Rechtvaart 2010

Artikel 9 Verkeer - Onverhard

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Onverhard' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

• a. voorzieningen voor verkeer en verblijf, bermen, zandwegen en andere on- of halfverharde wegen en instandhouding daarvan als zodanig;
• b. water- en retentievoorzieningen;
• c. groenvoorzieningen;
• d. behoud van landschappelijke en/of cultuurhistorische waarden;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen.

9.2 Bouwregels

9.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.

9.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

• a. de bouwhoogte van verlichtingsarmaturen, wegwijzers en verkeerstekens mag niet meer bedragen dan 8 m;
• b. de bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2,5 m.

9.3 Aanlegvergunning

9.3.1 Aanlegvergunningplichtige werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) paden en wegen te (laten) verharden.

9.3.2 Uitzonderingen

Het onder 9.3.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:

• a. binnen het kader van het op de bestemming van die gronden gerichte normale onderhoud en beheer, dan wel die welke voortvloeien uit het normale gebruik;
• b. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan aanlegvergunning is verleend;
• c. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren.

9.3.3 Afweging

De onder 9.3.1 bedoelde werken of werkzaamheden zijn toelaatbaar, indien door die werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in de bestemmingsomschrijving genoemde waarden.