direct naar inhoud van Regels
Plan: De Kolk Ravenstein - 2019
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0828.BPdkolkrvn2019-VG01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan De Kolk Ravenstein - 2019 met identificatienummer NL.IMRO.0828.BPdkolkrvn2019-VG01 van de gemeente Oss.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aanbouw:

een aan een hoofdgebouw toegevoegde, afzonderlijke ruimte die qua afmetingen en/of visueel opzicht (onder meer voor wat betreft goothoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.4 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar volgens de regels regels worden gesteld over het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.5 aan huis gebonden activiteit:

een beroeps- of bedrijfsmatige activiteit die in of bij een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.6 bebouwing:

gebouwen en bouwwerken die geen gebouw zijn.

1.7 bed en breakfast:

een kleinschalige overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt, gevestigd in een woonhuis of bijbehorende aan- of uitbouw of bijgebouw en volledig gedreven door de bewoner van het betreffende woonhuis.

1.8 bedrijf/bedrijfsactiviteit:

de uitoefening van opslag-, handels-, transport- en industriële en ambachtelijke bedrijven, een en ander met uitsluiting van agrarische bedrijven, detailhandel, horeca, dienstverlening, zelfstandige kantoren, maatschappelijke voorzieningen en voorzieningen op het gebied van cultuur en ontspanning.

1.9 bedrijfsvloeroppervlakte (bvo):

de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een bouwwerk en/of op een terrein die wordt gebruikt voor de uitoefening van een activiteit, zoals een winkel, bedrijf, kantoor, dienstverlenende instelling of een aan huis gebonden activiteit, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.

1.10 bestaand:
  • a. over bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan bestonden of in uitvoering waren, dan wel gebouwd zijn of gebouwd kunnen worden overeenkomstig de Woningwet of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of krachtens die wetten gegeven voorschriften;
  • b. over gebruik: gebruik van gronden en opstallen zoals dat aanwezig is op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
1.11 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

1.12 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming, met dien verstande dat geometrisch bepaalde bestemmingsvlakken die aan elkaar zijn gekoppeld met de figuur 'relatie' als één bestemmingsvlak gelden.

1.13 bijbehorend bouwwerk:

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.

1.14 bijgebouw:

een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.15 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.16 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

1.17 bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.

1.18 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop volgens de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.19 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar volgens de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.20 bouwwerk:

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.21 carport:

een dakconstructie, vrijstaand zonder wanden dan wel aan maximaal drie zijden begrensd door de gevels van belendende gebouwen, bestemd voor het overdekt stallen van auto's.

1.22 cultuur en ontspanning (c.q. voorzieningen op het gebied van):

het al dan niet bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op spel, vermaak en ontspanning, waaronder begrepen: atelier, bioscoop, bowlingbaan, casino, creativiteitscentrum, dansschool, evenemententerrein, fitnesscentrum, kinderboerderij, museum, muziekschool, muziektheater, sauna, speeltuin, sportschool, theater, wellnesscentrum, alsmede ondergeschikte detailhandel en horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen.

1.23 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit met uitzondering van een supermarkt.

1.24 dienstverlening:

een bedrijfsmatige activiteit met een uitsluitend of in hoofdzaak dienstverlenende of verzorgende taak al dan niet met een baliefunctie, zoals: uitzendbureaus, reisbureaus, wasserettes, kapsalons, bijkantoren van banken en van sociaal-culturele instellingen, postagentschappen, telefoon-, internet-, telegraaf- en telexdiensten, snelfoto-ontwikkel- en copy-shops, videotheken en autorijscholen.

1.25 eerste bouwlaag:

de bouwlaag op de begane grond.

1.26 escortbedrijf:

de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend.

1.27 functie:

activiteiten ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.

1.28 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.29 geluidsgevoelige ruimte

ruimte binnen een woning voor zover die kennelijk als slaap-, woon- of eetkamer wordt gebruikt of voor een zodanig gebruik is bestemd, alsmede een keuken van ten minste 11 m² (artikel 1 wGH);

1.30 gevellijn:

de aanduiding van de grens van het bouwvlak die gericht is naar de weg of ander openbaar gebied en waarop de bebouwing is georiënteerd.

1.31 groepsmatige activiteit:

een beroeps- of bedrijfsmatige activiteit die in of bij een woning door de bewoner wordt uitgeoefend in de vorm van het verlenen van diensten en het geven van onderricht en informatie aan 3 of meer personen tegelijk, kinderopvang daaronder mede begrepen.

1.32 groothandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers dan wel aan instellingen of personen tot aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.

1.33 hoofdgebouw:

gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.34 horeca:

een bedrijf gericht op één of meer van de navolgende bedrijfsmatige activiteiten:

  • a. het bedrijfsmatig verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren en/of dranken met de mogelijkheid deze ter plaatse of elders te nuttigen;
  • b. het verstrekken van nachtverblijf;
  • c. het exploiteren van zaalaccommodatie;
  • d. het bieden van gelegenheid tot dansen;
  • e. het uitoefenen van een kans- en/of behendigheidsspel;

een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie (uitgezonderd een erotisch getinte vermaaksfunctie).

1.35 horeca van categorie 3:

een bedrijf dat in hoofdzaak gericht is op het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse bereide snacks, ijs en kleine maaltijden voor consumptie, zowel ter plaatse als elders, met daaraan ondergeschikt het verstrekken van dranken, zoals een snackbar, cafetaria, maaltijdafhaalcentrum, lunchroom en ijssalon.

1.36 huishouden:

de leefvorm of samenlevingsvorm van een alleenstaande of een gezin, waaronder mede wordt begrepen:

  • a. het inwonen of het bewonen van kamers door niet meer dan 2 verwanten of andere personen in het hoofdgebouw en/of aan- en uitbouw, al dan niet bij wijze van mantelzorg en al dan niet met eigen voorzieningen;
  • b. een met een gezin gelijk te stellen samenlevingsverband, waaronder mede wordt begrepen:
    • 1. een woongroep van mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking of aandoening met inbegrip van begeleiding en toezicht gericht op zelfstandige bewoning;
    • 2. de gezamenlijke huisvesting van een groep van maximaal 4 niet verwante personen, die gebruik maken van de gemeenschappelijke voorzieningen in de woning.
1.37 individuele praktijk c.q. eenmansbedrijf:

een praktijk of bedrijf, uitgeoefend door één beroepsuitoefenaar al dan niet administratief of anderszins ondersteund door niet meer dan een ander persoon.

1.38 kantoor:

een ruimte of bij elkaar horende ruimten die bestemd is/zijn om voornamelijk te worden gebruikt voor administratieve werkzaamheden of administratieve dienstverlening.

1.39 kelder:

een geheel of nagenoeg geheel, dat wil zeggen maximaal 0,5 m boven peil, ondergronds gelegen ruimte, die grotendeels is gesitueerd onder een bijbehorend bovengronds bouwwerk.

1.40 lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten:

de lijst, behorend bij deze regels, waarin is aangegeven welke beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten rechtstreeks toelaatbaar zijn in woningen.

1.41 maatschappelijk c.q. maatschappelijke voorzieningen:

maatschappelijke voorzieningen op het gebied en/of in de vorm van: asielzoekerscentrum, bibliotheek, drugsopvang, gezondheidszorg (inclusief apotheek), jeugdopvang, kinder- en naschoolse opvang, onderwijs, openbaar bestuur en openbare dienstverlening, praktijkruimte, religie en levensbeschouwing, uitvaartcentrum, verenigingsleven, welzijnsinstelling, zorgboerderij, zorginstelling, alsmede ondergeschikte detailhandel en horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen.

1.42 milieuzoneringslijst:

de lijst van handels- en bedrijfsactiviteiten die onderdeel uitmaakt van de regels, waarin deze activiteiten naar milieucategorie zijn onderscheiden.

1.43 onderbouw:

een gedeelte van een gebouw dat gedeeltelijk onder peil is gelegen.

1.44 ondergeschikte detailhandel:

beperkte, op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen die functioneel rechtstreeks verband houden met bedrijfsactiviteiten die als hoofdfunctie worden uitgeoefend.

1.45 peil:
  • a. voor bouwwerken op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  • b. in alle andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte, normale maaiveld.
1.46 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.47 ruimtelijke kwaliteit:

kwaliteit van een gebied die bepaald wordt door de mate waarin sprake is van gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde.

1.48 seksinrichting:

de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden; onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.49 supermarkt:

een zelfbedieningswinkel in hoofdzaak gericht op de verkoop van levensmiddelen.

1.50 uitbouw:

de vergroting van een bestaande ruimte in een hoofdgebouw die qua afmetingen en/of in visueel opzicht (onder meer wat betreft (goot)hoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.51 verdieping:

elke bouwlaag boven de eerste bouwlaag op de begane grond.

1.52 verkoopvloeroppervlakte (vvo):

de totale oppervlakte van de voor het publiek toegankelijke en zichtbare winkelruimte, inclusief de etalageruimte en de ruimte achter de toonbank.

1.53 vlonder

een houten vlakke vloer die toegang geeft tot het water.

1.54 voorgevellijn:

de lijn (in hoeksituaties: de lijnen) waarin de naar de weg of ander openbaar gebied gekeerde gevel(s) van het dichtst bij die weg of ander openbaar gebied gelegen gebouw is (zijn) gelegen alsmede het verlengde daarvan.

1.55 wonen:

het bewonen van een woning.

1.56 woning:

een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.

1.57 woonhuis:

een gebouw, dat één grondgebonden woning omvat.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:

de kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het betreffende bouwwerk op een bouwperceel.

2.2 de bebouwde oppervlakte van een bouwperceel:

de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken samen.

2.3 het bebouwingspercentage:

de oppervlakte, die met gebouwen (carports en overkappingen inbegrepen) is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de regels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming; bij het bepalen van de oppervlakte van een bouwperceel waarop een of meer woningen mogen worden gebouwd, wordt de oppervlakte van de bij de woning behorende bestemming 'Tuin' meegerekend; de oppervlakte wordt altijd in gehele getallen bepaald.

2.4 de breedte, diepte c.q. lengte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren.

2.5 de dakvoet:

het laagste punt van een schuin dak.

2.6 de daknok:

het hoogste punt van een schuin dak.

2.7 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.8 de breedte van een bouwperceel:

tussen de zijdelingse perceelsgrenzen, gemeten over tenminste 3/4 van de lengte van het bouwperceel, in welke lengte in ieder geval het bouwvlak aanwezig is of de toegestane situering van het hoofdgebouw als geen bouwvlak is aangegeven.

2.9 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.10 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de beganegrondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.11 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.12 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Centrum

3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Algemeen

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor de volgende functies:

functies   toegestaan
op gehele bouwperceel met uitzondering van de verdiepingen van een gebouw  
toegestaan op verdiepingen van een gebouw   afwijken op grond van artikel 3.3 met omgevingsvergunning mogelijk  
detailhandel   ja   nee   nee  
horeca van categorie 3   ja   nee   nee  
cultuur en ontspanning   ja   nee   nee  
kantoren   nee   nee   nee  
dienstverlening   ja   nee   nee  
maatschappelijk   ja   nee   nee  
wonen   nee   ja   ja  
parkeervoorzieningen   ja   nee   nee  

met dien verstande dat:

  • a. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt' uitsluitend een supermarkt is toegestaan;
  • b. de bevoorrading van de supermarkt uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'laad- en losplaats';
  • c. het aantal woningen niet meer mag bedragen dan 17.
3.1.2 Detaillering

Het laden en lossen van de hierboven in artikel 3.1.1 opgenomen functies 'detailhandel' en 'supermarkt' mag uitsluitend plaatsvinden in de dag- en avondperiode (7.00 uur - 23.00 uur).

3.1.3 Algemene medebestemmingen

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn naast het bepaalde in artikel 3.1.1 mede bestemd voor de volgende functies:

  • a. nutsvoorzieningen
  • b. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, tuinen, erven en terreinen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht voor de functies die zijn toegestaan in artikel 3.1.

3.2.2 Bebouwingspercentage
  • a. Het bebouwingspercentage wordt gemeten over het deel van het bouwperceel gelegen binnen het bouwvlak.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' mag het bebouwingspercentage niet meer bedragen dan in die aanduiding is aangegeven.

3.2.3 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels.

  • a. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De bouwhoogte van hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' is aangegeven.
  • c. Ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' moeten de hoofdgebouwen worden georiënteerd op deze lijn.
3.2.4 Bouwwerken die geen gebouw zijn

Voor het bouwen van bouwwerken die geen gebouw zijn, gelden de volgende regels.

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. De bouwhoogte van andere bouwwerken die geen gebouw zijn, mag niet meer bedragen dan 4 m.
3.3 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van artikel 3.1.1 voor de uitoefening van de functie 'wonen' op de begane grond. Daarbij gelden de volgende voorwaarden:

  • 1. de functie 'wonen' past in de ruimtelijke en functionele opbouw van de omgeving;
  • 2. er kan in voldoende mate worden voorzien in de parkeerbehoefte;
  • 3. er zijn geen milieuhygiënische belemmeringen.

3.4 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan

Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. speel- en verblijfsvoorzieningen en beeldende kunst;
  • c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • d. vlonders;
  • e. voorzieningen voor langzaam verkeer;
  • f. nutsvoorzieningen en zend- en ontvangstinstallaties;
  • g. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm': een geluidscherm;
  • h. te behouden bomen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - te behouden bomen';
  • i. verhardingen anders dan voor de functies genoemd onder b, c, d en e tot een oppervlakte van niet meer dan 10% van de oppervlakte van het bestemmingsvlak.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht voor de doelen die genoemd zijn in artikel 4.1.

4.2.2 Bouwwerken die geen gebouw zijn

Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken die geen gebouw zijn, worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels.

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. De bouwhoogte van zend- en ontvangstinstallaties mag niet meer bedragen dan 12 m.
  • c. De bouwhoogte van objecten van beeldende kunst mag niet meer bedragen dan 12 m.
  • d. De bouwhoogte van overige bouwwerken die geen gebouw zijn, mag niet meer bedragen dan 4 m.
  • e. In afwijking van het bepaalde onder d mag de hoogte van het in artikel 4.1 onder g genoemde geluidscherm, niet meer bedragen dan 5 m.
4.2.3 Kleine gebouwen voor nutsvoorzieningen

In afwijking van artikel 4.2.2 mogen op deze gronden gebouwen voor nutsvoorzieningen worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels:

  • a. De oppervlakte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 15 m².
  • b. De bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 3 m.
4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.3.1 Vergunningsplicht

Het is verboden op en/of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning, binnen de zone 'overige zone - te behouden bomen' bomen geheel of gedeeltelijk te rooien of te vellen, daaronder begrepen het doen en/of laten rooien of vellen.

4.3.2 Uitzonderingen

Het in artikel 4.3.1 vervatte verbod geldt niet voor werkzaamheden:

  • a. die op het moment van het van kracht worden van het plan reeds legaal in uitvoering waren of legaal konden worden uitgevoerd krachtens een voor dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning;
  • b. die het normale gebruik, onderhoud en/of beheer betreffen van de gronden.
4.3.3 Toelaatbaarheid

De in artikel 4.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen afbreuk wordt gedaan aan de duurzame instandhouding van de roek.

4.4 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan

Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.

Artikel 5 Tuin

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen en erven als deel van het bouwperceel horend bij de voor 'Wonen - Rijen' bestemde gronden;
  • b. andere functies die ter plaatse van de bijbehorende bestemming 'Wonen - Rijen' zijn toegestaan;
  • c. ondergeschikte waterhuishoudkundige voorzieningen, voorzieningen zoals terrassen en paden en parkeervoorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht voor de doelen die genoemd zijn in artikel 5.1.

5.2.2 Bouwwerken die geen gebouw zijn

Op deze gronden mogen uitsluitend bij de woning behorende bouwwerken die geen gebouw zijn, worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. In afwijking van wat er onder a staat, mag de bouwhoogte:
    • 1. van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel van de bijbehorende woning niet meer bedragen dan 1 m;
    • 2. van erf- en terreinafscheidingen, die een afscheiding vormen van de openbare weg of ander openbaar gebied, niet meer bedragen dan 1 m, waarbij geldt, dat laatstgenoemde bouwhoogte op een afstand van meer dan 5 m achter de voorgevel van de bijbehorende woning niet meer mag bedragen dan 1,80 m.
  • c. De bouwhoogte van overige bouwwerken die geen gebouw zijn, mag vóór de voorgevel van de bijbehorende woning niet meer bedragen dan 1 m en overigens niet meer dan 4 m.
5.2.3 Carports

Op deze gronden mogen carports worden gebouwd. Hiervoor gelden - in voorkomend geval in afwijking van artikel 5.2.2 - de volgende regels.

  • a. Carports mogen uitsluitend worden gebouwd op een afstand van minstens 5 m achter de voorgevel.
  • b. De bouwhoogte van carports mag niet meer bedragen dan 3 m.
  • c. Voor de toegestane oppervlakte van carports en overkappingen is het bepaalde in artikel 8.2.6 van toepassing.
5.3 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan

Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.

Artikel 6 Verkeer - Verblijf

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen en woonstraten met niet meer dan twee rijstroken;
  • b. erven, pleinen en paden;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. nutsvoorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. speel- en verblijfsvoorzieningen en beeldende kunst;
  • g. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm': een geluidscherm;
  • h. een reclamezuil, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - reclamezuil';
  • i. vlaggenmasten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - vlaggenmast';
  • j. terrein voor markten, standplaatsen, terrassen en evenementen;
  • k. voorzieningen voor afvalinzameling en openbaar vervoer;
  • l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

een en ander waarbij geldt dat:

ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' deze gronden uitsluitend voor parkeervoorzieningen en de ontsluiting daarvan zijn bestemd.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht voor de in artikel 6.1 genoemde doelen.

6.2.2 Bouwwerken die geen gebouw zijn

Op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken die geen gebouw zijn, worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van palen, masten en portalen voor geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer bedragen dan 12 m.
  • b. De bouwhoogte van zend- en ontvangstinstallaties mag niet meer bedragen dan 12 m.
  • c. De bouwhoogte van objecten van beeldende kunst mag niet meer bedragen dan 12 m.
  • d. De bouwhoogte van een reclamezuil mag niet meer bedragen dan 8 m.
  • e. De bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 6 meter.
  • f. De bouwhoogte van overige bouwwerken die geen gebouw zijn, mag niet meer bedragen dan 4 m.
  • g. In afwijking van het bepaalde onder f mag de hoogte van het in artikel 6.1 onder g genoemde geluidscherm, niet meer bedragen dan 5 m.
  • h. Er zijn maximaal drie vlaggenmasten toegestaan.
6.2.3 Kleine gebouwen voor nutsvoorzieningen en openbaar vervoer

In afwijking van artikel 6.2.2 mogen op deze gronden gebouwen voor nutsvoorzieningen en openbaar vervoer worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels:

  • a. De oppervlakte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 15 m2.
  • b. De hoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 3 m.

6.3 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan

Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.

Artikel 7 Water

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder voorzieningen voor waterberging, -aanvoer en -afvoer, zoals watergangen, waterlopen en waterpartijen;
  • b. groenvoorzieningen;
  • c. voorzieningen voor verkeer en verblijf, waaronder bruggen, duikers en gelijksoortige voorzieningen.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in artikel 7.1.

7.2.2 Bouwwerken die geen gebouw zijn

Op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken die geen gebouw zijn, worden gebouwd, met een bouwhoogte van maximaal 4 m.

7.3 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan

Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.

Artikel 8 Wonen - Rijen

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Rijen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in de vorm van ten minste twee aaneengebouwde woonhuizen en daarbij behorende bouwwerken;
  • b. activiteiten, genoemd in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' met een bedrijfsvloeroppervlakte van niet meer dan 35 m2;
  • c. een bed en breakfast met een overnachtingscapaciteit van niet meer dan 2 kamers en voor niet meer dan 4 personen tegelijk;
  • d. bijbehorende waterhuishoudkundige voorzieningen, parkeervoorzieningen, paden, erven en tuinen.

met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen uitgesloten - geluidsgevoelige ruimte' een geluidsgevoelige ruimte op de tweede verdieping niet is toegestaan.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Algemeen
  • a. Bebouwing mag alleen worden opgericht voor de doelen als genoemd in artikel 8.1.
  • b. Op de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting' mag pas worden gebouwd als het geluidscherm zoals opgenomen in het als bijlage bij de regels gevoegde 'Akoestisch onderzoek industrielawaai t.g.v. bedrijventerrein De Kolk Schaafdries te Ravenstein' (14 mei 2019, ref. 04760-45384-07) is gerealiseerd.

8.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De goothoogte en de bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' is aangegeven.
  • c. In afwijking van het bepaalde in artikel 8.2.3 onder c is een dakterras op het hoofdgebouw toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - dakterras'.
  • d. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - dakterras' moet het dakterras dat bij de oorspronkelijke bouw is gerealiseerd, gehandhaafd blijven.
8.2.3 Bijbehorende bouwwerken minstens 5 m achter de voorgevel

Bijbehorende bouwwerken mogen worden gebouwd, mits voldaan wordt aan de volgende regels:

  • a. Op een afstand van minstens 5 m achter de voorgevel van het bijbehorend hoofdgebouw.
  • b. Indien het bijbehorend bouwwerk hoger is dan 3,5 m, dan moet het voorzien zijn van een schuin dak, dat voldoet aan de volgende eisen:
    • 1. de dakvoet daarvan is niet hoger dan 3,5 m;
    • 2. de daknok wordt gevormd door twee of meer schuine dakvlakken met een hellingshoek van niet meer dan 55o;
    • 3. de hoogte van de daknok is niet meer dan 5 m en de hoogte daarvan wordt altijd begrensd door de volgende formule: maximale daknokhoogte [m] = (afstand daknok tot de perceelsgrens [m] x 0,47) + 3,5.
  • c. Dakterrassen zijn alleen toegestaan direct achter en aansluitend aan het hoofdgebouw.
8.2.4 Bijbehorende bouwwerken minstens 1 m achter de voorgevel

In afwijking van wat er in lid 8.2.3 staat mogen bijbehorende bouwwerken ook worden gebouwd in het gebied tussen 1 en 5 m achter de voorgevel van het bijbehorend hoofdgebouw, mits voldaan wordt aan de volgende eisen:

  • a. Het bijbehorende bouwwerk is niet hoger dan:
    • 1. 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, en
    • 2. het hoofdgebouw.
  • b. Het bijbehorende bouwwerk is niet voorzien van een dakterras, balkon of een andere niet op de grond gelegen buitenruimte.
8.2.5 Andere bouwwerken die geen bijbehorend bouwwerk zijn

Voor het bouwen van bouwwerken die geen bijbehorend bouwwerk zijn, gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. In afwijking van het bepaalde onder a:
    • 1. mag de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn niet meer bedragen dan 1 m.
    • 2. mag, in overeenstemming met het als bijlage bij de regels gevoegde 'Akoestisch onderzoek industrielawaai t.g.v. bedrijventerrein De Kolk Schaafdries te Ravenstein' (14 mei 2019, ref. 04760-45384-07), ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - erfafscheiding' de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen die een afscheiding vormen van de openbare weg of ander openbaar gebied, niet meer bedragen dan 1 m, waarbij geldt dat laatstgenoemde bouwhoogte op een afstand van 5 m achter de voorgevel van de bijbehorende woning minimaal 1.80 m en maximaal 2 m moet bedragen.
  • c. De bouwhoogte van overige bouwwerken mag niet meer bedragen dan 4 m.
8.2.6 Bebouwingspercentage

Het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer bedragen dan hieronder is aangegeven:

oppervlakte bouwperceel   bebouwingspercentage  
bouwperceel tot en met 150 m2   65% gerekend over de hele oppervlakte van het bouwperceel  
bouwperceel van 151 tot en met 200 m2   65% voor de oppervlakte tot 150 m2 en 40% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 201 tot en met 300 m2   60% voor de oppervlakte tot 200 m2 en 40% over de meerdere oppervlakte  

Daarbij geldt dat de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak niet meer mag bedragen dan 150 m2, met inbegrip van bijbehorende bouwwerken op de bij het bouwperceel behorende gronden met de bestemming 'Tuin'.

8.3 Specifieke gebruiksregels

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik, daaronder begrepen het doen en/of laten gebruiken:

  • a. van een ruimte op de tweede verdieping ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen uitgesloten - geluidsgevoelige ruimte' als geluidsgevoelige ruimte;
  • b. voor wonen als geen uitvoering is gegeven aan het bepaalde in artikel 8.2.1 onder b.

8.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het verbod als bedoeld in artikel 8.2.1 onder b, mits de hinderveroorzakende inrichting is beëindigd danwel de hinderveroorzakende activiteiten zijn beëindigd en niet langer mogelijk zijn.

8.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken:

  • a. van het bepaalde in artikel 8.1 voor de uitoefening van activiteiten die genoemd worden in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' met een bedrijfsvloeroppervlak van meer dan 35 m² of die niet in die lijst genoemd worden, maar naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de in die lijst wel genoemde activiteiten, mits:
    • 1. de woonfunctie als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor minstens 50%, gehandhaafd blijft en het bedrijfsvloeroppervlak nooit meer bedraagt dan 75 m2;
    • 2. geen onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving plaatsvindt;
    • 3. de activiteit voor wat betreft milieuaspecten kan worden ingeschaald in categorie 1 van de milieuzoneringslijst;
    • 4. een goede verkeersafwikkeling kan worden gewaarborgd en voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
    • 5. de activiteit geen sterk publieksaantrekkende werking heeft;
    • 6. de activiteit niet is uitgesloten in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten';
  • b. van het bepaalde in artikel 8.1 voor groepsmatige activiteiten, mits:
    • 1. de woonfunctie als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor minstens 50%, gehandhaafd blijft en het bedrijfsvloeroppervlak nooit meer bedraagt dan 75 m2;
    • 2. de aard, de groepsgrootte en de frequentie niet leiden tot een onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving;
    • 3. een goede verkeersafwikkeling kan worden gewaarborgd en voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
  • c. van het verbod tot uitoefening van detailhandel als onderdeel van de uitoefening van een aan huis gebonden activiteit, mits:
    • 1. de detailhandel onderdeel is van de klantgerichte activiteiten ter plaatse;
    • 2. de detailhandel van ondergeschikte aard en een niet-zelfstandig onderdeel is van de totale bedrijfsvoering;
  • d. van het bepaalde in artikel 8.3, mits door middel van onderzoek is aangetoond dat aan de wettelijke geluidsnormen wordt voldaan.

8.6 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan

Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.

Artikel 9 Leiding - Riool

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van ondergrondse riooltransportleidingen.

9.2 Bouwregels

In afwijking van wat elders in deze regels is bepaald over het bouwen krachtens de overige bestemmingen mogen op of in deze gronden uitsluitend bouwwerken worden opgericht tot een bouwhoogte van 3 m voor ondergrondse riooltransportleidingen.

9.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van artikel 9.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) als de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant.

9.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk dat geen bouwwerk is of van werkzaamheden
9.4.1 Vergunningsplicht

Het is verboden op en/of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken die geen bouwwerk zijn en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen of te laten uitvoeren:

  • a. het uitvoeren van graafwerkzaamheden;
  • b. het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • c. het aanbrengen van diepwortelende en/of hoogopgaande beplanting en/of bomen;
  • d. het ophogen, verlagen, afgraven of egaliseren van de bodem, of anderszins wijzigen van maaiveld- of weghoogte;
  • e. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen.
9.4.2 Uitzondering

Het verbod in artikel 9.4.1 geldt niet voor de werken die geen bouwwerk zijn of voor werkzaamheden:

  • a. die het normale onderhoud en beheer van de gronden en de leiding betreffen;
  • b. die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan in uitvoering zijn.
9.4.3 Toelaatbaarheid

De werken en werkzaamheden als bedoeld onder 9.4.1 zijn slechts toelaatbaar als door die werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de leidingen en/of afvalwaterzuivering ontstaat of kan ontstaan.

9.4.4 Advies

Alvorens te beslissen over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.4.1 wint het bevoegd gezag het advies in van de beheerder van de leiding.

9.5 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan

Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 10 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 11 Algemene bouwregels

11.1 Ondergronds bouwen
11.1.1 Ondergrondse bouwwerken
  • a. Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken die geen gebouw zijn, gelden geen beperkingen behalve voor zover in deze regels anders is bepaald. Ondergrondse bouwwerken mogen uitsluitend worden gebruikt overeenkomstig het bij de bestemming toegestane gebruik.
  • b. Voor het bouwen en gebruiken van ondergrondse gebouwen gelden, behalve voor zover in deze regels anders is bepaald, de volgende regels:
    • 1. ondergrondse gebouwen die deels zichtbaar zijn boven het aansluitende, afgewerkte, normale maaiveld, zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, die ook buiten het bouwvlak zijn toegestaan;
    • 2. ondergrondse gebouwen die onzichtbaar zijn boven het aansluitende, afgewerkte, normale maaiveld, zijn ook buiten het bouwvlak toegestaan;
    • 3. in afwijking van wat er onder b1 en b2 staat, zijn ondergrondse gebouwen onder en bij woonhuizen uitsluitend toegestaan als kelder of onderbouw onder het woonhuis en onder aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen;
    • 4. de ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse gebouwen bedraagt maximaal 4 meter onder peil;
    • 5. de oppervlakte van ondergrondse gebouwen wordt meegerekend bij het berekenen van de toegestane bedrijfsvloeroppervlakte en de toegestane verkoopoppervlakte;
    • 6. de oppervlakte van ondergrondse gebouwen wordt uitsluitend meegerekend bij het toegestane bebouwingspercentage voor zover die gebouwen zichtbaar zijn boven het aansluitende, afgewerkte, normale maaiveld;
    • 7. de inhoud van ondergrondse gebouwen wordt niet meegerekend bij de toegestane inhoud van een woning voor zover die gebouwen maximaal 0,5 m boven peil zijn gelegen;
    • 8. ondergrondse gebouwen mogen uitsluitend worden gebruikt overeenkomstig het bij de bestemming toegestane gebruik.
11.1.2 Afwijken van ondergronds bouwen

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van artikel 11.1.1 voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken op andere locaties of met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 meter onder peil onder de voorwaarden dat:

  • a. de waterhuishouding niet wordt verstoord;
  • b. geen afbreuk wordt gedaan aan archeologische waarden;
  • c. dit niet strijdig is met de belangen verbonden aan de bestemming van de betreffende gronden en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet onevenredig worden aangetast.
11.2 Parkeervoorzieningen
11.2.1 Bouwregels voor parkeervoorzieningen

In aanvulling op wat er geregeld is voor de voorkomende bestemmingen gelden de volgende regels:

  • a. Als de omvang of de bestemming van een gebouw daartoe aanleiding geeft, moet het gebouw en moet de andere bebouwing op het betreffende bouwperceel zodanig worden geplaatst of ingericht dat voor het parkeren of stallen van auto's voldoende ruimte aanwezig is in, op of onder het gebouw dan wel op of onder het onbebouwde gedeelte van het bouwperceel.
  • b. De onder a bedoelde ruimte voor het parkeren van auto's moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's en op de situatie ter plaatse. De afmetingen van een gereserveerde parkeerruimte voor een auto van een gehandicapte - voor zover die ruimte niet in de lengterichting aan een trottoir grenst - moet minstens 3,50 bij 5,00 m bedragen.
  • c. Als de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden en lossen van goederen moet het gebouw zodanig worden geplaatst of ingericht dat in deze behoefte in voldoende mate kan worden voorzien aan, in of onder het gebouw dan wel op of onder het onbebouwde gedeelte van het betreffende bouwperceel.
  • d. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van wat er onder a en c staat, mits op andere wijze in de nodige parkeerruimte respectievelijk ruimte voor het laden en lossen van goederen wordt voorzien.
11.2.2 Beleidsregels voor toepassing normen voldoende parkeervoorzieningen

Van voldoende ruimte voor parkeren of stallen van auto's als bedoeld in lid 11.2.1 sub a is sprake als wordt voldaan aan de door burgemeester en wethouders op 13 december 2016 vastgestelde 'Parkeernormen 2017 gemeente Oss'. Hierbij geldt dat als deze beleidsregels worden gewijzigd of vervangen, rekening wordt gehouden met deze wijziging of vervanging.

Artikel 12 Algemene gebruiksregels

12.1 Verboden gebruik

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan:

  • a. gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens voor een seksinrichting en/of escortbedrijf;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • c. het gebruik van een woonhuis of woning voor de huisvesting van meer dan één huishouden;
  • d. de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen en van materialen, emballage en afval, behalve voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik.

Artikel 13 Algemene aanduidingsregels

13.1 vrijwaringszone - molenbiotoop
13.1.1 Bebouwing
  • a. Op de gronden die zijn aangeduid als 'vrijwaringszone - molenbiotoop' mogen, in voorkomend geval in afwijking van wat elders in deze regels is bepaald, binnen de in onderstaande tabel genoemde afstanden geen bouwwerken worden opgericht met een hoogte die in meters ten opzichte van NAP meer bedraagt dan de hoogte die in de tabel bij de desbetreffende afstand wordt genoemd:
    Molen Ravenstein, Molensingel 6   Afstand bouwwerk – hart molen in meters   Maximale bouwhoogte in meters ten opzichte van NAP  
      0-490   25,0 NAP  
      491-500   25,2 NAP  
  • b. als de toegestane bouwhoogte volgens wat er onder a staat groter is dan de op grond van de op deze gronden voorkomende bestemmingen toegestane bouwhoogte, geldt de laatstgenoemde, lagere bouwhoogte.
13.1.2 Afwijken van de aanduidingsregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van artikel 13.1.1 onder a mits:

  • a. de vrije windvang en/of het zicht op de molen al is beperkt vanwege aanwezige bebouwing en de windvang en/of het zicht op de molen niet onevenredig verder wordt beperkt vanwege de nieuw op te richten bebouwing en/of
  • b. toepassing van artikel 13.1.1 onder a de belangen van de nieuw op te richten bebouwing onevenredig zou schaden.
13.1.3 Advies

Alvorens te beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 13.1.2 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de molenbeheerder.

Artikel 14 Afwijken van de bouwregels algemeen

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. de in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages.
  • b. de regels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, als de verkeersveiligheid en/of verkeersintensiteit daartoe aanleiding geeft;
  • c. van de regels en toestaan dat het bouwvlak in geringe mate wordt overschreden, als een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  • d. de regels en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes voor het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes voor de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, waarbij geldt dat:
    • 1. de inhoud per gebouwtje niet meer mag bedragen dan 50 m3;
    • 2. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3,5 m;
  • e. de regels over de maximaal toegestane bouwhoogte van bouwwerken die geen gebouw zijn, en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken die geen gebouw zijn, wordt vergroot:
    • 1. voor kunstwerken die geen gebouw zijn, tot niet meer dan 15 m;
    • 2. voor waarschuwings- en/of communicatiemasten tot niet meer dan 40 m;
    • 3. voor overige bouwwerken die geen gebouw zijn, tot niet meer dan 10 m;
  • f. de regels over de maximaal toegestane bouwhoogte van gebouwen voor een overschrijding van de toegestane bouwhoogte voor plaatselijke verhogingen, zoals liftkokers, lichtkappen en technische ruimten, waarbij geldt dat:
    • 1. de maximum oppervlakte van de vergroting niet meer mag bedragen dan 10% van het betreffende platte dakvlak of de horizontale projectie van het schuine dakvlak;
    • 2. de overschrijding van de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 m.

Artikel 15 Algemene wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders mogen het plan wijzigen:

  • a. Door de bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen, andere grenslijnen en aanduidingen met niet meer dan 15 m te verschuiven, als een gewijzigde uitvoering van het plan om ruimtelijke, verkeerskundige of technische redenen gewenst is.
  • b. Door het onderbrengen van bedrijfsactiviteiten in een andere categorie in de tot het plan behorende milieuzoneringslijst c.q. door het onderbrengen van nieuwe of andere bedrijfsactiviteiten, als de opgenomen vermelding niet meer juist of volledig is.
  • c. voor de bouw van telecommunicatiemasten en daarmee vergelijkbare voorzieningen onder de volgende voorwaarden:
    • 1. wijziging is alleen mogelijk van de bestemmingen 'Groen' en Verkeer - Verblijf';
    • 2. de hoogte van bouwwerken mag niet meer zijn dan 50 m;
    • 3. de omvang van de wijzigingslocatie mag niet meer zijn dan 25 m2;
    • 4. uit onderzoek moet gebleken zijn, dat plaatsing ter plaatse in het belang van communicatievoorziening noodzakelijk en verantwoord is, waarbij dat onderzoek in ieder geval betrekking moet hebben op:
      • de mogelijkheden van plaatsing van deze voorzieningen op bestaande gebouwen of bouwwerken;
      • de benutting van de mogelijkheden van gemeenschappelijk gebruik door telecommunicatiebedrijven;
      • de inpassing van de mast in landschappelijk en stedenbouwkundig opzicht.
  • d. voor de bouw en het gebruik van gebouwen voor beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten in of bij eengezinshuizen, die op grond van de regels niet rechtstreeks zijn of bij wijze van afwijking kunnen worden toegestaan onder de volgende voorwaarden:
    • 1. uit een onderbouwing blijkt dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Uit deze onderbouwing moet minstens blijken dat:
      • de woonfunctie als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor minstens 50%, gehandhaafd blijft;
      • geen onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving plaatsvindt;
      • de activiteit ter plaatse milieuhygiënisch aanvaardbaar is;
      • een goede verkeersafwikkeling kan worden gewaarborgd en voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
    • 2. het is niet toegestaan om bij de toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de bouwmogelijkheden die gelden voor het betreffende bouwperceel te verruimen.

Artikel 16 Overige regels

16.1 Verwijzing naar andere wettelijke regelingen

Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op de regelingen zoals die luiden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.

16.2 Regeling toepasselijkheid bouwverordening

De regels van de Bouwverordening over onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behalve de regels over de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 17 Overgangsrecht

17.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
  • c. Het bepaalde onder a, is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
17.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde onder a, is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 18 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan De Kolk Ravenstein - 2019.

Bijlagen van de regels

Bijlage 1 Lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden beroepen

Als rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten worden aangemerkt de volgende beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten:

  rubriek   aan huis gebonden activiteiten  
1   Individuele praktijk voor medische en paramedische dienstverlening   - huisartsenij,
- psychologie,
- psychiatrie,
- fysiotherapie en bewegingsleer,
- voedingsleer en voedingsadvies,
- mondhygiëne,
- tandheelkunde,
- logopedie,
- orthopedagogie,
- verloskunde,
- alternatieve geneeswijze,
- diergeneeskunde  
2   Individuele praktijk voor zakelijke dienstverlening   - notaris,
- advocaat, deurwaarder en juridisch adviseur,
- accountant en belastingconsulent,
- assurantie- en verzekeringsbemiddeling,
- exploitatie en handel in onroerende zaken,
- hypotheekadviseur en financieel adviseur
- tolk/vertaler  
3   Vervaardiging en kunstnijverheid in de vorm van een eenmansbedrijf   - (maat)kledingmakerij en kledingverstelbedrijf
- hoedenmaker
- (muziek)instrumentenmaker
- kaarsenmaker
- lijstenmaker
- vervaardiging munten
- vervaardiging sieraden
- kunstschilder (met atelier)
- fotograaf  
4   Individuele praktijk op gebied van advies, ontwerp en onderzoek   - reclame ontwerp
- grafisch ontwerp
- architectonisch ontwerp
- stedenbouwkundig ontwerp
- tuin- en landschapsontwerp
- computerservice en informatietechnologie
- maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek  
5   Kantoor- en opslagfunctie voor bedrijvigheid die elders wordt uitgeoefend   - kantoor-, stallings- en opslagfunctie voor schoonmaakbedrijf, schoorsteenveegbedrijf, klussenbedrijf, bestratingsbedrijf, loodgieter, electriciën, metselaar, glazenwasser (een en en ander zonder bewerking of verwerking van stofffen, voorwerpen of materialen)
- kantoor,- stallings- en opslagfunctie voor een groothandelsbedrijf en voor internetverkoop (mits zonder klantcontact aan huis)  
6   Eenmans-reparatie-/
verhuurbedrijf  
- uurwerkreparatiebedrijf
- goud- en zilverwerkreparatiebedrijf
- reparatie van kleine consumentenartikelen (antiek, radio’s/tv’s/digitale apparatuur)
- reparatie van muziekinstrumenten  
7   Overige dienstverlening in de vorm van eenmansbedrijven   - kappersbedrijf (met niet meer dan één kappersstoel)
- schoonheidsspecialist
- manicure
- pedicure
- sportmassage
- hondentrimmer
- taxi-/koeriersbedrijf (alleen eigen rijder, niet meer dan één auto)
- begrafenisonderneming (niet zijnde een mortuarium)
- decorateur
- privé-docenten (zoals remedial teachers en individuele muziek-, spraak- en taalllessen)  
Uitsluitingen.
Tot de onder punt 1 tot en met 7 bedoelde rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten worden in ieder geval niet gerekend:  
- groepsmatige activiteiten, dat wil zeggen het verlenen van diensten en het geven van onderricht en informatie aan 3 of meer personen tegelijk
- buitenopslag, dat wil zeggen opslag van goederen buiten gebouwen
- opslag van brandgevaarlijke en explosiegevaarlijke stoffen
- reparatiebedrijven voor gemotoriseerde voertuigen
- detailhandel  

Uitsluitingen.
Tot de onder punt 1 tot en met 7 bedoelde rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten worden in ieder geval niet gerekend:- groepsmatige activiteiten, dat wil zeggen het verlenen van diensten en het geven van onderricht en informatie aan 3 of meer personen tegelijk
- buitenopslag, dat wil zeggen opslag van goederen buiten gebouwen
- opslag van brandgevaarlijke en explosiegevaarlijke stoffen
- reparatiebedrijven voor gemotoriseerde voertuigen
- detailhandel

Bijlage 2 Milieuzoneringslijst

SBI-2008   nr    OMSCHRIJVING    categorie  
10, 11   -   VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN      
1052   1   Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m²   3.2  
1052   2   - consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m²   2  
1071   0   Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:      
1071   1   - v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens   2  
1071   2   - v.c. >= 7500 kg meel/week   3.2  
10821   0   Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:      
10821   2   - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m²   3.2  
10821   3   - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m²   2  
1102 t/m 1104       Vervaardiging van wijn, cider e.d.   2  
14   -   VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT      
141       Vervaardiging kleding van leer   3.1  
141       Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)   2  
142, 151       Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont   3.1  
58   -   UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA      
581       Uitgeverijen (kantoren)   1  
1811       Drukkerijen van dagbladen   3.2  
1812       Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen)   3.2  
18129       Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen   2  
1814   A   Grafische afwerking   1  
1814   B   Binderijen   2  
1813       Grafische reproduktie en zetten   2  
1814       Overige grafische aktiviteiten   2  
182       Reproduktiebedrijven opgenomen media   1  
26, 28, 33   -   VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS      
26, 28, 33   A   Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie   2  
31   -   VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.      
310   1   Meubelfabrieken   3.2  
9524   2   Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2   1  
321       Fabricage van munten, sieraden e.d.   2  
322       Muziekinstrumentenfabrieken   2  
32991       Sociale werkvoorziening   2  
32999       Vervaardiging van overige goederen n.e.g.   3.1  
47   -   DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN      
47   A   Detailhandel voor zover n.e.g.   1  
471       Supermarkten, warenhuizen   1  
4722, 4723       Detailhandel vlees, wild, gevogelte, met roken, koken, bakken   1  
4724       Detailhandel brood en banket met bakken voor eigen winkel   1  
4773, 4774       Apotheken en drogisterijen   1  
4752       Bouwmarkten, tuincentra, hypermarkten   2  
4778       Detailhandel in vuurwerk tot 10 ton verpakt   1  
4791       Postorderbedrijven   3.1  
952       Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen)   1  
55   -   LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING      
5510       Hotels en pensions met keuken, conferentie-oorden en congrescentra   1  
561       Restaurants, cafetaria's, snackbars, ijssalons met eigen ijsbereiding, viskramen e.d.   1  
563   1   Café's, bars   1  
563   2   Discotheken, muziekcafé's   2  
5629       Kantines   1  
562       Cateringbedrijven   2  
53   -   POST EN TELECOMMUNICATIE      
531, 532       Post- en koeriersdiensten   2  
61   A   Telecommunicatiebedrijven   1  
61   B0   zendinstallaties:      
61   B1   - LG en MG, zendervermogen < 100 kW (bij groter vermogen: onderzoek!)   3.2  
61   B2   - FM en TV   1  
61   B3   - GSM en UMTS-steunzenders (indien bouwvergunningplichtig)   1  
64, 65, 66   -   FINANCIELE INSTELLINGEN EN VERZEKERINGSWEZEN      
64, 65, 66   A   Banken, verzekeringsbedrijven, beurzen   1  
41, 68   -   VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED      
41, 68   A   Verhuur van en handel in onroerend goed   1  
77   -   VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN      
7711       Personenautoverhuurbedrijven   2  
7712, 7739       Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's)   3.1  
773       Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen   3.1  
772       Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.   2  
62   -   COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE      
62   A   Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.   1  
58, 63   B   Datacentra   2  
72   -   SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK      
721       Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk   2  
722       Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek   1  
63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82   -   OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING      
63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82   A   Overige zakelijke dienstverlening: kantoren   1  
812       Reinigingsbedrijven voor gebouwen   3.1  
74203       Foto- en filmontwikkelcentrales   2  
82992       Veilingen voor huisraad, kunst e.d.   1  
84   -   OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN      
84   A   Openbaar bestuur (kantoren e.d.)   1  
85   -   ONDERWIJS      
852, 8531       Scholen voor basis- en algemeen voortgezet onderwijs   2  
8532, 854, 855       Scholen voor beroeps-, hoger en overig onderwijs   2  
86   -   GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG      
8610       Ziekenhuizen   2  
8621, 8622, 8623       Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven   1  
8691, 8692       Consultatiebureaus   1  
871   1   Verpleeghuizen   2  
8891   2   Kinderopvang   2  
37, 38, 39   -   MILIEUDIENSTVERLENING      
3700   B   rioolgemalen   2  
94   -   DIVERSE ORGANISATIES      
941, 942       Bedrijfs- en werknemersorganisaties (kantoren)   1  
9491       Kerkgebouwen e.d.   2  
94991   A   Buurt- en clubhuizen   2  
94991   B   Hondendressuurterreinen   3.1  
59   -   CULTUUR, SPORT EN RECREATIE      
591, 592, 601, 602       Studio's (film, TV, radio, geluid)   2  
5914       Bioscopen   2  
9004       Theaters, schouwburgen, concertgebouwen, evenementenhallen   2  
8552       Muziek- en balletscholen   2  
85521       Dansscholen   2  
9101, 9102       Bibliotheken, musea, ateliers, e.d.   1  
91041       Kinderboerderijen   2  
931   A   Sporthallen   3.1  
931   B   Bowlingcentra   2  
931   H   Golfbanen   1  
931   F   Sportscholen, gymnastiekzalen   2  
96   -   OVERIGE DIENSTVERLENING      
96012       Chemische wasserijen en ververijen   2  
96013   A   Wasverzendinrichtingen   2  
96013   B   Wasserettes, wassalons   1  
9602       Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten   1  
9603   0   Begrafenisondernemingen:      
9603   1   - uitvaartcentra   1  
96031   2   - begraafplaatsen   1  
96032   3   - crematoria   3.2  
9313, 9604       Fitnesscentra, badhuizen en sauna-baden   2  
9609   A  
Dierenasiels en -pensions  
3.2  
9609   B   Persoonlijke dienstverlening n.e.g.   1