direct naar inhoud van Artikel 22 Algemene bouwregels
Plan: Nuenen-Noordwest
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0820.BPNuenenNoordwest-D002

Artikel 22 Algemene bouwregels

22.1 Ondergronds bouwen

Kelders zijn uitsluitend toegestaan onder hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen.

22.2 Dakkapellen

Een dakkapel is als ondergeschikte toevoeging aan het dakvlak toegestaan, en verhoogt

de goothoogte niet, mits deze voldoet aan de volgende voorwaarden:

  • a. De afstand van de dakkapel tot iedere dakrand mag niet minder bedragen dan 0,5 m;
  • b. Bij plaatsing op een zijdakvlak mag de afstand tot het voorerf niet minder bedragen dan 1 m.
  • c. Bij meerdere dakkapellen/dakramen mag de tussenruimte niet minder bedragen dan 1 m.
  • d. Per woning mag het aantal dakkapellen op het betreffende dakvlak niet meer bedragen dan 2.
  • e. De dakkapel wordt plat afgedekt. Bij een dakhelling groter dan 45° is een aangekapte dakkapel toegestaan met een minimale dakhelling van 25º.
  • f. Voor plat afgedekte dakkapellen gelden de volgende regels:
    • 1. De hoogte mag niet meer bedragen dan 50% van de in het verticale vlak geprojecteerde hoogte van het dakvlak met een maximum van 1,5 m.
    • 2. De breedte mag in totaal niet meer bedragen dan 50% van de breedte van het dakvlak;
  • g. Voor aangekapte dakkapellen gelden de volgende regels:
    • 1. De afstand tussen de voet van de dakkapel en de gootlijn van de dakkapel mag niet meer bedragen dan 0,9 m;
    • 2. De totale hoogte mag niet meer bedragen dan 50% van de in het verticale vlak geprojecteerde hoogte van het dakvlak;
    • 3. De breedte mag in totaal niet meer bedragen dan 50% van de breedte van het dakvlak.