Plan: | Heusden Vesting |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0797.BPHeusdenvesting-OH01 |
De voor 'Waarde - Vestingwerken' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg en de instandhouding van vestingwerken waarin ondermeer begrepen: hoofdwal, hoornwerken, bolwerken, taluds, keermuren, vestingtunnels, parkeerplaatsen, gazons, beplantingen en paden, met de daarbij behorende gronden, andere bouwwerken en andere werken.
In aanvulling op het bepaalde in de andere daar voorkomende bestemmingen mogen op de in lid 17.1 bedoelde gronden tevens bouwwerken in de vorm van keermuren en vestingtunnels worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, ter verkrijging van een stedenbouwkundig verantwoorde bebouwing in relatie tot het behoud van het (cultuur)historische karakter van de Vesting Heusden, welke karakter is omschreven in de plantoelichting, nadere eisen te stellen aan de situering en aan de afmetingen van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, voor zover deze vanaf de openbare weg zichtbaar zijn.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in lid 17.1 bedoelde gronden de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:
Het bepaalde in lid 17.4.1 is niet van toepassing:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 17.4.1 kan slechts worden verleend, indien door de werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden de cultuurhistorische waarden van deze gronden niet in onevenredige mate worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het behoud, versterken en/of herstel van die waarden niet worden verkleind.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in lid 17.1 bedoelde gronden bouwwerken geheel of gedeeltelijk af te breken.
Het bepaalde in lid 17.5.1 is niet van toepassing op sloopwerkzaamheden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 17.5.1 is slechts toelaatbaar, indien door het afbreken van bouwwerken de cultuurhistorische waarden van deze gronden niet in onevenredige mate worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het behoud, versterken en/of herstel van die waarden niet worden verkleind.