Plan: | Nuenen-Noordwest |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0820.BPNuenenNoordwest-D002 |
De voor 'Waarde - Waardevolle bomen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van waardevolle en bijzondere boombeplantingen zoals deze zijn aangegeven op de gemeentelijke lijst van waardevolle en bijzondere bomen, voor zover en zolang aanwezig.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige aangewezen dubbelbestemmingen, bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 28.2
Op de voor 'Waarde - Waardevolle bomen' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd, behoudens indien een vergunning voor het kappen of vellen van de betreffende boom/bomen onherroepelijk rechtskracht heeft gekregen en er geen herplantplicht is opgelegd.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 19.2 voor bebouwing zoals toegestaan ingevolge de ter plaatse aangewezen andere bestemmingen, indien wordt aangetoond dat door het bouwen en/of gebruik van de gronden de conditie, levensverwachting, groeiplaats en (beeld)kwaliteit van de boom/bomen niet worden aangetast.
Ten behoeve van het verlenen van de omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag een bomeneffectrapportage verlangen, waaruit blijkt dat het bouwen geen onevenredig nadelige gevolgen heeft voor de levensvatbaarheid en de ruimtelijke, monumentale of ecologische waarden van de boom.
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Waardevolle bomen' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 19.4.1 gestelde is niet van toepassing voor:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 19.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in 19.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.