Plan: | Buitengebied, 2e Herziening |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0820.BPBG2eHerziening-D001 |
Ter plaatse van de aanduiding “milieuzone – boringvrije zone” is het niet toegestaan om boringen te verrichten die de ondoorlatende laag van de bodem aantasten.
Ter plaatse van de gebiedsaanduidingen:
gelden specifieke regels. Deze specifieke regels zijn opgenomen in de bestemming waarbinnen dit geldt.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone – molenbiotoop 1' en 'vrijwaringszone - molenbiotoop 2' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, primair bestemd voor de aanleg en instandhouding van de belangen van de bestaande molen als werktuig en beeldbepalend element.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop 1' mogen geen nieuwe bouwwerken worden opgericht.
1. Het is verboden op de in artikel 15.3.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de hieronder opgenomen werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te (doen) voeren:
2. Het onder artikel 15.3.3 sub 1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden:
3. De in artikel 15.3.3 sub 1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien en voor zover door de werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de belangen van de molen niet onevenredig worden aangetast.
4. Hierover dient tevoren advies te zijn ingewonnen bij een door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke ter zake deskundige.
Ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - omgevingsvergunning werken zoekgebied watersystemen' strekt de bestemming mede tot behoud, beheer en herstel van watersystemen.
1. Het is verboden op de in artikel 15.4.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de hieronder opgenomen werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te (doen) voeren:
2. Het onder artikel 15.4.2 sub 1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden:
3. De in artikel 15.4.2 sub 1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien de gronden niet minder geschikt worden voor de verwezenlijking en het behoud, beheer en herstel van de watersystemen.
4. Alvorens een omgevingsvergunning kan worden verleend als bedoeld in artikel 15.4.2 sub 1, dient het betrokken waterschapsbestuur te worden gehoord.
Ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied reservering waterberging' strekt de bestemming mede tot behoud van het waterbergend vermogen van dat gebied.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied reservering waterberging' een dubbelbestemming toe te voegen ten behoeve van waterbergingsgebied, indien dit gebied door het daartoe bevoegd gezag wordt aangewezen als waterbergingsgebied.