Buitengebied fase 2 2013

Status: Vastgesteld
Identificatie: NL.IMRO.0823.BPBGfaseII2013-VAS1
Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan

Artikel 12 Maatschappelijk - Buitenplaats

 

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Maatschappelijk - Buitenplaats aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. behoud van de bestaande buitenplaats;

  2. behoud van de cultuurhistorische waarde van panden, zoals opgenomen in bijlage 4 'Monumenten en beeldbepalende panden' bij deze regels;

  3. behoud, herstel en ontwikkeling van de cultuurhistorische, landschappelijke en natuurwaarden;

  4. ter plaatse van de aanduiding 'aardkundig waardevol gebied' het behoud van de aardkundige waarden;

  5. geïntegreerd bosbeheer;

  6. wonen;

  7. extensief recreatief medegebruik;

  8. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' tevens een begraafplaats;

  9. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - houtwerf' tevens een houtwerf;

  10. wegen, paden en overige infrastructurele voorzieningen;

  11. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

 

12.2 Bouwregels

 

12.2.1 Algemeen

De afstand van gebouwen tot de as van de weg mag niet minder bedragen dan 15 m.

 

12.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. de inhoud van de gebouwen mag niet meer bedragen dan de ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaande inhoud;

  2. de goothoogte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan de ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaande goothoogte;

  3. de bouwhoogte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan de ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaande bouwhoogte;

  4. de gezamenlijke oppervlakte aan gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - houtwerf' mag niet meer dan 120 m² bedragen.

 
11.2.3 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  1. ter plaatse van de buitenplaats behorende bij het landgoed Baest is een gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken toegestaan van maximaal 2.300 m²;

  2. de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken behorende bij de buitenplaats mag niet meer bedragen dan de ten tijde van ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan bestaande oppervlakte, tenzij de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken ten tijde van de ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan minder bedraagt dan 120 m2. In dat geval mag de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken niet meer dan 120 m2 bedragen;

  3. de goothoogte van de bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 3 m;

  4. de bouwhoogte van de bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 6 m.

 

12.2.3 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  1. ter plaatse van de buitenplaats behorende bij het landgoed Baest is een gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken toegestaan van maximaal 2.300 m²;

  2. de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken behorende bij de buitenplaats mag niet meer bedragen dan de ten tijde van ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan bestaande oppervlakte, tenzij de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken ten tijde van de ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan minder bedraagt dan 120 m2. In dat geval mag de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken niet meer dan 120 m2 bedragen;

  3. de goothoogte van de bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 3 m;

  4. de bouwhoogte van de bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 6 m.

 

12.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling:

  1. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m.

 

12.3 Specifieke gebruiksregels

 

12.3.1 Strijdig gebruik

Onder gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval begrepen:

  1. het gebruik van gronden voor het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;

  2. het gebruik van gronden en bouwwerken voor het bedrijfsmatig vervaardigen, opslaan, verwerken of herstellen van goederen en het opslaan en be- en verwerken van producten, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;

  3. het gebruik van gronden en bouwwerken voor de uitoefening van een sexinrichting;

  4. bewoning van de vrijstaande bijbehorende bouwwerken en bed & breakfast-voorzieningen;

  5. het gebruik van een (gedeelte van) de woning of bijbehorende bouwwerk voor nevenactiviteiten;

  6. het gebruik van gronden en bouwwerken voor het houden van evenementen.

 

12.3.2 Permanente bewoning

Onder strijdig gebruik met het bepaalde sub 12.3.1 valt het gebruik van gebouwen en bed & breakfast-voorzieningen voor permanente bewoning.

 

12.4 Afwijken van de gebruiksregels

 

12.4.1 Bed & Breakfast als nevenactiviteit

Burgemeester en wethouders kunnen, een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in de subleden 12.3.1 onder b en d en 12.3.2 ten behoeve van het gebruik van ruimten binnen de woning en/of bijbehorende bouwwerken bij de woning voor bed & breakfast als nevenactiviteit, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  1. de voorzieningen worden gerealiseerd binnen de bestaande bebouwing of vervangende nieuwbouw tot een maximale oppervlakte van 150 m2;

  2. het maximaal aantal personen dat logies en ontbijt kan worden geboden is 9;

  3. Er is geen sprake van een onevenredige publieks- en/of verkeersaantrekkende werking en het parkeren vindt plaats op eigen terrein.

  4. Er wordt geen afbreuk gedaan aan nabijgelegen omgevingswaarden.

  5. Er wordt geen afbreuk gedaan aan nabijgelegen woon- en werkfuncties.

 

12.4.2 Houden van evenementen

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde sub 12.3.1 onder f voor het houden van evenementen met dien verstande dat:

  1. maximaal 4 evenementen per kalenderjaar mogen plaatsvinden;

  2. een evenement maximaal 5 aaneengesloten dagen, incusief op- en afbouwen, mag plaatsvinden;

  3. parkeren op eigen terrein plaatsvindt;

  4. geen afbreuk wordt gedaan aan de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden en (agrarische) bedrijven.

 

12.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

 

12.5.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  1. het verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren van de bodem;

  2. aanbrengen van verhardingen;

  3. het vellen of rooien van houtopstanden dan wel handelingen te verrichten die ernstige schade aan houtopstanden kunnen veroorzaken, met uitzondering van het vellen of rooien van houtopstanden in het kader van de op houtproductie gerichte bedrijfsvoering van de buitenplaats;

  4. het aanleggen, verbreden en/of verharden van wegen, paden, parkeergelegenheden en andere oppervlakteverhardingen;

  5. het aanleggen van waterlopen en het vergraven, verruimen en dempen van bestaande waterlopen;

  6. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transportleidingen, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;

  7. het verrichten van handelingen die de dood of ernstige beschadiging van beplanting tot gevolg kunnen hebben.

 

12.5.2 Uitzonderingen

Het sub 12.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:

  1. die het normale onderhoud, gebruik en beheer treffen;

  2. waarvoor op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan reeds omgevingsvergunning is verleend;

  3. die reeds in uitvoering zijn ten tijde van de inwerkingtreding van dit plan op basis van een verleende vergunning.

 

12.5.3 Toelaatbaarheid

De sub 12.5.1 bedoelde werken of werkzaamheden zijn toelaatbaar, indien door die werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de cultuurhistorische, landschappelijke en natuurwaarden niet onevenredig worden aangetast.