direct naar inhoud van Artikel 17 Wonen
Plan: Bedrijventerrein Oisterwijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0824.BPbedrijventerrein-0004

Artikel 17 Wonen

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

17.2 Bouwregels
17.2.1 Algemeen

Het gezamenlijke oppervlakte van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken gerekend over het bouwperceel mag niet meer bedragen dan 40%.

17.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. Het aantal woningen mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding;
  • c. Binnen het bouwvlak, ter plaatse van de aanduiding:
    • 1. 'vrijstaand', zijn uitsluitend vrijstaande woningen toegestaan;
    • 2. 'twee-aaneen', zijn uitsluitend vrijstaande en twee-aaneengebouwde woningen toegestaan;
    • 3. 'aaneengebouwd', zijn uitsluitend vrijstaande, twee-aaneengebouwde, aaneengebouwde woningen toegestaan;
    • 4. 'gestapeld', zijn uitsluitend gestapelde woningen toegestaan;
  • d. De maximale diepte van het hoofdgebouw van een vrijstaande woning bedraagt 15 meter;
  • e. De maximale diepte van het hoofdgebouw van een twee-aaneengebouwde of aaneengebouwde woning bedraagt 12,5 meter;
  • f. De afstand van het hoofdgebouw tot de voorgevellijn bedraagt:
    • 1. bij vrijstaande woningen maximaal 4 meter;
    • 2. bij twee-aaneengebouwde en aaneengebouwde woningen maximaal 2 meter;
  • g. De afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelgrens bedraagt:
    • 1. bij vrijstaande woningen en woningen minimaal 3 meter aan beide zijden;
    • 2. bij twee-aaneengebouwde woningen minimaal 3 meter aan één zijde;
  • h. De afstand van het hoofdgebouw tot de achterste perceelgrens bedraagt bij vrijstaande en twee-aaneengebouwde en aaneengebouwde woningen minimaal 8 meter;
  • i. De afstand van de achtergevel van een aaneengebouwde woning tot de achtergevel van een direct aangrenzend aangebouwd hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 2,5 meter;
  • j. De goothoogte mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
  • k. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven.

17.2.3 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken in de vorm van aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkapping gelden de volgende regels:

  • a. Bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. De minimale afstand tot de voorgevellijn van de woning bedraagt 3 meter;
  • c. De minimale afstand van een bijgebouw tot een ander bijgebouw bedraagt 1 meter;
  • d. Een bijbehorend bouwwerk dient in of minimaal 1 meter uit de zijdelingse en achterste perceelsgrens gebouwd te worden;
  • e. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter;
  • f. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 7 meter;
  • g. De gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan:
    • 1. perceel kleiner dan 800 m²: 50% van het perceel en ten hoogste 50 m²;
    • 2. perceel tussen 801 en 1.600 m²: 60 m²;
    • 3. perceel tussen 1.601 en 4.000 m²: 75 m²;
    • 4. perceel groter dan 4.000 m²: 100 m².

17.2.4 Aanduiding 'specifieke vorm van wonen - landhuis'

In afwijking van het bepaalde in 17.2.1, 17.2.2 en 17.2.3 gelden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - landhuis' de volgende regels:

  • a. Er is maximaal één vrijstaande woning toegestaan;
  • b. Er zijn maximaal twee vrijstaande bijbehorende bouwwerken toegestaan;
  • c. De gezamenlijke oppervlakte van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken en overkappingen mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 500 m², tot een maximum van 15% van het perceel, met dien verstande dat:
    • 1. deze oppervlakte in ieder geval minimaal 250 m² mag bedragen;
    • 2. de gezamenlijke oppervlakte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet meer bedragen dan 150 m² voor zover deze vrijstaande bijbehorende bouwwerken zijn gelegen op een afstand van meer dan 20 meter van het hoofdgebouw;
  • d. De afstand van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot het hoofdgebouw en tot de uitbouw dient minimaal 5 meter te bedragen;
  • e. De afstand van gebouwen tot de zijdelingse en achterste perceelsgrens dient minimaal 5 meter te bedragen.

17.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. De bouwhoogte van lichtmasten en overige masten mag niet meer bedragen dan 10 meter;
  • c. De bouwhoogte van vrijstaande antennes mag niet meer bedragen dan 15 meter;
  • d. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter, met dien verstande dat de hoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn niet meer mag bedragen dan 1 meter;
  • e. De bouwhoogte van pergola's mag niet meer bedragen dan 2,75 meter;
  • f. De bouwhoogte van speelvoorzieningen mag niet meer bedragen dan 3 meter;
  • g. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 1 meter.

17.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 17.2.5 sub e voor het bouwen van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn, onder de volgende voorwaarden:

  • a. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 2 meter;
  • b. De verkeerskundige en stedenbouwkundige situatie mag niet onevenredig worden aangetast.

17.4 Specifieke gebruiksregels
17.4.1 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. bewoning als afhankelijke woonruimte;
  • b. kamerbewoning;
  • c. seksinrichtingen.

17.4.2 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroep dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, zoals opgenomen in Bijlage 2 Staat van activiteiten, is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. er is één activiteit per woning toegestaan;
  • b. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • c. de activiteit naar omvang ondergeschikt is aan het wonen, dus niet meer dan 40% van de vloeroppervlakte van het gebouw en totaal niet meer dan 80 m2 in beslag neemt, met dien verstande dat bij gestapelde woningen een maximum geldt van 60 m2;
  • d. de activiteit wordt hoofdzakelijk verricht door de bewoner, mogelijk ondersteund door ten hoogste 1 medewerker;
  • e. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige beroepsvestigingen;
  • f. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en bezoekers;
  • g. er vindt geen detailhandel plaats, anders dan ten behoeve van ter plaatse vervaardigde of gebruikte goederen;
  • h. op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt;
  • i. door de aard van de werkzaamheden of de persoonlijke omstandigheden van de bewoner(s) de activiteit niet of bezwaarlijk anders dan aan huis of op de betreffende locatie kan worden uitgeoefend;
  • j. de activiteit is niet toegestaan in een bijgebouw.

17.4.3 Huisvesting voor mantelzorg

Huisvesting voor mantelzorg is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. mantelzorg is binnen de bestemming zonder meer toegestaan;
  • b. huisvesting voor mantelzorg is toegestaan in de vorm van een extra huishouden op hetzelfde perceel; dit wordt niet aangemerkt als woning of als zelfstandige bewoning;
  • c. de oppervlakte voor huisvesting van mantelzorg bedraagt ten hoogste 30 m2 en wordt meegerekend in de maximale oppervlakte als bedoeld in lid 17.2.3;
  • d. mantelzorg is toegestaan indien sprake is van medische noodzaak, onderschreven door een zorgdeskundige en uitsluitend gedurende de periode dat mantelzorg noodzakelijk is.

17.4.4 Logies en ontbijt

Verstrekking van logies en ontbijt is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. per woning zijn ten hoogste twee eenheden/kamers voor ieder ten hoogste twee personen toegestaan;
  • c. er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige andere functies/activiteiten;
  • d. er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor bezoekers;
  • e. op geen andere wijze wordt hinder of overlast;
  • f. een tweede huishouden of huisvesting van arbeidsmigranten zijn als vorm van logies en ontbijt niet toegestaan;
  • g. de activiteiten zijn niet toegestaan in een bijgebouw.

17.5 Wijzigingsbevoegdheid
17.5.1 Woningaantal of woningtype

Burgemeester en wethouders kunnen het aantal woningen of woningtype wijzigen, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan:

  • a. nieuwe woningen passen in het bestaande bebouwingspatroon en mogen de aanwezige samenhang niet verstoren; hieronder wordt in ieder geval verstaan:
    • 1. de hoogte van de bebouwing sluit aan op de hoogte van de bestaande bebouwing op aangrenzende percelen;
    • 2. het woningtype dient overeen te komen met woningen die in de directe omgeving aanwezig zijn;
  • b. van het bepaalde onder a mag worden afgeweken indien:
    • 1. deze afwijking het ruimtelijk beeld niet overmatig en negatief beïnvloedt;
    • 2. sprake is van markering van een ruimtelijke situatie, zoals een hoeksituatie;
    • 3. een afwisseling in de eenzijdige opbouw van de buurt, wat betreft het woningtype, wordt bereikt;
    • 4. voor zover een wijzigingsplan in stedenbouwkundig opzicht mogelijk is waarin de hoogte en het woningtype van nieuwe woningen aansluiten op de omgeving als bedoeld onder a, en er geen andere noodzaak voor afwijking hiervan is dan een financieel-economische omstandigheid, kan van dit sublid geen gebruik worden gemaakt.
  • c. de wijziging wordt voorts getoetst aan de volgende voorwaarden en moet hier aan voldoen:
    • 1. ruimtelijke aspecten
      • een voldoende stedenbouwkundige inpassing (zie onder a en b);
      • voldoende ontsluitingsmogelijkheden;
      • voldoende parkeermogelijkheden;
    • 2. planologische aspecten:
      • past in het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid;
      • het beleid inzake water;
      • geen onevenredige gevolgen voor natuurwaarden;
      • geen onevenredige gevolgen voor archeologische waarden;
    • 3. milieuaspecten:
      • bodemkwaliteit is geschikt voor de functie;
      • vereisten van de Wet geluidhinder. vereisten inzake externe veiligheid;
      • geen onevenredige nadelige gevolgen voor bedrijven in de omgeving en/of
      • een onevenredig grote milieuhinder van bedrijven op de locatie;
      • vereisten inzake externe veiligheid.

17.6 Afwijken van de gebruiksregels
17.6.1 Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in een bijgebouw

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.4.2 onder j voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 17.4.2 onder a tot en met i;
  • b. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt;
  • c. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit gaat plaatsvinden.

17.6.2 Logies en ontbijt in een bijgebouw

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.4.4 onder g voor het toestaan van activiteiten in een bijgebouw, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. voldaan wordt aan het bepaalde in lid 17.4.4 onder a tot en met f;
  • b. de logieseenheden voldoen tevens aan het bouwbesluit inzake logiesfunctie;
  • c. afwijking mag worden verleend voor bijbehorende voorzieningen voor verblijf, zoals sanitaire voorzieningen;
  • d. verzekerd wordt dat geen verzelfstandiging van de activiteit plaatsvindt;
  • e. onder het bepaalde als bedoeld onder b wordt aangemerkt een bijgebouw op een afstand van ten minste 3 meter van de bestemming Verkeer of een gesloten privaatrechtelijke overeenkomst waarin is overeengekomen dat geen zelfstandige activiteit of logies voor arbeidsmigranten gaat plaatsvinden.