Buitengebied fase 2 2013

Status: Vastgesteld
Identificatie: NL.IMRO.0823.BPBGfaseII2013-VAS1
Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan

Artikel 17 Verkeer

 

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. wegen, paden en overige infrastructurele voorzieningen;

  2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - hoofdverkeersweg' hoofdverkeerswegen;

  3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - interlokale weg' interlokale wegen;

  4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ontsluitingsweg' ontsluitingswegen;

  5. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - onverharde weg' onverharde wegen;

  6. voet- en fietspaden;

  7. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' tevens een parkeerterrein;

  8. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – gevarenzone munitieopslagplaats b' tevens een munitieopslagplaats b;

  9. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – gevarenzone munitieopslagplaats c' tevens een munitieopslagplaats c;

  10. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

  11. nutsvoorzieningen;

 

alsmede voor:

  1. het behoud van de landschapswaarden en aardkundige waarden ter plaatse van de aanduiding, 'reliëf', 'akkercomplex 1', 'akkercomplex 2' en 'waardevol landschapselement';

  2. het behoud van onverharde wegen en paden.

 

17.2 Bouwregels

 

17.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen, mits:

  1. de oppervlakte niet meer dan 10 m² bedraagt;

  2. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 4 m.

 

17.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de voorwaarde, dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer niet meer mag bedragen dan 8,5 m.

 

17.3 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval begrepen:

  1. het gebruik van gronden voor het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest;

  2. verkoop van motorbrandstoffen;

  3. het gebruik van gronden en bouwerken voor het houden van evenementen;

  4. het inrichten van wegen voor een andere aanduiding 'specifieke vorm van verkeer' zoals omschreven in lid 17.1.

 

17.4 Afwijken van de gebruiksregels

 

17.4.1 Houden van evenementen

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 17.3 sub c voor het houden van evenementen met dien verstande dat:

  1. maximaal 4 evenementen per kalenderjaar mogen plaatsvinden;

  2. een evenement maximaal 5 aaneengesloten dagen, inclusief op en afbouwen, mag plaatsvinden;

  3. parkeren op eigen terrein plaatsvindt;

  4. geen afbreuk wordt gedaan aan de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden en (agrarische) bedrijven.

 

17.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

 

17.5.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  1. het aanleggen, verbreden en/of verharden van (onverharde)wegen, (zand)paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;

  2. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transportleidingen, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;

  3. het wijzigen van de grondsamenstelling en/of het aanbrengen van voorzieningen, waaronder afschermende materialen, ten behoeve van de aanleg van paardenbakken;

  4. het verrichten van handelingen, die de dood of ernstige beschadiging van wegbeplanting tot gevolg kunnen hebben;

  5. het dempen van bermsloten.

 

17.5.2 Uitzonderingen

Het sub 17.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:

  1. die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;

  2. waarvoor op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan reeds omgevingsvergunning is verleend;

  3. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan op basis van een verleende vergunning.

 

17.5.3 Toelaatbaarheid

De sub 17.5.1 bedoelde werken of werkzaamheden zijn toelaatbaar, indien daardoor de cultuurhistorische, ecologische en landschappelijke waarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, als beschreven in lid 17.1 niet onevenredig worden aangetast.