Plan: | Bestemmingsplan Lubberstraat |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0823.BPSPLUBBERST201000-VAST |
Ter plaatse van het plangebied is een milieuhygiënisch bodemonderzoek uitgevoerd (Verkennend bodemonderzoek locatie Lubberstraat te Spoordonk, Grontmij Nederland bv, d.d. 16 november 2006, doc.nr. 208344.ehv.220.R002). Onderstaand worden de belangrijkste conclusies van dit onderzoek weergegeven.
Volgens de Bodemkaart van Nederland (BvN, blad 51 W, schaal 1:50.000) bestaat de bodem ter plaatse van de locatie uit een hoge zwarte enkeerdgrond ontwikkeld in leemarm en zwak lemig fijn zand (zEZ21).
Op basis van de resultaten van de bodemkartering kan de bodemopbouw ter plaatse als volgt worden geschematiseerd:
0 – 0,6 à 0,8 m -mv Zand, matig tot zeer fijn, zwak tot matig humeus;
0,6 à 0,8 – 1,5 m -mv Zand, matig tot zeer fijn;
1,5 – 2,0 m -mv Zand, matig tot zeer fijn, zandig leem, brokken leem;
2,0 – 3,0 m -mv Zand, zeer fijn, matig tot sterk lemig zand, brokken leem.
Ter plaatse van het midden van de locatie is in enkele boringen op 0,6 tot 1,2 m een laag leem aangetroffen. In het oosten van de locatie is op een diepte van 1,5 m –mv een leemlaag met een dikte van 0,6 m aanwezig.
Een braakliggend perceel aan de noordzijde van de locatie is in het verleden in gebruik geweest als een bedrijfsterrein (transportbedrijf). Hierdoor wijkt de bodemopbouw af van voorgaande beschrijving. De bodemopbouw van dit terrein is zeer divers en kan als volgt geschematiseerd worden:
0,0 – 0,1 m -mv Klinkers, beton, zand (ophoog laag), zwak tot sterk puinhoudend, sporen kolen en sporen tot uiterst slak houdend;
0,1 – 0,5 à 0,8 m -mv Zand, matig fijn, zwak asfalthoudend, sporen puin tot uiterst puinhoudend,sporen kolen tot uiterst kolenhoudend, matig glashoudend, matig tot uiterst slakhoudend;
0,8 – 2,0 m -mv Zand, matig tot zeer fijn, zwak tot sterk lemig, incidenteel dikke leemlagen.
In het kader van de mogelijkheden om het regenwater in de bodem te infiltreren is gekeken naar de infiltratiecapaciteit van de bodem op de ontwikkelingslocatie. Hiervoor zijn 4 doorlatendheidsmetingen met behulp van de omgekeerde boorgatmethode verricht. In tabel 2 is de gemeten infiltratiecapaciteit (Ks –waarde) weergegeven. De classificatie is gebaseerd op het Cultuurtechnisch Vademecum (Elsevier 2000).
Boring | Traject [m-mv] |
K-waarde [m/d] |
Klasse* |
21 | 0,72 – 1,17 | 0,17 | Matig |
42 | 0,40 – 0,93 | 0,39 | Matig |
55 | 0,90 – 1,25 | 1,27 | Goed |
58 | 0,60 – 0,85 | 0,11 | Slecht / matig |
tabel 2: doorlatendheidsmetingen
Op basis van de overwegend matige klassering en het onderlinge verschil in klassering wordt gesteld dat de bodem niet geschikt is voor infiltratie.
Ten behoeve van de ontwikkeling is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. In de rapportage (208344.ehv.220.R002, Grontmij Nederland bv, 20 november 2006) is het onderzoeksgebied onderverdeeld in een aantal deellocaties. Uit het onderzoek is gebleken dat ter plaatse van het weiland een puinpad aanwezig is en ter plaatse van de Spoordonkseweg 88 en Merode een puinverharding aanwezig is. Dit puin bevat veelal zware metalen, minerale olie en PAK en is waarschijnlijk niet-toepasbaar in het kader van het Bouwstoffenbesluit.
Ter plaatse van de puinverhardingen zijn asbestverdachte materialen aangetroffen op het maaiveld. Derhalve is een verkennend en nader asbestonderzoek uitgevoerd. Uit de resultaten van het asbestonderzoek (verkennend en nader asbestonderzoek Spoordonkseweg 88 te Spoordonk, Grontmij Nederland bv, d.d. 20 november 2006, rapportnr. 208344.ehv.220.R005) blijkt dat het gehalte aan asbest, zowel op het maaiveld als het gehalte in het onderzochte bodemtraject, zich onder de interventiewaarde c.q. restconcentratienorm bevindt. Gezien het voornemen de locatie te ontwikkelen voor woningbouw met tuin en hierbij de actuele contactzone (0,0 - 0,5 m -mv) van de bodem wordt toegepast voor tuin, dient ter plaatse van de te realiseren tuinen de puinverharding te worden verwijderd. De situering en omvang van de aangetroffen puinverhardingen zijn te vinden in de rapportages van de bodemonderzoeken.
In de bodem van de Spoordonkseweg 88 zijn lichte verhogingen aan minerale olie aangetroffen ter plaatse van de op olie verdachte terreindelen (olietanks en andere opslagplaatsen). Er is geen sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Bij indicatieve toetsing aan het Bouwstoffenbesluit blijkt echter wel dat sprake is van niet-toepasbare grond (gehalte minerale olie < tussenwaarde, maar > samenstellings-waarde “niet-schone grond”). Mogelijk moet (een gedeelte van) het materiaal bij ontgraving of afvoer apart worden aangeboden aan een verwerker/ reiniger.
In het grondwater worden verhoogde gehalten aan zware metalen aangetroffen. Deze worden als verhoogde regionale achtergrondwaarden beschouwd, maar het grondwater kan niet gebruikt worden voor consumptieve doeleinden (besproeien groente en fruit) of het drenken van dieren.
Op basis van de uitkomsten van de bodemonderzoeken wordt vastgesteld dat er, vanuit milieuhygiënisch oogpunt, geen beperkingen zijn voor het toekomstige gebruik van de locatie als 'wonen met tuin'. De aangetroffen puinverhardingen dienen te worden verwijderd ter plaatse van de toekomstige tuinen.