direct naar inhoud van 3.2 Bodem en water
Plan: Bestemmingsplan Haagakkers II
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0823.BPOOHaag4001-VAS2

3.2 Bodem en water

Door bodemdaling is een laagte ontstaan die is opgevuld met een dek van zand, leem, grind en veen. Daaroverheen is een licht golvend pakket dekzand afgezet. In de verschillende bodemsoorten heeft, in relatie tot het ontstane reliƫf, verdere bodemvorming plaatsgevonden. In het plangebied bevinden zich volgens de bodemkaart (1:50.000) leemgronden. Het is een veldpodzolgrond met leemarm en zwak lemig fijn zand. Deze gronden zijn ontwikkeld in jong dekzand. Ze liggen overwegend in reliƫfrijke gebieden met veel, soms kleine, ingesloten laagten (vennen). Hoewel deze gronden onder natte omstandigheden zijn ontstaan, hebben ze thans een diepe ontwatering. In het plangebied bevindt zich grondwatertrap VI, wat het gebied zeer geschikt maakt voor landbouw. Grondwatertrap VI betekent een Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand (GHG) van 0,4 tot 0,8 m beneden maaiveld en een Gemiddeld Laagste Grondwaterstand (GLG) dieper dan 1,2 m beneden maaiveld. Gebiedsdelen met een goede ontwatering (Grondwatertrap VI en VII) zijn zeer geschikt voor landbouw en vormden mede daarom, met name in het verleden een aantrekkelijk vestigingsgebied.Het aspect water wordt in hoofdstuk 6 toegelicht.