direct naar inhoud van Artikel 1 Bestemmingsregels
Plan: Herziening kernen gemeente Oirschot kom Middelbeers
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0823.BPVEEGPLAN201205-VAST

Artikel 1 Bestemmingsregels

1.1 Plan

het bestemmingsplan Herziening kernen gemeente Oirschot kom Middelbeers van de gemeente Oirschot;

1.2 Bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0823.BPVEEGPLAN201205-VAST met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);

1.3 Verbeelding

de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie;

1.4 Aanbouw

een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, dat onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.5 Aaneengebouwde woning

een woning, waarvan het hoofdgebouw met twee zijgevels aan het hoofdgebouw van een andere woning is aangebouwd

1.6 Aan-huis-verbonden beroep

een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;

1.7 Aan-huis-verbonden bedrijf

bedrijvigheid in de categorieën 1 en 2 ( op basis van VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering) , dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend.

1.8 Afhankelijke woonruimte

een bijgebouw bij een woning, dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met die woning en waarin, uit het oogpunt van mantelzorg, één of meer personen zijn ondergebracht;

1.9 Agrarisch bedrijf

een bedrijf gericht op het voortbrengen van agrarische producten door middel van:

  • het telen of veredelen van gewassen, waaronder begrepen houtteelt en fruitteelt;
  • het houden of fokken van vee, pluimvee of pelsdieren;

nader te onderscheiden in:

  • grondgebonden bedrijf;
  • kassenbedrijf;
  • niet-grondgebonden bedrijf.
1.10 Bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.11 Bebouwingspercentage

een in de voorschriften dan wel op de plankaart opgenomen getal dat het percentage van een bouwvlak aangeeft dat ten hoogste mag worden bebouwd;

1.12 Bed and breakfast

een activiteit waarbij het verstrekken van logies en ontbijt plaatsvindt in de woning of in een bij de woning horend bijgebouw, en ondergeschikt is aan de woonfunctie;

1.13 Bedrijf

een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;

1.14 Bedrijfswoning/dienstwoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) één persoon of gezin, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;

1.15 Bestaande situatie

t.a.v. bebouwing:

bebouwing zoals aanwezig op het tijdstip van de ter-inzage-legging van het ontwerpplan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning;

t.a.v. gebruik:

het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft verkregen;

1.16 Bestemmingsgrens

een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bestemmingsvlak;

1.17 Bestemmingsvlak

een op de plankaart aangeven vlak met eenzelfde bestemming;

1.18 Bijgebouw

een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.19 Bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, veranderen of vernieuwen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.20 Bouwgrens

een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bouwvlak;

1.21 Bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

1.22 Bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.23 Bouwvlak

een op de plankaart aangegeven vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid waarop gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

1.24 Bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.25 Beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlakte

de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;

1.26 Bruto vloeroppervlakte (bvo)

de gezamenlijke vloeroppervlakte van ruimten aangewend voor de uitoefening van een bedrijf/instelling, zoals magazijnen, bergingen, kantoren en voor publiek toegankelijke ruimten;

1.27 Carport

een bouwwerk op het erf van een gebouw, dat strekt tot de vergroting van het woongenot van het gebouw en dat minimaal aan twee zijden open is, met uitzondering van een carport welke wordt gebouwd tegen een gebouw op het belendende perceel;

1.28 Dak

een gesloten bovenbeëindiging van een gebouw, c.q. bouwwerk;

1.29 Detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen, niet zijnde motorbrandstoffen, aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.30 Dienstverlening

het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden;

1.31 Eerste bouwlaag

De bouwlaag van een gebouw, die rechtstreeks ontsloten wordt vanaf straatniveau dan wel waarvan de bovenkant van de vloer maximaal 1,5 meter boven peil is gelegen;

1.32 Eindwoning

een aaneengebouwde woning, waarvan het hoofdgebouw slechts met één zijgevel aan het hoofdgebouw van een andere woning is aangebouwd, het betreft de laatst woning uit een rij aaneengebouwde woningen;

1.33 Evenementen

al of niet periodiek terugkerende publieke gebeurtenis op het gebied van sport, cultuur, folklore, handel, recreatie, liefdadigheid, religie, gezondheid, wetenschap, amusement en vergelijkbare gebeurtenissen;

1.34 Functie

doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan;

1.35 Gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.36 Grootwinkelbedrijf

een grootschalige detailhandelsvestiging, zoals een supermarkt;

1.37 Hoofdfunctie

een functie waarvoor het hoofdgebouw als zodanig mag worden gebruikt;

1.38 Hoofdgebouw

een gebouw dat op een bouwperceel, door zijn constructie, bouwmassa, ruimtelijke uitstraling en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk is aan te merken;

1.39 Horeca

Een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies, dranken, maaltijden en-of geringe etenswaren voor het al dan niet gebruik ter plaatse en -of het exploiteren van zaalaccommodatie, nader te onderscheiden in:

  • a. Horecabedrijf categorie B: een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse (al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije dranken), en dat overdag en in de avonduren geopend kan zijn, zoals een restaurant;
  • b. Horecabedrijf categorie C; een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van (al dan niet voor consumptie ter plaatse) bereide geringe etenswaren (al dan niet met nevenactiviteit het verstrekken van veelal alcoholvrije dranken) en dat zowel overdag als in de avonduren geopend kan zijn, zoals een lunchroom, cafetaria, shoarmazak;
  • c. Horecabedrijf categorie D; een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse (al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van geringe etenswaren) en het ten gehore brengen van muziek en/of het geven van gelegenheid tot dansbeoefening, als dan niet incidenteel met levende muziek, gecombineerd en dat in de avond en het begin van de nacht geopend kan zijn, zoals een (eet)café, feestzaal;
1.40 Kantoor
  • a. kantoor met baliefunctie: een kantoor met een publieksaantrekkende hoofdfunctie zoals een bank, postkantoor, reisbureau en uitzendbureau;
  • b. kantoor zonder baliefunctie: een kantoor zonder publieksaantrekkende hoofdfunctie zoals een administratiekantoor.
1.41 Maaiveld

hoogte waarop het omliggende terrein aansluit op de woning;

1.42 Maatschappelijke voorzieningen

educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;

1.43 Mantelzorg

het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;

1.44 Recreatie

Het ondernemen van activiteiten voor diens plezier;

1.45 Seksinrichting

de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden.

Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.46 Twee-aaneengebouwde woning

een woning, waarvan het hoofdgebouw met één zijgevel in of binnen 3 meter van de zijdelingse perceelsgrens is gebouwd en de andere zijgevel minimaal 3 meter uit de zijdelingse perceelsgrens is gebouwd en waarbij de zijgevel van het hoofdgebouw mogelijkerwijs grenst aan de zijgevel van een belendend hoofdgebouw, waardoor een maximum van twee aaneengebouwde woningen ontstaat;

1.47 Uitbouw

een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.48 Vrijstaande woning

een woning waarvan het hoofdgebouw met geen enkele gevel in de zijdelingse perceelsgrens is gebouwd en waarbij een minimale afstand van 3 meter van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens wordt aangehouden;

1.49 Waterhuishoudkundige voorzieningen

Voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding zoals waterlopen, retentievoorzieningen, bergbezinkbassins e.d.;

1.50 Werk

Een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde;

1.51 Wooneenheid

een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van één of meer personen;

1.52 Zijerf

gedeelte van het erf dat aan de zijkant van het hoofdgebouw is gelegen.