Buitengebied fase 2 2013

Status: Vastgesteld
Identificatie: NL.IMRO.0823.BPBGfaseII2013-VAS1
Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan

Artikel 15 Recreatie

 

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. verblijfsrecreatieve en dagrecreatieve voorzieningen, ter plaatse aangeduid zoals hierna opgenomen in de tabel 'Staat van recreatieve voorzieningen':

 

aanduiding

functie/aard bebouwing

adres

toegestane oppervlakte bebouwing in m²

vij

vijver (recreatievisvijver)

van Coehoornweg

-

rw

recreatiewoning

Groenewoudsedijk 7

155

kp en sm-psz

kampeerboerderij en specifieke vorm van maatschappelijk peuterspeelzaal

Hedel 2

965

rw

recreatiewoning

's Heerensvijvers 2

270

kp

kampeerboerderij

Heikant 9

265

sr-dj

specifieke vorm van recreatie - duivenvereniging, jeu de boulesterrein en opslag

Hoogeindseweg 23

615, waarvan 80 voor opslag, 385 voor jeu de boulesterrein en 150 voor duivenvereniging

vij

vijver (recreatievisvijver)

Kanaaldijk Noord

-

sr-bgt

specifieke vorm van recreatie - bungalowterrein

Kapeldijk 6

2.800

vij

vijver (recreatievisvijver)

Kattenbergseweg

-

kt

kampeerterrein

Kromvensedijk 11

610

kt

kampeerterrein

Kuikseindseweg 31

645

vt

volkstuin

Leeuwerikstraat

-

kp

kampeerboerderij

Ontginningsweg 10

1.440

kt

kampeerterrein

Oude Grintweg 69

960

kt en spt

kampeerterrein en speeltuin

Schansstraat 2a en 3

3.500

 

kt

kampeerterrein

Schepersweg 10a

3.325

sr-cub

 

cultuurboerderij (tenstoonstellingen, exposities, workshops, excursies en voorstellingen) horecavooziening bed&breakfast open lucht podium

Voldijnsweg 8

 

225 50 80 25

rw

recreatiewoning

Voldijnseweg / Keijenhurksedreef

65

sr-vc

specifieke vorm van recreatie- vakantiecentrum

Zonnedauw 10

815

Tabel: Staat van recreatieve voorzieningen

 

  1. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' voor het plaatsen van kampeermiddelen;

  2. stacaravans en chalets zijn niet toegestaan, met dien verstande dat stacaravans en chalets die aanwezig zijn ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan mogen worden gehandhaafd en vervangen;

  3. het behoud van de aangeduide kenmerkende landschapswaarden ter plaatse van de aanduiding 'reliëf' en 'waardevol landschapselement';

  4. de nevenactiviteiten zoals opgenomen in bijlage 3 'Nevenactiviteiten' bij deze regels;

  5. bedrijfsgebouwen;

  6. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – bungalowterrein’ en de aanduiding ‘kampeerterrein’ gemeenschappelijke voorzieningen in de vorm van een receptie, kantine, verblijfsruimte, sanitaire voorzieningen, kampwinkel, en dergelijke en bij het kampeerterrein aan de Schepersweg 10A ondersteunende horeca in de zin van een kantine, cafetaria en restaurant;

  7. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' tevens een bedrijfswoning;

  8. wegen, paden en overige infrastructurele voorzieningen;

  9. parkeervoorzieningen;

  10. groenvoorzieningen;

  11. speelvoorzieningen;

  12. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

  13. tuinen, erven en terreinen.

 

15.2 Bouwregels

 

15.2.1 Algemeen

Voor het bouwen geldt de volgende bepaling:

  1. De afstand tot de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 5 m.

  2. De afstand van gebouwen tot de as van de weg mag niet minder bedragen dan 15 m.

 

15.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen ten behoeve van de recreatieve voorzieningen gelden de volgende bepalingen:

  1. de maximale oppervlakte aan bebouwing, exclusief de bedrijfswoning met bijbehorende bouwwerken, mag niet meer bedragen dan is opgenomen in de tabel 'Staat van recreatieve voorzieningen';

  2. binnen een bouwvlak, waarbij ter plaatse van de aanduiding 'relatie' sprake is van een gekoppeld bouwvlak, zijn de regels voor een enkel bouwvlak van overeenkomstige toepassing;

  3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – bungalowterrein' gelden de volgende aanvullende bepalingen:

  1. er zijn maximaal 36 bungalows toegestaan;

  2. de bebouwde oppervlakte per bungalow (inclusief één bijbehorende bouwwerk) mag niet meer bedragen dan 70 m²

  3. de goothoogte van een bungalow mag niet meer bedragen dan 3 m;

  4. de bouwhoogte van een bungalow mag niet meer bedragen dan 5 m;

  5. de goothoogte van de overige gebouwen mag niet meer bedragen dan 4 m;

  6. de bouwhoogte van overige gebouwen mag niet meer bedragen dan 8 m.

  1. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' gelden de volgende aanvullende bepalingen:

  1. het kampeerterrein aan de Kuikseindseweg 31 mag maximaal 131 kampeerplaatsen omvatten

  2. het kampeerterrein aan de Oude Grintweg 69 mag maximaal 60 kampeerplaatsen omvatten, waarvan maximaal 39 voor stacaravans;

  3. het kampeerterrein aan de Schepersweg 10a mag maximaal 610 kampeerplaatsen omvatten, waarbij maximaal 30 recreatiewoningen zijn toegestaan, met een maximale oppervlakte van 70 m2 per recreatiewoning;

  4. het kampeerterrein aan de Schansstraat 3 mag maximaal 60 kampeerplaatsen omvatten;

  5. de oppervlakte van een stacaravan mag niet meer bedragen dan 70 m2;

  6. de bouwhoogte van een stacaravan mag niet meer bedragen dan 4 m;

  7. de oppervlakte van een trekkershut mag niet meer bedragen dan 20 m2;

  8. de bouwhoogte van een een trekkershut mag niet meer bedragen dan 4 m;

  9. de goothoogte van een recreatiewoning mag niet meer bedragen dan 3 m;

  10. de bouwhoogte van een recreatiewoning mag niet meer bedragen dan 5 m;

  11. de goothoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 4 m;

  12. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 8 m;

  1. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' gelden de volgende aanvullende bepalingen:

  1. de oppervlakte van een recreatiewoning mag niet meer bedragen dan 70 m²;

  2. goothoogte van een recreatiewoning mag niet meer bedragen dan 3 m;

  3. de bouwhoogte van een recreatiewoning mag niet meer bedragen dan 5 m;

  4. het aantal bijbehorende bouwwerken per recreatiewoning mag niet meer bedragen dan 1;

  5. de oppervlakte van een bijbehorend bouwwerk mag niet meer bedragen dan 10 m²;

  6. de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk mag niet meer bedragen dan 3 m.

  1. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerboerderij' gelden de volgende aanvullende bepalingen:

  1. de goothoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 6 m;

  2. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 10 m.

  1. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van 'specifieke vorm van recreatie - vakantiecentrum' gelden de volgende aanvullende bepalingen:

  1. één gebouw met logeer-, verblijfs- en eetruimten en bedrijfsgebouwen ten behoeve van verblijfsactiviteiten zijn toegestaan;

  2. de goothoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 4 m;

  3. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan 8 m.

  1. ter plaatse van de aanduidingen 'volkstuin' en 'vijver' geldt de aanvullende voorwaarde, dat op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

 

15.2.3 Bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken

  1. Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

  1. Het aantal bedrijfswoningen per recreatieve voorziening mag niet meer bedragen dan één, tenzij de aanduiding 'maximaal aantal wooneenheden' is opgenomen, in welk geval maximaal 2 bedrijfswoningen zijn toegestaan.

  2. In afwijking van het bepaalde onder 1 is ter plaatse van het gekoppelde bouwvlak, voorzien van de aanduiding 'relatie', ten behoeve van het kampeerterrein aan de Schepersweg 10A per bouwvlak één bedrijfswoning toegestaan.

  3. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 4,5 m.

  4. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m.

  5. De inhoud mag niet meer bedragen dan 750 m3.

  6. De dakhelling mag niet minder bedragen dan 12° en niet meer bedragen dan 45°.

  1. Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken (bijgebouwen, aan- en uitbouwen) bij bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

  1. Een bijbehorend bouwwerk mag uitsluitend achter de voorgevelrooilijn van de bedrijfswoning worden gebouwd.

  2. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 4 m.

  3. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5,5 m.

  4. De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan 120 m2.

 

15.2.4 Ondergronds bouwen

Voor ondergronds bouwen geldt het bepaalde in lid 34.2 Ondergronds bouwen.

 

15.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende algemene bepalingen:

  1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m , met dien verstande dat de bouwhoogte voor de voorgevelrooilijn maximaal 1 m mag bedragen;

  2. de bouwhoogte respectievelijk oppervlakte van overkappingen mag niet meer bedragen dan 3 m respectievelijk 30 m2;

  3. de bouwhoogte respectievelijk oppervlakte van reclameaanduidingen mag niet meer bedragen dan 2 m respectievelijk 1,5 m2;

  4. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m;

  5. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' geldt de aanvullende voorwaarde, dat de bouwhoogte van lichtmasten en sport- en spelattributen niet meer mag bedragen dan 8 m.

  6. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – bungalowterrein' gelden de volgende aanvullende bepalingen:

  1. de bouwhoogte van de antennemast mag niet meer bedragen dan 40 m;

  2. de bouwhoogte van lichtmasten en sport- en spelattributen mag niet meer bedragen dan 8 m.

  1. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' geldt de aanvullende voorwaarde, dat de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag bedragen dan 2 m.

  2. ter plaatse van de aanduiding 'sportveld' gelden de volgende aanvullende bepalingen:

  1. de bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer bedragen dan 17 m;

  2. de bouwhoogte van sport- en spelattributen mag niet meer bedragen dan 8 m.

  1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - gildeterrein' geldt de aanvullende voorwaarde, dat de bouwhoogte van schutsbomen niet meer mag bedragen dan 13 m.

  2. ter plaatse van de aanduidingen 'volkstuin' en 'vijver' geldt de aanvullende voorwaarde, dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag bedragen dan 2 m.

 

15.3 Specifieke gebruiksregels

 

15.3.1 Strijdig gebruik

Onder gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval begrepen:

  1. het gebruik van gronden voor het opslaan, storten of bergen van (brand)gevaarlijke materialen en producten, behoudens voor zover dit noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;

  2. het gebruik van de gronden, gebouwen en bouwwerken voor andere doeleinden dan de per perceel aangeduide recreatieve voorzieningen;

  3. het gebruik van gronden en gebouwen en bouwwerken voor het bedrijfsmatig vervaardigen, opslaan, verwerken of herstellen van goederen en het opslaan en be- of verwerken van producten;

  4. het gebruik van gronden en bouwwerken voor de uitoefening van een seksinrichting;

  5. het gebruik van gronden en bouwwerken voor detailhandel, behoudens detailhandel gericht op de bestemming;

  6. het gebruik van gronden en bouwwerken voor het houden van evenementen.

  7. het gebruik van gronden en bouwwerken voor permanente bewoning, met dien verstande dat:

  1. ter plaatse van een kampeerterrein, recreatiewoning, vakantiecentrum en/of een bungalowterrein maximaal 45 aaneengesloten overnachtingen zijn toegestaan;

  2. ter plaatse van een kampeerboerderij en/of groepaccommodatie maximaal 7 aaneengesloten overnachtingen zijn toegestaan.

 

15.3.2 Aan huis verbonden beroeps- en/of bedrijfsactiviteiten

Voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- en/of bedrijfsactiviteit geldt het bepaalde in lid 36.3.

 

15.4 Afwijken van de gebruiksregels

 

15.4.1 Houden van evenementen

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde sub 15.3.1 onder f voor het houden van evenementen met dien verstande dat:

  1. maximaal 4 evenementen per kalenderjaar mogen plaatsvinden;

  2. een evenement maximaal 5 aaneengesloten dagen, inclusief op- en afbouwen, mag plaatsvinden;

  3. parkeren op eigen terrein plaatsvindt;

  4. geen afbreuk wordt gedaan aan de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden en (agrarische) bedrijven.

 

15.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

 

15.5.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren ter plaatse van de aanduiding 'waardevol landschapselement':

  1. het verwijderen, rooien en/of kappen van houtwallen en/of houtsingels en/of andere houtopstanden;

  2. het aanleggen, verbreden en/of verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;

  3. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transportleidingen, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;

  4. het wijzigen van de grondsamenstelling en/of het aanbrengen van voorzieningen, waaronder afschermende materialen, ten behoeve van de aanleg van paardenbakken;

  5. het verrichten van handelingen, die de dood of ernstige beschadiging daarvan tot gevolg kunnen hebben.

 

15.5.2 Uitzonderingen

Het sub 15.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:

  1. die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;

  2. waarvoor op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan reeds omgevingsvergunning is verleend;

  3. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan op basis van een verleende vergunning;

 

15.5.3 Toelaatbaarheid

De sub 15.5.1bedoelde werken of werkzaamheden zijn toelaatbaar, indien door die werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de landschappelijke waarden, als beschreven in lid 15.1 niet onevenredig worden aangetast.