direct naar inhoud van Artikel 23 Algemene aanduidingsregels
Plan: Heusden Vesting
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0797.BPHeusdenvesting-OH01

Artikel 23 Algemene aanduidingsregels

23.1 Geluidzone - industrie
23.1.1

Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' mogen, in afwijking van het bepaalde in de daar voorkomende bestemmingen, uitsluitend geluidsgevoelige gebouwen worden gebouwd voor zover door de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen van de geluidsgevoelige gebouwen is aangetoond dat de geluidbelasting vanwege het industrieterrein van 50 dB(A) ten aanzien van de betreffende geluidsgevoelige gebouwen niet wordt overschreden.

23.1.2

Het bepaalde in artikel 23.1.1 is niet van toepassing op nieuwbouw ter vervanging van bestaande geluidsgevoelige gebouwen, waarvoor reeds een omgevingsvergunning voor het bouwen is verleend.

23.2 Schootsvelden
23.2.1

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Schootsvelden' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de instandhouding van de schootsvelden.

23.2.2 Vergunningplicht

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in lid 23.2.1 bedoelde gronden de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het ontgronden, bodemverlagen of afgraven en ophogen;
  • c. het aanbrengen van hoogopgaande beplanting c.q. het kappen daarvan;
  • d. het wijzigen van het profiel van straten, stegen en pleinen;
  • e. het wijzigen van het profiel van sloten, watergangen en vestinggrachten dan wel het graven of dempen hiervan.
23.2.3 Uitzondering

Het bepaalde in lid 23.2.2 is niet van toepassing:

  • a. op normale onderhoudswerkzaamheden gericht op en noodzakelijk voor de instandhouding van het onderhavige plangebied;
  • b. op werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden die uit een oogpunt van de ruimtelijke ordening van niet ingrijpende betekenis zijn.
23.2.4 Toelaatbaarheid

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 23.2.2 kan slechts worden verleend, indien door de werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden de cultuurhistorische waarden van deze gronden niet in onevenredige mate worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het behoud, versterken en/of herstel van die waarden niet worden verkleind.

23.3 Vrijwaringszone - molenbiotoop
23.3.1 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' mag, in afwijking van het overigens in deze regels bepaalde, de bouwhoogte van bouwwerken niet meer bedragen dan:

  • a. in meters uitgedrukt, de afstand van het bouwwerk tot de molen gedeeld door 30, plus 4.
23.3.2 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 23.3.1, ten behoeve van het bouwen tot de bouwhoogte die in het betreffende geval krachtens het overigens in deze regels bepaalde is toegestaan, mits:

  • a. daardoor de windvang, het functioneren en de zichtbaarheid van de molen niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast;
  • b. vooraf de eigenaar en de beheerder van de molen en een deskundige moleninstantie zijn gehoord.
23.3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Behoudens het bepaalde in lid 23.3.4 is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' de hierna aangegeven werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van beplanting waarvan de voorzienbare hoogte meer zal bedragen dan op de betreffende plaats overeenkomstig het bepaalde in lid 23.3.1 als maximale bouwhoogte voor een bouwwerk is toegestaan;
  • b. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur, voor zover het geen bouwwerken betreft, waarvan de hoogte meer zal bedragen dan op de betreffende plaats overeenkomstig het bepaalde in lid 23.3.1 als maximale bouwhoogte voor een bouwwerk is toegestaan;
  • c. het ophogen van gronden.
23.3.4 Uitzonderingen

Het in lid 23.3.3 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud betreffen overeenkomstig de andere bestemmingen van deze gronden, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn en/of voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
23.3.5 Toelaatbaarheid

De in lid 23.3.3 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien:

  • a. door de uitvoering daarvan, dan wel de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de windvang, het functioneren en de zichtbaarheid van de molen; en
  • b. vooraf de eigenaar en de beheerder van de molen en een deskundige moleninstantie zijn gehoord.
23.4 Wro-zone - wijzigingsgebied 2

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied 2' wijzigen in de bestemming 'Centrum', met dien verstande dat:

  • a. hierdoor geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het voorzieningenstructuur van de Vesting Heusden;
  • b. de regels van de bestemming 'Centrum' (artikel 3) van toepassing zijn;
  • c. het cultuurhistorisch karakter van de Vesting Heusden niet in onevenredige mate mag worden geschaad;
  • d. de parkeerbalans in de directe omgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed.