direct naar inhoud van Artikel 9 Horeca
Plan: Oisterwijk Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0824.BPbuitengebied2010-0002

Artikel 9 Horeca

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. horecabedrijven uit ten hoogste categorie 1c van de Staat van Horeca-activiteiten;

alsmede voor:

  • b. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2': tevens een horeca uit categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': uitsluitend een parkeerterrein;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - bezoekerscentrum': tevens een bezoekers- en informatiecentrum met bijbehorende detailhandel en kantoren;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'zorginstelling': tevens een zorginstelling;
  • f. de uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, terrassen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.

9.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

9.2.1 Gebouwen en overkappingen
  • a. per bestemmingsvlak is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' de bouw van een bedrijfswoning niet is toegestaan;
  • b. de goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en / of de inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste:

bouwwerk   goothoogte   bouwhoogte   oppervlakte / inhoud  
alle gebouwen en overkappingen       zie bijlage 1, kolom maximaal toelaatbaar bebouwd oppervlak  
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen)   7 m   11 m   750 m³  
bijgebouwen bij een bedrijfswoning, inclusief overkappingen   3,5 m   6 m   100 m²  
overige bedrijfsgebouwen en overkappingen   4 m, tenzij anders is aangegeven   maximaal 4 m meer dan de maximaal toelaatbare goothoogte    

  • c. de goothoogte van bedrijfswoningen mag worden overschreden door dakkapellen, indien:
    • 1. de afstand tot de dakvoet, de nok en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 meter bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 1,5 meter bedraagt;
    • 3. de breedte van dakkapellen aan de voor- of zijkant van de bedrijfswoning ten hoogste 50% van het dakvlak bedraagt;
    • 4. de breedte van dakkapellen aan de achterkant van de bedrijfswoning ten hoogste 70% van het dakvlak bedraagt.

9.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevel bedraagt ten hoogste 1 meter;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2,5 meter;
  • c. de bouwhoogte van lichtmasten, vlaggenmasten en antennes bedraagt ten hoogste 10 meter;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 6 meter.

9.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2.1 onder b voor het bouwen van een groter gebouw of overkapping binnen het bestemmingsvlak, met in achtneming van het volgende:

  • a. het bebouwde oppervlak bedraagt ten hoogste het in bijlage 1, in de kolom met afwijking maximaal toelaatbaar bebouwd oppervlak, genoemde oppervlak;
  • b. voorzien wordt in een adequate landschappelijke inpassing, die bestaat uit een beplantingsstrook met een dichte struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 3 meter;
  • c. afwijking leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen;
  • d. afwijking is noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering;
  • e. de wegcapaciteit, wegconstructie en verkeersveiligheid worden niet negatief beïnvloed en op eigen terrein wordt in voldoende parkeergelegenheid voorzien;
  • f. medewerking wordt slechts verleend indien geen onevenredige gevolgen voor het waterbeheer optreden;
  • g. afwijking wordt slechts verleend als een privaatrechtelijke overeenkomst wordt gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing.

9.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. opslag van goederen op gronden gelegen tussen bedrijfsgebouwen en de meest nabij gelegen bestemming Verkeer is niet toegestaan;
  • b. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 meter is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
  • c. het gebruiken van een gebouw ten behoeve van het ontvangen of verlenen van mantelzorg is niet toegestaan;
  • d. het gebruik van (een deel van) de gebouwen als seksinrichting is niet toegestaan;
  • e. aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn in de bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen) en in bijgebouwen bij de bedrijfswoning toegestaan; de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 40% van de vloeroppervlakte van bedrijfswoning en bijbehorende bijgebouwen met een maximum van 80 m².

9.5 Afwijken van de gebruiksregels
9.5.1 Afwijking mantelzorg

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.4 onder c voor het bieden van mantelzorg in een bedrijfswoning, aan- of uitbouw of een bijgebouw, met in achtneming van het volgende:

  • a. afwijking wordt slechts verleend ter plaatse van percelen waarop krachtens het plan een woning is toegestaan die ook feitelijk aanwezig is;
  • b. afwijking wordt slechts verleend indien sprake is van een goed woon- en verblijfsklimaat;
  • c. afwijking wordt slechts verleend indien sprake is van medische noodzaak, onderschreven door een zorgdeskundige en uitsluitend gedurende de periode dat mantelzorg noodzakelijk is;
  • d. per woning is slechts 1 aan- of uitbouw of bijgebouw tot een maximale omvang van 80 m² als ruimte voor mantelzorg toegestaan;
  • e. de afstand van de woning tot het bijgebouw dat voor mantelzorg wordt gebruikt bedraagt niet meer dan 30 meter;
  • f. in samenhang met de afwijking voor het gebruik is bouwen toegestaan mits in overeenstemming met het bepaalde in 9.2.1;
  • g. afwijking leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.

9.5.2 Afwijking Staat van Horeca-activiteiten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.1 onder a:

  • a. om bedrijven toe te laten in 1 categorie hoger dan op deze gronden in lid 9.1 onder a is toegestaan, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 9.1 onder a genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 9.1 onder a genoemd;
  • c. in samenhang met de afwijking voor het gebruik is bouwen toegestaan mits in overeenstemming met het bepaalde in 9.2 of 9.3.

9.6 Wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen, na bedrijfsbeëindiging de bestemming Horeca wijzigen in de bestemming Wonen - 1 en/of Tuin met dien verstande dat:

  • a. het aantal woningen binnen het bestemmingsvlak en het bouwvolume van de gebouwen niet mogen worden vergroot;
  • b. de maximaal toelaatbare goot- en bouwhoogte van de gebouwen niet mag worden gewijzigd.