Plan: | Verblijfsrecreatieterreinen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0824.verblijfsrecreatie-VG02 |
Algemeen
Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid aan verschillende aspecten aandacht te worden besteed. De voor het bestemmingsplan Verblijfsrecreatieterreinen relevante regelgeving is de volgende.
Normstelling en beleid
In het externe veiligheidsbeleid wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebondenrisico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken4 en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen.
Besluit Externe veiligheid Inrichtingen (Bevi)
Het besluit geeft een wettelijke grondslag aan het externe veiligheidsbeleid rondom risicovolle inrichtingen. Het doel van het besluit is de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld vanwege risicovolle inrichtingen tot een aanvaardbaar minimum te beperken. Op basis van het Bevi geldt voor het PR rondom een risicovolle inrichting een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten5 . Beide liggen op een niveau van 10-6 per jaar. Bij het voeren van een planologische procedure moet aan deze normen worden voldaan. Recreatieterreinen vallen (ondanks het mogelijk aanwezig zijn van propaantanks en/ of een netwerk van ondergrondse leidingen) (nog) niet onder werkingssfeer van het Bevi.
Activiteitenbesluit
Campings en verblijfsrecreatieterreinen waar ten hoogste 13 m3 propaan in ten hoogste twee bovengrondse opslagtanks wordt opgeslagen, vallen binnen de werkingsfeer van het Activiteitenbesluit. Dit besluit geeft algemene regels voor bepaalde categorieën van inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer.
Artikel 3.28 van het Activiteitenbesluit geeft voor de opslag van propaan de volgende veiligheidsafstanden.
Tabel 4.1. Veiligheidsafstanden
opslagtank met propaan tot en met 5 kubieke meter |
opslagtank met propaan groter dan 5 kubieke meter tot en met 13 kubieke meter |
||
Bevoorrading tot en met 5 keer per jaar |
10 meter |
15 meter |
|
Bevoorrading meer dan 5 keer per jaar | 20 meter |
25 meter |
De afstanden gelden vanaf de propaantank, het vulpunt en de opstelplaats voor de tankauto en (beperkt) kwetsbare objecten die zijn gelegen buiten de inrichting. Uit de nota van toelichting bij het Activiteitenbesluit kan worden afgeleid dat de afstanden ook gelden voor gebouwen binnen de inrichting. Het Activiteitenbesluit regelt niet de afstanden tot andere beperkt kwetsbare objecten, zoals op een camping de tenten en caravans die binnen de inrichting zijn gelegen. Dit aspect kan worden geregeld in een bestemmingsplan indien opslag van propaan in bovengrondse opslagtanks plaatsvindt.
Propaantanks moeten zodanig worden geplaatst dat ze voor het vullen bereikbaar zijn, zonder dat daarvoor gebieden met kwetsbare objecten als kampeerterreinen moeten worden doorkruist (dus aan de rand van het terrein bij de weg).
Vervoer gevaarlijke stoffen
Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen is in augustus 2004 de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen gepubliceerd. In deze circulaire is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen opgenomen (plaatsgebonden risico en groepsrisico).
Onderzoek
Propaantanks
In en in de nabijheid van de verblijfsrecreatieterreinen die deel uit maken van dit bestemmingsplan vinden geen relevante risicovolle activiteiten (vervoer of bedrijvigheid) plaats.
Wel beschikken 3 verblijfsrecreatieterreinen over een propaantank die alle vallen onder activiteitenbesluit, namelijk:
Bij bovengenoemde terreinen is specifiek aandacht voor de aanwezigheid van de propaantank. In artikel 3.28 van het activiteitenbesluit zijn met betrekking tot opslag van propaan de veiligheidsafstanden zoals genoemd in tabel 4.1 van toepassing.
Vervoer gevaarlijke stoffen
Op grond van informatie uit de provinciale risicokaart blijkt dat in het plangebied geen vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, het spoor of het water plaatsvindt. Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen door buisleidingen wordt verwezen naar paragraaf leidingen en telecommunicatieverbindingen.
Conclusie
Gelet op het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat het aspect externe veiligheid geen belemmering vormt voor ontwikkelingen in het plangebied.