5.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:
-
a. ter plaatse zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegelaten;
-
b. de bouwhoogte van palen, masten en portalen voor geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer bedragen dan 6 m;
-
c. de bouwhoogte van signalerings- en telecommunicatiemasten mag niet meer bedragen dan 4 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van de bestaande alarminstallatiemast niet meer mag bedragen dan de bestaande bouwhoogte;
-
d. de bouwhoogte van objecten voor beeldende kunst mag niet meer bedragen dan 12 m;
-
e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.