Artikel 42 Algemene aanduidingsregels
42.1 Boringsvrije zone
Ter plaatse van de aanduiding 'boringsvrije zone' zijn de gronden mede aangewezen ten behoeve van het behoud van de beschermende kleilaag in de bodem.
42.2 Milieuzone - waterwingebied
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - waterwingebied' mogen, in afwijking van hetgeen elders in deze planregels is bepaald, op of in deze zone begrepen gronden geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken ten behoeve van teeltondersteunende voorzieningen zoals opgenomen in artikel 3.
42.2.1 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaald in lid 42.2 ten behoeve van bebouwing als toegestaan ingevolge de voor deze gronden geldende bestemmingen, indien door de bouw en situering van de desbetreffende bebouwing geen onevenredige schade wordt of kan worden toegebracht aan de grondwaterwinning. Alvorens over de omgevingsvergunning te beslissen wint het bevoegd gezag advies in bij de beherende waterleidingmaatschappij.
42.3 Attentiegebied EHS
42.3.1 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
Behoudens het bepaalde in lid 42.3.2, is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag ter plaatse van de aanduiding 'attentiegebied EHS' de hierna aangegeven werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het aanleggen en/of verharden van wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, voorzover groter dan 100 m2 per perceel;
-
b. het verzetten van grond van meer dan 100 m3 of op een diepte van meer dan 0,60 m onder maaiveld een en ander voorzover geen vergunning vereist is in het kader van de Ontgrondingenwet;
-
c. de aanleg van drainage ongeacht de diepte tenzij het gaat om vervanging van een reeds bestaande drainage;
-
d. het verlagen van de waterstand anders dan door middel van het graven van sloten of het toepassen van drainagemiddelen, met uitzondering van grondwateronttrekkingen.
42.3.2 Uitzonderingen omgevingsvergunningplicht
Het in lid 42.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
-
a. werkzaamheden binnen het bouwvlak betreffen;
-
b. het normale onderhoud betreffen overeenkomstig de andere bestemmingen van deze gronden, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn en/of voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming;
-
c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
42.3.3 Toelaatbaarheid van werken en werkzaamheden
De in lid 42.3.1 genoemde vergunning kan -gehoord het ter plaatse bevoegde waterstaatsgezag- slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waterhuishoudkundige situatie ter plaatse en er geen negatieve effecten optreden in
aangrenzende Natura 2000-gebieden.*
* naar aanleiding van uitspraak van de Raad van State, d.d. 22 oktober 2014, nummer
201302234/1/R3
42.4 Cultuurhistorisch vlak
Ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorisch vlak' zijn de gronden mede aangewezen voor het behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden.
42.4.1 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
-
a. Het is verboden zonder of in afwijking van omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden van het bevoegd gezag op en in de in dit lid bedoelde gronden de volgende werkzaamheden, geen bouwwerken zijnde, uit te voeren:
-
1. het verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren van de bodem.
-
2. het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, watergangen, greppels, kolken en overige natuurlijke oppervlaktewateren, alsmede het anderszins verlagen van de waterstand.
-
3. het bebossen of anderszins beplanten van gronden met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters in verband met tuinbouw of als (agrarische) houtteelt.
-
4. het aanleggen of verwijderen van landschapselementen.
-
5. het aanbrengen van bovengrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur;
-
6. vellen en rooien van bos;
-
7. het verwijderen van perceelsindelingen.
42.4.2 Uitzonderingen omgevingsvergunningplicht
Het in lid 42.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
-
a. waarvoor op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden is verleend;
-
b. welke het normale onderhoud betreffen overeenkomstig de andere bestemmingen van deze gronden, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn en/of voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming;
-
c. welke reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
42.4.3 Toelaatbaarheid van werken en werkzaamheden
De in lid 42.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden.
42.5 Eendenkooi
Ter plaatse van de aanduiding 'eendenkooi' zal bij de in het bestemmingsplan opgenomen afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden alsmede bij het verlenen van omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden rekening worden gehouden met het afpalingsrecht als bedoeld in de Flora- en faunawet.
42.6 Ecologische Hoofdstructuur
42.6.1 Ecologische hoofdstructuur
Ter plaatse van de aanduiding 'ecologische hoofdstructuur' zijn de gronden mede aangewezen voor het behoud en ontwikkeling van ecologische waarden en kenmerken.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit lid vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
42.6.2 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden van het bevoegd gezag op en in lid 42.6.1 bedoelde gronden de volgende werkzaamheden, geen bouwwerken zijnde, uit te voeren:
-
a. het verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
-
b. het diepploegen, diepwoelen of het uitvoeren van andere ingrepen in de bodem, waaronder ook begrepen de aanleg van leidingen, allen dieper dan 0,60 m onder maaiveld, waarbij de kruidlaag volledig wordt omgeploegd, alsmede de aanleg van drainage ongeacht de diepte tenzij het gaat om vervanging van bestaande drainage;
-
c. het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, watergangen, greppels, kolken en overige natuurlijke oppervlaktewateren, alsmede het anderszins verlagen van de waterstand;
-
d. het vellen of rooien van bos, alsmede het verwijderen van landschapselementen;
-
e. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden, alsmede het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 100 m²;
-
f. het verwijderen van onverharde wegen of paden;
-
g. het aanbrengen van onder- en bovengrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur.
42.6.3 Uitzonderingen omgevingsvergunningplicht
Het in lid 42.6.2 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
-
a. waarvoor op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden is verleend;
-
b. welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan in uitvoering waren en hiervoor een vergunning is verleend;
-
c. welke het normale onderhoud en beheer betreffen.
42.6.4 Toelaatbaarheid van werken en werkzaamheden
De in lid 42.6.2 bedoelde werken of werkzaamheden zijn toelaatbaar, indien de aanwezige ecologische waarden en kenmerken niet onevenredig worden aangetast en er geen negatieve effecten optreden in aangrenzende Natura 2000-gebieden.
42.7 Groenblauwe mantel
Ter plaatse van de aanduiding 'groenblauwe mantel' zijn de gronden tevens bestemd voor behoud, herstel of duurzame ontwikkeling van het watersysteem en de ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken van de onderscheidene gebieden.
42.8 Schootsvelden
42.8.1 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Behoudens het bepaalde in lid 42.8.2, is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag ter plaatse van de aanduiding 'schootsvelden' de hierna aangegeven werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het verzetten of vergraven van grond waarbij het maaiveld over meer dan 100 m2 per perceel of met meer dan 0,60 m wordt gewijzigd of waarbij de maaiveldniveaus van een steilrand worden gewijzigd;
-
b. het aanleggen, dempen of wijzigen van (oevers, profiel, doorstroom- of bergingscapaciteit van) oppervlaktewateren;
-
c. het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie;
-
d. het aanleggen of aanplanten van bos-, natuur- en landschapselementen of ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie;
-
e. het verwijderen van perceelsindelingen, zoals tot uiting komend in greppels, sloten, steilrand en het verwijderen van paden of onverharde wegen.
42.8.2 Uitzonderingen omgevingsvergunningplicht
Het in lid 42.8.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
-
a. het normale onderhoud betreffen overeenkomstig de andere bestemmingen van deze gronden, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn en/of voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming;
-
b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
42.8.3 Toelaatbaarheid van werken en werkzaamheden
De in lid 42.8.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud en de bescherming van het cultuurhistorische karakter van de vestingstad Heusden.
42.9 Waterwerk
Ter plaatse van de aanduiding 'waterwerk' mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van waterhuishoudkundige voorzieningen, met een hoogte van maximaal 4 m.
42.10 Veiligheidszone - lpg
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' is geen nieuwbouw van (beperkt) kwetsbare objecten, zoals bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, toegestaan.
42.11 Vrijwaringszone - molenbiotoop
42.11.1 Bouwregels
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' mag, in afwijking van het overigens in deze regels bepaalde, de bouwhoogte van bouwwerken niet meer bedragen dan:
-
a. in meters uitgedrukt, de afstand van het bouwwerk tot de molen gedeeld door 30, plus:
-
1. 4,2 voor de molen 'Hertogin van Brabant', Parallelweg 8 te Drunen;
-
2. 7,3 voor de molen 'Emma', Sint Jorisstraat 16 te Nieuwkuijk.
42.11.2 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 42.11.1, ten behoeve van het bouwen tot de bouwhoogte die in het desbetreffende geval krachtens het overigens in deze regels bepaalde is toegestaan, mits:
-
a. daardoor de windvang, het functioneren en de zichtbaarheid van de molen niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast;
-
b. vooraf de eigenaar en de beheerder van de molen en een deskundige moleninstantie zijn gehoord.
42.11.3 Omgevingsvergunningplicht voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
Behoudens het bepaalde in lid 42.11.4, is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' de hierna aangegeven werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het aanbrengen van beplanting waarvan de voorzienbare hoogte meer zal bedragen dan op de betreffende plaats overeenkomstig het bepaalde in lid 42.11.1 als maximale bouwhoogte voor een bouwwerk is toegestaan;
-
b. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur, voor zover het geen bouwwerken betreft, waarvan de hoogte meer zal bedragen dan op de betreffende plaats overeenkomstig het bepaalde in lid 42.11.1 als maximale bouwhoogte voor een bouwwerk is toegestaan;
-
c. het ophogen van gronden.
42.11.4 Uitzonderingen omgevingsvergunningplicht
Het in lid 42.11.3 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
-
a. het normale onderhoud betreffen overeenkomstig de andere bestemmingen van deze gronden, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn en/of voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming;
-
b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
42.11.5 Toelaatbaarheid van werken en werkzaamheden
Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 42.11.3 zijn slechts toelaatbaar, indien:
-
a. door de uitvoering daarvan, dan wel de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de windvang, het functioneren en de zichtbaarheid van de molen en
-
b. vooraf de eigenaar en de beheerder van de molen en een deskundige moleninstantie zijn gehoord.
42.12 Vrijwaringszone - snelweg
-
a. ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - snelweg' mag, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen bebouwing worden gebouwd, met uitzondering van de met Rijksweg A59 verband houdende bouwwerken, zoals geluidswerende voorzieningen en ecologische voorzieningen.
-
b. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a voor het bouwen van een bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - snelweg', mits door de bouw van deze bebouwing de verkeersbelangen niet onevenredig worden geschaad. Daartoe dient vooraf de betrokken wegbeheerder te worden gehoord.
-
c. de in lid b bedoelde omgevingsvergunning wordt geacht te zijn verleend ten aanzien van bebouwing die bestaan op het tijdstip van de ter visie legging van het ontwerp van het plan, dan wel mag worden opgericht krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde bouwvergunning.
42.13 Zoekgebied voor ecologische verbindingszones
42.13.1 Zoekgebied voor ecologische verbindingszone
Ter plaatse van de aanduiding 'zoekgebied voor ecologische verbindingszone' zijn de gronden mede aangewezen voor de verwezenlijking, het behoud en het beheer van een ecologische verbindingszone.
42.13.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijn, of van werkzaamheden
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag op en in de in lid 42.13.1 bedoelde gronden de volgende werkzaamheden, geen bouwwerken zijnde, uit te voeren:
-
a. het verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
-
b. het diepploegen, diepwoelen of het uitvoeren van andere ingrepen in de bodem, waaronder ook begrepen de aanleg van leidingen, allen dieper dan 0,60 m onder maaiveld, waarbij de kruidlaag volledig wordt omgeploegd, alsmede de aanleg van drainage ongeacht de diepte tenzij het gaat om vervanging van bestaande drainage;
-
c. het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, watergangen, greppels, kolken en overige natuurlijke oppervlaktewateren, alsmede het anderszins verlagen van de waterstand;
-
d. het vellen of rooien van bos, alsmede het verwijderen van landschapselementen;
-
e. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden, alsmede het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 100 m²;
-
f. het verwijderen van onverharde wegen of paden;
-
g. het aanbrengen van onder- en bovengrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur.
42.13.3 Uitzonderingen omgevingsvergunningplicht
Het in lid 42.13.2 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
-
a. waarvoor op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden is verleend;
-
b. welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan in uitvoering waren en hiervoor een vergunning is verleend;
-
c. welke het normale onderhoud en beheer betreffen.
42.13.4 Toelaatbaarheid van werken en werkzaamheden
-
d. De in lid 42.13.2 bedoelde werken of werkzaamheden zijn toelaatbaar, indien er geen sprake is van het minder geschikt maken van het gebied voor de verwezelijking van een ecologische verbindingszone.
42.14 Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' mogen, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, op of in deze zone begrepen gronden geen bouwwerken worden gebouwd.
42.14.1 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder lid 42.14 ten behoeve van bebouwing als toegestaan ingevolge de voor deze gronden geldende bestemmingen, indien door de bouw en situering van de desbetreffende bebouwing geen onevenredige schade wordt of kan worden toegebracht aan de grondwaterwinning. Alvorens over de omgevingsvergunning te beslissen wint het bevoegd gezag advies in bij de beherende waterleidingmaatschappij.