direct naar inhoud van Regels
Plan: Bedrijventerrein Oisterwijk, 1ste herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0824.bedrijventerrein-VA01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Algemene bepaling

Op onderhavig bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Oisterwijk, 1ste herziening' van de gemeente Oisterwijk zijn van overeenkomstige toepassing de verbeelding en de planregels van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Oisterwijk', zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Oisterwijk bij besluit van 27 juni 2013 en vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0824.BPbedrijventerrein-0003, zulks met dien verstande dat:

  • de regels ter plaatse van de aanduiding 'overige zone herziening planregels' worden aangevuld en gewijzigd zoals voorzien in hoofdstuk 2 van de regels van dit bestemmingsplan
  • de verbeelding op enkele punten wordt aangepast; het gewijzigde deel is opgenomen op de verbeelding van dit bestemmingsplan.

Artikel 2 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

2.1 Bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de daarbij behorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

2.2 Plan

Het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Oisterwijk, 1ste herziening' met identificatienummer NL.IMRO.0824.bedrijventerrein-VA01 van de gemeente Oisterwijk.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bestemming Bedrijf - 1 (artikel 3)

3.1 Parkeren (artikel 3, lid 3.7)

Artikel 3 , lid 3.7 van de planregels van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Oisterwijk' wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • a. Bij het bouwen, het uitbreiden of veranderen van functies (ook in bestaande gebouwen) dienen overeenkomstig het door de gemeente Oisterwijk vastgestelde parkeer- en stallingsbeleid, zoals opgenomen in de "Parkeerfondsverordening gemeente Oisterwijk 2010", voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein aanwezig te zijn of te worden gerealiseerd en in stand te worden gehouden. De parkeerfondsverordening met de parkeernomen is als bijlage 1 bij deze regels gevoegd.
  • b. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a indien in het plangebied, dan wel in de directe omgeving, op een andere wijze in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, met dien verstande dat aan de omgevingsvergunning financiële voorwaarden verbonden kunnen worden.
3.2 Wijzigingsbevoegdheid (artikel 3, lid 3.8 nieuw)

Aan artikel 3 van de planregels van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Oisterwijk' wordt een nieuw lid 3.8 toegevoegd. Deze komt als volgt te luiden:

"Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen en - indien de gemeenteraad de parkeernormen als bedoeld in artikel 3, lid 3.7 onder a heeft gewijzigd- deze nieuwe parkeernormen van overeenkomstige toepassing te verklaren voor de bestemming 'Bedrijf - 1".

Artikel 4 Bedrijf - 2 (artikel 4)

4.1 Parkeren (artikel 4, lid 4.7)

Artikel 4 , lid 4.7 van de planregels van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Oisterwijk' wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • a. Bij het bouwen, het uitbreiden of veranderen van functies (ook in bestaande gebouwen) dienen overeenkomstig het door de gemeente Oisterwijk vastgestelde parkeer- en stallingsbeleid, zoals opgenomen in de "Parkeerfondsverordening gemeente Oisterwijk 2010", voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein aanwezig te zijn of te worden gerealiseerd en in stand te worden gehouden. De parkeerfondsverordening met de parkeernomen is als bijlage 1 bij deze regels gevoegd.
  • b. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a indien in het plangebied, dan wel in de directe omgeving, op een andere wijze in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, met dien verstande dat aan de omgevingsvergunning financiële voorwaarden verbonden kunnen worden.

 

4.2 Wijzigingsbevoegdheid (artikel 4.8 nieuw)

Aan artikel 4 van de planregels van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Oisterwijk' wordt een nieuw lid 4.8 toegevoegd. Deze komt als volgt te luiden:

"Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen en - indien de gemeenteraad de parkeernormen als bedoeld in artikel 3, lid 4.7 onder a heeft gewijzigd- deze nieuwe parkeernormen van overeenkomstige toepassing te verklaren voor de bestemming 'Bedrijf - 2".

Artikel 5 Bestemming 'Bedrijventerrein' (artikel 7)

5.1 Bestemmingsomschrijving (artikel 7, lid 7.1.1, onder a t/m d)

Artikel 7, lid 7.1.1 onder a t/m d van de planregels van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Oisterwijk' komt als volgt te luiden:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijven tot en met categorie 2', voor het uitoefenen bedrijven en/of bedrijfsactiviteiten behorende tot en met categorie 2, zoals vermeld in de bij deze regels behorende en als zodanig deel uitmakende bijlage 1 (Lijst van bedrijfsactiviteiten);
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijven tot en met categorie 3.1', voor het uitoefenen een bedrijven en/of bedrijfsactiviteiten behorende tot en met categorie 3.1, zoals vermeld in de bij deze regels behorende en als zodanig deel uitmakende bijlage 1 (Lijst van bedrijfsactiviteiten);
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijven tot en met categorie 3.2', voor het uitoefenen bedrijven en/of bedrijfsactiviteiten behorende tot en met categorie 3.2, zoals vermeld in de bij deze regels behorende en als zodanig deel uitmakende bijlage 1 (Lijst van bedrijfsactiviteiten);
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijven tot en met categorie 4.1', voor het uitoefenen bedrijven en/of bedrijfsactiviteiten behorende tot en met categorie 4.1, zoals vermeld in de bij deze regels behorende en als zodanig deel uitmakende bijlage 1 (Lijst van bedrijfsactiviteiten);

5.2 Bestemmingsomschrijving (artikel 7, lid 7.1.1, onder n)

Artikel 7, lid 7.1.1, onder n van de planregels van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Oisterwijk' wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - tegelhandel' (sdh-th), tevens voor detailhandel in tegels met bijbehorende showroom.

5.3 Bestemmingsomschrijving, parkeren (artikel 7, lid 7.1.2)

Artikel 7, lid 7.1.2 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • a. Bij het bouwen, het uitbreiden of veranderen van functies (ook in bestaande gebouwen) dienen overeenkomstig het door de gemeente Oisterwijk vastgestelde parkeer- en stallingsbeleid, zoals opgenomen in de "Parkeerfondsverordening gemeente Oisterwijk 2010", voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein aanwezig te zijn of te worden gerealiseerd en in stand te worden gehouden. De parkeerfondsverordening met de parkeernomen is als bijlage 1 bij deze regels gevoegd.
  • b. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a indien in het plangebied, dan wel in de directe omgeving, op een andere wijze in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, met dien verstande dat aan de omgevingsvergunning financiële voorwaarden verbonden kunnen worden.

5.4 Bouwregels, algemeen (artikel 7, lid 7.2.1 onder e)

Artikel 7, lid 7.2.1 onder e van de planregels van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Oisterwijk' wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

e. Bij (ver)bouwplannen mogen gebouwen uitbreiden tot 1.000 m2. Verder zijn extra verdiepingsvloeren niet toegestaan.

5.5 Bouwregels, specifieke bouwaanduiding - specifieke bouwregeling (artikel 7, lid 7.2.3)

Artikel 7, lid 7.2.3 aanhef van de planregels van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Oisterwijk' wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

In afwijking van het bepaalde in 7.2.1 en 7.2.2 gelden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - specifieke bouwregeling' de volgende regels:...

5.6 Bouwregels, woningen (artikel 7, lid 7.2.5, onder c, sub 3)

Artikel 7, lid 7.2.5. onder c, sub 3 van de planregels van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Oisterwijk' komt als volgt te luiden:

3. De inhoud van de woning mag niet meer bedragen dan 750 m³.

5.7 Afwijken van de bouwregels, bouwhoogte (artikel 7, lid 7.4.2)

Artikel 7, lid 7.4.2 aanhef van de planregels van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Oisterwijk' wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2.2 sub c en d voor het toestaan van een hogere goot- en bouwhoogte tot maximaal 10 respectievelijk 15 meter, onder de volgende voorwaarden:...

5.8 Afwijken van de bouwregels, bouwhoogte Parklaan (artikel 7, lid 7.4.3)

Artikel 7, lid 7.4.3 van de planregels van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Oisterwijk' aanhef wordt gewijzigd en aangevuld en komt als volgt te luiden:

Met uitzondering van het bouwperceel Parklaan 2 kan het bevoegd gezag door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2.2 sub c en d voor het toestaan van een hogere goot- en bouwhoogte van de bedrijfspercelen aan Parklaan grenzend aan de woningen van de Haarenseweg, tot maximaal 2 meter hoger, indien:....

5.9 Wijzigingsbevoegdheid parkeren (artikel 7, lid 7.7.5 nieuw)

Aan artikel 7.7 van de planregels van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Oisterwijk' wordt de volgende wijzigingsbevoegdheid toegevoegd:

"Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen en - indien de gemeenteraad de parkeernormen als bedoeld in lid 7.2.1 onder a heeft gewijzigd- deze nieuwe parkeernormen van overeenkomstige toepassing te verklaren voor de bestemming 'Bedrijventerrein".

5.10 Wijzigingsbevoegdheid wro-zone-wijzigingsgebied (artikel 7, lid 7.7.4)

Artikel 7, lid 7.7.4 van de planregels van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Oisterwijk' wordt gewijzigd en aangevuld en komt als volgt te luiden:

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied' en toestaan dat:

  • a. de goot- en bouwhoogte wordt verhoogd tot maximaal 12,5 meter;
  • b. de minimale afstand van gebouwen en overkappingen tot de zijdelingse perceelsgrens wordt verkleind tot maximaal 2,5 meter;
  • c. het bebouwingspercentage wordt verhoogd tot maximaal 80%;

onder de volgende voorwaarden:

  • 1. Parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden;
  • 2. Er ontstaat geen onevenredige aantasting van het straat- en bebouwingsbeeld;
  • 3. Er ontstaat geen onevenredige overlast voor de omgeving;
  • 4. Er wordt voldaan aan de voorwaarden in het kader van de brandveiligheid;
  • 5. Het verhaal van kosten is verzekerd.

 

Artikel 6 Overgangsrecht, persoonsgebonden (artikel 24.3 nieuw)

6.1 Persoonsgebonden overgangsrecht

Aan artikel 24 van de planregels van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Oisterwijk' wordt het volgende artikel 24.3 tussengevoegd met vernummering van het daaropvolgende lid:

24.3 Specifieke vorm van wonen - persoonsgebonden overgangsrecht

Voor de gebouwen ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van wonen - persoonsgebonden overgangsrecht” geldt het volgende:

  • a. deze gebouwen zijn in strijd met het bestemmingsplan in gebruik genomen als burgerwoning. Dit gebruik mag worden voortgezet door diegene die het gebouw gebruiken als burgerwoning ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan. Zodra het gebruik als burgerwoning door de bestaande gebruikers wordt beëindigd vervalt het recht op gebruik van deze gebouwen als burgerwoning.
  • b. Als bestaande gebruiker wordt aangemerkt de persoon/personen die op het moment van het van kracht worden van deze regels volgens de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Oisterwijk als hoofdbewoner en diens partner staan ingeschreven op het betreffende adres.

 

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 7 Anti-dubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 8 Algemene aanduidingsregel

Dit bestemmingsplan heeft betrekking op de gronden met de aanduiding 'overige zone - herziening planregels'. Het gaat om de herziening van de planregels en (delen van de verbeelding) van het bestemmingsplan ' Oisterwijk', zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Oisterwijk bij besluit van 27 juni 2013 en vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0824.BPbedrijventerrein-0003.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 9 Overgangsrecht

9.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%;
  • c. Sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
9.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  • d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
9.3 Hardheidsclausule

Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan kan het bevoegd gezag ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht afwijken.

Artikel 10 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Oisterwijk, 1ste herziening'.