 m2 en 40% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 201 tot en met 300 m22   60% voor de oppervlakte tot 200 m2 en 40% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 301 tot en met 400 m2   55% voor de oppervlakte tot 300 m2 en 30% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 401 m2 en groter   50% over de oppervlakte tot 400 m2 en 20% over de meerdere oppervlakte  

met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte buiten het bouwvlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen, carports en overkappingen niet meer mag bedragen dan 100 m2.

17.3 Specifieke gebruiksregels

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan:

  • a. het gebruik van een woonhuis voor de huisvesting van meer dan één huishouden;
  • b. het gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf;
  • c. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • d. de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen en van materialen, emballage en afval, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik.
17.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. van het bepaalde in lid 17.1 ten behoeve van de uitoefening van activiteiten die genoemd worden in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' met een bedrijfsvloeroppervlak van meer dan 35 m² of die niet in die lijst genoemd worden, maar naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de in die lijst wel genoemde activiteiten, mits:
    • 1. de woonfunctie als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor tenminste 50%, gehandhaafd blijft en het bedrijfsvloeroppervlak nooit meer bedraagt dan 75 m2;
    • 2. geen onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving plaatsvindt;
    • 3. de activiteit voor wat betreft milieuaspecten kan worden ingeschaald in categorie 1 van de milieuzoneringslijst;
    • 4. een goede verkeersafwikkeling kan worden gewaarborgd en voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
    • 5. de activiteit geen sterk publieksaantrekkende werking heeft;
    • 6. de activiteit niet is uitgesloten in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten';
  • b. van het bepaalde in lid 17.1 ten behoeve van groepsmatige activiteiten, mits:
    • 1. de woonfunctie als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor tenminste 50%, gehandhaafd blijft en het bedrijfsvloeroppervlak nooit meer bedraagt dan 75 m2;
    • 2. de aard, de groepsgrootte en de frequentie niet leiden tot een onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving;
    • 3. een goede verkeersafwikkeling kan worden gewaarborgd en voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
  • c. van het verbod tot uitoefening van detailhandel als onderdeel van de uitoefening van een aan huis gebonden activiteit, mits:
    • 1. de detailhandel onderdeel is van de klantgerichte activiteiten ter plaatse;
    • 2. de detailhandel van ondergeschikte aard en een niet-zelfstandig onderdeel is van de totale bedrijfsvoering;
  • d. van het verbod vrijstaande bijgebouwen te gebruiken voor bewoning, mits:
    • 1. het gebruik noodzakelijk is vanuit het oogpunt van mantelzorg;
    • 2. op het perceel al een woning aanwezig is en op de betreffende woning geen zodanige omgevingsvergunning van kracht is;
    • 3. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van belangen van belanghebbenden;
    • 4. de afhankelijke woonruimte binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen wordt ingepast en de oppervlakte van het gebouw in ieder geval niet groter is dan 80 m2 ;
    • 5. het bijgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bestaand bijgebouw is gelegen dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bijwoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw;
  • e. van het verbod een woonhuis te gebruiken voor de huisvesting van meer dan één huishouden om inwoning of kamerbewoning door meer dan 2 personen dan wel de gemeenschappelijke huisvesting van meer dan 4 niet verwante personen toe te staan, mits:
    • 1. de grootte van de woning daarvoor geschikt is;
    • 2. voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
    • 3. de privacy en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende percelen niet onevenredig worden aangetast.

Artikel 18 Wonen - Woonwagenstandplaatsen

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Woonwagenstandplaatsen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het innemen van een standplaats met een woonwagen;
  • b. parkeervoorzieningen, paden, erven en tuinen.
18.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen uitsluitend standplaatsen worden ingenomen met woonwagens en mogen daarbij behorende bijgebouwen, zoals bergingen, douche-, toilet-, en wasruimten, alsmede bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd.

Hiervoor gelden de volgende regels.

18.2.1 Ten aanzien van de standplaatsen

Voor het bouwen van standplaatsen gelden de volgende regels:

  • a. Het aantal standplaatsen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven.
  • b. De standplaatsen mogen zich niet bevinden buiten het bouwvlak.
  • c. De oppervlakte van een woonwagen mag per standplaats niet meer bedragen dan 75 m2 .
  • d. De bouwhoogte van een woonwagen mag niet meer bedragen dan 6 m.
  • e. De afstand van een woonwagen tot de zijdelingse perceelgrens mag aan één zijde niet minder bedragen dan 3 m.
18.2.2 Ten aanzien van bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. Een bijgebouw mag niet worden gebouwd buiten het bouwvlak.
  • b. De goothoogte respectievelijk de bouwhoogte van een bijgebouw mogen niet meer dan 3,5 respectievelijk 5 m bedragen.
  • c. De gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen mag per standplaats niet meer bedragen dan 50 m2 .
  • d. De hoogte van andere bouwwerken, geen gebouw zijnde mag niet meer bedragen dan 4 m, met dien verstande, dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan 2 m.
18.3 Specifieke gebruiksregels

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan:

  • a. het gebruik van een woonwagen ten behoeve van de huisvesting van meer dan één huishouden;
  • a. gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • c. de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen en van materialen, emballage en afval, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik.

Artikel 19 Wonen - Uit te werken - 1

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen - Uit te werken - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor;

  • a. wonen in de vorm van woonhuizen en woongebouwen;
  • b. ondergeschikte en niet zelfstandige maatschappelijke voorzieningen;
  • c. aan-huis-verbonden-beroepen met een bedrijfsvloeroppervlakte niet meer dan 25 m2;
  • d. tuinen, erven en verhardingen;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. groen;
  • g. speelvoorzieningen en kunstobjecten;
  • h. voorzieningen ten behoeve van het openbaar vervoer en de afvalinzameling;
  • i. nutsvoorzieningen;
  • j. verkeers- en verblijfsdoeleinden.
19.2 Uitwerkingsregels

Burgemeester en wethouders werken de in lid 19.1 omschreven bestemming uit met inachtneming van de volgende regels:

Algemeen:

  • a. het totale aantal woningen mag niet meer bedragen dan 74;
  • b. ten minste 30% van het totale aantal woningen moet worden gebouwd als woonhuizen;
  • c. de woongebouwen moeten worden gesitueerd aan de Euterpelaan;
  • d. ten hoogste 55% van het uitwerkingsgebied mag worden bebouwd;
  • e. er worden voldoende parkeerplaatsen aangelegd;
  • f. parkeerplaatsen ten behoeve van bezoekers mogen buiten het uitwerkingsgebied worden gerealiseerd;
  • g. het uitwerkingsgebied wordt ontsloten voor autoverkeer door één ontsluiting vanaf de zijde van het park;
  • h. de woningen moeten voldoen aan het bepaalde in de Wet geluidhinder;
  • i. bij de uitwerking wordt rekening gehouden met overige (milieu)regelgeving.

Ten aanzien van bouwen:

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • j. De bouwhoogte van woongebouwen mag niet meer bedragen dan 20 m.
  • k. de bouwhoogte van woonhuizen mag niet meer bedragen dan 12 m.
  • l. Kelders zijn toegestaan.

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • m. de aan- en bijgebouwen moeten ten minste 3 m achter de voorgevel van de woning worden gebouwd.
  • n. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m.
  • o. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 m.

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • p. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn mag niet meer dan 1 m bedragen.
  • q. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheiding achter de voorgevellijn mag niet meer dan 2 m bedragen.
  • r. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.

Bebouwingspercentage:

  • s. Het bebouwingspercentage van een bouwperceel van een woonhuis mag niet meer bedragen dan 65%.
19.3 Specifieke bouwregels

Zolang en voorzover de in lid 19.1 bedoelde uitwerking niet in werking is getreden, mogen geen vergunningsplichtige bouwwerken worden gebouwd.

19.4 Afwijken van de bouwregels

Het bepaalde in lid 19.3 geldt niet voor een bouwplan dat in overeenstemming is met het ontwerpuitwerkingsplan.

19.5 Specifieke gebruiksregels

Zolang en voor zover de in lid 19.1 bedoelde uitwerking niet in werking is getreden, mag het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan worden voortgezet.

Artikel 20 Wonen - Uit te werken - 2

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen - Uit te werken - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor;

  • a. wonen in de vorm van woonhuizen;
  • b. aan-huis-verbonden-beroepen met een bedrijfsvloeroppervlakte niet meer dan 25 m2;
  • c. tuinen, erven en verhardingen;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. groen;
  • f. speelvoorzieningen en kunstobjecten;
  • g. voorzieningen ten behoeve van het openbaar vervoer en de afvalinzameling;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. verkeers- en verblijfsdoeleinden.
20.2 Uitwerkingsregels

Burgemeester en wethouders werken de in lid omschreven bestemming uit met inachtneming van de volgende regels;

Algemeen:

  • a. het totale aantal woningen mag niet meer bedragen dan 38;
  • b. de woningen moeten worden gebouwd als woonhuizen;
  • c. ten hoogste 55% van het uitwerkingsgebied mag worden bebouwd;
  • d. het parkeren ten behoeve van de bewoners wordt onder een dek gerealiseerd of in gebouwde voorzieningen en uit het zicht;
  • e. er worden voldoende parkeerplaatsen aangelegd;
  • f. parkeerplaatsen ten behoeve van bezoekers mogen buiten het uitwerkingsgebied worden gerealiseerd;
  • g. de woningen bieden een alzijdig beeld met louter voorkanten in het groen;
  • h. de woningen presenteren zich richting het park middels een beeld van voorkanten;
  • i. zichtlijnen tussen de verschillende woongebieden zorgen voor transparantie;
  • j. het uitwerkingsgebied wordt ontsloten voor autoverkeer door maximaal één ontsluiting;
  • k. de woningen moeten voldoen aan het bepaalde in de Wet geluidhinder;
  • l. bij de uitwerking wordt rekening gehouden met overige (milieu)regelgeving.

Ten aanzien van bouwen:

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • m. de bouwhoogte van woonhuizen mag niet meer bedragen dan 12 m.
  • n. Kelders zijn toegestaan.

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • o. de aan- en bijgebouwen moeten ten minste 3 m achter de voorgevel van de woning worden gebouwd.
  • p. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m.
  • q. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 m.

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • r. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn mag niet meer dan 1 m bedragen.
  • s. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevellijn mag niet meer dan 2 m bedragen.
  • t. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.

Bebouwingspercentage:

  • u. Het bebouwingspercentage van een bouwperceel van een woonhuis mag niet meer bedragen dan 65%.
20.3 Specifieke bouwregels

Zolang en voorzover de in lid 20.1 bedoelde uitwerking niet in werking is getreden, mogen geen vergunningsplichtige bouwwerken worden gebouwd.

20.4 Afwijken van de bouwregels

Het bepaalde in lid 20.3 geldt niet voor een bouwplan dat in overeenstemming is met het ontwerpuitwerkingsplan.

20.5 Specifieke gebruiksregels

Voor zover en zolang de in lid 20.1 bedoelde uitwerking niet in werking is getreden, mag het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, worden voortgezet, mits het gebruik niet reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.

Artikel 21 Wonen - Uit te werken - 3

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor aangewezen gronden zijn bestemd voor;

  • a. wonen in de vorm van woonhuizen en woongebouwen;
  • b. aan-huis-verbonden-beroepen met een bedrijfsvloeroppervlakte niet meer dan 25 m2;
  • c. tuinen, erven en verhardingen;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. groen;
  • f. speelvoorzieningen en kunstobjecten;
  • g. voorzieningen ten behoeve van het openbaar vervoer en de afvalinzameling;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. verkeers- en verblijfsdoeleinden.
21.2 Uitwerkingsregels

Burgemeester en wethouders werken de in lid omschreven bestemming uit met inachtneming van de volgende regels:

Algemeen:

  • a. het totale aantal woningen mag niet meer bedragen dan 39;
  • b. ten minste 70% van het totale aantal woningen moet worden gebouwd als woonhuizen;
  • c. ten hoogste 45% van het uitwerkingsgebied mag worden bebouwd;
  • d. het parkeren ten behoeve van de bewoners wordt onder een dek gerealiseerd of in gebouwde voorzieningen en uit het zicht;
  • e. er worden voldoende parkeerplaatsen aangelegd;
  • f. parkeerplaatsen ten behoeve van bezoekers mogen buiten het uitwerkingsgebied worden gerealiseerd;
  • g. de woningen bieden een alzijdig beeld met louter voorkanten in het groen;
  • h. de woningen presenteren zich richting het park middels een beeld van voorkanten;
  • i. zichtlijnen tussen de verschillende woongebieden zorgen voor transparantie;
  • j. het uitwerkingsgebied wordt ontsloten voor autoverkeer door één ontsluiting;
  • k. de woningen moeten voldoen aan het bepaalde in de Wet geluidhinder;
  • l. bij de uitwerking wordt rekening gehouden met overige (milieu)regelgeving.

Ten aanzien van bouwen:

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • m. De bouwhoogte van woongebouwen mag niet meer bedragen dan 15 m.
  • n. de bouwhoogte van woonhuizen mag niet meer bedragen dan 12 m.
  • o. Kelders zijn toegestaan.

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • p. de aan- en bijgebouwen moeten ten minste 3 m achter de voorgevel van de woning worden gebouwd.
  • q. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m.
  • r. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 m.

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • s. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn mag niet meer dan 1 m bedragen.
  • t. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevellijn mag niet meer dan 2 m bedragen.
  • u. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.

Bebouwingspercentage:

  • v. Het bebouwingspercentage van een bouwperceel van een woonhuis mag niet meer bedragen dan 65%.
21.3 Specifieke bouwregels

Zolang en voorzover de in lid 21.1 bedoelde uitwerking niet in werking is getreden, mogen geen vergunningsplichtige bouwwerken worden gebouwd.

21.4 Afwijken van de bouwregels

Het bepaalde in lid 21.3 geldt niet voor een bouwplan dat in overeenstemming is met het ontwerpuitwerkingsplan.

21.5 Specifieke gebruiksregels

Voor zover en zolang de in lid 21.1 bedoelde uitwerking niet in werking is getreden, mag het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, worden voortgezet, mits het gebruik niet reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.

Artikel 22 Wonen - Uit te werken - 4

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor aangewezen gronden zijn bestemd voor;

  • a. wonen in de vorm van woonhuizen en woongebouwen;
  • b. aan-huis-verbonden-beroepen met een bedrijfsvloeroppervlakte niet meer dan 25 m2;
  • c. tuinen, erven en verhardingen;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. groen;
  • f. speelvoorzieningen en kunstobjecten;
  • g. voorzieningen ten behoeve van het openbaar vervoer en de afvalinzameling;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. verkeers- en verblijfsdoeleinden.
22.2 Uitwerkingsregels

Burgemeester en wethouders werken de in lid omschreven bestemming uit met inachtneming van de volgende regels:

Algemeen:

  • a. het totale aantal woningen mag niet meer bedragen dan 71;
  • b. ten minste 60% van het totale aantal woningen moet worden gebouwd als woonhuizen;
  • c. ten hoogste 50% van het uitwerkingsgebied mag worden bebouwd;
  • d. het parkeren ten behoeve van de bewoners wordt onder een dek gerealiseerd of in gebouwde voorzieningen en uit het zicht;
  • e. er worden voldoende parkeerplaatsen aangelegd;
  • f. parkeerplaatsen ten behoeve van bezoekers mogen buiten het uitwerkingsgebied worden gerealiseerd;
  • g. de woningen bieden een alzijdig beeld met louter voorkanten in het groen;
  • h. de woningen presenteren zich richting het park middels een beeld van voorkanten;
  • i. zichtlijnen tussen de verschillende woongebieden zorgen voor transparantie;
  • j. het uitwerkingsgebied wordt ontsloten voor autoverkeer door één ontsluiting aan de zijde van het park;
  • k. de woningen moeten voldoen aan het bepaalde in de Wet geluidhinder;
  • l. bij de uitwerking wordt rekening gehouden met overige (milieu)regelgeving.

Ten aanzien van bouwen:

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • m. De bouwhoogte van woongebouwen mag niet meer bedragen dan 15 m.
  • n. de bouwhoogte van woonhuizen mag niet meer bedragen dan 12 m.
  • o. Kelders zijn toegestaan.

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • p. de aan- en bijgebouwen moeten ten minste 3 m achter de voorgevel van de woning worden gebouwd.
  • q. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m.
  • r. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 m.

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • s. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 1 m bedragen.
  • t. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.

Bebouwingspercentage:

  • u. Het bebouwingspercentage van een bouwperceel van een woonhuis mag niet meer bedragen dan 65%.
22.3 Specifieke bouwregels

Zolang en voorzover de in lid 22.1 bedoelde uitwerking niet in werking is getreden, mogen geen vergunningsplichtige bouwwerken worden gebouwd.

22.4 Afwijken van de bouwregels

Het bepaalde in lid 22.3 geldt niet voor een bouwplan dat in overeenstemming is met het ontwerpuitwerkingsplan.

22.5 Specifieke gebruiksregels

Voor zover en zolang de in lid 22.1 bedoelde uitwerking niet in werking is getreden, mag het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, worden voortgezet, mits het gebruik niet reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.

Artikel 23 Waarde - Archeologie verwachtingswaarde hoog

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie verwachtingswaarde hoog' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van op of in die gronden aanwezige archeologische waarden.

23.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
23.2.1 Vergunningsplicht

Het is, zo nodig in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en/of in de in dit artikel bedoelde gronden de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren over een oppervlakte van 100 m² of meer en dieper dan 0,3 m ten opzichte van het maaiveld:

  • a. graafwerkzaamheden en/of grondbewerkingen, ploegen, roeren en omwoelen van gronden, waaronder begrepen het aanleggen van drainage;
  • b. het ophogen, verlagen of egaliseren van de bodem;
  • c. heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven van objecten in de bodem;
  • d. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en het rooien van diepwortelende beplanting waarbij stobben worden verwijderd;
  • e. het verlagen van het waterpeil;
  • f. het graven, verbreden en verdiepen van sloten, vijvers, zwembaden en andere wateren;
  • g. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatieleidingen of andere leidingen en de daarmee verbandhoudende constructies;
  • h. het verharden van wegen, paden of parkeergelegenheid en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • i. het plaatsen en/of verwijderen van funderingen;
  • j. graafwerkzaamheden en/of grondbewerkingen ten behoeve van de bouw van gebouwen en andere bouwwerken.
23.2.2 Uitzondering

Geen omgevingsvergunning als bedoeld in lid 23.2.1 is vereist voor werken en werkzaamheden:

  • a. in het kader van archeologisch onderzoek en archeologische opgravingen, mits deze worden verricht door een ter zake deskundige als bedoeld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie;
  • b. die op het moment van het van kracht worden van het plan legaal in uitvoering waren of legaal konden worden uitgevoerd krachtens een voor dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning;
  • c. die bestaan uit het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen dan wel andere leidingen en de daarmee verband houdende constructies, voor zover deze worden aangebracht binnen een bestaand leidingentracé binnen de daarvoor oorspronkelijk gegraven sleuf;
  • d. die het normale gebruik, onderhoud en/of beheer betreffen van de gronden. Binnen de agrarische bestemmingen worden in ieder geval grondbewerkingen ten dienste van het agrarische gebruik beschouwd als normaal gebruik, mits de bodem tot niet meer dan 0,5 m onder maaiveld wordt geroerd.
23.2.3 Toelaatbaarheid, nadere eisen en voorwaarden
  • a. Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 23.2.1 mag alleen worden verleend indien:
    • 1. door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de archeologische waarden van het betreffende terrein niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind, en/of
    • 2. uit door de aanvrager overgelegd archeologisch onderzoek conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie naar het oordeel van burgemeester en wethouders blijkt dat de archeologische waarden van het betreffende terrein in voldoende mate zijn vastgesteld en zo nodig zijn zekergesteld, dan wel dat er geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel dat de archeologische waarden door de werken of werkzaamheden niet of niet onevenredig worden geschaad.
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan het archeologische onderzoek en het archeologische onderzoeksrapport als bedoeld onder a.
  • c. In het belang van de archeologische monumentenzorg kunnen aan de omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorwaarden worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 3. de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door de gemeentelijke archeoloog dan wel een andere deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 24 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 25 Algemene bouwregels

25.1 Overschrijding van bouwgrenzen door bouwdelen
25.1.1 Direct toegestane overschrijding van bouwgrenzen

In afwijking van het bepaalde in de bestemmingsregels in Hoofdstuk 2 mag de bebouwingsgrens en/of de bestemmingsgrens van een bestemming 'Wonen' door bouwdelen worden overschreden. Hiervoor gelden de volgende regels:

  • a. Erkers, balkons en luifels van een woonhuis mogen de voorgevelrooilijn met ten hoogste 1,5 m overschrijden, mits:
    • 1. de afstand van een erker tot de openbare weg of ander openbaar gebied niet minder bedraagt dan 2 m;
    • 2. de breedte van de erker, luifel of balkon niet meer bedraagt van 50% van de breedte van de voorgevel;
    • 3. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens niet minder bedraagt dan 0,5 m, tenzij twee erkers, luifels of balkons direct aan weerszijden van de zijdelingse perceelgrens worden gebouwd.
  • b. Ingangspartijen, balkons en luifels van woongebouwen mogen de voorgevellijn met ten hoogste 1,5 m overschrijden, mits de afstand tot de openbare weg of ander openbaar gebied niet minder bedraagt dan 2 m;
  • c. Luifels en balkons van andere hoofdgebouwen dan woonhuizen mogen de bouwgrens met ten hoogste 1 m overschrijden, mits de afstand tot de openbare weg of ander openbaar gebied tenminste 2 m bedraagt.
  • d. Ondergeschikte bouwdelen van gebouwen zoals plinten, pilasters, kozijnen, hemelwaterafvoeren, ventilatiekanalen en rookkanalen mogen de bouwgrens met ten hoogste 0,5 m overschrijden.
25.1.2 Afwijken voor overschrijding van bouwgrenzen

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. van het bepaalde in lid 25.1.1 sub a.2 en toestaan dat de breedte van de erker, luifel of balkon ten hoogste 75% bedraagt van de voorgevel van het woonhuis.
  • b. ten behoeve andere of ruimere overschrijdingen van de bouwgrens en/of een bestemmingsgrens door andere onderdelen van gebouwen dan genoemd in lid 25.1.1, mits:
    • 1. de bouwgrens met niet meer dan 2 meter wordt overschreden;
    • 2. de bouwwerken niet lager worden aangebracht dan 4,20 meter boven een rijbaan en 2,20 meter boven ander openbaar gebied en er overigens geen bezwaren bestaan uit het oogpunt van verkeersveiligheid;
    • 3. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en van het straat- en bebouwingsbeeld.
25.2 Parkeervoorzieningen
25.2.1 Bouwregels voor parkeervoorzieningen

In aanvulling op het bepaalde in de andere voorkomende bestemmingen gelden de volgende regels;

  • 1. Indien de omvang of de bestemming van een gebouw daartoe aanleiding geeft, moet het gebouw en moet de andere bebouwing op het betreffende bouwperceel zodanig worden geplaatst of ingericht, dat ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's voldoende ruimte aanwezig is, op of onder het gebouw dan wel op of onder het onbebouwde gedeelte van het bouwperceel.
  • 2. De in het eerste lid bedoelde ruimte voor het parkeren van auto's moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eisen wordt geacht te zijn voldaan:
    • a. indien de afmetingen van bedoelde parkeerruimten tenminste 1,80 m bij 5,00 m en ten hoogste 3,25 m bij 6,00 m bedragen;
    • b. indien de afmetingen van een gereserveerde parkeerruimte voor een gehandicapte - voorzover die ruimte niet in de lengterichting aan een trottoir grenst - ten minste 3,50 bij 5,00 m bedragen.
  • 3. Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden en lossen van goederen, moet het gebouw zodanig worden geplaatst of ingericht, dat in deze behoefte in voldoende mate kan worden voorzien aan, in of onder het gebouw dan wel op of onder het onbebouwde gedeelte van het betreffende bouwperceel.
  • 4. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde lid 1, mits op andere wijze in de nodige parkeerruimte wordt voorzien.

Artikel 26 Algemene aanduidingsregels

26.1 wetgevingszone - afwijkingsgebied

Met een omgevingsvergunning kan, binnen de aanduiding 'wetgevingszone - afwijkingsgebied', worden afgeweken van de bestemmingsregels en de bouwregels ten behoeve van de realisatie van een luchtbrug.

26.2 wetgevingszone - wijzigingsgebied 1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om binnen het wijzigingsgebied wetgevingszone - wijzigingsgebied 1 de bestemming 'sport' te wijzigen in de bestemming 'Gemengd -4' met inachtneming van de volgende regels:

26.2.1 Algemeen
  • a. het gebied moet integraal worden ontwikkeld;
  • b. de ontwikkeling moet mogelijk zijn op grond van de milieuregelgeving;
  • c. de ontwikkeling moet rekening houden met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • d. er moeten voldoende parkeerplaatsen worden aangelegd ten behoeve van de ontwikkeling.
26.2.2 functioneel

De volgende functies kunnen worden toegestaan;

  • a. kantoren met een maximum gezamenlijke oppervlakte van 4.000 m2;
  • b. maatschappelijk in de vorm van onderwijs en jeugd- en kinderopvang;
  • c. detailhandel met een maximaal vvo van 300 m2;
  • d. sport;
  • e. binnenspeeltuin;
  • f. sportgelateerde detailhandel in de vorm van try and buy met een maximum oppervlakte van 1.500 m2 bvo;
  • g. leerbedrijven in de categoriën 1 en 2 zoals genoemd in de bij deze regels behorende milieuzoneringslijst;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. gebouwde en/of halfverdiepte parkeervoorzieningen;
  • j. ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen en met uitzondering van parkeerterreinen.
26.2.3 ruimtelijk
  • a. de gebouwen worden georiënteerd en ontsloten op de zogenaamde Leerbaan;
  • b. de maximum bouwhoogte van gebouwen bedraagt 5 m;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder b bedraagt de maximum bouwhoogte van gebouwen 40 m voor niet meer dan 40% van het wijzigingsgebied;
  • d. de gebouwen vormen geen aanééngesloten wand maar een compositie van vrijstaande hogere bouwdelen;
  • e. het parkeren vindt plaats in gebouwde en/of halfverdiepte voorzieningen.
26.3 wetgevingszone - wijzigingsgebied 2

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om binnen het wijzigingsgebied wetgevingszone - wijzigingsgebied 3 de bestemming 'Sport' te wijzigen in de bestemming 'Gemengd - 3' met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het gebied moet integraal worden ontwikkeld;
  • b. de ontwikkeling moet mogelijk zijn op grond van de milieuregelgeving;
  • c. de ontwikkeling moet rekening houden met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • d. er moeten voldoende parkeerplaatsen worden aangelegd ten behoeve van de ontwikkeling.
26.4 wetgevingszone - wijzigingsgebied 3

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om binnen het wijzigingsgebied wetgevingszone - wijzigingsgebied 3 de bestemmingGroen' te wijzigen in de bestemmingen 'Wonen - Woongebouwen' en 'Wonen - Woonhuizen' met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het gebied moet integraal worden ontwikkeld;
  • b. er mogen maximaal 46 woningen worden gebouwd;
  • c. de ontwikkeling moet rekening houden met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • d. de ontwikkeling moet mogelijk zijn op grond van de milieuregelgeving;
  • e. de woningen moeten voldoen aan het bepaalde in de Wet geluidhinder;
  • f. er moeten voldoende parkeerplaatsen worden aangelegd ten behoeve van de ontwikkeling;
  • g. de maximum bouwhoogte van woongebouwen bedraagt 15 m;
  • h. de maximum bouwhoogte van woonhuizen bedraagt 12 m;
  • i. het maximum bebouwingspercentage van het wijzigingsgebied bedraagt 50%.
26.5 wetgevingszone - wijzigingsgebied 4

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om binnen het wijzigingsgebied wetgevingszone - wijzigingsgebied 4 de bestemming 'Groen' te wijzigen in de bestemmingen 'Maatschappelijk' en/of 'Verkeer - Verblijf' met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het gebied moet integraal worden ontwikkeld;
  • b. de ontwikkeling moet mogelijk zijn op grond van de milieuregelgeving;
  • c. de ontwikkeling moet rekening houden met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • d. er moeten voldoende parkeerplaatsen worden aangelegd ten behoeve van de ontwikkeling.
26.6 wetgevingszone - wijzigingsgebied 5

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om binnen het wijzigingsgebied wetgevingszone - wijzigingsgebied 5 de bestemmingen 'Groen' en 'Detailhandel' te wijzigen in de bestemmingen 'Wonen - Woonhuizen', 'Wonen - Woongebouwen',' Tuin', 'Maatschappelijk', 'Groen', 'Verkeer - Verblijf', 'Cultuur en Ontspanning' en 'Horeca van categorie 3' met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het gebied moet integraal worden ontwikkeld;
  • b. het wijzigingsgebied is vooral bedoeld voor de functies wonen (eventueel in combinatie met zorg), tuin en groen;
  • c. ter plaatse van de voormalige boerderij zijn tevens maatschappelijke functies, functies op het gebied van cultuur en ontspanning en horeca van categorie 3 toegestaan;
  • d. het gebied is medebestemd voor de de instandhouding en bescherming van op of in die gronden aanwezige archeologische waarden;
  • e. tussen de bestaande woonpercelen aan de Sibeliuslaan en de nieuwe woonbestemming komt een groenbestemming van ten minste 30 m;
  • f. Het gebied mag niet direct worden ontsloten op de Joannes Zwijsenlaan en de Saal van Zwanenbergsingel;
  • g. er mogen maximaal 60 woningen worden gerealiseerd;
  • h. het aantal woningen en het woningtype moeten kwantitatief en kwalitatief passen binnen het woningbouwprogramma van de gemeente;
  • i. de maximum bouwhoogte van de woonhuizen en de woongebouwen bedraagt 12 m;
  • j. het maximum bebouwingspercentage van het wijzigingsgebied bedraagt 40%;
  • k. er moeten binnen het wijzigingsgebied voldoende parkeerplaatse worden aangelegd ten behoeve van de ontwikkeling;
  • l. het parkeren moet zo veel mogelijk uit het zicht worden gerealiseerd;
  • m. er moet worden voldaan aan de relevante milieuregelgeving, waaronder de Wet geluidhinder;
  • n. bij de stedenbouwkundige invulling van het gebied moet zoveel mogelijk rekening worden gehouden met de ter plaatse aanwezige cultuurhistorische waarden;
  • o. bij de stedenbouwkundige invulling van het gebied moet zoveel mogelijk rekening worden gehouden met beeldbepalende bomen en groenelementen.

Artikel 27 Afwijken van de bouwregels algemeen

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. de in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages en aantallen tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen, percentages en aantallen.
  • b. de regels en worden toegestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of verkeersintensiteit daartoe aanleiding geeft;
  • c. van de regels en worden toegestaan dat het bouwvlak in geringe mate wordt overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  • d. de regels en worden toegestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. de inhoud per gebouwtje niet meer dan 50 m3 mag bedragen;
    • 2. de bouwhoogte niet meer dan 3,5 m mag bedragen;
  • e. de regels ten aanzien van de maximaal toegestane bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, en worden toegestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, wordt vergroot:
    • 1. ten behoeve van kunstwerken, geen gebouw zijnde, tot niet meer dan 15 m;
    • 2. ten behoeve van waarschuwings- en/of communicatiemasten tot niet meer dan 40 m;
    • 3. ten behoeve van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, tot niet meer dan 10 m;
  • f. de regels ten aanzien van de maximaal toegestane bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van een overschrijding van de toegestane bouwhoogte voor plaatselijke verhogingen, zoals liftkokers, lichtkappen en technische ruimten, met dien verstande dat:
    • 1. de maximum oppervlakte van de vergroting niet meer mag bedragen dan 10% van het betreffende platte dakvlak of de horizontale projectie van het schuine dakvlak;
    • 2. de overschrijding van de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 m.

Artikel 28 Algemene wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het plan te wijzigen:

  • a. Door de bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen, andere grenslijnen en aanduidingen met ten hoogste 15 m te verschuiven, indien een gewijzigde uitvoering van het plan om ruimtelijke, verkeerskundige of technische redenen gewenst is.
  • b. Door het onderbrengen van bedrijfsactiviteiten in een andere categorie in de tot het plan behorende milieuzoneringslijst c.q. door het onderbrengen van nieuwe of andere bedrijfsactiviteiten, indien de opgenomen vermelding niet meer juist of volledig is.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 29 Overgangsrecht

29.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Met een omgevingsvergunning kan eenmalig afgeweken worden van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  • c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
29.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee strijdig is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode van langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.

Artikel 30 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Talentencampus en Sibeliuspark-Oss-2013.

Bijlagen bij de regels

Milieuzoneringslijst

SBI-2008       OMSCHRIJVING      
-   nummer       CATEGORIE  
10, 11   -   VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN      
101, 102   0   Slachterijen en overige vleesverwerking:      
101, 102   1   - slachterijen en pluimveeslachterijen   3.2  
101   2   - vetsmelterijen   5.2  
101   3   - bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval   4.2  
101   4   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m²   3.2  
101   5   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1000 m²   3.1  
101   6   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m²   3.1  
101, 102   7   - loonslachterijen   3.1  
108   8   - vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m²   3.1  
102   0   Visverwerkingsbedrijven:      
102   1   - drogen   5.2  
102   2   - conserveren   4.1  
102   3   - roken   4.2  
102   4   - verwerken anderszins: p.o.> 1000 m²   4.2  
102   5   - verwerken anderszins: p.o. <= 1000 m²   3.2  
102   6   - verwerken anderszins: p.o. <= 300 m²   3.1  
1031   0   Aardappelprodukten fabrieken:      
1031   1   - vervaardiging van aardappelproducten   4.2  
1031   2   - vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m²   3.1  
1032, 1039   0   Groente- en fruitconservenfabrieken:      
1032, 1039   1   - jam   3.2  
1032, 1039   2   - groente algemeen   3.2  
1032, 1039   3   - met koolsoorten   3.2  
1032, 1039   4   - met drogerijen   4.2  
1032, 1039   5   - met uienconservering (zoutinleggerij)   4.2  
104101   0   Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten:      
104101   1   - p.c. < 250.000 t/j   4.1  
104101   2   - p.c. >= 250.000 t/j   4.2  
104102   0   Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten:      
104102   1   - p.c. < 250.000 t/j   4.1  
104102   2   - p.c. >= 250.000 t/j   4.2  
1042   0   Margarinefabrieken:      
1042   1   - p.c. < 250.000 t/j   4.1  
1042   2   - p.c. >= 250.000 t/j   4.2  
1051   0   Zuivelprodukten fabrieken:      
1051   1   - gedroogde produkten, p.c. >= 1,5 t/u   5.1  
1051   2   - geconcentreerde produkten, verdamp. cap. >=20 t/u   5.1  
1051   3   - melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j   3.2  
1051   4   - melkprodukten fabrieken v.c. >= 55.000 t/j   4.2  
1051   5   - overige zuivelprodukten fabrieken   4.2  
1052   1   Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m²   3.2  
1052   2   - consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m²   2  
1061   0   Meelfabrieken:      
1061   1   - p.c. >= 500 t/u   4.2  
1061   2   - p.c. < 500 t/u   4.1  
1061       Grutterswarenfabrieken   4.1  
1062   0   Zetmeelfabrieken:      
1062   1   - p.c. < 10 t/u   4.1  
1062   2   - p.c. >= 10 t/u   4.2  
1091   0   Veevoerfabrieken:      
1091   1   - destructiebedrijven   5.2  
1091   2   - beender-, veren-, vis-, en vleesmeelfabriek   5.2  
1091   3   - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. < 10 t/u water   4.2  
1091   4   - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. >= 10 t/u water   5.2  
1091   5   - mengvoeder, p.c. < 100 t/u   4.1  
1091   6   - mengvoeder, p.c. >= 100 t/u   4.2  
1092       Vervaardiging van voer voor huisdieren   4.1  
1071   0   Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:      
1071   1   - v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens   2  
1071   2   - v.c. >= 7500 kg meel/week   3.2  
1072       Banket, biscuit- en koekfabrieken   3.2  
1081   0   Suikerfabrieken:      
1081   1   - v.c. < 2.500 t/j   5.1  
1081   2   - v.c. >= 2.500 t/j   5.3  
10821   0   Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:      
10821   1   - Cacao- en chocoladefabrieken: p.o. > 2.000 m²   5.1  
10821   2   - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m²   3.2  
10821   3   - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m²   2  
10821   4   - Suikerwerkfabrieken met suiker branden   4.2  
10821   5   - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m²   3.2  
10821   6   - suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m²   2  
1073       Deegwarenfabrieken   3.1  
1083   0   Koffiebranderijen en theepakkerijen:      
1083   1   - koffiebranderijen   5.1  
1083   2   - theepakkerijen   3.2  
108401       Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden   4.1  
1089       Vervaardiging van overige voedingsmiddelen   4.1  
1089       Bakkerijgrondstoffenfabrieken   4.1  
1089   0   Soep- en soeparomafabrieken:      
1089   1   - zonder poederdrogen   3.2  
1089   2   - met poederdrogen   4.2  
1089       Bakmeel- en puddingpoederfabrieken   4.1  
110101       Destilleerderijen en likeurstokerijen   4.2  
110102   0   Vervaardiging van ethylalcohol door gisting:      
110102   1   - p.c. < 5.000 t/j   4.1  
110102   2   - p.c. >= 5.000 t/j   4.2  
1102 t/m 1104       Vervaardiging van wijn, cider e.d.   2  
1105       Bierbrouwerijen   4.2  
1106       Mouterijen   4.2  
1107       Mineraalwater- en frisdrankfabrieken   3.2  
12   -          
12   -   VERWERKING VAN TABAK      
120       Tabakverwerkende industrie   4.1  
13   -          
13   -   VERVAARDIGING VAN TEXTIEL      
131       Bewerken en spinnen van textielvezels   3.2  
132   0   Weven van textiel:      
132   1   - aantal weefgetouwen < 50   3.2  
132   2   - aantal weefgetouwen >= 50   4.2  
133       Textielveredelingsbedrijven   3.1  
139       Vervaardiging van textielwaren   3.1  
1393       Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken   4.1  
139, 143       Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen   3.1  
14   -          
14   -   VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT      
141       Vervaardiging kleding van leer   3.1  
141       Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)   2  
142, 151       Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont   3.1  
15   -   VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING)      
151,152       Lederfabrieken   4.2  
151       Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel)   3.1  
152       Schoenenfabrieken   3.1  
    -          
16   -   HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.      
16101       Houtzagerijen   3.2  
16102   0   Houtconserveringsbedrijven:      
16102   1   - met creosootolie   4.1  
16102   2   - met zoutoplossingen   3.1  
1621       Fineer- en plaatmaterialenfabrieken   3.2  
162   0   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout   3.2  
162   1   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2   3.1  
162902       Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken   2  
17   -          
17   -   VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN      
1711       Vervaardiging van pulp   4.1  
1712   0   Papier- en kartonfabrieken:      
1712   1   - p.c. < 3 t/u   3.1  
1712   2   - p.c. 3 - 15 t/u   4.1  
1712   3   - p.c. >= 15 t/u   4.2  
172       Papier- en kartonwarenfabrieken   3.2  
17212   0   Golfkartonfabrieken:      
17212   1   - p.c. < 3 t/u   3.2  
17212   2   - p.c. >= 3 t/u   4.1  
58   -          
58   -   UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA      
581       Uitgeverijen (kantoren)   1  
1811       Drukkerijen van dagbladen   3.2  
1812       Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen)   3.2  
18129       Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen   2  
1814   A   Grafische afwerking   1  
1814   B   Binderijen   2  
1813       Grafische reproduktie en zetten   2  
1814       Overige grafische aktiviteiten   2  
182       Reproduktiebedrijven opgenomen media   1  
19   -          
19   -   AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN      
191       Cokesfabrieken   5.3  
19201       Aardolieraffinaderijen   6  
19202   A   Smeeroliën- en vettenfabrieken   3.2  
19202   B   Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie   4.2  
19202   C   Aardolieproduktenfabrieken n.e.g.   4.2  
201, 212, 244       Splijt- en kweekstoffenbewerkingsbedrijven   6  
20   -          
20   -   VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN      
2011   0   Vervaardiging van industriële gassen:      
2011   1   - luchtscheidingsinstallatie v.c. >= 10 t/d lucht   5.2  
2011   2   - overige gassenfabrieken, niet explosief   5.1  
2011   3   - overige gassenfabrieken, explosief   5.1  
2012       Kleur- en verfstoffenfabrieken   4.1  
2012   0   Anorg. chemische grondstoffenfabrieken:      
2012   1   - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn"   4.2  
2012   2   - vallend onder "post-Seveso-richtlijn"   5.2  
20141   A0   Organ. chemische grondstoffenfabrieken:      
20141   A1   - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn"   4.2  
20141   A2   - vallend onder "post-Seveso-richtlijn"   5.3  
20141   B0   Methanolfabrieken:      
20141   B1   - p.c. < 100.000 t/j   4.1  
20141   B2   - p.c. >= 100.000 t/j   4.2  
20149   0   Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synth.):      
20149   1   - p.c. < 50.000 t/j   4.2  
20149   2   - p.c. >= 50.000 t/j   5.1  
2015       Kunstmeststoffenfabrieken   5.1  
2016       Kunstharsenfabrieken e.d.   5.2  
202   0   Landbouwchemicaliënfabrieken:      
202   1   - fabricage   5.3  
202   2   - formulering en afvullen   5.1  
203       Verf, lak en vernisfabrieken   4.2  
2110   0   Farmaceutische grondstoffenfabrieken:      
2110   1   - p.c. < 1.000 t/j   4.2  
2110   2   - p.c. >= 1.000 t/j   5.1  
2120   0   Farmaceutische produktenfabrieken:      
2120   1   - formulering en afvullen geneesmiddelen   3.1  
2120   2   - verbandmiddelenfabrieken   2  
2041       Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken   4.2  
2042       Parfumerie- en cosmeticafabrieken   4.2  
2051       Kruit-, vuurwerk-, en springstoffenfabrieken   5.3  
2052   0   Lijm- en plakmiddelenfabrieken:      
2052   1   - zonder dierlijke grondstoffen   3.2  
2052   2   - met dierlijke grondstoffen   5.1  
205902       Fotochemische produktenfabrieken   3.2  
205903   A   Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken   3.1  
205903   B   Overige chemische produktenfabrieken n.e.g.   4.1  
2060       Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken   4.2  
22   -          
22   -   VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF      
221101       Rubberbandenfabrieken   4.2  
221102   0   Loopvlakvernieuwingsbedrijven:      
221102   1   - vloeropp. < 100 m2   3.1  
221102   2   - vloeropp. >= 100 m2   4.1  
2219       Rubber-artikelenfabrieken   3.2  
222   0   Kunststofverwerkende bedrijven:      
222   1   - zonder fenolharsen   4.1  
222   2   - met fenolharsen   4.2  
222   3   - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen   3.1  
23   -          
23   -   VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN      
231   0   Glasfabrieken:      
231   1   - glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j   3.2  
231   2   - glas en glasprodukten, p.c. >= 5.000 t/j   4.2  
231   3   - glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 t/j   4.2  
231   4   - glaswol en glasvezels, p.c. >= 5.000 t/j   5.1  
231       Glasbewerkingsbedrijven   3.1  
232, 234   0   Aardewerkfabrieken:      
232, 234   1   - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW   2  
232, 234   2   - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW   3.2  
233   A   Baksteen en baksteenelementenfabrieken   4.1  
233   B   Dakpannenfabrieken   4.1  
2351   0   Cementfabrieken:      
2351   1   - p.c. < 100.000 t/j   5.1  
2351   2   - p.c. >= 100.000 t/j   5.3  
235201   0   Kalkfabrieken:      
235201   1   - p.c. < 100.000 t/j   4.1  
235201   2   - p.c. >= 100.000 t/j   5.1  
235202   0   Gipsfabrieken:      
235202   1   - p.c. < 100.000 t/j   4.1  
235202   2   - p.c. >= 100.000 t/j   5.1  
23611   0   Betonwarenfabrieken:      
23611   1   - zonder persen, triltafels en bekistingtrille   4.1  
23611   2   - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 t/d   4.2  
23611   3   - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. >= 100 t/d   5.2  
23612   0   Kalkzandsteenfabrieken:      
23612   1   - p.c. < 100.000 t/j   3.2  
23612   2   - p.c. >= 100.000 t/j   4.2  
2362       Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken   3.2  
2363, 2364   0   Betonmortelcentrales:      
2363, 2364   1   - p.c. < 100 t/u   3.2  
2363, 2364   2   - p.c. >= 100 t/u   4.2  
2365, 2369   0   Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips:      
2365, 2369   1   - p.c. < 100 t/d   3.2  
2365, 2369   2   - p.c. >= 100 t/d   4.2  
237   0   Natuursteenbewerkingsbedrijven:      
237   1   - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m²   3.2  
237   2   - zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m²   3.1  
237   3   - met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 t/j   4.2  
237   4   - met breken, zeven of drogen, v.c. >= 100.000 t/j   5.2  
2391       Slijp- en polijstmiddelen fabrieken   3.1  
2399   A0   Bitumineuze materialenfabrieken:      
2399   A1   - p.c. < 100 t/u   4.2  
2399   A2   - p.c. >= 100 t/u   5.1  
2399   B0   Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol):      
2399   B1   - steenwol, p.c. >= 5.000 t/j   4.2  
2399   B2   - overige isolatiematerialen   4.1  
2399   C   Minerale produktenfabrieken n.e.g.   3.2  
2399   D0   Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur   4.1  
2399   D1   - asfaltcentrales, p.c. >= 100 ton/uur   4.2  
24   -          
24   -   VERVAARDIGING VAN METALEN      
241   0   Ruwijzer- en staalfabrieken:      
241   1   - p.c. < 1.000 t/j   5.2  
241   2   - p.c. >= 1.000 t/j   6  
245   0   IJzeren- en stalenbuizenfabrieken:      
245   1   - p.o. < 2.000 m2   5.1  
245   2   - p.o. >= 2.000 m2   5.3  
243   0   Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen:      
243   1   - p.o. < 2.000 m2   4.2  
243   2   - p.o. >= 2.000 m2   5.2  
244   A0   Non-ferro-metaalfabrieken:      
244   A1   - p.c. < 1.000 t/j   4.2  
244   A2   - p.c. >= 1.000 t/j   5.2  
244   B0   Non-ferro-metaalwalserijen, -trekkerijen e.d.:      
244   B1   - p.o. < 2.000 m2   5.1  
244   B2   - p.o. >= 2.000 m2   5.3  
2451, 2452   0   IJzer- en staalgieterijen/ -smelterijen:      
2451, 2452   1   - p.c. < 4.000 t/j   4.2  
2451, 2452   2   - p.c. >= 4.000 t/j   5.1  
2453, 2454   0   Non-ferro-metaalgieterijen/ -smelterijen:      
2453, 2454   1   - p.c. < 4.000 t/j   4.2  
2453, 2454   2   - p.c. >= 4.000 t/j   5.1  
25   -          
25, 31   -   VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.)      
251, 331   0   Constructiewerkplaatsen      
251, 331   1   - gesloten gebouw   3.2  
251, 331   1a   - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2   3.1  
251, 331   2   - in open lucht, p.o. < 2.000 m2   4.1  
251, 331   3   - in open lucht, p.o. >= 2.000 m2   4.2  
2529, 3311   0   Tank- en reservoirbouwbedrijven:      
2529, 3311   1   - p.o. < 2.000 m2   4.2  
2529, 3311   2   - p.o. >= 2.000 m2   5.1  
2521, 2530, 3311       Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels   4.1  
255, 331   A   Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven   4.1  
255, 331   B   Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d.   3.2  
255, 331   B1   Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2   3.1  
2561, 3311   0   Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:      
2561, 3311   1   - algemeen   3.2  
2561, 3311   10   - stralen   4.1  
2561, 3311   11   - metaalharden   3.2  
2561, 3311   12   - lakspuiten en moffelen   3.2  
2561, 3311   2   - scoperen (opspuiten van zink)   3.2  
2561, 3311   3   - thermisch verzinken   3.2  
2561, 3311   4   - thermisch vertinnen   3.2  
2561, 3311   5   - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten)   3.2  
2561, 3311   6   - anodiseren, eloxeren   3.2  
2561, 3311   7   - chemische oppervlaktebehandeling   3.2  
2561, 3311   8   - emailleren   3.2  
2561, 3311   9   - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed)   3.2  
2562, 3311   1   Overige metaalbewerkende industrie   3.2  
2562, 3311   2   Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2   3.1  
259, 331   A0   Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:      
259, 331   A1   - p.o. < 2.000 m2   4.1  
259, 331   A2   - p.o. >= 2.000 m2   5.1  
259, 331   B   Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.   3.2  
259, 331   B   Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2   3.1  
27, 28, 33   -          
27, 28, 33   -   VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN      
27, 28, 33   0   Machine- en apparatenfabrieken incl. reparatie:      
27, 28, 33   1   - p.o. < 2.000 m2   3.2  
27, 28, 33   2   - p.o. >= 2.000 m2   4.1  
28, 33   3   - met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW   4.2  
26, 28, 33   -          
26, 28, 33   -   VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS      
26, 28, 33   A   Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie   2  
26, 27, 33   -          
26, 27, 33   -   VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.      
271, 331       Elektromotoren- en generatorenfabrieken incl. reparatie   4.1  
271, 273       Schakel- en installatiemateriaalfabrieken   4.1  
273       Elektrische draad- en kabelfabrieken   4.1  
272       Accumulatoren- en batterijenfabrieken   3.2  
274       Lampenfabrieken   4.2  
293       Elektrotechnische industrie n.e.g.   2  
2790       Koolelektrodenfabrieken   6  
26, 33   -          
26, 33   -   VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH.      
261, 263, 264, 331       Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. incl. reparatie   3.1  
2612       Fabrieken voor gedrukte bedrading   3.1  
26, 32, 33   -          
26, 32, 33   -   VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN      
26, 32, 33   A   Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie   2  
29   -          
29       VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS      
291   0   Autofabrieken en assemblagebedrijven      
291   1   - p.o. < 10.000 m2   4.1  
291   2   - p.o. >= 10.000 m2   4.2  
29201       Carrosseriefabrieken   4.1  
29202       Aanhangwagen- en opleggerfabrieken   4.1  
293       Auto-onderdelenfabrieken   3.2  
30   -          
30   -   VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)      
301, 3315   0   Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:      
301, 3315   1   - houten schepen   3.1  
301, 3315   2   - kunststof schepen   3.2  
301, 3315   3   - metalen schepen < 25 m   4.1  
301, 3315   4   - metalen schepen >= 25m en/of proefdraaien motoren >= 1 MW   5.1  
3831       Scheepssloperijen   5.2  
302, 317   0   Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:      
302, 317   1   - algemeen   3.2  
302, 317   2   - met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW   4.2  
303, 3316   0   Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:      
303, 3316   1   - zonder proefdraaien motoren   4.1  
303, 3316   2   - met proefdraaien motoren   5.3  
309       Rijwiel- en motorrijwielfabrieken   3.2  
3099       Transportmiddelenindustrie n.e.g.   3.2  
31   -          
31   -   VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.      
310   1   Meubelfabrieken   3.2  
9524   2   Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2   1  
321       Fabricage van munten, sieraden e.d.   2  
322       Muziekinstrumentenfabrieken   2  
323       Sportartikelenfabrieken   3.1  
324       Speelgoedartikelenfabrieken   3.1  
32991       Sociale werkvoorziening   2  
32999       Vervaardiging van overige goederen n.e.g.   3.1  
38   -          
38   -   VOORBEREIDING TOT RECYCLING      
383201       Metaal- en autoschredders   5.1  
383202   A0   Puinbrekerijen en -malerijen:      
383202   A1   - v.c. < 100.000 t/j   4.2  
383202   A2   - v.c. >= 100.000 t/j   5.2  
383202   B   Rubberregeneratiebedrijven   4.2  
383202   C   Afvalscheidingsinstallaties   4.2  
35   -          
35   -   PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER      
35   A0   Elektriciteitsproduktiebedrijven (electrisch vermogen >= 50 MWe)      
35   A1   - kolengestookt (incl. meestook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth   5.2  
35   A2   - oliegestookt, thermisch vermogen > 75 MWth   5.1  
35   A3   - gasgestookt (incl. bijstook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth,in   5.1  
35   A4   - kerncentrales met koeltorens   6  
35   A5   - warmte-kracht-installaties (gas), thermisch vermogen > 75 MWth   5.1  
35   B0   bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe:      
35   B1   - covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen voedingsindustrie   3.2  
35   B2   - vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa   3.2  
35   C0   Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:      
35   C1   - < 10 MVA   2  
35   C2   - 10 - 100 MVA   3.1  
35   C3   - 100 - 200 MVA   3.2  
35   C4   - 200 - 1000 MVA   4.2  
35   C5   - >= 1000 MVA   5.1  
35   D0   Gasdistributiebedrijven:      
35   D1   - gascompressorstations vermogen < 100 MW   4.2  
35   D2   - gascompressorstations vermogen >= 100 MW   5.1  
35   D3   - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A   1  
35   D4   - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C   2  
35   D5   - gasontvang- en -verdeelstations, cat. D   3.1  
35   E0   Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:      
35   E1   - stadsverwarming   3.2  
35   E2   - blokverwarming   2  
35   F0   windmolens:      
35   F1   - wiekdiameter 20 m   3.2  
35   F2   - wiekdiameter 30 m   4.1  
35   F3   - wiekdiameter 50 m   4.2  
36   -          
36   -   WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER      
36   A0   Waterwinning-/ bereiding- bedrijven:      
36   A1   - met chloorgas   5.3  
36   A2   - bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of straling   3.1  
36   B0   Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:      
36   B1   - < 1 MW   2  
36   B2   - 1 - 15 MW   3.2  
36   B3   - >= 15 MW   4.2  
41, 42, 43   -          
41, 42, 43   -   BOUWNIJVERHEID      
41, 42, 43   0   Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m²   3.2  
41, 42, 43   1   - bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m²   3.1  
41, 42, 43   2   Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m²   3.1  
41, 42, 43   3   - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m²   2  
45, 47   -          
45, 47   -   HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS      
451, 452, 454       Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven   2  
451       Handel in vrachtauto's (incl. import en reparatie)   3.2  
45204   A   Autoplaatwerkerijen   3.2  
45204   B   Autobeklederijen   1  
45204   C   Autospuitinrichtingen   3.1  
45205       Autowasserijen   2  
453       Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires   2  
473   0   Benzineservisestations:      
473   1   - met LPG > 1000 m3/jr   4.1  
473   2   - met LPG < 1000 m3/jr   3.1  
473   3   - zonder LPG   2  
46   -          
46   -   GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING      
461       Handelsbemiddeling (kantoren)   1  
4621   0   Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders   3.1  
4621   1   Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur of meer   4.2  
4622       Grth in bloemen en planten   2  
4623       Grth in levende dieren   3.2  
4624       Grth in huiden, vellen en leder   3.1  
46217, 4631       Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen   3.1  
4632, 4633       Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën   3.1  
4634       Grth in dranken   2  
4635       Grth in tabaksprodukten   2  
4636       Grth in suiker, chocolade en suikerwerk   2  
4637       Grth in koffie, thee, cacao en specerijen   2  
4638, 4639       Grth in overige voedings- en genotmiddelen   2  
464, 46733       Grth in overige consumentenartikelen   2  
46499   0   Grth in vuurwerk en munitie:      
46499   1   - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton   2  
46499   2   - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton   3.1  
46499   3   - professioneel vuurwerk, netto expl. massa per bewaarplaats < 750 kg (en > 25 kg theatervuurwerk)   5.1  
46499   4   - professioneel vuurwerk, netto expl. massa per bewaarplaats 750 kg tot 6 ton   5.3  
46499   5   - munitie   2  
46711   0   Grth in vaste brandstoffen:      
46711   1   - klein, lokaal verzorgingsgebied   3.1  
46711   2   - kolenterminal, opslag opp. >= 2.000 m2   5.1  
46712   0   Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen:      
46712   1   - vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3   4.1  
46712   2   - vloeistoffen, o.c. >= 100.000 m3   5.1  
46712   3   - tot vloeistof verdichte gassen   4.2  
46713       Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen)   3.2  
46721   0   Grth in metaalertsen:      
46721   1   - opslag opp. < 2.000 m2   4.2  
46721   2   - opslag opp. >= 2.000 m2   5.2  
46722, 46723       Grth in metalen en -halffabrikaten   3.2  
4673   0   Grth in hout en bouwmaterialen:      
4673   1   - algemeen: b.o. > 2000 m²   3.1  
4673   2   - algemeen: b.o. <= 2000 m²   2  
46735   4   zand en grind:      
46735   5   - algemeen: b.o. > 200 m²   3.2  
46735   6   - algemeen: b.o. <= 200 m²   2  
4674   0   Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:      
4674   1   - algemeen: b.o. > 2.000 m²   3.1  
4674   2   - algemeen: b.o. < = 2.000 m²   2  
46751       Grth in chemische produkten   3.2  
46752       Grth in kunstmeststoffen   2  
4676       Grth in overige intermediaire goederen   2  
4677   0   Autosloperijen: b.o. > 1000 m²   3.2  
4677   1   - autosloperijen: b.o. <= 1000 m²   3.1  
4677   0   Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1000 m²   3.2  
4677   1   - overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m²   3.1  
466   0   Grth in machines en apparaten:      
466   1   - machines voor de bouwnijverheid   3.2  
466   2   - overige   3.1  
466, 469       Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.   2  
47   -          
47   -   DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN      
47   A   Detailhandel voor zover n.e.g.   1  
471       Supermarkten, warenhuizen   1  
4722, 4723       Detailhandel vlees, wild, gevogelte, met roken, koken, bakken   1  
4724       Detailhandel brood en banket met bakken voor eigen winkel   1  
4773, 4774       Apotheken en drogisterijen   1  
4752       Bouwmarkten, tuincentra, hypermarkten   2  
4778       Detailhandel in vuurwerk tot 10 ton verpakt   1  
4791       Postorderbedrijven   3.1  
952       Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen)   1  
55   -          
55   -   LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING      
5510       Hotels en pensions met keuken, conferentie-oorden en congrescentra   1  
553, 552       Kampeerterreinen, vakantiecentra, e.d. (met keuken)   3.1  
561       Restaurants, cafetaria's, snackbars, ijssalons met eigen ijsbereiding, viskramen e.d.   1  
563   1   Café's, bars   1  
563   2   Discotheken, muziekcafé's   2  
5629       Kantines   1  
562       Cateringbedrijven   2  
49   -          
49   -   VERVOER OVER LAND      
491, 492   0   Spoorwegen:      
491, 492   1   - stations   3.2  
491, 492   2   - rangeerterreinen, overslagstations (zonder rangeerheuvel)   4.2  
493       Bus-, tram- en metrostations en -remises   3.2  
493       Taxibedrijven   2  
493       Touringcarbedrijven   3.2  
494   0   Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m²   3.2  
494   1   - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m²   3.1  
495       Pomp- en compressorstations van pijpleidingen   2  
50, 51   -          
50, 51   -   VERVOER OVER WATER / DOOR DE LUCHT      
50, 51   A   Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren)   1  
52   -          
52   -   DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER      
52241   0   Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. zeeschepen:      
52241   1   - containers   5.1  
52241   2   - stukgoederen   4.2  
52241   3   - ertsen, mineralen e.d., opslagopp. >= 2.000 m2   5.3  
52241   4   - granen of meelsoorten, v.c. >= 500 t/u   5.1  
52241   5   - steenkool, opslagopp. >= 2.000 m2   5.2  
52241   6   - olie, LPG, e.d.   5.3  
52241   7   - tankercleaning   4.2  
52242   0   Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart:      
52242   1   - containers   4.2  
52242   10   - tankercleaning   4.2  
52242   2   - stukgoederen   3.2  
52242   3   - ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. < 2.000 m²   4.2  
52242   4   - ersten, mineralen, e.d., opslagopp. >= 2.000 m²   5.2  
52242   5   - granen of meelsoorten , v.c. < 500 t/u   4.2  
52242   6   - granen of meelsoorten, v.c. >= 500 t/u   5.1  
52242   7   - steenkool, opslagopp. < 2.000 m2   4.2  
52242   8   - steenkool, opslagopp. >= 2.000 m2   5.1  
52242   9   - olie, LPG, e.d.   5.2  
52102, 52109   A   Distributiecentra, pak- en koelhuizen   3.1  
52109   B   Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte)   2  
5221   1   Autoparkeerterreinen, parkeergarages   2  
5221   2   Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties)   3.2  
5222       Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren)   1  
5223   A   Luchthavens   6  
5223   B   Helikopterlandplaatsen   5.1  
791       Reisorganisaties   1  
5229       Expediteurs, cargadoors (kantoren)   1  
g53   -   POST EN TELECOMMUNICATIE      
531, 532       Post- en koeriersdiensten   2  
61   A   Telecommunicatiebedrijven   1  
61   B0   zendinstallaties:      
61   B1   - LG en MG, zendervermogen < 100 kW (bij groter vermogen: onderzoek!)   3.2  
61   B2   - FM en TV   1  
61   B3   - GSM en UMTS-steunzenders (indien bouwvergunningplichtig)   1  
64, 65, 66   -          
64, 65, 66   -   FINANCIELE INSTELLINGEN EN VERZEKERINGSWEZEN      
64, 65, 66   A   Banken, verzekeringsbedrijven, beurzen   1  
41, 68   -          
41, 68   -   VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED      
41, 68   A   Verhuur van en handel in onroerend goed   1  
77   -          
77   -   VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN      
7711       Personenautoverhuurbedrijven   2  
7712, 7739       Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's)   3.1  
773       Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen   3.1  
772       Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.   2  
62   -          
62   -   COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE      
62   A   Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.   1  
58, 63   B   Datacentra   2  
72   -          
72   -   SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK      
721       Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk   2  
722       Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek   1  
63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82   -          
63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82   -   OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING      
63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82   A   Overige zakelijke dienstverlening: kantoren   1  
812       Reinigingsbedrijven voor gebouwen   3.1  
74203       Foto- en filmontwikkelcentrales   2  
82991       Veilingen voor landbouw- en visserijprodukten   4.1  
82992       Veilingen voor huisraad, kunst e.d.   1  
84   -          
84   -   OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN      
84   A   Openbaar bestuur (kantoren e.d.)   1  
8422       Defensie-inrichtingen   4.1  
8425       Brandweerkazernes   3.1  
85   -          
85   -   ONDERWIJS      
852, 8531       Scholen voor basis- en algemeen voortgezet onderwijs   2  
8532, 854, 855       Scholen voor beroeps-, hoger en overig onderwijs   2  
86   -          
86   -   GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG      
8610       Ziekenhuizen   2  
8621, 8622, 8623       Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven   1  
8691, 8692       Consultatiebureaus   1  
871   1   Verpleeghuizen   2  
8891   2   Kinderopvang   2  
37, 38, 39   -          
37, 38, 39   -   MILIEUDIENSTVERLENING      
3700   A0   RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks:      
3700   A1   - < 100.000 i.e.   4.1  
3700   A2   - 100.000 - 300.000 i.e.   4.2  
3700   A3   - >= 300.000 i.e.   5.1  
3700   B   rioolgemalen   2  
381   A   Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d.   3.1  
381   B   Gemeentewerven (afval-inzameldepots)   3.1  
381   C   Vuiloverslagstations   4.2  
382   A0   Afvalverwerkingsbedrijven:      
382   A1   - mestverwerking/korrelfabrieken   5.1  
382   A2   - kabelbranderijen   3.2  
382   A3   - verwerking radio-actief afval   6  
382   A4   - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen)   3.1  
382   A5   - oplosmiddelterugwinning   3.2  
382   A6   - afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW   4.2  
382   A7   - verwerking fotochemisch en galvano-afval   2  
382   B   Vuilstortplaatsen   4.2  
382   C0   Composteerbedrijven:      
382   C1   - niet-belucht v.c. < 5.000 ton/jr   4.2  
382   C2   - niet-belucht v.c. 5.000 tot 20.000 ton/jr   5.2  
382   C3   - belucht v.c. < 20.000 ton/jr   3.2  
382   C4   - belucht v.c. > 20.000 ton/jr   4.1  
382   C5   - GFT in gesloten gebouw   4.1  
94   -          
94   -   DIVERSE ORGANISATIES      
941, 942       Bedrijfs- en werknemersorganisaties (kantoren)   1  
9491       Kerkgebouwen e.d.   2  
94991   A   Buurt- en clubhuizen   2  
94991   B   Hondendressuurterreinen   3.1  
59   -          
59   -   CULTUUR, SPORT EN RECREATIE      
591, 592, 601, 602       Studio's (film, TV, radio, geluid)   2  
5914       Bioscopen   2  
9004       Theaters, schouwburgen, concertgebouwen, evenementenhallen   2  
9321       Recreatiecentra, vaste kermis e.d.   4.2  
8552       Muziek- en balletscholen   2  
85521       Dansscholen   2  
9101, 9102       Bibliotheken, musea, ateliers, e.d.   1  
91041       Dierentuinen   3.2  
91041       Kinderboerderijen   2  
931   0   Zwembaden:      
931   1   - overdekt   3.1  
931   2   - niet overdekt   4.1  
931   A   Sporthallen   3.1  
931   B   Bowlingcentra   2  
931   C   Overdekte kunstijsbanen   3.2  
931   D   Stadions en open-lucht-ijsbanen   4.2  
931   E   Maneges   3.1  
931   F   Tennisbanen (met verlichting)   3.1  
931   G   Veldsportcomplex (met verlichting)   3.1  
931   H   Golfbanen   1  
931   I   Kunstskibanen   3.1  
931   0   Schietinrichtingen:      
931   1   - binnenbanen: geweer- en pistoolbanen   4.1  
931   10   - buitenbanen met voorzieningen: pistoolbanen   5.3  
931   11   - buitenbanen met voorzieningen: boogbanen   2  
931   2   - binnenbanen: boogbanen   1  
931   3   - vrije buitenbanen: kleiduiven   4.2  
931   4   - vrije buitenbanen: schietbomen   6  
931   5   - vrije buitenbanen: geweerbanen   6  
931   6   - vrije buitenbanen: pistoolbanen   6  
931   7   - vrije buitenbanen: boogbanen   4.1  
931   8   - buitenbanen met voorzieningen: schietbomen   5.1  
931   9   - buitenbanen met voorzieningen: geweerbanen   6  
931   A   Skelter- en kartbanen, in een hal   3.1  
931   B   Skelter- en kartbanen, open lucht, < 8 uur/week in gebruik   5.1  
931   C   Skelter- en kartbanen, open lucht, >=8 uur/week in gebruik   5.3  
931   D   Autocircuits, motorcrossterreinen e.d., < 8 uur/week in gebruik   5.2  
931   E   Autocircuits, motorcrossterreinen e.d., >=8 uur/week in gebruik   6  
931   F   Sportscholen, gymnastiekzalen   2  
932   G   Jachthavens met diverse voorzieningen   3.1  
9200       Casino's   2  
92009       Amusementshallen   2  
93299       Modelvliegtuig-velden   4.2  
93   -          
96   -   OVERIGE DIENSTVERLENING      
96011   A   Wasserijen en strijkinrichtingen   3.1  
96011   B   Tapijtreinigingsbedrijven   3.1  
96012       Chemische wasserijen en ververijen   2  
96013   A   Wasverzendinrichtingen   2  
96013   B   Wasserettes, wassalons   1  
9602       Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten   1  
9603   0   Begrafenisondernemingen:      
9603   1   - uitvaartcentra   1  
96031   2   - begraafplaatsen   1  
96032   3   - crematoria   3.2  
9313, 9604       Fitnesscentra, badhuizen en sauna-baden   2  
9609   A   Dierenasiels en -pensions   3.2  
9609   B   Persoonlijke dienstverlening n.e.g.   1  

Lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten

Als rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten worden aangemerkt de volgende beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten:

  rubriek   aan huis gebonden activiteiten  
1   Individuele praktijk voor medische en paramedische dienstverlening   - huisartsenij,
- psychologie,
- psychiatrie,
- fysiotherapie en bewegingsleer,
- voedingsleer en voedingsadvies,
- mondhygiëne,
- tandheelkunde,
- logopedie,
- orthopedagogie,
- verloskunde,
- alternatieve geneeswijze,
- diergeneeskunde  
2   Individuele praktijk voor zakelijke dienstverlening   - notaris,
- advocaat, deurwaarder en juridisch adviseur,
- accountant en belastingconsulent,
- assurantie- en verzekeringsbemiddeling,
- exploitatie en handel in onroerende zaken,
- hypotheekadviseur en financieel adviseur
- tolk/vertaler  
3   Vervaardiging en kunstnijverheid in de vorm van een eenmansbedrijf   - (maat)kledingmakerij en kledingverstelbedrijf
- hoedenmaker
- (muziek)instrumentenmaker
- kaarsenmaker
- lijstenmaker
- vervaardiging munten
- vervaardiging sieraden
- kunstschilder (met atelier)
- fotograaf  
4   Individuele praktijk op gebied van advies, ontwerp en onderzoek   - reclame ontwerp
- grafisch ontwerp
- architectonisch ontwerp
- stedenbouwkundig ontwerp
- tuin- en landschapsontwerp
- computerservice en informatietechnologie
- maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek  
5   Kantoor- en opslagfunctie voor bedrijvigheid die elders wordt uitgeoefend   - kantoor-, stallings- en opslagfunctie voor schoonmaakbedrijf, schoorsteenveegbedrijf, klussenbedrijf, bestratingsbedrijf, loodgieter, electriciën, metselaar, glazenwasser (een en en ander zonder bewerking of verwerking van stofffen, voorwerpen of materialen)
- kantoor,- stallings- en opslagfunctie voor een groothandelsbedrijf en voor internetverkoop (mits zonder klantcontact aan huis)  
6   Eenmans-reparatie-/
verhuurbedrijf  
- uurwerkreparatiebedrijf
- goud- en zilverwerkreparatiebedrijf
- reparatie van kleine consumentenartikelen (antiek, radio’s/tv’s/digitale apparatuur)
- reparatie van muziekinstrumenten  
7   Overige dienstverlening in de vorm van eenmansbedrijven   - kappersbedrijf (met niet meer dan één kappersstoel)
- schoonheidsspecialist
- manicure
- pedicure
- hondentrimmer
- taxi-/koeriersbedrijf (alleen eigen rijder, ten hoogste één auto)
- begrafenisonderneming (niet zijnde een mortuarium)
- decorateur
- privé-docenten (zoals remedial teachers en individuele muziek-, spraak- en taalllessen).  
Uitsluitingen.
Tot de onder punt 1 tot en met 7 bedoelde rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten worden in ieder geval niet gerekend:  
- groepsmatige activiteiten, dat wil zeggen het verlenen van diensten en het geven van onderricht en informatie aan 3 of meer personen tegelijk
- buitenopslag, dat wil zeggen opslag van goederen buiten gebouwen
- opslag van brandgevaarlijke en explosiegevaarlijke stoffen
- reparatiebedrijven voor gemotoriseerde voertuigen
- detailhandel