Plan: | Kern Baarschot |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0798.BPKernBaarschot-0002 |
VERVALLEN
De voor "Recreatie" aangewezen gronden zijn bestemd voor de beoefening van de handboogsport en assemblage van onderdelen voor deze sport;
alsmede voor:
a evenementen ten behoeve van de handboogsport;
en tevens voor:
b erven en terreinen;
c paden, parkeervoorzieningen, groen en water;
d speelvoorzieningen;
e nutsvoorzieningen;
f overige bijbehorende voorzieningen;
met bijbehorende:
g hoofdgebouwen;
h bijgebouwen;
i bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Voor zover aan gronden de dubbelbestemming "Leiding - Water" is toegekend, zijn de gronden tevens aangewezen voor de bescherming en het beheer van de drinkwaterleiding.
Voor zover aan gronden de dubbelbestemming "Waarde - Archeologische verwachting middelhoog" is toegekend, zijn de gronden tevens aangewezen voor de bescherming en veiligstelling van de aan de grond eigen zijnde voorkomende of te verwachten archeologische waarden.
Voor zover aan gronden de aanduiding "Vrijwaringszone - Straalpad" is toegekend, zijn de gronden tevens aangewezen voor de bescherming van een straalpad.
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 8.1.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:
a gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
b de goot- en/of bouwhoogte van hoofdgebouwen en het bebouwingspercentage mag ten hoogste bedragen de ter plaatse van de aanduiding "maximale goot-, bouwhoogte en maximum bebouwingspercentage" aangegeven maten;
c de goot- en/of bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen voor:
goothoogte | bouwhoogte | |
1 bijgebouwen | 3 m | 5,5 m; |
2 erfafscheidingen | - | 2 m; |
3 overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | 3m. |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 8.1.1 juncto artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, voor kamperen, mits:
a het aantal kampeerplaatsen niet meer bedraagt dan 25;
b het kamperen alleen gebeurt door gebruikers van de handboogschietbaan;
c het gebruik geen onevenredige afbreuk veroorzaakt op de verkeersafwikkeling en de parkeerbalans;
d de aard en de activiteiten van het bedrijf niet leiden tot een onevenredige afbreuk van het woon- en leefklimaat in de omgeving.