direct naar inhoud van Artikel 21 Leiding - Hoogspanningverbinding
Plan: Buitengebied 2010, bestuurlijke lus
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0823.BPBGfase12010-VG03

Artikel 21 Leiding - Hoogspanningverbinding

21.1 Bestemmingsomschrijving
21.1.1

De voor Leiding - hoogspanningsverbinding aangewezen gronden zijn mede bestemd voor:

  • a. een bovengrondse hoogspanningsleiding 150 kV ter plaatse van de aanduiding hartlijn leiding - hoogspanningsverbinding;
  • b. een bovengrondse hoogspanningsleiding 380 kV ter plaatse van de aanduiding hartlijn - hoogspanningsverbinding;
  • c. het beheer en onderhoud van de leiding;

met de bij a. tot en met c. behorende:

  • d. beschermingszones met een breedte van:
    • 1. voor de 380 kV hoogspanningslijn Geertruidenberg - Eindhoven geldt een beschermingszone op van 39 meter aan weerszijden van de hartlijn van de hoogspanningslijn (totale breedte 72 meter);
    • 2. voor de 150 kV hoogspanningslijn Best - Tilburg Noord geldt een beschermingszone van 17,50 meter van weerszijden van de hartlijn van hoogspanningslijn op (totale breedte 35 meter);
  • e. voorzieningen als bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • f. (on)bebouwde gronden.
21.2 Bouwregels

21.2.1 In afwijking van het bepaalde in dit hoofdstuk van deze regels mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming, waaronder tevens zijn begrepen hoogspanningsmasten tot een maximale bouwhoogte van:

  • a. 60 meter voor de 380 kV hoogspanningslijn Geertruidenberg - Eindhoven;
  • b. 30 meter voor de 150 kV hoogspanningslijn Best - Tilburg Noord.
21.3 Ontheffing van de bouwregels

21.3.1 Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de procedureregels in artikel 37, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding, ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 21.2.1 en toestaan dat bouwwerken overeenkomstig dit hoofdstuk van de regels worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder.

21.4 Aanlegvergunning

21.4.1 Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van opgaande beplantingen.


21.4.2 De in artikel 21.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig functioneren van de leiding.


21.4.3 Een aanlegvergunning wordt niet eerder verleend dan nadat burgemeester en wethouders daarover een advies hebben ingewonnen bij de beheerder van de leiding.