Plan: | Dillenburg |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0797.BPdillenburg-OH01 |
Grondexploitatie
In de Wro is in 6.4 de regelgeving rondom grondexploitatie (Grexwet) opgenomen. Centrale doelstelling van de Grexwet is om in de situatie van particuliere grondexploitatie te komen tot een verbetering van het gemeentelijk kostenverhaal en de versterking van de gemeentelijke regie bij locatieontwikkeling. In artikel 6.12 van de Wro is bepaald dat de gemeenteraad een exploitatieplan vaststelt voor gronden waarop een bouwplan is voorgenomen. In artikel 6.2.1 Bro is vastgelegd wat onder een bouwplan wordt verstaan. De bouw van een of meerdere hoofdgebouwen is in het betreffende artikel van het Bro opgenomen. Een exploitatieplan dient tegelijkertijd met een bestemmingsplan te worden vastgesteld. In de Wro is tevens opgenomen, dat kan worden afgeweken van de verplichting tot het opstellen van een exploitatieplan indien het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan of besluit begrepen gronden anderszins verzekerd is, het bepalen van een tijdvak of fasering niet noodzakelijk is en het stellen van eisen, regels, of een uitwerking van regels niet noodzakelijk is.
Van “kostenverhaal anderszins verzekerd” is sprake indien de gemeente en de initiatiefnemer en/of de ontwikkelende partij een privaatrechtelijke overeenkomst hebben gesloten over de verdeling van kosten bij de grondexploitatie. Dit is ook het geval wanneer de gemeente de te ontwikkelen gronden in eigendom heeft, waarbij door middel van uitgifte van bouwrijpe grond kostenverhaal plaatsvindt. Tot slot kan worden afgeweken van de plicht tot vaststelling van een exploitatieplan als de verhaalbare kosten minder dan € 10.000 bedragen.
Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet een expliciet besluit worden genomen dat het niet noodzakelijk is om een exploitatieplan vast te stellen.
Dillenburg
Binnen het bestemmingsplan Dillenburg zijn enkele gronden in eigendom van de gemeente Heusden. Hiervoor is met de jaarrekening 2011 een sluitende exploitatieopzet vastgesteld. Conform artikel 3.1.6 f van het Besluit ruimtelijke ordening heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de economische uitvoerbaarheid van het plan. Geconcludeerd is dat het plan economisch uitvoerbaar is.
Andere gronden zijn in eigendom van derden. Met een van deze eigenaren is een anterieure overeenkomst gesloten die op 29 mei 2012 is gepubliceerd. Kostenverhaal is hierdoor conform de Wro artikel 6.12 lid 2 sub a anderszins verzekerd.
Voor gronden van de andere eigenaar is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Voor deze gronden zal bij het wijzigingsplan worden bepaald of dit economisch uitvoerbaar is. Een eventueel exploitatieplan wordt dan ook met de vaststelling van het wijzigingsplan vastgesteld.
Het stellen van locatie- of faseringseisen wordt voor dit bestemmingsplan niet nodig geacht. Locatie-eisen kunnen worden opgelegd om zeker te zijn dat de openbare ruimte conform de gemeentelijke eisen wordt aangelegd. Daar waar nieuwe openbare ruimte is voorzien, is de gemeente eigenaar, zodat de kwaliteitseisen op die manier geborgd zijn.
Faseringseisen kunnen worden opgelegd om ontwikkelingen in de tijd te sturen. Ook hiervoor geldt dat daar waar nieuwe bouwplannen zijn voorzien, de gemeente grondeigenaar is, dan wel het stellen van faseringseisen niet nodig is.
Voor bestemmingsplan Dillenburg kan worden geconcludeerd dat een exploitatieplan niet noodzakelijk is.