direct naar inhoud van Artikel 4 Natuur
Plan: Herpen, Wilgendaal 2008
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0828.BPWilgendlHRP-OH02

Artikel 4 Natuur

4.1 Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart als 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. behoud, herstel en ontwikkeling van natuurwaarden en landschappelijke waarden;
  • b. paden;
  • c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. nutsvoorzieningen
  • f. extensief recreatief medegebruik;
  • g. een geluidswal en/of geluidsscherm met een totale hoogte van maximaal 8,5 m ten opzichte van het peil, ter plaatse van de aanduiding 'geluidswal'.
4.2 Bouwregels
  • a. Op of in deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd.
  • b. In afwijking van het bepaalde onder a) mogen gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen worden gebouwd mits de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 m.
  • c. In afwijking van het bepaalde onder a) mag ter plaatse van de aanduiding 'geluidswal' een geluidsscherm als bedoeld in artikel 4.1 onder g) worden gebouwd waarvan de hoogte, onverminderd het in het laatstgenoemde artikelonderdeel bepaalde met betrekking tot de totale hoogte van geluidswal en/of geluidsscherm, niet meer mag bedragen dan 8,5 m.
4.3 Aanlegvergunning
4.3.1 Aanlegvergunning

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem, met uitzondering van gevallen waarin een ontgrondingsvergunning ingevolge de Ontgrondingenwet is vereist;
  • b. het aanleggen of verharden van paden of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen of halfverhardingen;
  • c. het amoveren van paden;
  • d. het aanbrengen van boven- of ondergrondse leidingen en daarmee verband houdende constructies;
  • e. het diepwoelen en diepploegen van de bodem (dieper dan 40 cm);
  • f. het verwijderen van beplantingselementen;
  • g. het aanbrengen van hoogopgaande beplanting en/of bomen;
  • h. het graven en/of dempen van sloten en het door afwateren, ontwateren of afdammen wijzigen van de grondwaterstand.
4.3.2 Uitzonderingen

Het in lid 4.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:

  • a. die het normale onderhoud betreffen;
  • b. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • c. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan een aanlegvergunning is verleend.
4.3.3 Toelaatbaarheid

De in lid 4.3.1 genoemde werken of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar indien:

  • a. de mogelijkheden tot behoud, herstel en ontwikkeling van de landschappelijke en/of natuurlijke waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast;
  • b. de werkzaamheden noodzakelijk zijn in verband met het natuurbeheer dan wel de recreatieve functie.