direct naar inhoud van Regels
Plan: Facetplan geluidszone gezoneerd industrieterrein Heesch West (gemeente 's-Her...
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002440-1301

Regels

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan "Facetplan geluidszone gezoneerd industrieterrein Heesch West (gemeente 's-Her..." met identificatienummer NL.IMRO.0796.0002440-1301 van de gemeente 's-Hertogenbosch.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en daarbij behorende bijlagen.

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 bevoegd gezag

bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.

1.6 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.7 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.8 emissiebudget

maximaal equivalent geluidsvermogen in dB(A)/m2 dat in een bepaald gebied toegestaan is.

1.9 equivalent geluidsniveau

het energetisch gemiddelde van de fluctuerende niveaus van het ter plaatse in de loop van een bepaalde periode optredende geluid, zoals berekend volgens de methode omschreven in de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai (1999). De te onderscheiden periodes zijn de dagperiode (07.00-19.00 uur), de avondperiode (19.00-23.00 uur) en de nachtperiode (23.00-07.00 uur).

1.10 equivalent geluidsvermogen

het energetisch gemiddelde van het fluctuerende geluidsvermogensniveau van de geluidbronnen van een inrichting, per beoordelingsperiode.

1.11 gebouw

elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.12 geluidbelasting in dB(A)

waarde over een te onderscheiden periode van het equivalente geluidsniveau in dB(A) op een bepaalde locatie.

1.13 geluidemissie

equivalent geluidsvermogen in dB(A)/m2.

1.14 geluidgevoelige objecten

gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit geluidhinder.

1.15 gezoneerd industrieterrein

terrein waaraan in hoofdzaak een bestemming is gegeven voor de vestiging van bedrijven en waarvan de bestemming voor het gehele terrein of een gedeelte daarvan de mogelijkheid insluit van vestiging van bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.

1.16 hogere grenswaarde

een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder.

1.17 inrichting

inrichting als aangewezen krachtens artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, of diens rechtsopvolger.

1.18 voorkeursgrenswaarde

de bij een bestemmingplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder.

1.19 woning

een (gedeelte van een) gebouw dan dient voor de zelfstandige huisvesting van één huishouden.

1.20 zonebeheerder

De instantie die, op grond van artikel 163 Wet geluidhinder, is aangewezen en zorg draagt voor de in dat artikel genoemde taken.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten en gerekend:

2.1 emissiebudget

overeenkomstig de uitgangspunten beschreven in Bijlage 2 Geluidverdeling Heesch West.

2.2 geluidemissie

overeenkomstig de uitgangspunten beschreven in Bijlage 2 Geluidverdeling Heesch West.

Hoofdstuk 2 ALGEMENE REGELS

Artikel 3 Algemene aanduidingsregels

3.1 Geluidzone - industrie
3.1.1 Aanduidingsomschrijving
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - industrie' ligt de geluidszone als bedoeld in artikel 40 van de Wet geluidhinder, waarbuiten de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein, de waarde van 50 dB(A) etmaalwaarde niet te boven mag gaan.
  • b. Ten aanzien van de gronden met de aanduiding 'Geluidzone - industrie' geldt dat geen nieuwe geluidgevoelige objecten mogen worden gebouwd.
  • c. In afwijking van het bepaalde onder b is realisatie van nieuwe geluidgevoelige objecten, waaronder zowel bouwen als gebruiken wordt begrepen, binnen de geluidszone alleen mogelijk, indien voldaan wordt aan:
    • 1. de voorkeursgrenswaarden van de Wet geluidhinder, danwel;
    • 2. de bij een besluit hogere waarden vastgestelde hogere waarden inclusief de daarin gestelde voorwaarden.
3.1.2 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn op grond van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd de in het plan opgenomen geluidszone te wijzigen door:

  • a. het wijzigen van de aanduiding 'Geluidzone - industrie', waarbij aangetoond dient te worden dat de geluidsbelasting in het gebied dat ophoudt deel uit te maken van de geluidszone lager is dan 50 dB(A);
  • b. het wijzigen van de aanduiding 'Geluidzone - industrie' op basis van nader akoestisch onderzoek.
3.2 Overige zone - gezoneerd industrieterrein
3.2.1 Aanduidingsomschrijving

Gezoneerd industrieterrein

3.2.2 Afwijken

Afwijking gezoneerd industrieterrein

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 3.2.1 sub c, en een hoger emissiebudget toestaan, indien:
    • 1. de bedrijfseconomische noodzaak voor verhoging van het emissiebudget is aangetoond; en
    • 2. de belangen van andere inrichtingen op het industrieterrein niet onevenredig worden aangetast; en
    • 3. uit akoestisch onderzoek met betrekking tot de inrichting is gebleken dat ondanks toepassing van de beste beschikbare technieken een hoger emissiebudget noodzakelijk is ter optimalisering en/of uitbreiding van de bedrijfsvoering. In het akoestisch onderzoek dient het gewenste emissiebudget te worden aangegeven, alsmede een overzicht van de geluidbronnen, de toegepaste technieken en de bedrijfstijden; en
    • 4. door het toestaan van een hoger emissiebudget, de grenswaarde op de grens van de geluidszone, en/of de voor bestaande en geprojecteerde woningen vastgestelde hogere grenswaarden, niet worden overschreden;
  • b. het bepaalde in lid 3.2.1 sub d, en voor een individuele inrichting een hoger equivalent geluidsniveau toestaan ter plaatse van de binnen de geluidzone gelegen woningen, indien:
    • 1. de bedrijfseconomische noodzaak voor een verhoging van het equivalent geluidsniveau is aangetoond; en
    • 2. de belangen van andere inrichtingen op het industrieterrein niet onevenredig worden aangetast; en
    • 3. uit akoestisch onderzoek met betrekking tot de inrichting is gebleken dat ondanks toepassing van de beste beschikbare technieken een verhoging van het equivalent geluidsniveau noodzakelijk is ter optimalisering en/of uitbreiding van de bedrijfsvoering; en
    • 4. door het toestaan van een verhoging van het equivalent geluidsniveau, de grenswaarde op de grens van de geluidszone, en/of de voor bestaande en geprojecteerde woningen vastgestelde hogere grenswaarden, niet worden overschreden;

Alvorens omtrent de omgevingsvergunning te beslissen, wint het bevoegd gezag advies in bij de zonebeheerder.

3.2.3 Wijziging gezoneerd industrieterrein

Burgemeester en wethouders zijn op grond van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd het plan te wijzigen door het wijzigen van de begrenzing van de aanduiding 'Overige zone - gezoneerd industrieterrein' en de bijbehorende Bijlage 1 Kaart emissiebudget op basis van nader akoestisch onderzoek, met inachtname van het bepaalde in de Wet geluidhinder.

Alvorens omtrent de wijziging van het bestemmingsplan te beslissen, winnen burgemeester en wethouders advies in bij de zonebeheerder.

Artikel 4 Overige regels

4.1 Van toepassing verklaring
  • a. de regels in dit plan zijn van toepassing en aanvullend op de hieronder opgenomen plannen en besluiten:

Naam voorgaand plan of besluit   Gemeente   Vaststelling  
Bestemmingsplan "Buitengebied Maasdonk, herziening Sassendreef 16A te Geffen"   Gemeente Maasdonk, nu 's-Hertogenbosch   1 augustus 2011  
Bestemmingsplan "Buitengebied Maasdonk 2012"   Gemeente Maasdonk, nu 's-Hertogenbosch   30 september 2014  
Bestemmingsplan "Buitengebied Bernheze"   Gemeente Bernheze   onherroepelijk 8 oktober 2014  
Bestemmingsplan "Buitengebied Oss - 2020"   Gemeente Oss   16 april 2020  
Parapluplan "Geitenhouderijen Oss - 2019"   Gemeente Oss   5 maart 2020  
Bestemmingsplan "Vrijkomende Agrarische bebouwing Bernheze 2018'   Gemeente Bernheze   3 december 2018  
Bestemmingsplan "BPL Teeltondersteunende voorzieningen gemeente Bernheze"   Gemeente Bernheze   13 december 2018  
Omgevingsvergunning "Zonnepark Achterste Groes"   Gemeente Bernheze   18 november 2019  
Bestemmingsplan "Heesch West"   Gemeente Bernheze   PM  
Bestemmingsplan "Heesch West"   Gemeente 's-Hertogenbosch   PM  

  • b. de regels van de bestemmingsplannen en besluiten die zijn genoemd onder a blijven buiten toepassing voor zover er sprake is van strijdigheid met de regels van dit plan.
  • c. de regels van de bestemmingsplannen en besluiten die zijn genoemd onder a blijven voor het overige onverminderd van toepassing.

Hoofdstuk 3 OVERGANGS- EN SLOTREGELS

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
  • c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder omgevingsvergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
5.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  • d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan "Facetplan geluidszone gezoneerd industrieterrein Heesch West (gemeente 's-Her...".