direct naar inhoud van Regels
Plan: Berghem Zuid - 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0828.BPberghemzuid-VG01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Berghem Zuid - 2013 met identificatienummer NL.IMRO.0828.BPberghemzuid-VG01 van de gemeente Oss.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aan huis gebonden activiteit

een beroeps- of bedrijfsmatige activiteit die in of bij een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.4 aanbouw:

een aan een hoofdgebouw toegevoegde, afzonderlijke ruimte die qua afmetingen en/of visueel opzicht (onder meer voor wat betreft goothoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.5 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.6 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.7 achtergevelrooilijn:

de achterste grens van een bouwvlak, gezien vanaf de weg waarop het hoofdgebouw is georiënteerd;

indien er niet sprake is van een achterste grens van een bouwvlak dan wel geen bouwvlak is aangegeven: de denkbeeldige lijn die wordt getrokken langs de achtergevel van het hoofdgebouw - zonder aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen - alsmede het verlengde daarvan.

1.8 afhankelijke woonruimte:

een vrijstaand bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de bijbehorende woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.

1.9 agrarisch bedrijf:

een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen (houtteelt daaronder begrepen) en/of het houden van dieren.

1.10 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouw zijnde.

1.11 bed en breakfast

een kleinschalige overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt, gevestigd in een woonhuis of bijbehorende aan- of uitbouw of bijgebouw en volledig gedreven door de bewoner van het betreffende woonhuis.

1.12 bedrijf/bedrijfsactiviteit:

de uitoefening van opslag-, handels-, transport- en industriële en ambachtelijke bedrijven, een en ander met uitsluiting van agrarische bedrijven, detailhandel, horeca, dienstverlening, zelfstandige kantoren, maatschappelijke voorzieningen en voorzieningen op het gebied van cultuur en ontspanning;

1.13 bedrijfsgebouw:

een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf of bedrijfsactiviteit.

1.14 bedrijfsvloeroppervlakte (bvo):

de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een bouwwerk en/of op een terrein die wordt gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden-beroep c.q. een bedrijf, kantoor of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.

1.15 bedrijfswoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.

1.16 bestaand:
  • a. ten aanzien van bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van van inwerkingtreding van dit plan bestonden of in uitvoering waren, dan wel gebouwd zijn of gebouwd kunnen worden overeenkomstig de Woningwet of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of krachtens die wetten gegeven voorschriften;
  • b. ten aanzien van gebruik: gebruik van gronden en opstallen zoals dat aanwezig is op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
1.17 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

1.18 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.19 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.20 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.

1.21 bijgebouw:

een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.22 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.23 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

1.24 bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.

1.25 bouwmarkt:

een detailhandelsbedrijf met een al dan niet geheel overdekte verkoopvloeroppervlakte van minimaal 1000 m², waarop het assortiment van bouw- en doe-het-zelf-producten grotendeels op basis van zelfbediening ten verkoop wordt aangeboden;

1.26 bouwmassa:

een verzameling gebouwen bestaande uit een vrijstaand hoofdgebouw dan wel twee of meer aaneengebouwde hoofdgebouwen inclusief aan- en uitbouwen.

1.27 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.28 bouwperceelgrens:

de grens van een bouwperceel.

1.29 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.30 bouwwerk:

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.31 carport:

een dakconstructie, vrijstaand zonder wanden dan wel aan maximaal drie zijden begrensd door de gevels van belendende gebouwen, bestemd voor het overdekt stallen van auto's.

1.32 cultuur en ontspanning (c.q. voorzieningen op het gebied van):

het al dan niet bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op spel, vermaak en ontspanning, waaronder in ieder geval begrepen: atelier, bioscoop, bowlingbaan, casino, creativiteitscentrum, dansschool, evenemententerrein, fitnesscentrum, kinderboerderij, museum, muziekschool, muziektheater, sauna, (binnen)speeltuin, sportschool, theater, wellnesscentrum, alsmede ondergeschikte detailhandel en horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen.

1.33 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.34 dienstverlening:

een bedrijfsmatige activiteit met een uitsluitend of in hoofdzaak dienstverlenende of verzorgende taak al dan niet met een baliefunctie, zoals: uitzendbureaus, reisbureaus, wasserettes, kapsalons, bijkantoren van banken en van sociaal-culturele instellingen, postagentschappen, telefoon-, internet-, telegraaf- en telexdiensten, snelfoto-ontwikkel- en copy-shops, videotheken en autorijscholen.

1.35 dove gevel:

een gevel als bedoeld in artikel 1b vijfde lid van de Wet geluidhinder.

1.36 eerste bouwlaag:

de bouwlaag op de begane grond.

1.37 escortbedrijf:

de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend.

1.38 functie:

activiteiten ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.

1.39 garagebedrijf:

een bedrijf dat uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor verkoop, onderhoud en reparatie van motorvoertuigen zonder de verkoop van motorbrandstoffen.

1.40 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.41 gebouwd terras:

een uitbouw aan een gebouw in gebruik ten behoeve van een horecavestiging, die uitsluitend dienst doet als zitgelegenheid voor bezoekers van die horecavestiging.

1.42 geluidzoneringplichtige inrichting:

inrichtingen als bedoeld in de artikelen 1 en 41 van de Wet geluidhinder, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken, en die zijn aangewezen in bijlage I, onderdeel D behorend bij het Besluit omgevingsrecht.

1.43 gestapelde bebouwing:

bebouwing bestaande uit in één hoofdgebouw boven en eventueel naast elkaar gelegen zelfstandige woningen.

1.44 gevellijn:

de aanduiding van de grens van het bouwvlak die gericht is naar de weg of ander openbaar gebied en waarop de bebouwing is georiënteerd;

1.45 grondgebonden agrarisch bedrijf:

een agrarisch bedrijf waarvan de productie geheel of in overwegende mate afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van onbebouwde grond in de directe omgeving van het bedrijf. Grondgebonden bedrijven zijn in ieder geval: akkerbouw-, fruitteelt-, vollegrondstuinbouwbedrijven en boomteeltbedrijven waarvan de bomen rechtstreeks in de grond zijn geplant en melkveebedrijven.

1.46 hoofdgebouw:

een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.47 horeca:

een bedrijf gericht op één of meer van de navolgende bedrijfsmatige activiteiten:

  • a. het bedrijfsmatig verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren en/of dranken met de mogelijkheid deze ter plaatse of elders te nuttigen;
  • b. het verstrekken van nachtverblijf;
  • c. het exploiteren van zaalaccommodatie;
  • d. het bieden van gelegenheid tot dansen;
  • e. het uitoefenen van een kans- en/of behendigheidsspel;

een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie (uitgezonderd een erotisch getinte vermaaksfunctie).

1.48 huishouden:

de leefvorm of samenlevingsvorm van een alleenstaande of een gezin, waaronder mede wordt begrepen:

  • a. het inwonen of het bewonen van kamers door ten hoogste 2 verwanten of andere personen in het hoofdgebouw en/of aan- en uitbouw, al dan niet bij wijze van mantelzorg en al dan niet met eigen voorzieningen;
  • b. een met een gezin gelijk te stellen samenlevingsverband, waaronder mede wordt begrepen:
    • 1. een woongroep van mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking of aandoening met inbegrip van begeleiding en toezicht gericht op zelfstandige bewoning;
    • 2. de gezamenlijke huisvesting van een groep van maximaal 4 niet verwante personen, die gebruik maken van de gemeenschappelijke voorzieningen in de woning.
1.49 individuele praktijk c.q. eenmansbedrijf

een praktijk of bedrijf, uitgeoefend door één beroepsuitoefenaar al dan niet administratief of anderszins ondersteund door ten hoogste een ander persoon.

1.50 kantoor met baliefunctie:

een kantoor met een publieksaantrekkende hoofdfunctie zoals een bank, postkantoor, reisbureau en uitzendbureau.

1.51 kantoor:

een ruimte of bij elkaar horende ruimten die bestemd is/zijn om voornamelijk te worden gebruikt voor administratieve werkzaamheden of administratieve dienstverlening.

1.52 kelder:

een geheel of nagenoeg geheel, dat wil zeggen maximaal 0,5 m boven peil, ondergronds gelegen ruimte, die grotendeels is gesitueerd onder een bijbehorend bovengronds bouwwerk.

1.53 kwetsbaar object:

een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald die in acht genomen moet worden.

1.54 lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten

de lijst, behorend bij deze regels, waarin is aangegeven welke beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten rechtstreeks toelaatbaar zijn in woningen.

1.55 maatschappelijk c.q. maatschappelijke voorzieningen:

maatschappelijke voorzieningen op het gebied en/of in de vorm van: bibliotheek, gezondheidszorg (incl. apotheek), jeugdopvang, kinder- en naschoolse opvang, onderwijs, openbaar bestuur en openbare dienstverlening, praktijkruimte, religie en levensbeschouwing, verenigingsleven, welzijnsinstelling, zorginstelling, alsmede ondergeschikte detailhandel en horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen.

1.56 mantelzorg:

het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.

1.57 milieuzoneringslijst:

de lijst van handels- en bedrijfsactiviteiten die onderdeel uitmaakt van de regels, waarin deze activiteiten naar milieucategorie zijn onderscheiden.

1.58 onderbouw:

een gedeelte van een gebouw dat gedeeltelijk onder peil is gelegen.

1.59 ondergeschikte detailhandel:

beperkte, op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen die functioneel rechtstreeks verband houden met bedrijfsactiviteiten die als hoofdfunctie worden uitgeoefend.

1.60 overig bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.61 pand

de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.

1.62 patiowoning:

een woning met een geheel of gedeeltelijk omsloten binnenplaats of binnentuin, gevormd door de gevels van belendende dan wel op het eigen bouwperceel aanwezige bebouwing.

1.63 peil:
  • a. voor bouwwerken op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  • b. in alle andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte, normale maaiveld.
1.64 permanente bewoning:

bewoning van een verblijf als hoofdverblijf;

1.65 productiegebonden detailhandel:

beperkte, op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen vanuit een bedrijf dat die goederen vervaardigt/produceert, bewerkt en/of toepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.

1.66 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.67 ruimtelijke kwaliteit:

de kwaliteit van de ruimte zoals bepaald door de gebruikswaarde, de belevingswaarde en de toekomstwaarde van die ruimte.

1.68 schuilgelegenheid:

een niet voor bewoning bestemd agrarisch bedrijfsgebouw dat dient voor beschutting van vee tegen weersinvloeden;

1.69 seksinrichting:

de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden; onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.70 stacaravan:

een caravan of soortgelijk onderkomen al dan niet op wielen, dat mede, gelet op de afmetingen, niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen over grote afstanden als aanhangsel van een auto te worden voortbewogen, bestemd om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar bewoond te worden, uitsluitend voor recreatieve doeleinden;

1.71 uitbouw:

de vergroting van een bestaande ruimte in een hoofdgebouw die qua afmetingen en/of in visueel opzicht (onder meer wat betreft (goot)hoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.72 verdieping:

elke bouwlaag boven de eerste bouwlaag op de begane grond.

1.73 verkoopvloeroppervlakte (vvo):

de totale oppervlakte van de voor het publiek toegankelijke en zichtbare winkelruimte, inclusief de etalageruimte en de ruimte achter de toonbank.

1.74 voorgevellijn:

de lijn (in hoeksituaties: de lijnen) waarin de naar de weg of ander openbaar gebied gekeerde gevel(s) van het dichtst bij die weg of ander openbaar gebied gelegen gebouw is (zijn) gelegen alsmede het verlengde daarvan.

1.75 vuurwerkbedrijf:

een inrichting waar professioneel vuurwerk en/of meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk aanwezig is.

1.76 werk:

een constructie geen bouwwerk zijnde.

1.77 wonen:

het bewonen van een woning.

1.78 woning:

een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.

1.79 woongebouw:

een gebouw dat meerdere naast elkaar gelegen en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijk als een eenheid kan worden beschouwd.

1.80 woonhuis:

een gebouw dat één grondgebonden woning omvat.

1.81 woonwagen:

een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:

de kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het betreffende bouwwerk op een bouwperceel.

2.2 de bebouwde oppervlakte van een bouwperceel:

de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken samen.

2.3 het bebouwingspercentage:

de oppervlakte, die met gebouwen (carports en overkappingen inbegrepen) is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de regels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming; bij het bepalen van de oppervlakte van een bouwperceel waarop een of meer woningen mogen worden gebouwd, wordt de oppervlakte van de bij de woning behorende bestemming 'Tuin' meegerekend; de oppervlakte wordt altijd in gehele getallen bepaald.

2.4 de bovenkant spoorstaaf:

de hoogte van de bovenkant van de laagste spoorstaaf.

2.5 de breedte, diepte c.q. lengte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren.

2.6 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.7 de breedte van een bouwperceel

tussen de zijdelingse perceelsgrenzen, gemeten over tenminste 3/4 van de lengte van het bouwperceel, in welke lengte in ieder geval het bouwvlak aanwezig is of de toegestane situering van het hoofdgebouw indien geen bouwvlak is aangegeven.

2.8 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.9 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de beganegrondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.10 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.11 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.12 de hoogte van een windturbine:

vanaf het peil tot aan de as van de windturbine.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor:

  • a. uitoefening van het agrarisch bedrijf, daaronder begrepen hobbymatig agrarisch grondgebruik;
  • b. bestaande paden en verhardingen;
  • c. (voorzieningen ten behoeve van) waterkering en waterhuishouding alsmede herstel, ontwikkeling en instandhouding van water en waterpartijen;
  • d. erf- en randbeplantingen.
3.2 Bouwregels
  • a. Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in artikel 3.1.
  • b. Voor de bebouwing ten dienste van de uitoefening van het agrarisch bedrijf gelden de volgende regels:
    • 1. Uitsluitend mogen bouwwerken geen gebouw zijnde worden opgericht mits de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 2 m;
    • 2. in afwijking van het bepaalde onder 2 mag de maximale hoogte van erfafscheidingen niet meer bedragen dan 1 meter.

Artikel 4 Bedrijf - 1

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven, met dien verstande, dat:
    • 1. uitsluitend bedrijven zijn toegestaan die voorkomen in de categorieën 1 en 2 van de milieuzoneringslijst alsmede de opslag van al dan niet afgebouwde carnavalswagens en onderdelen daarvan;
    • 2. het vervaardigen c.q. bouwen van carnavalswagens, voor zover deze activiteiten naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met activiteiten die voorkomen in de categorieën 1 en 2 van de milieuzoneringslijst, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - carnavalsbouwloods';
    • 3. geluidzoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen, vuurwerkbedrijven, benzineservicestations en zelfstandige kantoren zijn uitgesloten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': uitsluitend (uit)wegen, paden, parkeervoorzieningen, verhardingen en groenvoorzieningen;
  • c. ondergeschikte waterhuishoudkundige voorzieningen, verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in lid 4.1.

4.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslag carnaval' mag de gezamenlijke oppervlakte aan gebouwen niet meer bedragen dan 900 m2;
  • c. De goothoogte en de bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • d. Kelders zijn toegestaan.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. De bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouw zijnde, anders dan onder sub a genoemd, mag niet meer bedragen dan 6 m.
4.3 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. van het bepaalde in lid 4.1 om bedrijven toe te staan uit ten hoogste een categorie hoger, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 4.1 toegelaten categorieën van de milieuzoneringslijst, zulks met uitsluiting van risicovolle en geluidzoneringsplichtige inrichtingen en vuurwerkbedrijven;
  • b. van het bepaalde in lid 4.1 om bedrijven toe te staan die niet in de milieuzoneringslijst zijn genoemd, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 4.1 toegelaten categorieën van de milieuzoneringslijst, zulks met uitsluiting van risicovolle en geluidzoneringsplichtige inrichtingen en vuurwerkbedrijven;
  • c. van het bepaalde in lid 4.1 en worden toegestaan dat gronden en gebouwen worden gebruikt voor de uitoefening van productiegebonden detailhandel, met uitzondering van kleding, schoenen, voedings- en genotmiddelen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het kernwinkelapparaat en de wijkwinkelvoorzieningen.

Artikel 5 Bedrijf - 2

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven, met dien verstande, dat:
    • 1. uitsluitend bedrijven zijn toegestaan die voorkomen in de categorieën 1 en 2 van de milieuzoneringslijst;
    • 2. geluidzoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen, vuurwerkbedrijven en zelfstandige kantoren, handel in auto's en motorfietsen, autoreparatie- en servicebedrijven, autoplaatwerkerijen, autospuitinrichtingen en benzineservicestations zijn niet toegestaan;
    • 3. buitenopslag niet is toegestaan;
    • 4. bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • b. activiteiten, genoemd in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' met een bedrijfsvloeroppervlakte van niet meer dan 35 m2;
  • c. een bed en breakfast met een overnachtingscapaciteit van niet meer dan 2 kamers en voor niet meer dan 4 personen tegelijk;
  • d. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers-, parkeer- en groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen.
5.2 Bouwregels
5.2.1 algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in lid 5.1.

5.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. De oppervlakte van een bouwperceel mag maximaal 1.500 m2 bedragen.
  • b. Per bedrijf is één bedrijfswoning toegestaan.
  • c. De voorgevel van een bedrijfsgebouw dient minimaal 20 m achter de naar de weg gekeerde perceelsgrens te worden gebouwd.
  • d. De voorgevel van een bedrijfsgebouw dient minimaal 2 m achter de achtergevel van de bedrijfswoning te worden gebouwd.
  • e. De oppervlakte van bedrijfsgebouwen dient minimaal 100 m2 te bedragen.
  • f. Ter plaatse van de aanduiding 'locatie bedrijfsgebouw' is het bepaalde in lid d en e niet van toepassing en dient een bedrijfsgebouw minimaal 8 m achter de naar de weg gekeerde perceelsgrens te worden gebouwd.
  • g. De goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven; indien geen aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is opgenomen, mag de goothoogte niet meer bedragen dan de bouwhoogte.
  • h. De bouwhoogte mag ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' respectievelijk de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' niet meer bedragen dan in die aanduidingen is aangegeven.
  • i. Kelders zijn toegestaan.
5.2.3 Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfswoningen en aan-, uit- en bijgebouwen, overkappingen en carports bij bedrijfswoningen gelden, in aanvulling op en in voorkomend geval in afwijking van het bepaalde in lid 5.2.2, de volgende regels:

  • a. De inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 750 m3.
  • b. De bedrijfswoning moet in de gevellijn worden gesitueerd.
  • c. De afstand van een bedrijfswoning tot de zijdelingse perceelgrens dient minimaal 3 m te bedragen.
  • d. Aan-, uit- en bijgebouwen, overkappingen en carports dienen op een afstand van ten minste 3 m achter de voorgevellijn van de bedrijfswoning te worden gebouwd.
  • e. De maximale gezamenlijke oppervlakte van aan-, uit- en bijgebouwen, overkappingen en carports mag niet meer bedragen dan 100 m².
  • f. De goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3,5 m.
  • g. De bouwhoogte van overkappingen en carports mag niet meer bedragen dan 3 m.
  • h. De bouwhoogte van andere aan-, uit- en bijgebouwen dan overkappingen en carports mag niet meer bedragen dan 4,5 m.
5.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde bouwgrens niet meer dan 1 m mag bedragen.
  • b. De bouwhoogte van reclamemasten mag niet meer bedragen dan 3 m.
  • c. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dat in sub a en b genoemd, mogen uitsluitend achter de naar de weg gekeerde bouwgrens worden gebouwd, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2,5 m.
  • d. Op de bouw van overkappingen en carports zijn de regels in lid 5.2.3 van toepassing.
5.2.5 Bebouwingspercentage

Het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan 70%.

5.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.2.2 onder c tot 0 m tot een zijdelingse perceelsgrens indien dit stedenbouwkundig aanvaardbaar is.

5.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. van het bepaalde in lid 5.1 om bedrijven toe te laten die niet in de milieuzoneringslijst zijn genoemd, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 5.1 toegelaten categorieën van de milieuzoneringslijst, zulks met uitsluiting van risicovolle en geluidzoneringsplichtige inrichtingen en vuurwerkbedrijven;
  • b. van het bepaalde in lid 5.1 en toestaan dat gronden en gebouwen worden gebruikt voor uitoefening van productiegebonden detailhandel, met uitzondering van kleding, schoenen, voedings- en genotmiddelen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het kernwinkelapparaat en de wijkwinkelvoorzieningen.
  • c. van het verbod vrijstaande bijgebouwen te gebruiken voor bewoning, mits:
    • 1. het gebruik noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;
    • 2. op het perceel al een woning aanwezig is en op de betreffende woning geen zodanige omgevingsvergunning van kracht is;
    • 3. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van belangen van belanghebbenden;
    • 4. de afhankelijke woonruimte binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen ingepast wordt en de oppervlakte van het gebouw in ieder geval niet groter is dan 80 m2 ;
    • 5. het bijgebouw gelegen is op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bestaand bijgebouw is gelegen, dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bijwoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw.

Artikel 6 Gemengd

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen.
  • b. voorzieningen op het gebied van cultuur en ontspanning, waaronder in ieder geval begrepen: atelier, dansschool, fitnesscentrum, sauna, sportschool, wellnesscentrum, binnenspeeltuin.
  • c. alsmede onzelfstandige en ondergeschikte dienstverlening, detailhandel en horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen.
  • d. bioscopen, bowlingbanen, casino's, evenemententerreinen, muziektheaters, theaters, creativiteitscentra, muziekscholen zijn uitgesloten.
  • e. nutsvoorzieningen.
  • f. ondergeschikte waterhuishoudkundige voorzieningen en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' deze gronden mede mogen worden gebruikt voor verkeersvoorzieningen en parkeerdoeleinden.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in lid 6.1.

6.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' moet het hoofdgebouw worden gebouwd in deze lijn.
  • c. De goothoogte en de bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven.
  • d. Kelders zijn toegestaan.
6.2.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen niet worden gebouwd voor de naar de weg gekeerde bouwgrens en het denkbeeldig verlengde daarvan.
  • b. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.
  • c. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 m.
6.2.4 Gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen

In voorkomend geval in afwijking van het bepaalde in de leden 6.2.2 en 6.2.3 mogen ten behoeve van nutsvoorzieningen gebouwen worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 3 m.
  • b. De oppervlakte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan 15 m2.
6.2.5 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel niet meer dan 1 m mag bedragen.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.

Artikel 7 Groen

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. speel- en verblijfsvoorzieningen en beeldende kunst;
  • c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • d. voorzieningen voor langzaam verkeer;
  • e. nutsvoorzieningen en zend- en ontvangstinstallaties;
  • f. verhardingen anders dan ten behoeve van de functies genoemd onder b, c, d en e tot een oppervlakte van ten hoogste 10% van de oppervlakte van het bestemmingsvlak;
  • g. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm': een geluidscherm;
  • h. een geluidwal en/of geluidscherm met een totale hoogte van maximaal 7 m ten opzichte van het peil uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'geluidwal'.
  • i. voorzieningen voor jongerenontmoetingsplekken.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in lid 7.1.

7.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:
  • 1. De oppervlakte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 15 m2.
  • 2. De bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 3 m.
  • b. ten behoeve van de overige doelen mogen geen gebouwen worden opgericht.
7.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels.

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m;
  • b. De bouwhoogte van zend- en ontvangstinstallaties mag niet meer bedragen dan 12 m.
  • c. De bouwhoogte van objecten van beeldende kunst mag niet meer bedragen dan 12 m.
  • d. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde mag niet meer bedragen dan 4 m.
  • e. In afwijking van het bepaalde onder d mag de hoogte van het in artikel 7.1 onder h genoemde geluidsscherm, onverminderd het in het laatstgenoemde artikelonderdeel bepaalde met betrekking tot de totale hoogte van geluidswal en/of geluidsscherm, niet meer bedragen dan 7 m.
7.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 7.2.2 en lid 7.2.3 voor de bouw van:

  • a. Gebouwen ten behoeve van jongerenontmoetingsplekken en spel- en verblijfsvoorzieningen. Hiervoor gelden de volgende regels:
  • 1. De oppervlakte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 25 m2;
  • 2. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m en de bouwhoogte niet meer dan 5 m;
  • 3. De afstand van een gebouw tot de dichtstbijzijnde woning mag niet minder bedragen dan 50 m.
  • b. Grote gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen. Hiervoor gelden de volgende regels:
  • 1. De oppervlakte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 50 m2.
  • 2. De bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 5 m.
  • 3. De goothoogte mag niet meer mag bedragen dan 3,5 m.
  • c. Zend- en ontvangstinstallaties met een bouwhoogte van niet meer dan 50 m.
7.4 Specifieke gebruiksregels

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval het gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden ten behoeve van in- en uitritten verstaan.

7.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Groen' te wijzigen in: 'Verkeer' of 'Verkeer - Verblijf'

Artikel 8 Maatschappelijk

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen
  • b. alsmede onzelfstandige en ondergeschikte dienstverlening en horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen;
  • c. ondergeschikte waterhuishoudkundige voorzieningen, verkeers-, parkeer- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen.
8.2 Bouwregels
8.2.1 Algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in lid 8.1.

8.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven; indien geen aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is opgenomen, mag de goothoogte niet meer bedragen dan de bouwhoogte.
  • c. De bouwhoogte mag ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' respectievelijk de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' niet meer bedragen dan in die aanduidingen is aangegeven.
  • d. Kelders zijn toegestaan.
8.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.

Artikel 9 Sport

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sportvoorzieningen, waaronder voorzieningen voor ruitersport;
  • b. aan sportvoorzieningen ondergeschikte horeca;
  • c. aan sportvoorzieningen ondergeschikte dienstverlening;
  • d. speelvoorzieningen;
  • e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • f. ondergeschikte verkeers-, parkeer- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen.
9.2 Bouwregels
9.2.1 Algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in lid 9.1.

9.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van sportvoorzieningen gelden de volgende regels:

  • a. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De goothoogte en de bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven.
  • c. Kelders zijn toegestaan.
9.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. De hoogte van verlichtingsarmaturen mag niet meer bedragen dan 10 m.
  • c. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
9.3 Specifieke gebruiksregels

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, voor de beoefening van lawaaisporten.

9.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Sport' te wijzigen in de bestemming 'Groen'

 

Artikel 10 Tuin

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen en erven als deel van het bouwperceel horend bij de voor 'Wonen - Halfvrijstaand - 1', 'Wonen - Halfvrijstaand - 2', 'Wonen - Patio', 'Wonen - Rijen', 'Wonen - Vrijstaand - 1', 'Wonen - Vrijstaand - 2', 'Wonen - Woongebouwen', 'Wonen - Woonhuizen' bestemde gronden
  • b. andere functies die ter plaatse van de bijbehorende bestemming 'Wonen - Halfvrijstaand - 1', 'Wonen - Halfvrijstaand - 2', 'Wonen - Patio', 'Wonen - Rijen', 'Wonen - Vrijstaand - 1', 'Wonen - Vrijstaand - 2', 'Wonen - Woongebouwen', 'Wonen - Woonhuizen' zijn toegestaan;
  • c. ondergeschikte waterhuishoudkundige voorzieningen, voorzieningen zoals terrassen en paden en parkeervoorzieningen.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in lid 10.1.

10.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Op deze gronden mogen uitsluitend bij de woning behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. In afwijking van het bepaalde onder a mag de bouwhoogte:
    • 1. van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel van de bijbehorende woning niet meer bedragen dan 1 m;
    • 2. van erf- en terreinafscheidingen, die een afscheiding vormen van de openbare weg of ander openbaar gebied, niet meer bedragen dan 1 m, met dien verstande, dat laatstgenoemde bouwhoogte op een afstand van meer dan 5 m achter de voorgevel van de bijbehorende woning niet meer dan 2 m mag bedragen.
  • c. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag vóór de voorgevel van de bijbehorende woning niet meer bedragen dan 1 m en overigens niet meer dan 4 m.
10.2.3 Carports

Op deze gronden mogen carports worden gebouwd. Hiervoor gelden - in voorkomend geval in afwijking van het bepaalde in lid 10.2.2 - de volgende regels.

  • a. Carports mogen uitsluitend worden gebouwd op een afstand van ten minste 1 m achter de voorgevel van de woning en op hoeksituaties tenminste 5 m achter de voorgevel.
  • b. De bouwhoogte van carports mag niet meer bedragen dan 3 m.

Artikel 11 Verkeer

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, straten en paden, die mede gericht zijn op de afwikkeling van het doorgaande verkeer;
  • b. parkeervoorzieningen;
  • c. nutsvoorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. speel- en verblijfsvoorzieningen en beeldende kunst;
  • f. terreinen voor markten, standplaatsen en evenementen;
  • g. voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling, openbaar vervoer en zend- en ontvangstinstallaties;
  • h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'dwarsprofiel 1' respectievelijk 'dwarsprofiel 2' de inrichting van deze gronden moet voldoen aan het desbetreffende dwarsprofiel.

11.2 Bouwregels
11.2.1 Algemene bouwregels

Op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de in lid 11.1 genoemde doelen. Hiervoor gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van palen, masten en portalen voor geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer bedragen dan 12 m.
  • b. De bouwhoogte van zend- en ontvanginstallaties mag niet meer bedragen dan 12 m.
  • c. De bouwhoogte van objecten van beeldende kunst mag niet meer bedragen dan 12 m.
  • d. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
11.2.2 Kleine gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen, openbaar vervoer en zend- en ontvangstinstallaties

In afwijking van het bepaalde in lid 11.2.1 mogen op deze gronden gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en openbaar vervoer worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels:

  • a. De oppervlakte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 15 m2.
  • b. De hoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 3 m.

Artikel 12 Verkeer - Railverkeer

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. railverkeer;
  • b. kruisende wegen en straten;
  • c. nutsvoorzieningen;
  • d. voorzieningen ten behoeve van geluidswering;
  • e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • f. ongelijkvloerse kruisingen ten behoeve van wegen, straten en water;
  • g. groenvoorzieningen.
12.2 Bouwregels
12.2.1 Algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in lid 12.1.

12.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De goothoogte en de bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven.
  • c. Kelders zijn toegestaan.
12.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van draagconstructies voor bovenleidingen, seinpalen, bakens en andere railverkeersvoorzieningen mag gemeten vanaf de bovenkant spoorstaaf niet meer bedragen dan 15 m.
  • b. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag gemeten vanaf de bovenkant spoorstaaf niet meer bedragen dan 2,5 m.
  • c. De bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van elektrotechnische systemen mag gemeten vanaf de bovenkant spoorstaaf niet meer bedragen dan 7 m.
  • d. De bouwhoogte van geluidschermen mag gemeten vanaf de bovenkant spoorstaaf niet meer bedragen dan 3,5 m.Waar de sporen verdiept zijn gelegen, mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 4,5 m vanaf peil.
  • e. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag gemeten vanaf de bovenkant spoorstaaf niet meer bedragen dan 4 m.

Artikel 13 Verkeer - Verblijf

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen en woonstraten met niet meer dan twee rijstroken;
  • b. erven, pleinen en paden;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. nutsvoorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm': een geluidscherm;
  • g. speel- en verblijfsvoorzieningen en beeldende kunst;
  • h. terrein voor markten, standplaatsen en evenementen;
  • i. voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling en openbaar vervoer;
  • j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
13.2 Bouwregels
13.2.1 Algemene bouwregels

Op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de in lid 13.1 genoemde doelen. Hiervoor gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van palen, masten en portalen voor geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer bedragen dan 12 m.
  • b. De bouwhoogte van zend- en ontvangstinstallaties mag niet meer bedragen dan 12 m.
  • c. De bouwhoogte van objecten van beeldende kunst mag niet meer bedragen dan 12 m.
  • d. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
13.2.2 Kleine gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen, openbaar vervoer en zend- en ontvangstinsallaties

In afwijking van het bepaalde in lid 13.2.1 mogen op deze gronden gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en openbaar vervoer worden gebouwd. Hiervoor gelden de volgende regels:

  • a. De oppervlakte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 15 m2.
  • b. De hoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 3 m.

Artikel 14 Water

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder voorzieningen voor waterberging, -aanvoer en -afvoer, zoals watergangen, waterlopen en waterpartijen;
  • b. groenvoorzieningen;
  • c. voorzieningen voor verkeer en verblijf, waaronder bruggen, duikers, overkluizingen en gelijksoortige voorzieningen.
14.2 Bouwregels

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen, doch uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd, met dien verstande, dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, niet meer mag bedragen dan 4 m.

Artikel 15 Wonen - Halfvrijstaand - 1

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Halfvrijstaand - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in de vorm van vrijstaande en half-vrijstaande woonhuizen en daarbij behorende bouwwerken;
  • b. activiteiten, genoemd in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' met een bedrijfsvloeroppervlakte van niet meer dan 35 m2;
  • c. een bed en breakfast met een overnachtingscapaciteit van niet meer dan 2 kamers en voor niet meer dan 4 personen tegelijk;
  • d. bijbehorende waterhuishoudkundige voorzieningen, parkeervoorzieningen, paden, erven en tuinen.
15.2 Bouwregels
15.2.1 Algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in lid 15.1.

15.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven; indien geen aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is opgenomen, mag de goothoogte niet meer bedragen dan de bouwhoogte.
  • c. De bouwhoogte mag ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' respectievelijk de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' niet meer bedragen dan in die aanduidingen is aangegeven.
  • d. De breedte van een bouwperceel mag niet minder dan 9 m bedragen.
  • e. Kelders zijn toegestaan.
15.2.3 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports gelden de volgende regels:

  • a. De goot- en bouwhoogte mag niet meer dan 3,5 m respectievelijk 5 m bedragen.
  • b. Carports dienen tenminste 1 m achter de voorgevel van de bijbehorende woning te worden gebouwd.
  • c. De bouwhoogte van een carport mag niet meer dan 3 m bedragen.
  • d. Dakterrassen boven aan- en uitbouwen en bijgebouwen zijn uitsluitend toegestaan achter de achtergevel van het hoofdgebouw.
  • e. Kelders zijn uitsluitend toegestaan onder aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen.
15.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. In afwijking van het bepaalde in lid a mag de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel niet meer bedragen dan 1 m.
  • c. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
  • d. Op de bouw van carports zijn de regels in lid 15.2.3 van toepassing.
15.2.5 Bebouwingspercentage

Het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer bedragen dan hieronder is aangegeven

oppervlakte bouwperceel   bebouwingspercentage  
bouwperceel tot en met 300 m2   55%  
bouwperceel van 301 tot en met 400 m2   55% voor de oppervlakte tot 300 m2 en 30% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 401 m2 en groter   50% over de oppervlakte tot 400 m2 en 20% over de meerdere oppervlakte  

met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte buiten het bouwvlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen, carports en overkappingen niet meer mag bedragen dan 100 m2 .

15.3 Specifieke gebruiksregels

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van een woonhuis voor de huisvesting van meer dan één huishouden.

15.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. van het bepaalde in lid 15.1 ten behoeve van de uitoefening van activiteiten die genoemd worden in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' met een bedrijfsvloeroppervlak van meer dan 35 m² of die niet in die lijst genoemd worden, maar naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de in die lijst wel genoemde activiteiten, mits:
    • 1. de woonfunctie als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor tenminste 50%, gehandhaafd blijft en het bedrijfsvloeroppervlak nooit meer bedraagt dan 75 m2;
    • 2. geen onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving plaatsvindt;
    • 3. de activiteit voor wat betreft milieuaspecten kan worden ingeschaald in categorie 1 van de milieuzoneringslijst;
    • 4. een goede verkeersafwikkeling kan worden gewaarborgd en voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
    • 5. de activiteit geen sterk publieksaantrekkende werking heeft;
    • 6. de activiteit niet is uitgesloten in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten';
  • b. van het bepaalde in lid 15.1 ten behoeve van groepsmatige activiteiten, mits:
    • 1. de woonfunctie als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor tenminste 50%, gehandhaafd blijft en het bedrijfsvloeroppervlak nooit meer bedraagt dan 75 m2;
    • 2. de aard, de groepsgrootte en de frequentie niet leiden tot een onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving;
    • 3. een goede verkeersafwikkeling kan worden gewaarborgd en voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
  • c. van het verbod tot uitoefening van detailhandel als onderdeel van de uitoefening van een aan huis gebonden activiteit, mits:
    • 1. de detailhandel onderdeel is van de klantgerichte activiteiten ter plaatse;
    • 2. de detailhandel van ondergeschikte aard en een niet-zelfstandig onderdeel is van de totale bedrijfsvoering;
  • d. van het verbod vrijstaande bijgebouwen te gebruiken voor bewoning, mits:
    • 1. bewoning daarvan noodzakelijk is als afhankelijke woonruimte;
    • 2. op het perceel al een woning aanwezig is en op de betreffende woning geen zodanige omgevingsvergunning van kracht is;
    • 3. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van belangen van belanghebbenden;
    • 4. de afhankelijke woonruimte binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen wordt ingepast en de oppervlakte van het gebouw in ieder geval niet groter is dan 80 m2 ;
    • 5. het bijgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bestaand bijgebouw is gelegen, dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bijwoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw.
  • e. van het verbod een woonhuis te gebruiken voor de huisvesting van meer dan één huishouden om inwoning of kamerbewoning door meer dan 2 personen dan wel de gemeenschappelijke huisvesting van meer dan 4 niet verwante personen toe te staan, mits:
    • 1. de grootte van de woning daarvoor geschikt is;
    • 2. voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
    • 3. de privacy en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende percelen niet onevenredig wordt benadeeld.

Artikel 16 Wonen - Halfvrijstaand - 2

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Halfvrijstaand - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in de vorm van vrijstaande en half-vrijstaande woonhuizen en daarbij behorende bouwwerken;
  • b. activiteiten, genoemd in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' met een bedrijfsvloeroppervlakte van niet meer dan 35 m2;
  • c. een bed en breakfast met een overnachtingscapaciteit van niet meer dan 2 kamers en voor niet meer dan 4 personen tegelijk;
  • d. bijbehorende waterhuishoudkundige voorzieningen, parkeervoorzieningen, paden, erven en tuinen.
16.2 Bouwregels
16.2.1 Algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in lid 16.1.

16.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De afstand van de zijgevel van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelgrens moet tenminste 3 m bedragen; in afwijking hiervan mag één zijgevel ook in de zijdelingse perceelgrens worden geplaatst.
  • c. De goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven; indien geen aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is opgenomen, mag de goothoogte niet meer bedragen dan de bouwhoogte.
  • d. De bouwhoogte mag ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' respectievelijk de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' niet meer bedragen dan in die aanduidingen is aangegeven.
  • e. De breedte van een bouwperceel mag niet minder dan 8 m bedragen.
  • f. Kelders zijn toegestaan.
16.2.3 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports gelden de volgende regels:

  • a. Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports moeten tenminste 8 m achter de voorgevel van de bijbehorende woning worden gebouwd.
  • b. De goot- en bouwhoogte mag niet meer dan 3,5 m respectievelijk 5 m bedragen.
  • c. Carports dienen in afwijking van het bepaalde onder a tenminste 1 m achter de voorgevel van de bijbehorende woning te worden gebouwd
  • d. De bouwhoogte van een carport mag niet meer dan 3 m bedragen.
  • e. Dakterrassen boven aan- en uitbouwen en bijgebouwen zijn uitsluitend toegestaan achter de achtergevel van het hoofdgebouw.
  • f. Kelders zijn uitsluitend toegestaan onder aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen.
16.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. In afwijking van het bepaalde in lid a mag de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel niet meer bedragen dan 1 m.
  • c. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
  • d. Op de bouw van carports zijn de regels in lid 16.2.3 van toepassing.
16.2.5 Bebouwingspercentage

Het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer bedragen dan hieronder is aangegeven

oppervlakte bouwperceel   bebouwingspercentage  
bouwperceel tot en met 300 m2   55%  
bouwperceel van 301 tot en met 400 m2   55% voor de oppervlakte tot 300 m2 en 30% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 401 m2 en groter   50% over de oppervlakte tot 400 m2 en 20% over de meerdere oppervlakte  

met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte buiten het bouwvlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen, carports en overkappingen niet meer mag bedragen dan 100 m2 .

16.3 Specifieke gebruiksregels

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van een woonhuis voor de huisvesting van meer dan één huishouden.

16.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. van het bepaalde in lid 16.1 ten behoeve van de uitoefening van activiteiten die genoemd worden in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' met een bedrijfsvloeroppervlak van meer dan 35 m² of die niet in die lijst genoemd worden, maar naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de in die lijst wel genoemde activiteiten, mits:
    • 1. de woonfunctie als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor tenminste 50%, gehandhaafd blijft en het bedrijfsvloeroppervlak nooit meer bedraagt dan 75 m2;
    • 2. geen onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving plaatsvindt;
    • 3. de activiteit voor wat betreft milieuaspecten kan worden ingeschaald in categorie 1 van de milieuzoneringslijst;
    • 4. een goede verkeersafwikkeling kan worden gewaarborgd en voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
    • 5. de activiteit geen sterk publieksaantrekkende werking heeft;
    • 6. de activiteit niet is uitgesloten in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten';
  • b. van het bepaalde in lid 16.1 ten behoeve van groepsmatige activiteiten, mits:
    • 1. de woonfunctie als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor tenminste 50%, gehandhaafd blijft en het bedrijfsvloeroppervlak nooit meer bedraagt dan 75 m2;
    • 2. de aard, de groepsgrootte en de frequentie niet leiden tot een onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving;
    • 3. een goede verkeersafwikkeling kan worden gewaarborgd en voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
  • c. van het verbod tot uitoefening van detailhandel als onderdeel van de uitoefening van een aan huis gebonden activiteit, mits:
    • 1. de detailhandel onderdeel is van de klantgerichte activiteiten ter plaatse;
    • 2. de detailhandel van ondergeschikte aard en een niet-zelfstandig onderdeel is van de totale bedrijfsvoering;
  • d. van het verbod vrijstaande bijgebouwen te gebruiken voor bewoning, mits:
    • 1. bewoning daarvan noodzakelijk is als afhankelijke woonruimte;
    • 2. op het perceel al een woning aanwezig is en op de betreffende woning geen zodanige omgevingsvergunning van kracht is;
    • 3. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van belangen van belanghebbenden;
    • 4. de afhankelijke woonruimte binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen wordt ingepast en de oppervlakte van het gebouw in ieder geval niet groter is dan 80 m2 ;
    • 5. het bijgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bestaand bijgebouw is gelegen, dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bijwoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw.
  • e. van het verbod een woonhuis te gebruiken voor de huisvesting van meer dan één huishouden om inwoning of kamerbewoning door meer dan 2 personen dan wel de gemeenschappelijke huisvesting van meer dan 4 niet verwante personen toe te staan, mits:
    • 1. de grootte van de woning daarvoor geschikt is;
    • 2. voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
    • 3. de privacy en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende percelen niet onevenredig wordt benadeeld.

Artikel 17 Wonen - Patio

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Patio' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in de vorm van patiowoningen en daarbij behorende bouwwerken;
  • b. activiteiten, genoemd in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' met een bedrijfsvloeroppervlakte van niet meer dan 35 m2;
  • c. een bed en breakfast met een overnachtingscapaciteit van niet meer dan 2 kamers en voor niet meer dan 4 personen tegelijk;
  • d. bijbehorende waterhuishoudkundige voorzieningen, parkeervoorzieningen, paden, erven en tuinen.
17.2 Bouwregels
17.2.1 Algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in lid 17.1.

17.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. Hoofdgebouwen mogen uit ten hoogste één bouwlaag bestaan;
  • c. Een hoofdgebouw moet zijn voorzien van een binnenplaats of een binnentuin met een oppervlakte van tenminste 20% van de oppervlakte van het hoofdgebouw;
  • d. De goothoogte en de bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven.
  • e. Kelders zijn toegestaan.
17.2.3 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports gelden de volgende regels.

  • a. De goot- en bouwhoogte mag niet meer dan 3,5 m respectievelijk 5 m bedragen.
  • b. De bouwhoogte van een carport mag niet meer dan 3 m bedragen.
  • c. Dakterrassen zijn niet toegestaan.
  • d. Kelders zijn toegestaan.
17.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. In afwijking van het bepaalde in lid a mag de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel niet meer bedragen dan 1 m.
  • c. De bouwhoogte van overige bouwwerken, mag niet meer bedragen dan 4 m.
  • d. Op de bouw van carports zijn de regels in lid 17.2.3 van toepassing.
17.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'uitgesloten - opbouw', worden afgeweken van het bepaalde in lid 17.2.2 sub b en e en worden toegestaan dat gedeeltelijk een tweede bouwlaag in de vorm van een opbouw wordt gebouwd, mits:

  • a. de opbouw geen afbreuk doet aan de ruimtelijke kwaliteit en de bouwvorm van de patiowoning;
  • b. de opbouw geen onevenredige afbreuk doet aan de bezonning en privacy van nabijgelegen patiowoningen;
  • c. de oppervlakte van de opbouw niet meer is dan 50% van de oppervlakte van de grootte van het hoofdgebouw;
  • d. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 6,5 m.
17.4 Specifieke gebruiksregels

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van een woonhuis voor de huisvesting van meer dan één huishouden.

17.5 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. van het bepaalde in lid 17.1 ten behoeve van de uitoefening van activiteiten die genoemd worden in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' met een bedrijfsvloeroppervlak van meer dan 35 m² of die niet in die lijst genoemd worden, maar naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de in die lijst wel genoemde activiteiten, mits:
    • 1. de woonfunctie als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor tenminste 50%, gehandhaafd blijft en het bedrijfsvloeroppervlak nooit meer bedraagt dan 75 m2;
    • 2. geen onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving plaatsvindt;
    • 3. de activiteit voor wat betreft milieuaspecten kan worden ingeschaald in categorie 1 van de milieuzoneringslijst;
    • 4. een goede verkeersafwikkeling kan worden gewaarborgd en voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
    • 5. de activiteit geen sterk publieksaantrekkende werking heeft;
    • 6. de activiteit niet is uitgesloten in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten';
  • b. van het bepaalde in lid 17.1 ten behoeve van groepsmatige activiteiten, mits:
    • 1. de woonfunctie als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor tenminste 50%, gehandhaafd blijft en het bedrijfsvloeroppervlak nooit meer bedraagt dan 75 m2;
    • 2. de aard, de groepsgrootte en de frequentie niet leiden tot een onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving;
    • 3. een goede verkeersafwikkeling kan worden gewaarborgd en voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
  • c. van het verbod tot uitoefening van detailhandel als onderdeel van de uitoefening van een aan huis gebonden activiteit, mits:
    • 1. de detailhandel onderdeel is van de klantgerichte activiteiten ter plaatse;
    • 2. de detailhandel van ondergeschikte aard en een niet-zelfstandig onderdeel is van de totale bedrijfsvoering;
  • d. van het verbod vrijstaande bijgebouwen te gebruiken voor bewoning, mits:
    • 1. bewoning daarvan noodzakelijk is als afhankelijke woonruimte;
    • 2. op het perceel al een woning aanwezig is en op de betreffende woning geen zodanige omgevingsvergunning van kracht is;
    • 3. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van belangen van belanghebbenden;
    • 4. de afhankelijke woonruimte binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen wordt ingepast en de oppervlakte van het gebouw in ieder geval niet groter is dan 80 m2 ;
    • 5. het bijgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bestaand bijgebouw is gelegen, dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bijwoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw.
  • e. van het verbod een woonhuis te gebruiken voor de huisvesting van meer dan één huishouden om inwoning of kamerbewoning door meer dan 2 personen dan wel de gemeenschappelijke huisvesting van meer dan 4 niet verwante personen toe te staan, mits:
    • 1. de grootte van de woning daarvoor geschikt is;
    • 2. voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
    • 3. de privacy en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende percelen niet onevenredig wordt benadeeld.

Artikel 18 Wonen - Rijen

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Rijen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in de vorm van aaneengebouwde woonhuizen en daarbij behorende bouwwerken;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting' is uitsluitend de ontsluiting van aangelegen woningen toegestaan;
  • c. activiteiten, genoemd in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' met een bedrijfsvloeroppervlakte van niet meer dan 35 m2;
  • d. een bed en breakfast met een overnachtingscapaciteit van niet meer dan 2 kamers en voor niet meer dan 4 personen tegelijk;
  • e. bijbehorende waterhuishoudkundige voorzieningen, parkeervoorzieningen, paden, erven en tuinen.
18.2 Bouwregels
18.2.1 Algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in lid 18.1.

18.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven; indien geen aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is opgenomen, mag de goothoogte niet meer bedragen dan de bouwhoogte.
  • c. De bouwhoogte mag ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' respectievelijk de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' niet meer bedragen dan in die aanduidingen is aangegeven.
  • d. De breedte van een bouwperceel mag niet minder bedragen dan 5 m.
  • e. Kelders zijn toegestaan.
18.2.3 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports gelden de volgende regels:

  • a. Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports moeten tenminste 3 m achter de voorgevel van de bijbehorende woning worden gebouwd.
  • b. De goot- en bouwhoogte mag niet meer dan 3,5 m respectievelijk 5 m bedragen.
  • c. Carports dienen tenminste 1 m achter de voorgevel van de bijbehorende woning te worden gebouwd
  • d. De bouwhoogte van een carport mag niet meer dan 3 m bedragen.
  • e. Dakterrassen zijn niet toegestaan.
  • f. Kelders zijn uitsluitend toegestaan onder aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen.
18.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. In afwijking van het bepaalde in lid a mag de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel niet meer bedragen dan 1 m.
  • c. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
  • d. Op de bouw van carports zijn de regels in lid 18.2.3 van toepassing.
18.2.5 Bebouwingspercentage

Het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer bedragen dan hieronder is aangegeven

oppervlakte bouwperceel   bebouwingspercentage  
bouwperceel tot en met 150 m2   65% gerekend over de hele oppervlakte van het bouwperceel  
bouwperceel van 151 tot en met 200 m2   65% voor de oppervlakte tot 150 m2 en 40% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 201 tot en met 300 m2   60% voor de oppervlakte tot 200 m2 en 40% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 301 tot en met 400 m2   55% voor de oppervlakte tot 300 m2 en 30% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 401 m2 en groter   50% over de oppervlakte tot 400 m2 en 20% over de meerdere oppervlakte  

met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte buiten het bouwvlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen, carports en overkappingen niet meer mag bedragen dan 100 m2 .

18.3 Specifieke gebruiksregels

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van een woonhuis voor de huisvesting van meer dan één huishouden.

18.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. van het bepaalde in lid 18.1 ten behoeve van de uitoefening van activiteiten die genoemd worden in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' met een bedrijfsvloeroppervlak van meer dan 35 m² of die niet in die lijst genoemd worden, maar naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de in die lijst wel genoemde activiteiten, mits:
    • 1. de woonfunctie als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor tenminste 50%, gehandhaafd blijft en het bedrijfsvloeroppervlak nooit meer bedraagt dan 75 m2;
    • 2. geen onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving plaatsvindt;
    • 3. de activiteit voor wat betreft milieuaspecten kan worden ingeschaald in categorie 1 van de milieuzoneringslijst;
    • 4. een goede verkeersafwikkeling kan worden gewaarborgd en voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
    • 5. de activiteit geen sterk publieksaantrekkende werking heeft;
    • 6. de activiteit niet is uitgesloten in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten';
  • b. van het bepaalde in lid 18.1 ten behoeve van groepsmatige activiteiten, mits:
    • 1. de woonfunctie als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor tenminste 50%, gehandhaafd blijft en het bedrijfsvloeroppervlak nooit meer bedraagt dan 75 m2;
    • 2. de aard, de groepsgrootte en de frequentie niet leiden tot een onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving;
    • 3. een goede verkeersafwikkeling kan worden gewaarborgd en voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
  • c. van het verbod tot uitoefening van detailhandel als onderdeel van de uitoefening van een aan huis gebonden activiteit, mits:
    • 1. de detailhandel onderdeel is van de klantgerichte activiteiten ter plaatse;
    • 2. de detailhandel van ondergeschikte aard en een niet-zelfstandig onderdeel is van de totale bedrijfsvoering;
  • d. van het verbod vrijstaande bijgebouwen te gebruiken voor bewoning, mits:
    • 1. bewoning daarvan noodzakelijk is als afhankelijke woonruimte;
    • 2. op het perceel al een woning aanwezig is en op de betreffende woning geen zodanige omgevingsvergunning van kracht is;
    • 3. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van belangen van belanghebbenden;
    • 4. de afhankelijke woonruimte binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen wordt ingepast en de oppervlakte van het gebouw in ieder geval niet groter is dan 80 m2 ;
    • 5. het bijgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bestaand bijgebouw is gelegen, dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bijwoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw.
  • e. van het verbod een woonhuis te gebruiken voor de huisvesting van meer dan één huishouden om inwoning of kamerbewoning door meer dan 2 personen dan wel de gemeenschappelijke huisvesting van meer dan 4 niet verwante personen toe te staan, mits:
    • 1. de grootte van de woning daarvoor geschikt is;
    • 2. voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
    • 3. de privacy en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende percelen niet onevenredig wordt benadeeld.

Artikel 19 Wonen - Vrijstaand - 1

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Vrijstaand - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in de vorm van vrijstaande woonhuizen en daarbij behorende bouwwerken;
  • b. activiteiten, genoemd in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' met een bedrijfsvloeroppervlakte van niet meer dan 35 m2;
  • c. een bed en breakfast met een overnachtingscapaciteit van niet meer dan 2 kamers en voor niet meer dan 4 personen tegelijk;
  • d. bijbehorende waterhuishoudkundige voorzieningen, parkeervoorzieningen, paden, erven en tuinen.
19.2 Bouwregels
19.2.1 Algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in lid 19.1.

19.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. Per bouwvlak mag niet meer dan één woonhuis worden gebouwd.
  • c. De goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven; indien geen aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is opgenomen, mag de goothoogte niet meer bedragen dan de bouwhoogte.
  • d. De bouwhoogte mag ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' respectievelijk de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' niet meer bedragen dan in die aanduidingen is aangegeven.
  • e. Kelders zijn toegestaan.
19.2.3 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports gelden de volgende regels:

  • a. Bijgebouwen en carports zijn ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen uitgesloten' niet toegestaan.
  • b. De goot- en bouwhoogte mogen niet meer dan 3,5 m respectievelijk 5 m bedragen.
  • c. Dakterrassen boven aan- en uitbouwen en bijgebouwen zijn uitsluitend toegestaan achter de achtergevel van het hoofdgebouw.
  • d. Kelders zijn uitsluitend toegestaan onder aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen.
  • e. Carports dienen tenminste 1 m achter de voorgevel van de bijbehorende woning te worden gebouwd.
  • f. De bouwhoogte van een carport mag niet meer dan 3 m bedragen.
19.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. In afwijking van het bepaalde in lid a mag de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel niet meer bedragen dan 1 m.
  • c. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
  • d. Op de bouw van carports zijn de regels in lid 19.2.3 van toepassing.
19.2.5 Bebouwingspercentage

Het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer bedragen dan hieronder is aangegeven

oppervlakte bouwperceel   bebouwingspercentage  
bouwperceel tot en met 300 m2   55%  
bouwperceel van 301 tot en met 400 m2   55% voor de oppervlakte tot 300 m2 en 30% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 401 m2 en groter   50% over de oppervlakte tot 400 m2 en 20% over de meerdere oppervlakte  

met dien verstande, dat:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen, carports en overkappingen buiten het bouwvlak niet meer mag bedragen dan 100 m2;
  • b. in afwijking van het bepaalde in lid a geldt voor een bouwperceel, dat groter is dan 1000 m2 een maat van 10% van de oppervlakte van het bouwperceel met een maximum van 200 m2;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' mag de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen, carports en en overkappingen buiten het bouwvlak niet meer bedragen dan 230 m2.
19.3 Specifieke gebruiksregels

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van een woonhuis voor de huisvesting van meer dan één huishouden.

19.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. van het bepaalde in lid 19.1 ten behoeve van de uitoefening van activiteiten die genoemd worden in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' met een bedrijfsvloeroppervlak van meer dan 35 m² of die niet in die lijst genoemd worden, maar naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de in die lijst wel genoemde activiteiten, mits:
    • 1. de woonfunctie als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor tenminste 50%, gehandhaafd blijft en het bedrijfsvloeroppervlak nooit meer bedraagt dan 75 m2;
    • 2. geen onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving plaatsvindt;
    • 3. de activiteit voor wat betreft milieuaspecten kan worden ingeschaald in categorie 1 van de milieuzoneringslijst;
    • 4. een goede verkeersafwikkeling kan worden gewaarborgd en voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
    • 5. de activiteit geen sterk publieksaantrekkende werking heeft;
    • 6. de activiteit niet is uitgesloten in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten';
  • b. van het bepaalde in lid 19.1 ten behoeve van groepsmatige activiteiten, mits:
    • 1. de woonfunctie als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor tenminste 50%, gehandhaafd blijft en het bedrijfsvloeroppervlak nooit meer bedraagt dan 75 m2;
    • 2. de aard, de groepsgrootte en de frequentie niet leiden tot een onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving;
    • 3. een goede verkeersafwikkeling kan worden gewaarborgd en voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
  • c. van het verbod tot uitoefening van detailhandel als onderdeel van de uitoefening van een aan huis gebonden activiteit, mits:
    • 1. de detailhandel onderdeel is van de klantgerichte activiteiten ter plaatse;
    • 2. de detailhandel van ondergeschikte aard en een niet-zelfstandig onderdeel is van de totale bedrijfsvoering;
  • d. van het verbod vrijstaande bijgebouwen te gebruiken voor bewoning, mits:
    • 1. bewoning daarvan noodzakelijk is als afhankelijke woonruimte;
    • 2. op het perceel al een woning aanwezig is en op de betreffende woning geen zodanige omgevingsvergunning van kracht is;
    • 3. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van belangen van belanghebbenden;
    • 4. de afhankelijke woonruimte binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen wordt ingepast en de oppervlakte van het gebouw in ieder geval niet groter is dan 80 m2 ;
    • 5. het bijgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bestaand bijgebouw is gelegen, dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bijwoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw.
  • e. van het verbod een woonhuis te gebruiken voor de huisvesting van meer dan één huishouden om inwoning of kamerbewoning door meer dan 2 personen dan wel de gemeenschappelijke huisvesting van meer dan 4 niet verwante personen toe te staan, mits:
    • 1. de grootte van de woning daarvoor geschikt is;
    • 2. voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
    • 3. de privacy en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende percelen niet onevenredig wordt benadeeld.

Artikel 20 Wonen - Vrijstaand - 2

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Vrijstaand - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in de vorm van vrijstaande woonhuizen en daarbij behorende bouwwerken;
  • b. activiteiten, genoemd in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' met een bedrijfsvloeroppervlakte van niet meer dan 35 m2;
  • c. een bed en breakfast met een overnachtingscapaciteit van niet meer dan 2 kamers en voor niet meer dan 4 personen tegelijk;
  • d. bijbehorende waterhuishoudkundige voorzieningen, parkeervoorzieningen, paden, erven en tuinen.
20.2 Bouwregels
20.2.1 Algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in lid 20.1.

20.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De afstand van de zijgevel van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelgrens moet tenminste 3 m bedragen.
  • c. De goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven; indien geen aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is opgenomen, mag de goothoogte niet meer bedragen dan de bouwhoogte.
  • d. De bouwhoogte mag ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' respectievelijk de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' niet meer bedragen dan in die aanduidingen is aangegeven.
  • e. De breedte van een bouwperceel mag niet minder dan 12 m bedragen.
  • f. Kelders zijn toegestaan.
20.2.3 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports gelden de volgende regels:

  • a. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen moeten tenminste 8 m achter de voorgevel van de bijbehorende woning worden gebouwd.
  • b. De goot- en bouwhoogte mogen niet meer dan 3,5 m respectievelijk 5 m bedragen.
  • c. Carports dienen in afwijking van het bepaalde onder a tenminste 1 m achter de voorgevel van de bijbehorende woning te worden gebouwd.
  • d. De bouwhoogte van een carport mag niet meer dan 3 m bedragen.
  • e. Dakterrassen boven aan- en uitbouwen en bijgebouwen zijn uitsluitend toegestaan achter de achtergevel van het hoofdgebouw.
  • f. Kelders zijn uitsluitend toegestaan onder aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen.
20.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. In afwijking van het bepaalde in lid a mag de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel niet meer mag bedragen dan 1 m.
  • c. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
  • d. Op de bouw van carports zijn de regels in lid 20.2.3 van toepassing.
20.2.5 Bebouwingspercentage

Het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer bedragen dan hieronder is aangegeven

oppervlakte bouwperceel   bebouwingspercentage  
bouwperceel tot en met 300 m2   55%  
bouwperceel van 301 tot en met 400 m2   55% voor de oppervlakte tot 300 m2 en 30% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 401 m2 en groter   50% over de oppervlakte tot 400 m2 en 20% over de meerdere oppervlakte  

met dien verstande, dat de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen, carports en en overkappingen buiten het bouwvlak niet meer mag bedragen dan 100 m2.

20.3 Specifieke gebruiksregels

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van een woonhuis voor de huisvesting van meer dan één huishouden.

20.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. van het bepaalde in lid 20.1 ten behoeve van de uitoefening van activiteiten die genoemd worden in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' met een bedrijfsvloeroppervlak van meer dan 35 m² of die niet in die lijst genoemd worden, maar naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de in die lijst wel genoemde activiteiten, mits:
    • 1. de woonfunctie als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor tenminste 50%, gehandhaafd blijft en het bedrijfsvloeroppervlak nooit meer bedraagt dan 75 m2;
    • 2. geen onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving plaatsvindt;
    • 3. de activiteit voor wat betreft milieuaspecten kan worden ingeschaald in categorie 1 van de milieuzoneringslijst;
    • 4. een goede verkeersafwikkeling kan worden gewaarborgd en voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
    • 5. de activiteit geen sterk publieksaantrekkende werking heeft;
    • 6. de activiteit niet is uitgesloten in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten';
  • b. van het bepaalde in lid 20.1 ten behoeve van groepsmatige activiteiten, mits:
    • 1. de woonfunctie als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor tenminste 50%, gehandhaafd blijft en het bedrijfsvloeroppervlak nooit meer bedraagt dan 75 m2;
    • 2. de aard, de groepsgrootte en de frequentie niet leiden tot een onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving;
    • 3. een goede verkeersafwikkeling kan worden gewaarborgd en voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
  • c. van het verbod tot uitoefening van detailhandel als onderdeel van de uitoefening van een aan huis gebonden activiteit, mits:
    • 1. de detailhandel onderdeel is van de klantgerichte activiteiten ter plaatse;
    • 2. de detailhandel van ondergeschikte aard en een niet-zelfstandig onderdeel is van de totale bedrijfsvoering;
  • d. van het verbod vrijstaande bijgebouwen te gebruiken voor bewoning, mits:
    • 1. bewoning daarvan noodzakelijk is als afhankelijke woonruimte;
    • 2. op het perceel al een woning aanwezig is en op de betreffende woning geen zodanige omgevingsvergunning van kracht is;
    • 3. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van belangen van belanghebbenden;
    • 4. de afhankelijke woonruimte binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen wordt ingepast en de oppervlakte van het gebouw in ieder geval niet groter is dan 80 m2 ;
    • 5. het bijgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bestaand bijgebouw is gelegen, dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bijwoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw.
  • e. van het verbod een woonhuis te gebruiken voor de huisvesting van meer dan één huishouden om inwoning of kamerbewoning door meer dan 2 personen dan wel de gemeenschappelijke huisvesting van meer dan 4 niet verwante personen toe te staan, mits:
    • 1. de grootte van de woning daarvoor geschikt is;
    • 2. voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
    • 3. de privacy en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende percelen niet onevenredig wordt benadeeld.

Artikel 21 Wonen - Woongebouwen

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Woongebouwen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. Wonen in de vorm van woongebouwen en daarbij behorende bouwwerken;
  • b. bijbehorende bovengrondse en/of ondergrondse parkeervoorzieningen;
  • c. bijbehorende waterhuishoudkundige voorzieningen, parkeervoorzieningen, paden, erven en tuinen;
  • d. bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'.
21.2 Bouwregels
21.2.1 Algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in lid 21.1.

21.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De goothoogte en de bouwhoogte van hoofdgebouwen en andere gebouwen mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduidingen 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' en/of 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven.
  • c. De bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3,5 m.
  • d. Kelders zijn toegestaan.
21.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. In afwijking van het bepaalde onder lid a mag de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde voorgevel en zijgevel niet meer bedragen dan 1 m.
  • c. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
21.3 Specifieke gebruiksregels

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van een woonhuis voor de huisvesting van meer dan één huishouden.

21.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 21.1 en worden toegestaan dat de gebouwen in ondergeschikte mate worden gebruikt voor maatschappelijke voorzieningen ten behoeve van bewoners van deze gebouwen en van bewoners in de omgeving, mits voorzien kan worden in de extra parkeerbehoefte, die deze voorzieningen met zich brengen.

Artikel 22 Wonen - Woonhuizen

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Woonhuizen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in de vorm van al dan niet aaneengebouwde woonhuizen en daarbij behorende bouwwerken;
  • b. activiteiten, genoemd in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' met een bedrijfsvloeroppervlakte van niet meer dan 35 m2;
  • c. een bed en breakfast met een overnachtingscapaciteit van niet meer dan 2 kamers en voor niet meer dan 4 personen tegelijk;
  • d. bijbehorende waterhuishoudkundige voorzieningen, parkeervoorzieningen, paden, erven en tuinen.
22.2 Bouwregels
22.2.1 Algemeen

Bebouwing mag alleen worden opgericht ten behoeve van de doelen als genoemd in lid 22.1.

22.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De zijgevel moet worden geplaatst in de zijdelingse perceelgrens dan wel tenminste 2 m daaruit.
  • c. De goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven; indien geen aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is opgenomen, mag de goothoogte niet meer bedragen dan de bouwhoogte.
  • d. De bouwhoogte mag ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' respectievelijk de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' niet meer bedragen dan in die aanduidingen is aangegeven.
  • e. De breedte van een bouwperceel mag niet minder bedragen dan 5 m.
  • f. Kelders zijn toegestaan.
22.2.3 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en carports gelden de volgende regels:

  • a. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen moeten tenminste 8 m achter de voorgevel van de bijbehorende woning worden gebouwd.
  • b. De goot- en bouwhoogte mogen niet meer dan 3,5 m respectievelijk 5 m bedragen.
  • c. Carports dienen in afwijking van het bepaalde onder a tenminste 1 m achter de voorgevel van de bijbehorende woning te worden gebouwd.
  • d. De bouwhoogte van een carport mag niet meer dan 3 m bedragen.
  • e. Kelders zijn uitsluitend toegestaan onder aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen.
22.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. In afwijking van het bepaalde in lid a mag de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel niet meer mag bedragen dan 1 m.
  • c. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
  • d. Op de bouw van carports zijn de regels in lid 22.2.3 van toepassing.
22.2.5 Bebouwingspercentage

Het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer bedragen dan hieronder is aangegeven

oppervlakte bouwperceel   bebouwingspercentage  
bouwperceel tot en met 150 m2   65% gerekend over de hele oppervlakte van het bouwperceel  
bouwperceel van 151 tot en met 200 m2   65% voor de oppervlakte tot 150 m2 en 40% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 201 tot en met 300 m2   60% voor de oppervlakte tot 200 m2 en 40% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 301 tot en met 400 m2   55% voor de oppervlakte tot 300 m2 en 30% over de meerdere oppervlakte  
bouwperceel van 401 m2 en groter   50% over de oppervlakte tot 400 m2 en 20% over de meerdere oppervlakte  

met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen, carports en overkappingen buiten het bouwvlak niet meer mag bedragen dan 100 m2.

22.3 Specifieke gebruiksregels

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van een woonhuis voor de huisvesting van meer dan één huishouden.

22.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. van het bepaalde in lid 22.1 ten behoeve van de uitoefening van activiteiten die genoemd worden in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' met een bedrijfsvloeroppervlak van meer dan 35 m² of die niet in die lijst genoemd worden, maar naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de in die lijst wel genoemde activiteiten, mits:
    • 1. de woonfunctie als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor tenminste 50%, gehandhaafd blijft en het bedrijfsvloeroppervlak nooit meer bedraagt dan 75 m2;
    • 2. geen onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving plaatsvindt;
    • 3. de activiteit voor wat betreft milieuaspecten kan worden ingeschaald in categorie 1 van de milieuzoneringslijst;
    • 4. een goede verkeersafwikkeling kan worden gewaarborgd en voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
    • 5. de activiteit geen sterk publieksaantrekkende werking heeft;
    • 6. de activiteit niet is uitgesloten in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten';
  • b. van het bepaalde in lid 22.1 ten behoeve van groepsmatige activiteiten, mits:
    • 1. de woonfunctie als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor tenminste 50%, gehandhaafd blijft en het bedrijfsvloeroppervlak nooit meer bedraagt dan 75 m2;
    • 2. de aard, de groepsgrootte en de frequentie niet leiden tot een onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving;
    • 3. een goede verkeersafwikkeling kan worden gewaarborgd en voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
  • c. van het verbod tot uitoefening van detailhandel als onderdeel van de uitoefening van een aan huis gebonden activiteit, mits:
    • 1. de detailhandel onderdeel is van de klantgerichte activiteiten ter plaatse;
    • 2. de detailhandel van ondergeschikte aard en een niet-zelfstandig onderdeel is van de totale bedrijfsvoering;
  • d. van het verbod vrijstaande bijgebouwen te gebruiken voor bewoning, mits:
    • 1. bewoning daarvan noodzakelijk is als afhankelijke woonruimte;
    • 2. op het perceel al een woning aanwezig is en op de betreffende woning geen zodanige omgevingsvergunning van kracht is;
    • 3. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van belangen van belanghebbenden;
    • 4. de afhankelijke woonruimte binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen wordt ingepast en de oppervlakte van het gebouw in ieder geval niet groter is dan 80 m2 ;
    • 5. het bijgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bestaand bijgebouw is gelegen, dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bijwoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw.
  • e. van het verbod een woonhuis te gebruiken voor de huisvesting van meer dan één huishouden om inwoning of kamerbewoning door meer dan 2 personen dan wel de gemeenschappelijke huisvesting van meer dan 4 niet verwante personen toe te staan, mits:
    • 1. de grootte van de woning daarvoor geschikt is;
    • 2. voorzien kan worden in de parkeerbehoefte;
    • 3. de privacy en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende percelen niet onevenredig wordt benadeeld.

Artikel 23 Wonen - Woonwagenstandplaatsen

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Woonwagenstandplaatsen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het innemen van een standplaats met een woonwagen;
  • b. bijbehorende waterhuishoudkundige voorzieningen, parkeervoorzieningen, paden, erven en tuinen.
23.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen uitsluitend standplaatsen worden ingenomen met woonwagens en mogen daarbij behorende bijgebouwen, zoals bergingen, douche-, toilet-, en wasruimten, alsmede bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd.

Hiervoor gelden de volgende regels:

23.2.1 Ten aanzien van de standplaatsen

Voor het bouwen van standplaatsen gelden de volgende regels:

  • a. Het aantal standplaatsen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven.
  • b. De standplaatsen mogen zich niet bevinden buiten het bouwvlak.
  • c. De oppervlakte van een woonwagen mag per standplaats niet meer bedragen dan 75 m2 .
  • d. De bouwhoogte van een woonwagen mag niet meer bedragen dan 4 m.
  • e. De afstand van een woonwagen tot de zijdelingse perceelsgrens mag aan één zijde niet minder bedragen dan 3 m.
23.2.2 Ten aanzien van bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. Bijgebouwen zijn ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen uitgesloten' niet toegestaan.
  • b. De bouwhoogte van een bijgebouw mag niet meer dan 4 m bedragen.
  • c. De gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen mag per standplaats niet meer bedragen dan 50 m2 .
  • d. De hoogte van andere bouwwerken, geen gebouw zijnde mag niet meer bedragen dan 4 m, met dien verstande, dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan 2 m.
23.3 Specifieke gebruiksregels

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van een woonhuis voor de huisvesting van meer dan één huishouden.

Artikel 24 Wonen - Uit te werken - 1

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Uit te werken - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in de vorm van al dan niet aaneengebouwde woonhuizen, daarbij behorende bouwwerken en bijbehorende waterhuishoudkundige voorzieningen, parkeervoorzieningen, paden, erven en tuinen;
  • b. activiteiten, genoemd in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' met een bedrijfsvloeroppervlakte van niet meer dan 35 m2;
  • c. een bed en breakfast met een overnachtingscapaciteit van niet meer dan 2 kamers en voor niet meer dan 4 personen tegelijk;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. speel- en verblijfsvoorziening beeldende kunst;
  • f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • g. voorzieningen voor langzaam verkeer.
24.2 Uitwerkingsregels

Burgemeester en wethouders werken, overeenkomstig artikel 3.6. lid 1. sub b. van de Wet ruimtelijke ordening, de in lid 24.1 omschreven bestemming uit met inachtneming van de volgende regels.

  • a. De dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie verwachtingswaarde hoog' blijft gehandhaafd.
  • b. De verkaveling en de situering van de gebouwen zal zodanig zijn, dat een goede aansluiting ontstaat op de structuur van de omgeving.
  • c. De woningen mogen worden gerealiseerd in de vorm van al dan niet aaneengebouwde woonhuizen.
  • d. Voor het bouwen van woonhuizen geldt:
    • 1. De zijgevel moet worden geplaatst in de zijdelingse perceelgrens dan wel tenminste 2 m daaruit;
    • 2. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11 m;
    • 3. De breedte van een bouwperceel mag niet minder bedragen dan 5 m.
  • e. Voor gevels van woonhuizen, die zijn gelegen binnen de geluidzone voor de spoorweg, geldt dat de gevels zijn uitgevoerd als dove gevel, tenzij uit akoestisch onderzoek blijkt dat de geluidbelasting op de gevels van de woningen ten gevolge van deze zone lager of gelijk is aan de voorkeursgrenswaarde dan wel de vastgestelde hogere waarde.
  • f. De in het uitwerkingsplan op te nemen bouwregels worden afgestemd op de in dit plan opgenomen bestemmingen.
24.3 Bouwregels
24.3.1 Voorlopig bouwverbod

Op de in lid 24.1 bedoelde gronden mag slechts worden gebouwd in overeenstemming met een door burgemeester en wethouders vastgesteld uitwerkingsplan.

24.3.2 Specifieke gebruiksregels

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval het gebruik van deze gronden voor andere doeleinden dan openbaar groen verstaan, zolang en voor zover ter plaatse geen uitwerkingsplan van kracht is.

Artikel 25 Wonen - Uit te werken - 2

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Uit te werken - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in de vorm van al dan niet aaneengebouwde woonhuizen, dan wel wonen in de vorm van patiowoningen, daarbij behorende bouwwerken en bijbehorende waterhuishoudkundige voorzieningen, parkeervoorzieningen, paden, erven en tuinen;
  • b. activiteiten, genoemd in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten' met een bedrijfsvloeroppervlakte van niet meer dan 35 m2;
  • c. een bed en breakfast met een overnachtingscapaciteit van niet meer dan 2 kamers en voor niet meer dan 4 personen tegelijk;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. speel- en verblijfsvoorzieningen en beeldende kunst;
  • f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • g. voorzieningen voor langzaam verkeer;
  • h. wegen en woonstraten met niet meer dan twee rijstroken;
  • i. erven, pleinen en paden;
  • j. nutsvoorzieningen.

25.2 Uitwerkingsregels

Burgemeester en wethouders werken, overeenkomstig artikel 3.6. lid 1. sub b. van de Wet ruimtelijke ordening, de in lid 25.1 omschreven bestemming uit met inachtneming van de volgende regels.

  • a. De dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie verwachtingswaarde hoog' blijft gehandhaafd.
  • b. De verkaveling en de situering van de gebouwen zal zodanig zijn, dat een goede aansluiting ontstaat op de structuur van de omgeving.
  • c. De woningen mogen worden gerealiseerd in de vorm van al dan niet aaneengebouwde woonhuizen, dan wel in de vorm van patiowoningen.
  • d. Voor het bouwen van woonhuizen geldt:
  • 1. De zijgevel moet worden geplaatst in de zijdelingse perceelgrens dan wel tenminste 2 m daaruit;
  • 2. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11 m;
  • 3. De breedte van een bouwperceel mag niet minder bedragen dan 5 m.
  • e. Voor het bouwen van patiowoningen geldt:
  • 1. De zijgevel moet worden geplaatst in de zijdelingse perceelgrens dan wel tenminste 2 m daaruit;
  • 2. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • 3. De breedte van een bouwperceel mag niet minder bedragen dan 5 m.
  • f. Voor gevels van woonhuizen of patiowoningen, die zijn gelegen binnen de geluidzone voor de spoorweg, geldt dat de gevels zijn uitgevoerd als dove gevel, tenzij uit akoestisch onderzoek blijkt dat de geluidbelasting op de gevels van de woningen ten gevolge van deze zone lager of gelijk is aan de voorkeursgrenswaarde dan wel de vastgestelde hogere waarde.
  • g. De in het uitwerkingsplan op te nemen bouwregels worden afgestemd op de in dit plan opgenomen bestemmingen.
25.3 Bouwregels
25.3.1 Voorlopig bouwverbod

Op de in lid 25.1 bedoelde gronden mag slechts worden gebouwd in overeenstemming met een door burgemeester en wethouders vastgesteld uitwerkingsplan.

25.3.2 Specifieke gebruiksregels

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval het gebruik van deze gronden voor andere doeleinden dan openbaar groen verstaan, zolang en voor zover ter plaatse geen uitwerkingsplan van kracht is.

Artikel 26 Leiding - Gas

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar geldende bestemming(en), tevens bestemd voor een ondergrondse leiding voor het transport van gas met een diameter van ten hoogste 6,25 inch en een druk van ten hoogste 40 bar met de daarbij behorende belemmeringenstrook.

26.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen mogen op of in deze gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden opgericht ten behoeve van de in lid 1 genoemde bestemming met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  • b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
26.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 26.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.

26.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
26.4.1 Vergunningsplicht

Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:

  • a. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen;
  • b. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • d. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • e. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • f. het permanent opslaan van goederen.
26.4.2 Uitzondering

Het onder 26.4.1. vervatte verbod geldt niet voor de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden:

  • a. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;
  • b. die het normale onderhoud ten aanzien van de leiding en belemmeringenstrook of ten aanzien van de functies van de andere voorkomende bestemming(en) betreffen;
  • c. die graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten vormen.
26.4.3 Toelaatbaarheid

Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in lid 26.4.1.kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden niet strijdig zijn met de veiligheid van de leiding en van de bijbehorende belemmeringenstrook en de continuiteit van de leiding niet in gevaar brengen.

Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld onder 26.4.1 wordt het advies ingewonnen van de beheerder van de leiding omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen van de leiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden gesteld dienen te worden om eventuele schade te voorkomen.

Artikel 27 Waarde - Archeologie verwachtingswaarde hoog

27.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie verwachtingswaarde hoog' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van op of in die gronden aanwezige archeologische waarden.

27.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
27.2.1 Vergunningsplicht

Het is, zo nodig in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en/of in de in dit artikel bedoelde gronden de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren over een oppervlakte van 100 m² of meer en dieper dan 0,3 m ten opzichte van het maaiveld:

  • a. graafwerkzaamheden en/of grondbewerkingen, ploegen, roeren en omwoelen van gronden, waaronder begrepen het aanleggen van drainage;
  • b. het ophogen, verlagen of egaliseren van de bodem;
  • c. heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven van objecten in de bodem;
  • d. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en het rooien van diepwortelende beplanting waarbij stobben worden verwijderd;
  • e. het verlagen van het waterpeil;
  • f. het graven, verbreden en verdiepen van sloten, vijvers, zwembaden en andere wateren;
  • g. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatieleidingen of andere leidingen en de daarmee verbandhoudende constructies;
  • h. het verharden van wegen, paden of parkeergelegenheid en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • i. het plaatsen en/of verwijderen van funderingen;
  • j. graafwerkzaamheden en/of grondbewerkingen ten behoeve van de bouw van gebouwen en andere bouwwerken.
27.2.2 Uitzondering

Geen omgevingsvergunning als bedoeld in lid 27.2.1 is vereist voor werken en werkzaamheden:

  • a. in het kader van archeologisch onderzoek en archeologische opgravingen, mits deze worden verricht door een ter zake deskundige als bedoeld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie;
  • b. die op het moment van het van kracht worden van het plan legaal in uitvoering waren of legaal konden worden uitgevoerd krachtens een voor dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning;
  • c. die bestaan uit het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen dan wel andere leidingen en de daarmee verband houdende constructies, voor zover deze worden aangebracht binnen een bestaand leidingentracé binnen de daarvoor oorspronkelijk gegraven sleuf;
  • d. die het normale gebruik, onderhoud en/of beheer betreffen van de gronden. Binnen de bestemming 'Agrarisch' worden in ieder geval grondbewerkingen ten dienste van het agrarische gebruik beschouwd als normaal gebruik, mits de bodem tot niet meer dan 0,5 m onder maaiveld wordt geroerd.
27.2.3 Toelaatbaarheid, nadere eisen en voorwaarden
  • a. Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 27.2.1 mag alleen worden verleend indien:
    • 1. door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de archeologische waarden van het betreffende terrein niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind, en/of
    • 2. uit door de aanvrager overgelegd archeologisch onderzoek conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie naar het oordeel van het bevoegd gezag blijkt dat de archeologische waarden van het betreffende terrein in voldoende mate zijn vastgesteld en zo nodig zijn zekergesteld, dan wel dat er geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel dat de archeologische waarden door de werken of werkzaamheden niet of niet onevenredig worden geschaad.
  • b. Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan het archeologische onderzoek en het archeologische onderzoeksrapport als bedoeld onder a.
  • c. In het belang van de archeologische monumentenzorg kunnen aan de omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorwaarden worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 3. de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door de gemeentelijke archeoloog dan wel een andere deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 28 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 29 Algemene bouwregels

29.1 Afwijkende bebouwing

Indien de bestaande bebouwing afwijkt van hetgeen elders in deze regels is toegestaan, dienen in afwijking van die regels, de bestaande afwijkingen voor wat betreft:

  • a. goothoogte;
  • b. bouwhoogte;
  • c. oppervlakte;
  • d. inhoud;
  • e. afstand tot de naar de weg gekeerde perceelsgrens;
  • f. afstand tot de zijdelingse perceelsgrens,

ter plaatse van de afwijking als maximaal toelaatbaar worden aangehouden, mits deze afwijkende maatvoering op legale wijze tot stand is gekomen.

29.2 Overschrijding van bouwgrenzen door bouwdelen
29.2.1 Direct toegestane overschrijding van bouwgrenzen

In afwijking van het bepaalde in de bestemmingsregels in Hoofdstuk 2 mag de bebouwingsgrens en/of de bestemmingsgrens van de bestemmingen 'Wonen - Halfvrijstaand - 1', 'Wonen - Halfvrijstaand - 2', 'Wonen - Patio', 'Wonen - Rijen', 'Wonen - Vrijstaand - 1', 'Wonen - Vrijstaand - 2', 'Wonen - Woongebouwen', 'Wonen - Woonhuizen' door bouwdelen worden overschreden. Hiervoor gelden de volgende regels:

  • a. Erkers, balkons en luifels van een woonhuis mogen de voorgevellijn met ten hoogste 1,5 m overschrijden, mits:
    • 1. de afstand van een erker tot de openbare weg of ander openbaar gebied niet minder bedraagt dan 2 m;
    • 2. de breedte van de erker, luifel of balkon niet meer bedraagt van 50% van de breedte van de voorgevel;
    • 3. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens niet minder bedraagt dan 0,5 m, tenzij twee erkers, luifels of balkons direct aan weerszijden van de zijdelingse perceelgrens worden gebouwd.
  • b. Ingangspartijen, balkons en luifels van woongebouwen mogen de voorgevellijn met ten hoogste 1,5 m overschrijden, mits de afstand tot de openbare weg of ander openbaar gebied niet minder bedraagt dan 2 m;
  • c. Luifels en balkons van andere hoofdgebouwen dan woongebouwen mogen de bouwgrens met ten hoogste 1 m overschrijden, mits de afstand tot de openbare weg of ander openbaar gebied tenminste 2 m bedraagt.
  • d. Ondergeschikte bouwdelen van gebouwen zoals plinten, pilasters, kozijnen, hemelwaterafvoeren, ventilatiekanalen en rookkanalen mogen de bouwgrens met ten hoogste 0,5 m overschrijden.
29.2.2 Afwijken voor overschrijding van bouwgrenzen

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. van het bepaalde in lid 29.2.1 sub a.2 en toestaan dat de breedte van de erker, luifel of balkon ten hoogste 75% bedraagt van de voorgevel van het woonhuis.
  • b. ten behoeve van andere of ruimere overschrijdingen van de bouwgrens en/of een bestemmingsgrens dan genoemd in lid 29.2.1, mits:
    • 1. de bouwgrens met niet meer dan 2 meter wordt overschreden;
    • 2. de bouwwerken niet lager worden aangebracht dan 4,20 meter boven een rijbaan en 2,20 meter boven ander openbaar gebied en er overigens geen bezwaren bestaan uit het oogpunt van verkeersveiligheid;
    • 3. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en van het straat- en bebouwingsbeeld.
29.3 Parkeervoorzieningen
  • a. Indien de omvang of de bestemming van een gebouw daartoe aanleiding geeft, moet het gebouw en moet de andere bebouwing op het betreffende bouwperceel zodanig worden geplaatst of ingericht dat ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's voldoende ruimte aanwezig is, op of onder het gebouw dan wel op of onder het overige gedeelte van het bouwperceel.
  • b. De onder a bedoelde ruimte voor het parkeren van auto's moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eisen wordt geacht te zijn voldaan:
    • 1. indien de afmetingen van bedoelde parkeerruimten per auto tenminste 1,80 m bij 5,00 m en ten hoogste 3,25 m bij 6,00 m bedragen;
    • 2. indien de afmetingen van een gereserveerde parkeerruimte voor een auto van een gehandicapte - voorzover die ruimte niet in de lengterichting aan een trottoir grenst - ten minste 3,50 bij 5,00 m bedragen.
  • c. Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden en lossen van goederen, moet het gebouw zodanig worden geplaatst of ingericht, dat in deze behoefte in voldoende mate kan worden voorzien aan, in of onder het gebouw dan wel op of onder het onbebouwde gedeelte van het betreffende bouwperceel.
  • d. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde onder a en c, mits op andere wijze in de nodige parkeerruimte respectievelijk ruimte voor het laden en lossen van goederen wordt voorzien.

Artikel 30 Algemene gebruiksregels

30.1 Verboden gebruik

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan:

  • a. gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf;
  • b. gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden of bouwwerken voor (detail)handel, met uitzondering van (detail)handel die met het oog op de aan de betrokken gronden gegeven bestemming is toegestaan;
  • c. de opslag, daaronder mede begrepen het doen en/of laten opslaan, van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen en van materialen, emballage en afval, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik;
  • d. het gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van vrijstaande bijgebouwen en bedrijfsgebouwen voor bewoning.

Artikel 31 Algemene aanduidingsregels

31.1 geluidzone - industrie

Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' mogen, in voorkomend geval in afwijking van het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen nieuwe woningen of andere geluidgevoelige hoofdgebouwen worden opgericht of geluidgevoelige terreinen worden aangelegd of ingericht, tenzij een hogere waarde is vastgesteld vanwege industrielawaai en gebouwd wordt met inachtneming van die hogere waarde.

31.2 wro-zone - wijzigingsgebied 1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1' te wijzigen in de bestemming 'Wonen - Vrijstaand - 1', met toevoeging van bouwvlakken, onder gelijktijdige verwijdering van het bestaande bouwvlak, ten behoeve van de realisering van maximaal 2 vrijstaande woningen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. binnen het gebied mogen ter vervanging van de bestaande dubbele woning, maximaal 2 vrijstaande woningen worden gebouwd;
  • b. de maximale goothoogte bedraagt 4 m;
  • c. de maximale bouwhoogte bedraagt 9 m;
  • d. de afstand tussen de woningen bedraagt tenminste 6 m;
  • e. de afstand van het hoofdgebouw tot de naar de weg gekeerde perceelsgrens bedraagt minimaal 5 m;
  • f. de wijziging leidt niet tot een onevenredige aantasting van de belangen van naburige erven;
  • g. parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden;
  • h. voor het overige wordt voor de bouw- en gebruiksregels aangesloten bij de regels zoals die van toepassing zijn ingevolge de bestemming waarin gewijzigd wordt, met dien verstande dat de toegestane afwijkingen van de bouwregels rechtstreeks in de wijziging kunnen worden meegenomen;
  • i. er is geen sprake van milieuhygiënische bezwaren.
31.3 wro-zone - wijzigingsgebied 2

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 2' te wijzigen in de bestemming 'Bedrijf - 2', met toevoeging van de aanduiding 'bedrijfswoning', voor de realisatie van bedrijven indien er behoefte bestaat aan bedrijfslocaties. Er mag geen sprake zijn van milieuhygiënische bezwaren. Voor het overige wordt voor de bouw- en gebruiksregels aangesloten bij de regels zoals die van toepassing zijn ingevolge de bestemming waarin gewijzigd wordt, met dien verstande dat de toegestane afwijkingen van de bouwregels rechtstreeks in de wijziging kunnen worden meegenomen.

31.4 wro-zone - wijzigingsgebied 3

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 3' te wijzigen in de bestemming 'Wonen - Woongebouwen', met behoud van het bestaande bouwvlak en maximale goot- en bouwhoogte, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. er geen bezwaren zijn van volkshuisvestelijke aard;
  • b. parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden;
  • c. er is geen sprake van milieuhygiënische bezwaren;
  • d. voor het overige wordt voor de bouw- en gebruiksregels aangesloten bij de regels zoals die van toepassing zijn ingevolge de bestemming waarin gewijzigd wordt, met dien verstande dat de toegestane afwijkingen van de bouwregels rechtstreeks in de wijziging kunnen worden meegenomen.

Artikel 32 Afwijken van de bouwregels algemeen

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. de in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages.
  • b. de regels en worden toegestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of verkeersintensiteit daartoe aanleiding geeft;
  • c. van de regels en worden toegestaan dat het bouwvlak in geringe mate wordt overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  • d. de regels en worden toegestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. de inhoud per gebouwtje niet meer dan 50 m3 mag bedragen;
    • 2. de bouwhoogte niet meer dan 3,5 m mag bedragen;
  • e. de regels ten aanzien van de maximaal toegestane bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, en worden toegestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, wordt vergroot:
    • 1. ten behoeve van kunstwerken, geen gebouw zijnde, tot niet meer dan 15 m;
    • 2. ten behoeve van waarschuwings- en/of communicatiemasten tot niet meer dan 40 m;
    • 3. ten behoeve van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, tot niet meer dan 10 m;
  • f. de regels ten aanzien van de maximaal toegestane bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van een overschrijding van de toegestane bouwhoogte voor plaatselijke verhogingen, zoals liftkokers, lichtkappen en technische ruimten, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale oppervlakte van de vergroting niet meer mag bedragen dan 10% van het betreffende platte dakvlak of de horizontale projectie van het schuine dakvlak;
    • 2. de overschrijding van de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 m.

Artikel 33 Algemene wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het plan te wijzigen:

  • a. Door de bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen, andere grenslijnen en aanduidingen met ten hoogste 15 m te verschuiven, indien een gewijzigde uitvoering van het plan om ruimtelijke, verkeerskundige of technische redenen gewenst is.
  • b. Door het onderbrengen van bedrijfsactiviteiten in een andere categorie in de tot het plan behorende milieuzoneringslijst c.q. door het onderbrengen van nieuwe of andere bedrijfsactiviteiten, indien de opgenomen vermelding niet meer juist of volledig is.
  • c. Door de begrenzingen van de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie verwachtingswaarde hoog', te laten vervallen, indien dit op grond van nadere inzichten over archeologische waarden ter plaatse verantwoord is.
  • d. Ten behoeve van de bouw van telecommunicatiemasten en daarmee vergelijkbare voorzieningen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
    • 1. de hoogte van bouwwerken mag niet meer zijn dan 50 m;
    • 2. de omvang van de wijzigingslocatie mag niet meer zijn dan 25 m2;
    • 3. uit onderzoek moet gebleken zijn, dat plaatsing ter plaatse in het belang van communicatievoorziening noodzakelijk en verantwoord is, waarbij dat onderzoek in ieder geval betrekking moet hebben op:
      • de mogelijkheden van plaatsing van deze voorzieningen op bestaande gebouwen of bouwwerken;
      • de benutting van de mogelijkheden van gemeenschappelijk gebruik door telecommunicatiebedrijven;
      • de inpassing van de mast in landschappelijk en stedenbouwkundig opzicht.

Artikel 34 Overige regels

34.1 Verwijzing naar andere wettelijke regelingen

Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op de regelingen zoals die luiden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.

34.2 Regeling toepasselijkheid bouwverordening

De regels van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 35 Overgangsrecht

Voorbeeld opnemen van persoonsgebonden overgangsrecht uit buitengebied

35.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
  • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  • c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
35.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 36 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Berghem Zuid - 2013'.

Bijlagen bij de regels

Bijlage 1 Milieuzoneringslijst

SBI-2008   nr    OMSCHRIJVING    categorie  
01   -   LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW    
011, 012, 013     Akkerbouw en fruitteelt (bedrijfsgebouwen)   2  
011, 012, 013, 016   0   Tuinbouw:    
011, 012, 013   1   - bedrijfsgebouwen   2  
011, 012, 013   2   - kassen zonder verwarming   2  
011, 012, 013   3   - kassen met gasverwarming   2  
0113   4   - champignonkwekerijen (algemeen)   2  
0113   5   - champignonkwekerijen met mestfermentatie   3.2  
0163   6   - bloembollendroog- en prepareerbedrijven   2  
011   7   - witlofkwekerijen (algemeen)   2  
0141, 0142     Fokken en houden van rundvee   3.2  
0143, 0145   0   Fokken en houden van overige graasdieren:    
0143   1   - paardenfokkerijen   3.1  
0145   2   - overige graasdieren   3.1  
0146     Fokken en houden van varkens   4.1  
0147   0   Fokken en houden van pluimvee:    
0147   1   - legkippen   4.1  
0147   2   - opfokkippen en mestkuikens   4.1  
0147   3   - eenden en ganzen   4.1  
0147   4   - overig pluimvee   3.2  
0149   0   Fokken en houden van overige dieren:    
0149   1   - nertsen en vossen   4.1  
0149   2   - konijnen   3.2  
0149   3   - huisdieren   3.1  
0149   4   - maden, wormen e.d.   3.2  
0149   5   - bijen   2  
0149   6   - overige dieren   2  
0150     Akker-en/of tuinbouw in combinatie met het fokken en houden van dieren (niet intensief)   3.2  
016   0   Dienstverlening t.b.v. de landbouw:    
016   1   - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o. > 500 m²   3.1  
016   2   - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o.<= 500 m²   2  
016   3   - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m²   3.1  
016   4   - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m²   2  
0162     KI-stations   2  
02   -        
02   -   BOSBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. BOSBOUW    
021, 022, 024     Bosbouwbedrijven   3.1  
03   -        
03   -   VISSERIJ- EN VISTEELTBEDRIJVEN    
0311     Zeevisserijbedrijven   3.2  
0312     Binnenvisserijbedrijven   3.1  
032   0   Vis- en schaaldierkwekerijen    
032   1   - oester-, mossel- en schelpenteeltbedrijven   3.2  
032   2   - visteeltbedrijven   3.1  
08   -        
08   -   TURFWINNING    
089     Turfwinningbedrijven   3.2  
06   -        
06   -   AARDOLIE- EN AARDGASWINNING    
061, 062   0   Aardolie- en aardgaswinning:    
061   1   - aardoliewinputten   4.1  
062   2   - aardgaswinning incl. gasbeh.inst.: < 10.000.000 N m3/d   5.1  
062   3   - aardgaswinning incl. gasbeh.inst.: >= 10.000.000 N m3/d   5.2  
08   -        
08   -   WINNING VAN ZAND, GRIND, KLEI, ZOUT, E.D.    
0812   0   Steen-, grit- en krijtmalerijen (open lucht):    
0812   1   - algemeen   4.1  
0812   2   - steenbrekerijen   5.2  
0893     Zoutwinningbedrijven   3.2  
0899     Mergel- en overige delfstoffenwinningbedrijven   5.1  
10, 11   -        
10, 11   -   VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN    
101, 102   0   Slachterijen en overige vleesverwerking:    
101, 102   1   - slachterijen en pluimveeslachterijen   3.2  
101   2   - vetsmelterijen   5.2  
101   3   - bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval   4.2  
101   4   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m²   3.2  
101   5   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1000 m²   3.1  
101   6   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m²   3.1  
101, 102   7   - loonslachterijen   3.1  
108   8   - vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m²   3.1  
102   0   Visverwerkingsbedrijven:    
102   1   - drogen   5.2  
102   2   - conserveren   4.1  
102   3   - roken   4.2  
102   4   - verwerken anderszins: p.o.> 1000 m²   4.2  
102   5   - verwerken anderszins: p.o. <= 1000 m²   3.2  
102   6   - verwerken anderszins: p.o. <= 300 m²   3.1  
1031   0   Aardappelprodukten fabrieken:    
1031   1   - vervaardiging van aardappelproducten   4.2  
1031   2   - vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m²   3.1  
1032, 1039   0   Groente- en fruitconservenfabrieken:    
1032, 1039   1   - jam   3.2  
1032, 1039   2   - groente algemeen   3.2  
1032, 1039   3   - met koolsoorten   3.2  
1032, 1039   4   - met drogerijen   4.2  
1032, 1039   5   - met uienconservering (zoutinleggerij)   4.2  
104101   0   Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten:    
104101   1   - p.c. < 250.000 t/j   4.1  
104101   2   - p.c. >= 250.000 t/j   4.2  
104102   0   Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten:    
104102   1   - p.c. < 250.000 t/j   4.1  
104102   2   - p.c. >= 250.000 t/j   4.2  
1042   0   Margarinefabrieken:    
1042   1   - p.c. < 250.000 t/j   4.1  
1042   2   - p.c. >= 250.000 t/j   4.2  
1051   0   Zuivelprodukten fabrieken:    
1051   1   - gedroogde produkten, p.c. >= 1,5 t/u   5.1  
1051   2   - geconcentreerde produkten, verdamp. cap. >=20 t/u   5.1  
1051   3   - melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j   3.2  
1051   4   - melkprodukten fabrieken v.c. >= 55.000 t/j   4.2  
1051   5   - overige zuivelprodukten fabrieken   4.2  
1052   1   Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m²   3.2  
1052   2   - consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m²   2  
1061   0   Meelfabrieken:    
1061   1   - p.c. >= 500 t/u   4.2  
1061   2   - p.c. < 500 t/u   4.1  
1061     Grutterswarenfabrieken   4.1  
1062   0   Zetmeelfabrieken:    
1062   1   - p.c. < 10 t/u   4.1  
1062   2   - p.c. >= 10 t/u   4.2  
1091   0   Veevoerfabrieken:    
1091   1   - destructiebedrijven   5.2  
1091   2   - beender-, veren-, vis-, en vleesmeelfabriek   5.2  
1091   3   - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. < 10 t/u water   4.2  
1091   4   - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. >= 10 t/u water   5.2  
1091   5   - mengvoeder, p.c. < 100 t/u   4.1  
1091   6   - mengvoeder, p.c. >= 100 t/u   4.2  
1092     Vervaardiging van voer voor huisdieren   4.1  
1071   0   Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:    
1071   1   - v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens   2  
1071   2   - v.c. >= 7500 kg meel/week   3.2  
1072     Banket, biscuit- en koekfabrieken   3.2  
1081   0   Suikerfabrieken:    
1081   1   - v.c. < 2.500 t/j   5.1  
1081   2   - v.c. >= 2.500 t/j   5.3  
10821   0   Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:    
10821   1   - Cacao- en chocoladefabrieken: p.o. > 2.000 m²   5.1  
10821   2   - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m²   3.2  
10821   3   - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m²   2  
10821   4   - Suikerwerkfabrieken met suiker branden   4.2  
10821   5   - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m²   3.2  
10821   6   - suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m²   2  
1073     Deegwarenfabrieken   3.1  
1083   0   Koffiebranderijen en theepakkerijen:    
1083   1   - koffiebranderijen   5.1  
1083   2   - theepakkerijen   3.2  
108401     Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden   4.1  
1089     Vervaardiging van overige voedingsmiddelen   4.1  
1089     Bakkerijgrondstoffenfabrieken   4.1  
1089   0   Soep- en soeparomafabrieken:    
1089   1   - zonder poederdrogen   3.2  
1089   2   - met poederdrogen   4.2  
1089     Bakmeel- en puddingpoederfabrieken   4.1  
110101     Destilleerderijen en likeurstokerijen   4.2  
110102   0   Vervaardiging van ethylalcohol door gisting:    
110102   1   - p.c. < 5.000 t/j   4.1  
110102   2   - p.c. >= 5.000 t/j   4.2  
1102 t/m 1104     Vervaardiging van wijn, cider e.d.   2  
1105     Bierbrouwerijen   4.2  
1106     Mouterijen   4.2  
1107     Mineraalwater- en frisdrankfabrieken   3.2  
12   -        
12   -   VERWERKING VAN TABAK    
120     Tabakverwerkende industrie   4.1  
13   -        
13   -   VERVAARDIGING VAN TEXTIEL    
131     Bewerken en spinnen van textielvezels   3.2  
132   0   Weven van textiel:    
132   1   - aantal weefgetouwen < 50   3.2  
132   2   - aantal weefgetouwen >= 50   4.2  
133     Textielveredelingsbedrijven   3.1  
139     Vervaardiging van textielwaren   3.1  
1393     Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken   4.1  
139, 143     Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen   3.1  
14   -        
14   -   VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT    
141     Vervaardiging kleding van leer   3.1  
141     Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)   2  
142, 151     Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont   3.1  
19   -        
15   -   VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING)    
151,152     Lederfabrieken   4.2  
151     Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel)   3.1  
152     Schoenenfabrieken   3.1  
  -        
16   -   HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.  
16101     Houtzagerijen   3.2  
16102   0   Houtconserveringsbedrijven:    
16102   1   - met creosootolie   4.1  
16102   2   - met zoutoplossingen   3.1  
1621     Fineer- en plaatmaterialenfabrieken   3.2  
162   0   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout   3.2  
162   1   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2   3.1  
162902     Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken   2  
17   -        
17   -   VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN    
1711     Vervaardiging van pulp   4.1  
1712   0   Papier- en kartonfabrieken:    
1712   1   - p.c. < 3 t/u   3.1  
1712   2   - p.c. 3 - 15 t/u   4.1  
1712   3   - p.c. >= 15 t/u   4.2  
172     Papier- en kartonwarenfabrieken   3.2  
17212   0   Golfkartonfabrieken:    
17212   1   - p.c. < 3 t/u   3.2  
17212   2   - p.c. >= 3 t/u   4.1  
58   -        
58   -   UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA  
581     Uitgeverijen (kantoren)   1  
1811     Drukkerijen van dagbladen   3.2  
1812     Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen)   3.2  
18129     Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen   2  
1814   A   Grafische afwerking   1  
1814   B   Binderijen   2  
1813     Grafische reproduktie en zetten   2  
1814     Overige grafische aktiviteiten   2  
182     Reproduktiebedrijven opgenomen media   1  
19   -        
19   -   AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN  
191     Cokesfabrieken   5.3  
19201     Aardolieraffinaderijen   6  
19202   A   Smeeroliën- en vettenfabrieken   3.2  
19202   B   Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie   4.2  
19202   C   Aardolieproduktenfabrieken n.e.g.   4.2  
201, 212, 244     Splijt- en kweekstoffenbewerkingsbedrijven   6  
20   -        
20   -   VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN    
2011   0   Vervaardiging van industriële gassen:    
2011   1   - luchtscheidingsinstallatie v.c. >= 10 t/d lucht   5.2  
2011   2   - overige gassenfabrieken, niet explosief   5.1  
2011   3   - overige gassenfabrieken, explosief   5.1  
2012     Kleur- en verfstoffenfabrieken   4.1  
2012   0   Anorg. chemische grondstoffenfabrieken:    
2012   1   - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn"   4.2  
2012   2   - vallend onder "post-Seveso-richtlijn"   5.2  
20141   A0   Organ. chemische grondstoffenfabrieken:    
20141   A1   - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn"   4.2  
20141   A2   - vallend onder "post-Seveso-richtlijn"   5.3  
20141   B0   Methanolfabrieken:    
20141   B1   - p.c. < 100.000 t/j   4.1  
20141   B2   - p.c. >= 100.000 t/j   4.2  
20149   0   Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synth.):    
20149   1   - p.c. < 50.000 t/j   4.2  
20149   2   - p.c. >= 50.000 t/j   5.1  
2015     Kunstmeststoffenfabrieken   5.1  
2016     Kunstharsenfabrieken e.d.   5.2  
202   0   Landbouwchemicaliënfabrieken:    
202   1   - fabricage   5.3  
202   2   - formulering en afvullen   5.1  
203     Verf, lak en vernisfabrieken   4.2  
2110   0   Farmaceutische grondstoffenfabrieken:    
2110   1   - p.c. < 1.000 t/j   4.2  
2110   2   - p.c. >= 1.000 t/j   5.1  
2120   0   Farmaceutische produktenfabrieken:    
2120   1   - formulering en afvullen geneesmiddelen   3.1  
2120   2   - verbandmiddelenfabrieken   2  
2041     Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken   4.2  
2042     Parfumerie- en cosmeticafabrieken   4.2  
2051     Kruit-, vuurwerk-, en springstoffenfabrieken   5.3  
2052   0   Lijm- en plakmiddelenfabrieken:    
2052   1   - zonder dierlijke grondstoffen   3.2  
2052   2   - met dierlijke grondstoffen   5.1  
205902     Fotochemische produktenfabrieken   3.2  
205903   A   Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken   3.1  
205903   B   Overige chemische produktenfabrieken n.e.g.   4.1  
2060     Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken   4.2  
22   -        
22   -   VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF    
221101     Rubberbandenfabrieken   4.2  
221102   0   Loopvlakvernieuwingsbedrijven:    
221102   1   - vloeropp. < 100 m2   3.1  
221102   2   - vloeropp. >= 100 m2   4.1  
2219     Rubber-artikelenfabrieken   3.2  
222   0   Kunststofverwerkende bedrijven:    
222   1   - zonder fenolharsen   4.1  
222   2   - met fenolharsen   4.2  
222   3   - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen   3.1  
23   -        
23   -   VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN  
231   0   Glasfabrieken:    
231   1   - glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j   3.2  
231   2   - glas en glasprodukten, p.c. >= 5.000 t/j   4.2  
231   3   - glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 t/j   4.2  
231   4   - glaswol en glasvezels, p.c. >= 5.000 t/j   5.1  
231     Glasbewerkingsbedrijven   3.1  
232, 234   0   Aardewerkfabrieken:    
232, 234   1   - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW   2  
232, 234   2   - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW   3.2  
233   A   Baksteen en baksteenelementenfabrieken   4.1  
233   B   Dakpannenfabrieken   4.1  
2351   0   Cementfabrieken:    
2351   1   - p.c. < 100.000 t/j   5.1  
2351   2   - p.c. >= 100.000 t/j   5.3  
235201   0   Kalkfabrieken:    
235201   1   - p.c. < 100.000 t/j   4.1  
235201   2   - p.c. >= 100.000 t/j   5.1  
235202   0   Gipsfabrieken:    
235202   1   - p.c. < 100.000 t/j   4.1  
235202   2   - p.c. >= 100.000 t/j   5.1  
23611   0   Betonwarenfabrieken:    
23611   1   - zonder persen, triltafels en bekistingtrille   4.1  
23611   2   - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 t/d   4.2  
23611   3   - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. >= 100 t/d   5.2  
23612   0   Kalkzandsteenfabrieken:    
23612   1   - p.c. < 100.000 t/j   3.2  
23612   2   - p.c. >= 100.000 t/j   4.2  
2362     Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken   3.2  
2363, 2364   0   Betonmortelcentrales:    
2363, 2364   1   - p.c. < 100 t/u   3.2  
2363, 2364   2   - p.c. >= 100 t/u   4.2  
2365, 2369   0   Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips:    
2365, 2369   1   - p.c. < 100 t/d   3.2  
2365, 2369   2   - p.c. >= 100 t/d   4.2  
237   0   Natuursteenbewerkingsbedrijven:    
237   1   - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m²   3.2  
237   2   - zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m²   3.1  
237   3   - met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 t/j   4.2  
237   4   - met breken, zeven of drogen, v.c. >= 100.000 t/j   5.2  
2391     Slijp- en polijstmiddelen fabrieken   3.1  
2399   A0   Bitumineuze materialenfabrieken:    
2399   A1   - p.c. < 100 t/u   4.2  
2399   A2   - p.c. >= 100 t/u   5.1  
2399   B0   Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol):    
2399   B1   - steenwol, p.c. >= 5.000 t/j   4.2  
2399   B2   - overige isolatiematerialen   4.1  
2399   C   Minerale produktenfabrieken n.e.g.   3.2  
2399   D0   Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur   4.1  
2399   D1   - asfaltcentrales, p.c. >= 100 ton/uur   4.2  
24   -        
24   -   VERVAARDIGING VAN METALEN    
241   0   Ruwijzer- en staalfabrieken:    
241   1   - p.c. < 1.000 t/j   5.2  
241   2   - p.c. >= 1.000 t/j   6  
245   0   IJzeren- en stalenbuizenfabrieken:    
245   1   - p.o. < 2.000 m2   5.1  
245   2   - p.o. >= 2.000 m2   5.3  
243   0   Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen:    
243   1   - p.o. < 2.000 m2   4.2  
243   2   - p.o. >= 2.000 m2   5.2  
244   A0   Non-ferro-metaalfabrieken:    
244   A1   - p.c. < 1.000 t/j   4.2  
244   A2   - p.c. >= 1.000 t/j   5.2  
244   B0   Non-ferro-metaalwalserijen, -trekkerijen e.d.:    
244   B1   - p.o. < 2.000 m2   5.1  
244   B2   - p.o. >= 2.000 m2   5.3  
2451, 2452   0   IJzer- en staalgieterijen/ -smelterijen:    
2451, 2452   1   - p.c. < 4.000 t/j   4.2  
2451, 2452   2   - p.c. >= 4.000 t/j   5.1  
2453, 2454   0   Non-ferro-metaalgieterijen/ -smelterijen:    
2453, 2454   1   - p.c. < 4.000 t/j   4.2  
2453, 2454   2   - p.c. >= 4.000 t/j   5.1  
25   -        
25, 31   -   VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.)  
251, 331   0   Constructiewerkplaatsen    
251, 331   1   - gesloten gebouw   3.2  
251, 331   1a   - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2   3.1  
251, 331   2   - in open lucht, p.o. < 2.000 m2   4.1  
251, 331   3   - in open lucht, p.o. >= 2.000 m2   4.2  
2529, 3311   0   Tank- en reservoirbouwbedrijven:    
2529, 3311   1   - p.o. < 2.000 m2   4.2  
2529, 3311   2   - p.o. >= 2.000 m2   5.1  
2521, 2530, 3311     Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels   4.1  
255, 331   A   Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven   4.1  
255, 331   B   Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d.   3.2  
255, 331   B1   Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2   3.1  
2561, 3311   0   Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:    
2561, 3311   1   - algemeen   3.2  
2561, 3311   10   - stralen   4.1  
2561, 3311   11   - metaalharden   3.2  
2561, 3311   12   - lakspuiten en moffelen   3.2  
2561, 3311   2   - scoperen (opspuiten van zink)   3.2  
2561, 3311   3   - thermisch verzinken   3.2  
2561, 3311   4   - thermisch vertinnen   3.2  
2561, 3311   5   - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten)   3.2  
2561, 3311   6   - anodiseren, eloxeren   3.2  
2561, 3311   7   - chemische oppervlaktebehandeling   3.2  
2561, 3311   8   - emailleren   3.2  
2561, 3311   9   - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed)   3.2  
2562, 3311   1   Overige metaalbewerkende industrie   3.2  
2562, 3311   2   Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2   3.1  
259, 331   A0   Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:    
259, 331   A1   - p.o. < 2.000 m2   4.1  
259, 331   A2   - p.o. >= 2.000 m2   5.1  
259, 331   B   Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.   3.2  
259, 331   B   Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2   3.1  
27, 28, 33   -        
27, 28, 33   -   VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN    
27, 28, 33   0   Machine- en apparatenfabrieken incl. reparatie:    
27, 28, 33   1   - p.o. < 2.000 m2   3.2  
27, 28, 33   2   - p.o. >= 2.000 m2   4.1  
28, 33   3   - met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW   4.2  
26, 28, 33   -      
26, 28, 33   -   VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS    
26, 28, 33   A   Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie   2  
26, 27, 33   -        
26, 27, 33   -   VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.  
271, 331     Elektromotoren- en generatorenfabrieken incl. reparatie   4.1  
271, 273     Schakel- en installatiemateriaalfabrieken   4.1  
273     Elektrische draad- en kabelfabrieken   4.1  
272     Accumulatoren- en batterijenfabrieken   3.2  
274     Lampenfabrieken   4.2  
293     Elektrotechnische industrie n.e.g.   2  
2790     Koolelektrodenfabrieken   6  
26, 33   -        
26, 33   -   VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH.  
261, 263, 264, 331     Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. incl. reparatie   3.1  
2612     Fabrieken voor gedrukte bedrading   3.1  
26, 32, 33   -        
26, 32, 33   -   VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN  
26, 32, 33   A   Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie   2  
29   -        
29     VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS    
291   0   Autofabrieken en assemblagebedrijven    
291   1   - p.o. < 10.000 m2   4.1  
291   2   - p.o. >= 10.000 m2   4.2  
29201     Carrosseriefabrieken   4.1  
29202     Aanhangwagen- en opleggerfabrieken   4.1  
293     Auto-onderdelenfabrieken   3.2  
30   -        
30   -   VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)  
301, 3315   0   Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:    
301, 3315   1   - houten schepen   3.1  
301, 3315   2   - kunststof schepen   3.2  
301, 3315   3   - metalen schepen < 25 m   4.1  
301, 3315   4   - metalen schepen >= 25m en/of proefdraaien motoren >= 1 MW   5.1  
3831     Scheepssloperijen   5.2  
302, 317   0   Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:    
302, 317   1   - algemeen   3.2  
302, 317   2   - met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW   4.2  
303, 3316   0   Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:    
303, 3316   1   - zonder proefdraaien motoren   4.1  
303, 3316   2   - met proefdraaien motoren   5.3  
309     Rijwiel- en motorrijwielfabrieken   3.2  
3099     Transportmiddelenindustrie n.e.g.   3.2  
31   -        
31   -   VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.    
310   1   Meubelfabrieken   3.2  
9524   2   Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2   1  
321     Fabricage van munten, sieraden e.d.   2  
322     Muziekinstrumentenfabrieken   2  
323     Sportartikelenfabrieken   3.1  
324     Speelgoedartikelenfabrieken   3.1  
32991     Sociale werkvoorziening   2  
32999     Vervaardiging van overige goederen n.e.g.   3.1  
38   -        
38   -   VOORBEREIDING TOT RECYCLING    
383201     Metaal- en autoschredders   5.1  
383202   A0   Puinbrekerijen en -malerijen:    
383202   A1   - v.c. < 100.000 t/j   4.2  
383202   A2   - v.c. >= 100.000 t/j   5.2  
383202   B   Rubberregeneratiebedrijven   4.2  
383202   C   Afvalscheidingsinstallaties   4.2  
35   -        
35   -   PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER  
35   A0   Elektriciteitsproduktiebedrijven (electrisch vermogen >= 50 MWe)    
35   A1   - kolengestookt (incl. meestook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth   5.2  
35   A2   - oliegestookt, thermisch vermogen > 75 MWth   5.1  
35   A3   - gasgestookt (incl. bijstook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth,in   5.1  
35   A4   - kerncentrales met koeltorens   6  
35   A5   - warmte-kracht-installaties (gas), thermisch vermogen > 75 MWth   5.1  
35   B0   bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe:    
35   B1   - covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen voedingsindustrie   3.2  
35   B2   - vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa   3.2  
35   C0   Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:    
35   C1   - < 10 MVA   2  
35   C2   - 10 - 100 MVA   3.1  
35   C3   - 100 - 200 MVA   3.2  
35   C4   - 200 - 1000 MVA   4.2  
35   C5   - >= 1000 MVA   5.1  
35   D0   Gasdistributiebedrijven:    
35   D1   - gascompressorstations vermogen < 100 MW   4.2  
35   D2   - gascompressorstations vermogen >= 100 MW   5.1  
35   D3   - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A   1  
35   D4   - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C   2  
35   D5   - gasontvang- en -verdeelstations, cat. D   3.1  
35   E0   Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:    
35   E1   - stadsverwarming   3.2  
35   E2   - blokverwarming   2  
35   F0   windmolens:    
35   F1   - wiekdiameter 20 m   3.2  
35   F2   - wiekdiameter 30 m   4.1  
35   F3   - wiekdiameter 50 m   4.2  
36   -        
36   -   WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER    
36   A0   Waterwinning-/ bereiding- bedrijven:    
36   A1   - met chloorgas   5.3  
36   A2   - bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of straling   3.1  
36   B0   Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:    
36   B1   - < 1 MW   2  
36   B2   - 1 - 15 MW   3.2  
36   B3   - >= 15 MW   4.2  
41, 42, 43   -        
41, 42, 43   -   BOUWNIJVERHEID    
41, 42, 43   0   Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m²   3.2  
41, 42, 43   1   - bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m²   3.1  
41, 42, 43   2   Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m²   3.1  
41, 42, 43   3   - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m²   2  
45, 47   -        
45, 47   -   HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS  
451, 452, 454     Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven   2  
451     Handel in vrachtauto's (incl. import en reparatie)   3.2  
45204   A   Autoplaatwerkerijen   3.2  
45204   B   Autobeklederijen   1  
45204   C   Autospuitinrichtingen   3.1  
45205     Autowasserijen   2  
453     Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires   2  
473   0   Benzineservisestations:    
473   1   - met LPG > 1000 m3/jr   4.1  
473   2   - met LPG < 1000 m3/jr   3.1  
473   3   - zonder LPG   2  
46   -        
46   -   GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING    
461     Handelsbemiddeling (kantoren)   1  
4621   0   Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders   3.1  
4621   1   Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur of meer   4.2  
4622     Grth in bloemen en planten   2  
4623     Grth in levende dieren   3.2  
4624     Grth in huiden, vellen en leder   3.1  
46217, 4631     Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen   3.1  
4632, 4633     Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën   3.1  
4634     Grth in dranken   2  
4635     Grth in tabaksprodukten   2  
4636     Grth in suiker, chocolade en suikerwerk   2  
4637     Grth in koffie, thee, cacao en specerijen   2  
4638, 4639     Grth in overige voedings- en genotmiddelen   2  
464, 46733     Grth in overige consumentenartikelen   2  
46499   0   Grth in vuurwerk en munitie:    
46499   1   - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton   2  
46499   2   - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton   3.1  
46499   3   - professioneel vuurwerk, netto expl. massa per bewaarplaats < 750 kg (en > 25 kg theatervuurwerk)   5.1  
46499   4   - professioneel vuurwerk, netto expl. massa per bewaarplaats 750 kg tot 6 ton   5.3  
46499   5   - munitie   2  
46711   0   Grth in vaste brandstoffen:    
46711   1   - klein, lokaal verzorgingsgebied   3.1  
46711   2   - kolenterminal, opslag opp. >= 2.000 m2   5.1  
46712   0   Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen:    
46712   1   - vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3   4.1  
46712   2   - vloeistoffen, o.c. >= 100.000 m3   5.1  
46712   3   - tot vloeistof verdichte gassen   4.2  
46713     Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen)   3.2  
46721   0   Grth in metaalertsen:    
46721   1   - opslag opp. < 2.000 m2   4.2  
46721   2   - opslag opp. >= 2.000 m2   5.2  
46722, 46723     Grth in metalen en -halffabrikaten   3.2  
4673   0   Grth in hout en bouwmaterialen:    
4673   1   - algemeen: b.o. > 2000 m²   3.1  
4673   2   - algemeen: b.o. <= 2000 m²   2  
46735   4   zand en grind:    
46735   5   - algemeen: b.o. > 200 m²   3.2  
46735   6   - algemeen: b.o. <= 200 m²   2  
4674   0   Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:    
4674   1   - algemeen: b.o. > 2.000 m²   3.1  
4674   2   - algemeen: b.o. < = 2.000 m²   2  
46751     Grth in chemische produkten   3.2  
46752     Grth in kunstmeststoffen   2  
4676     Grth in overige intermediaire goederen   2  
4677   0   Autosloperijen: b.o. > 1000 m²   3.2  
4677   1   - autosloperijen: b.o. <= 1000 m²   3.1  
4677   0   Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1000 m²   3.2  
4677   1   - overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m²   3.1  
466   0   Grth in machines en apparaten:    
466   1   - machines voor de bouwnijverheid   3.2  
466   2   - overige   3.1  
466, 469     Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.   2  
47   -        
47   -   DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN    
47   A   Detailhandel voor zover n.e.g.   1  
471     Supermarkten, warenhuizen   1  
4722, 4723     Detailhandel vlees, wild, gevogelte, met roken, koken, bakken   1  
4724     Detailhandel brood en banket met bakken voor eigen winkel   1  
4773, 4774     Apotheken en drogisterijen   1  
4752     Bouwmarkten, tuincentra, hypermarkten   2  
4778     Detailhandel in vuurwerk tot 10 ton verpakt   1  
4791     Postorderbedrijven   3.1  
952     Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen)   1  
55   -        
55   -   LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING    
5510     Hotels en pensions met keuken, conferentie-oorden en congrescentra   1  
553, 552     Kampeerterreinen, vakantiecentra, e.d. (met keuken)   3.1  
561     Restaurants, cafetaria's, snackbars, ijssalons met eigen ijsbereiding, viskramen e.d.   1  
563   1   Café's, bars   1  
563   2   Discotheken, muziekcafé's   2  
5629     Kantines   1  
562     Cateringbedrijven   2  
49   -        
49   -   VERVOER OVER LAND    
491, 492   0   Spoorwegen:    
491, 492   1   - stations   3.2  
491, 492   2   - rangeerterreinen, overslagstations (zonder rangeerheuvel)   4.2  
493     Bus-, tram- en metrostations en -remises   3.2  
493     Taxibedrijven   2  
493     Touringcarbedrijven   3.2  
494   0   Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m²   3.2  
494   1   - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m²   3.1  
495     Pomp- en compressorstations van pijpleidingen   2  
50, 51   -        
50, 51   -   VERVOER OVER WATER / DOOR DE LUCHT    
50, 51   A   Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren)   1  
52   -        
52   -   DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER    
52241   0   Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. zeeschepen:    
52241   1   - containers   5.1  
52241   2   - stukgoederen   4.2  
52241   3   - ertsen, mineralen e.d., opslagopp. >= 2.000 m2   5.3  
52241   4   - granen of meelsoorten, v.c. >= 500 t/u   5.1  
52241   5   - steenkool, opslagopp. >= 2.000 m2   5.2  
52241   6   - olie, LPG, e.d.   5.3  
52241   7   - tankercleaning   4.2  
52242   0   Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart:    
52242   1   - containers   4.2  
52242   10   - tankercleaning   4.2  
52242   2   - stukgoederen   3.2  
52242   3   - ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. < 2.000 m²   4.2  
52242   4   - ersten, mineralen, e.d., opslagopp. >= 2.000 m²   5.2  
52242   5   - granen of meelsoorten , v.c. < 500 t/u   4.2  
52242   6   - granen of meelsoorten, v.c. >= 500 t/u   5.1  
52242   7   - steenkool, opslagopp. < 2.000 m2   4.2  
52242   8   - steenkool, opslagopp. >= 2.000 m2   5.1  
52242   9   - olie, LPG, e.d.   5.2  
52102, 52109   A   Distributiecentra, pak- en koelhuizen   3.1  
52109   B   Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte)   2  
5221   1   Autoparkeerterreinen, parkeergarages   2  
5221   2   Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties)   3.2  
5222     Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren)   1  
5223   A   Luchthavens   6  
5223   B   Helikopterlandplaatsen   5.1  
791     Reisorganisaties   1  
5229     Expediteurs, cargadoors (kantoren)   1  
64   -        
53   -   POST EN TELECOMMUNICATIE    
531, 532     Post- en koeriersdiensten   2  
61   A   Telecommunicatiebedrijven   1  
61   B0   zendinstallaties:    
61   B1   - LG en MG, zendervermogen < 100 kW (bij groter vermogen: onderzoek!)   3.2  
61   B2   - FM en TV   1  
61   B3   - GSM en UMTS-steunzenders (indien bouwvergunningplichtig)   1  
64, 65, 66   -        
64, 65, 66   -   FINANCIELE INSTELLINGEN EN VERZEKERINGSWEZEN    
64, 65, 66   A   Banken, verzekeringsbedrijven, beurzen   1  
41, 68   -        
41, 68   -   VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED    
41, 68   A   Verhuur van en handel in onroerend goed   1  
77   -        
77   -   VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN  
7711     Personenautoverhuurbedrijven   2  
7712, 7739     Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's)   3.1  
773     Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen   3.1  
772     Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.   2  
62   -        
62   -   COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE    
62   A   Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.   1  
58, 63   B   Datacentra   2  
72   -        
72   -   SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK    
721     Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk   2  
722     Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek   1  
63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82   -        
63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82   -   OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING    
63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82   A   Overige zakelijke dienstverlening: kantoren   1  
812     Reinigingsbedrijven voor gebouwen   3.1  
74203     Foto- en filmontwikkelcentrales   2  
82991     Veilingen voor landbouw- en visserijprodukten   4.1  
82992     Veilingen voor huisraad, kunst e.d.   1  
84   -        
84   -   OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN  
84   A   Openbaar bestuur (kantoren e.d.)   1  
8422     Defensie-inrichtingen   4.1  
8425     Brandweerkazernes   3.1  
85   -        
85   -   ONDERWIJS    
852, 8531     Scholen voor basis- en algemeen voortgezet onderwijs   2  
8532, 854, 855     Scholen voor beroeps-, hoger en overig onderwijs   2  
86   -        
86   -   GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG    
8610     Ziekenhuizen   2  
8621, 8622, 8623     Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven   1  
8691, 8692     Consultatiebureaus   1  
871   1   Verpleeghuizen   2  
8891   2   Kinderopvang   2  
37, 38, 39   -        
37, 38, 39   -   MILIEUDIENSTVERLENING    
3700   A0   RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks:    
3700   A1   - < 100.000 i.e.   4.1  
3700   A2   - 100.000 - 300.000 i.e.   4.2  
3700   A3   - >= 300.000 i.e.   5.1  
3700   B   rioolgemalen   2  
381   A   Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d.   3.1  
381   B   Gemeentewerven (afval-inzameldepots)   3.1  
381   C   Vuiloverslagstations   4.2  
382   A0   Afvalverwerkingsbedrijven:    
382   A1   - mestverwerking/korrelfabrieken   5.1  
382   A2   - kabelbranderijen   3.2  
382   A3   - verwerking radio-actief afval   6  
382   A4   - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen)   3.1  
382   A5   - oplosmiddelterugwinning   3.2  
382   A6   - afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW   4.2  
382   A7   - verwerking fotochemisch en galvano-afval   2  
382   B   Vuilstortplaatsen   4.2  
382   C0   Composteerbedrijven:    
382   C1   - niet-belucht v.c. < 5.000 ton/jr   4.2  
382   C2   - niet-belucht v.c. 5.000 tot 20.000 ton/jr   5.2  
382   C3   - belucht v.c. < 20.000 ton/jr   3.2  
382   C4   - belucht v.c. > 20.000 ton/jr   4.1  
382   C5   - GFT in gesloten gebouw   4.1  
94   -        
94   -   DIVERSE ORGANISATIES    
941, 942     Bedrijfs- en werknemersorganisaties (kantoren)   1  
9491     Kerkgebouwen e.d.   2  
94991   A   Buurt- en clubhuizen   2  
94991   B   Hondendressuurterreinen   3.1  
59   -        
59   -   CULTUUR, SPORT EN RECREATIE    
591, 592, 601, 602     Studio's (film, TV, radio, geluid)   2  
5914     Bioscopen   2  
9004     Theaters, schouwburgen, concertgebouwen, evenementenhallen   2  
9321     Recreatiecentra, vaste kermis e.d.   4.2  
8552     Muziek- en balletscholen   2  
85521     Dansscholen   2  
9101, 9102     Bibliotheken, musea, ateliers, e.d.   1  
91041     Dierentuinen   3.2  
91041     Kinderboerderijen   2  
931   0   Zwembaden:    
931   1   - overdekt   3.1  
931   2   - niet overdekt   4.1  
931   A   Sporthallen   3.1  
931   B   Bowlingcentra   2  
931   C   Overdekte kunstijsbanen   3.2  
931   D   Stadions en open-lucht-ijsbanen   4.2  
931   E   Maneges   3.1  
931   F   Tennisbanen (met verlichting)   3.1  
931   G   Veldsportcomplex (met verlichting)   3.1  
931   H   Golfbanen   1  
931   I   Kunstskibanen   3.1  
931   0   Schietinrichtingen:    
931   1   - binnenbanen: geweer- en pistoolbanen   4.1  
931   10   - buitenbanen met voorzieningen: pistoolbanen   5.3  
931   11   - buitenbanen met voorzieningen: boogbanen   2  
931   2   - binnenbanen: boogbanen   1  
931   3   - vrije buitenbanen: kleiduiven   4.2  
931   4   - vrije buitenbanen: schietbomen   6  
931   5   - vrije buitenbanen: geweerbanen   6  
931   6   - vrije buitenbanen: pistoolbanen   6  
931   7   - vrije buitenbanen: boogbanen   4.1  
931   8   - buitenbanen met voorzieningen: schietbomen   5.1  
931   9   - buitenbanen met voorzieningen: geweerbanen   6  
931   A   Skelter- en kartbanen, in een hal   3.1  
931   B   Skelter- en kartbanen, open lucht, < 8 uur/week in gebruik   5.1  
931   C   Skelter- en kartbanen, open lucht, >=8 uur/week in gebruik   5.3  
931   D   Autocircuits, motorcrossterreinen e.d., < 8 uur/week in gebruik   5.2  
931   E   Autocircuits, motorcrossterreinen e.d., >=8 uur/week in gebruik   6  
931   F   Sportscholen, gymnastiekzalen   2  
932   G   Jachthavens met diverse voorzieningen   3.1  
9200     Casino's   2  
92009     Amusementshallen   2  
93299     Modelvliegtuig-velden   4.2  
93   -        
96   -   OVERIGE DIENSTVERLENING    
96011   A   Wasserijen en strijkinrichtingen   3.1  
96011   B   Tapijtreinigingsbedrijven   3.1  
96012     Chemische wasserijen en ververijen   2  
96013   A   Wasverzendinrichtingen   2  
96013   B   Wasserettes, wassalons   1  
9602     Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten   1  
9603   0   Begrafenisondernemingen:    
9603   1   - uitvaartcentra   1  
96031   2   - begraafplaatsen   1  
96032   3   - crematoria   3.2  
9313, 9604     Fitnesscentra, badhuizen en sauna-baden   2  
9609   A   Dierenasiels en -pensions   3.2  
9609   B   Persoonlijke dienstverlening n.e.g.   1  

Bijlage 2 Lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten

Als rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten worden aangemerkt de volgende beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten:

  rubriek   aan huis gebonden activiteiten  
1   Individuele praktijk voor medische en paramedische dienstverlening   - huisartsenij,
- psychologie,
- psychiatrie,
- fysiotherapie en bewegingsleer,
- voedingsleer en voedingsadvies,
- mondhygiëne,
- tandheelkunde,
- logopedie,
- orthopedagogie,
- verloskunde,
- alternatieve geneeswijze,
- diergeneeskunde  
2   Individuele praktijk voor zakelijke dienstverlening   - notaris,
- advocaat, deurwaarder en juridisch adviseur,
- accountant en belastingconsulent,
- assurantie- en verzekeringsbemiddeling,
- exploitatie en handel in onroerende zaken,
- hypotheekadviseur en financieel adviseur
- tolk/vertaler  
3   Vervaardiging en kunstnijverheid in de vorm van een eenmansbedrijf   - (maat)kledingmakerij en kledingverstelbedrijf
- hoedenmaker
- (muziek)instrumentenmaker
- kaarsenmaker
- lijstenmaker
- vervaardiging munten
- vervaardiging sieraden
- kunstschilder (met atelier)
- fotograaf  
4   Individuele praktijk op gebied van advies, ontwerp en onderzoek   - reclame ontwerp
- grafisch ontwerp
- architectonisch ontwerp
- stedenbouwkundig ontwerp
- tuin- en landschapsontwerp
- computerservice en informatietechnologie
- maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek  
5   Kantoor- en opslagfunctie voor bedrijvigheid die elders wordt uitgeoefend   - kantoor-, stallings- en opslagfunctie voor schoonmaakbedrijf, schoorsteenveegbedrijf, klussenbedrijf, bestratingsbedrijf, loodgieter, electriciën, metselaar, glazenwasser (een en en ander zonder bewerking of verwerking van stofffen, voorwerpen of materialen)
- kantoor,- stallings- en opslagfunctie voor een groothandelsbedrijf en voor internetverkoop (mits zonder klantcontact aan huis)  
6   Eenmans-reparatie-/
verhuurbedrijf  
- uurwerkreparatiebedrijf
- goud- en zilverwerkreparatiebedrijf
- reparatie van kleine consumentenartikelen (antiek, radio’s/tv’s/digitale apparatuur)
- reparatie van muziekinstrumenten  
7   Overige dienstverlening in de vorm van eenmansbedrijven   - kappersbedrijf (met niet meer dan één kappersstoel)
- schoonheidsspecialist
- manicure
- pedicure
- hondentrimmer
- taxi-/koeriersbedrijf (alleen eigen rijder, ten hoogste één auto)
- begrafenisonderneming (niet zijnde een mortuarium)
- decorateur
- privé-docenten (zoals remedial teachers en individuele muziek-, spraak- en taalllessen).  
Uitsluitingen.
Tot de onder punt 1 tot en met 7 bedoelde rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten worden in ieder geval niet gerekend:  
- groepsmatige activiteiten, dat wil zeggen het verlenen van diensten en het geven van onderricht en informatie aan 3 of meer personen tegelijk
- buitenopslag, dat wil zeggen opslag van goederen buiten gebouwen
- opslag van brandgevaarlijke en explosiegevaarlijke stoffen
- reparatiebedrijven voor gemotoriseerde voertuigen
- detailhandel