direct naar inhoud van Artikel 9 Algemene gebruiksregels
Plan: Paardenstraat-Bloemenstraat
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0798.BPPaardenstrBloeme-OH01

Artikel 9 Algemene gebruiksregels

9.1 Verboden gebruik

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt in elk geval verstaan:

  • a. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
  • b. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
  • c. een gebruik van gronden en bouwwerken voor geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  • d. een gebruik van gronden en bouwwerken voor inrichtingen die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) of het Besluit risico's zware ongevallen 1999 (Brzo);
  • e. een gebruik van gronden en bouwwerken voor (detail)handel, met uitzondering van een zodanig gebruik dat uitdrukkelijk is toegestaan bij of krachtens deze regels;
  • f. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seks- of pornobedrijf dan wel prostitutiebedrijf;
  • g. een gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning en/of als afhankelijke woonruimte, met uitzondering van zodanig gebruik dat uitdrukkelijk bij of krachtens deze regels is toegestaan;
  • h. een gebruik van gronden en bouwwerken voor evenementen, met uitzondering van een gebruik voor evenementen in de bestemming 'Verkeer - verblijfsgebied' en de bestemming 'Groen';

9.2 Gebruik bijgebouw

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieukan met

  • i. een omgevingsvergunning worden afgeweken van artikel 9.1, onder g, voor het gebruik van een bijgebouw als afhankelijke woonruimte, mits:
  • j. een dergelijke bewoning noodzakelijk is uit het oogpunt van mantelzorg;
  • k. het gebruik beperkt blijft tot de in hoofdstuk 2 genoemde bouwmogelijkheden voor bijgebouwen, met een maximale oppervlakte van 80 m2;
  • l. de belangen van de rechthebbenden op de aan het bouwperceel grenzende gronden niet onevenredig worden geschaad.

9.3 Intrekking

De omgevingsvergunning welke verleend is op grond van artikel 9.2 wordt ingetrokken indien de noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.