direct naar inhoud van Regels

Buitengebied Mill en Sint Hubert

Status: Vastgesteld
Idn: NL.IMRO.0815.BPL12022HBU-VA01

Artikel 8 Bedrijf – Molen

 

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Bedrijf – Molen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. een maalderij;

  2. groenvoorzieningen;

  3. (onverharde) paden, wegen en parkeervoorzieningen;

  4. water, waterhuishoudkundige voorzieningen en voorzieningen voor infiltratie;

  5. nutsvoorzieningen.

 

8.2 Bouwregels

 

8.2.1 Algemeen

Voor het bouwen van bouwwerken gelden in het algemeen de volgende regels:

  1. Gebouwen en overkappingen zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak.

  2. Per bouwvlak is bebouwing ten behoeve van niet meer dan één bedrijf toegestaan.

 

8.2.2 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:

  1. De bouwhoogte van een molen mag niet meer bedragen dan 25 m.

  2. De goothoogte van overige bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan 6 m.

  3. De bouwhoogte van overige bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan 10 m.

  4. De gezamenlijke oppervlakte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 50 m².

 

8.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  1. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat voor de voorste bouwgrens uitsluitend erf- en terreinafscheidingen, vlaggenmasten, reclamezuilen en lantaarnpalen mogen worden gebouwd.

  2. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.

  3. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 6 m.

 

8.3 Afwijken van de gebruiksregels

 

8.3.1 Afwijken productiegebonden detailhandel

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 8.1 ten behoeve van productiegebonden detailhandel, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. De functie op het perceel dient als hoofdfunctie aanwezig en herkenbaar te blijven.

  2. De verkoopvloeroppervlakte mag niet meer bedragen dan 50 m².

  3. Buitenopslag ten behoeve van de productiegebonden detailhandel is niet toegestaan.

  4. De in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.

  5. De productiegebonden detailhandel mag geen onevenredige publieks- en/of verkeersaantrekkende werking tot gevolg hebben.

  6. De productiegebonden detailhandel mag geen onevenredige beperking opleveren voor de bedrijfsvoering/bedrijfsontwikkeling van omliggende (agrarische) bedrijven.