Plan: | De Groote Wielen, Zonkade noord |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0796.0002291-1401 |
Op 8 juni 2011 is het bestemmingsplan 'De Groote Wielen' gewijzigd vastgesteld door de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch. Op 25 juli 2012 is het plan onherroepelijk geworden. Het bestemmingsplan 'De Groote Wielen' is voor een deel een beheerbestemmingsplan maar legt ook voor een aantal gebieden de ontwikkelingsmogelijkheden vast.
De bestemmingsomschrijving van de bestemming Wonen- 2 maakt het mogelijk om ter plaatse van de bestemming drijvende woningen te realiseren. Het bouwproject voor drijvende woningen in De Groote Wielen gaat echter niet door. Er zouden 30 drijvende woningen worden gebouwd, aan steigers in het water. Hoewel er veel belangstelling voor deze woningen was, heeft dit niet geleid tot concrete verkoop. Daarom is grotendeels afscheid genomen van het plan van de drijvende woningen. De gemeente is in gesprek met partijen in De Groote Wielen over de bouw van twee-onder-een-kapwoningen en vrijstaande woningen aan het water. De planopzet blijft uitgaan van de drie eilanden die in het oorspronkelijk stedenbouwkundig plan al ingetekend waren.
Dit nieuwe bestemmingsplan ziet toe op een wijziging van de bestemming Wonen- 2, op een zodanige manier dat er grondgebonden woningen kunnen worden gerealiseerd op kavels die aan twee of drie zijden zijn omgeven door water. Daarnaast biedt het bestemmingsplan meer flexibiliteit ten aanzien van de situering van de woningen.
Voor de uitgebreide toelichting van dit plan wordt verwezen naar de toelichting behorende bij het bestemmingsplan 'De Groote Wielen'. In dit plan zal alleen ingegaan worden op die aspecten die betrekking hebben op deze herziening.
Het bestemmingsplan heeft betrekking op de gronden ten noorden van de Zonkade, met uitzondering van de Vlondertuinen. Het plangebied wordt globaal begrensd door:
De onderdelen die worden aangepast hebben betrekking op de gronden met de bestemming Wonen-2, Water en Verkeer. Gekozen is om dit bestemmingsplan zelfstandig leesbaar te maken, waardoor dat verwijzingen naar het bestemmingsplan 'De Groote Wielen' zoveel mogelijk achterwege zijn gelaten.
Tot de inwerkingtreding van voorliggend bestemmingsplan 'De Groote Wielen, Zonkade Noord' geldt voor het plangebied het bestemmingsplan 'De Groote Wielen". Na de inwerkingtreding van voorliggend bestemmingsplan verliest dit plan, binnen het plangebied, zijn rechtskracht.
Het plangebied ligt aan de Groote Wielenplas en aan de noordwestzijde van de buurt De Watertuinen. Momenteel is het een braakliggend terrein c.q. grasland.
luchtfoto april 2015
De Watertuinen is gelegen in het zuidoostelijk deel van De Groote Wielen, aan de westzijde grenzend aan de woonbuurt Broekland. Aan de overige zijden wordt het begrensd door groen en water: aan de noordzijde door de centrale waterplas, aan de oostzijde door de moeraszone en aan de zuidzijde door agrarisch gebied. De Watertuinen heeft mede hierdoor een eigen karakter. Dit wordt verstrekt door het water dat in heel de buurt aanwezig is. De Watertuinen vormt de overgang van de stad naar het landschap. Door het waterkarakter en de architectuur die aansluit op dit thema vormt De Watertuinen een groot contrast met Broekland en de overige buurten in De Groote Wielen. Binnen de buurt wordt het contrast versterkt door verschillende architectuurstijlen op het waterthema te maken. Door de aanwezigheid van de vele bruggen wordt het waterthema en het gevoel van wonen aan het water versterkt.
Het stedenbouwkundig plan van De Watertuinen is opgebouwd uit een noord-zuid gelegen as waaraan compacte bouwblokken zijn gesitueerd. Deze as, De Groote Rede genaamd, vormt de ruggengraat van het plan en vormt de toegang tot De Watertuinen. Aan de westzijde ligt een reeks van kleine wooneilanden. Aan de oostzijde van De Groote Rede is schijnbaar willekeurig een aantal pieren gekoppeld. De Groote Rede en de pieren worden omgeven door een aantal eilanden. Op de kop van De Groote Rede, in de Groote Wielenplas, is een wooncomplex gesitueerd, De Vlondertuinen. Dit gebouw is bedoeld als overgang tussen Broekland en De Watertuinen. Aan de oostzijde van De Vlondertuinen, komen een aantal pieren.
Planopzet Watertuinen
In de oorspronkelijke planopzet voorzag het stedenbouwkundige plan in drijvende woningen aan de noordzijde van de Watertuinen. Deze woningen waren gesitueerd aan een pier die was verbonden met de Zonkade. Mede als gevolg van de economische crisis en de huidige woningmarkt, bestaat er onvoldoende belangstelling voor deze woonvorm. Dit vormt de aanleiding om niet verder te gaan met het ontwikkelen van drijvende woningen. Het voorliggende plan voorziet nog wel in de mogelijkheid om aan het einde van de wooneilanden enkele drijvende woningen te realiseren.
oorspronkelijke planopzet
Om voldoende recht te doen aan de oorspronkelijke stedenbouwkundige opzet blijft het nieuwe plan uitgaan van de drie oorspronkelijke dammen waaraan woningen worden gesitueerd. De woningen komen alleen of per twee op een schiereiland die aan een dam ligt. Tussen de eilanden komt minimaal 6 meter water waardoor de waterbeleving vanuit de dammen optimaal blijft. Aan elke dam komen aan weerszijde 3 of vier eilanden. Per dam komen, inclusief enkele drijvende woningen, maximaal 10 woningen (de meest oostelijke dam schrijft maximaal 9 woningen voor). De afstand tussen de dammen blijft gelijk aan de woonbestemming zoals die is geregeld in het huidige bestemmingsplan. Deze afstand bedraagt circa 30 meter. Hierdoor blijft er vanaf de Zonkade voldoende zicht op de Centrale Plas. Ook de locatie waar de dammen aan de Zonkade zijn gesitueerd blijft ongewijzigd.
impressie planopzet
In de Watertuinen zijn alle woningen projectmatig ontwikkeld. Ook de woningen aan de noordzijde van de Zonkade worden projectmatig ontwikkeld. Om mogelijk toch ruimte te bieden aan particulieren initiatieven, is er de intentie om hiervoor de meest oostelijk dam te reserveren. Om er zorg voor te dragen dat de deze dam qua samenhang bij de overige dammen hoort, wordt de toegang hetzelfde vormgegeven en wordt voorgeschreven dat aan de westzijde van deze dam water tussen de woonpercelen komt. Omdat het meest oostelijke deel grenst aan de centrale plas is hier de waterbeleving al optimaal. Het aanbrengen van water tussen de percelen draagt niet wezenlijk bij aan de waterbeleving. Het bestemmingsplan schrijft op deze locatie dan ook niet voor dat er water tussen de woonpercelen moet worden gemaakt.
De specifieke bouwaanduiding 'Vlonder-2' is ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan aangepast. Deze is namelijk met 1,5 meter vergroot van 3 meter naar 4,5 meter. Op deze wijze is het mogelijk om daadwerkelijk een vlonder op het water te realiseren. Bij een breedte van 3 meter komt de vlonder nauwelijks voorbij het talud. Hierdoor wordt de waterbeleving versterkt. Om er zorg voor te dragen dat er binnen deze zone nog voldoende water wordt aangebracht, is de maximale oppervlakte beperkt naar 35 m² binnen de bestemming 'Water'. Door deze oppervlakte van 35m² is het bij een kavel van bijvoorbeeld 14,5 meter breed mogelijk om 50% van deze zone te benutten, hierdoor blijft er voldoende water aanwezig ten behoeve van de waterbeleving. De afstand tussen de vlonders bedraagt na deze aanpassing nog 24 meter.
Gelet op de beperking van de hoogte (namelijk max. 50 cm boven de waterspiegel) en de maximale oppervlakte van 35m² doet de vergroting geen afbreuk aan de stedenbouwkundige hoofdopzet en de waterbeleving van de Watertuinen.
Naast deze 35 m² mag ook 15 m² aan vlonder in de bestemming 'Wonen-2' worden gemaakt. De vlonder kan zo om de hoek worden aangelegd of er kan een tweede vlonder opzij worden gemaakt. De totale oppervlakte van de vlonder bedraagt maximaal 50 m².
Voorstelbaar is dat een grotere vlonder geen afbreuk doet aan het bebouwingsbeeld of de privacy en gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. Daarom is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor een grotere vlonder tot in totaal 75 m². Voorstelbaar is ook dat een relatief groter deel van de vlonder in de 'specifieke bouwaanduiding - vlonder 2' of juist in de bestemming 'Wonen-2' wordt gemaakt. Bovenal staat de waterbeleving voorop en mag deze niet door een grotere vlonder, tussen of achter de woningen, worden aangetast.
Voor de bebouwing aan de noordzijde van de Zonkade wordt uitgegaan van vrijstaande en geschakelde woningen en twee-onder-een-kapwoningen. De bebouwing kan bestaan uit twee lagen met een derde laag in de vorm van een dakopbouw. Uitgangspunt bij het woningontwerp is dat er op een eigentijdse manier vorm wordt gegeven aan het nautische karakter van de omgeving, om zo het eigentijdse karakter te benadrukken wordt een platte afdekking of lessenaarsdak gevraagd. Er mag variatie tussen de woningen onderling en tussen de dammen ontstaan.
De Watertuinen:
De openbare ruimte in De Watertuinen bestaat voor een belangrijk deel uit water. Deze buurt heeft de sfeer van een waterrijk woongebied. Wonen vindt plaats direct aan en rond het water. Het groen in De Watertuinen is veelal privé. Het groen komt in hoofdzaak voor in de tuinen en langs de oevers. De oevers aan de voorzijde van de woningen zijn alle openbaar en aan de achterzijde particulier uitgegeven. De tuinen zijn relatief klein, het water neemt de tuinfunctie gedeeltelijk over. In de Watertuinen zijn enkele openbare verblijfsplekken gesitueerd. Op de oostelijk gelegen buitenste eilanden zijn relatief grotere openbare verblijfsplekken met speelvoorzieningen gerealiseerd. Aan de westzijde, achter De Groote Rede is een strook openbaar gebied aanwezig waarin ook speelvoorzieningen zijn gerealiseerd. De Watertuinen kenmerkt zich verder door de vele vormen van privé-buitenruimte. Naast de tuinen is sprake van dakterrassen, loggia's, balkons en terrassen aan het water.
Noordzijde Zonkade:
De dammen worden ontsloten vanaf de Zonkade. De dam bestaat uit een dijklichaam met een natuurlijk talud. De aansluiting op de Zonkade bestaat uit een duiker met aan weerszijde van de rijbaan een gemetselde muur. Qua vormgeving wordt aangesloten op de toegang naar de Vlondertuinen. Hierdoor krijgen de dammen aan de noordzijde van de Zonkade hetzelfde uiterlijk en ontstaat er een herkenbare samenhang tussen de dammen aan de noordzijde. Op de dam wordt een rijbaan aangelegd met een vlak profiel. Het bewonersparkeren vindt plaats op eigen terrein. Op de rijbaan wordt geen duidelijk onderscheidt gemaakt in de verschillende functies. Het bezoekersparkeren wordt opgelost door middel van (informele) langsparkeervakken op de rijbaan.
De achtertuinen van de woningen zijn georiënteerd op de Groote Wielenplas.
Voor het versterken van de 'waterbeleving' bestaat de mogelijkheid dat de tuinen worden uitgevoerd als terras en dat er vlonders worden aangelegd. De vlonders liggen lager achter de achtertuinen.
De Watertuinen:
Bewonersparkeren in De Watertuinen vindt hoofdzakelijk plaats op eigen terrein. Bezoekersparkeren vindt plaats op de openbare straat, uitsluitend in de daarvoor bestemde parkeervakken.
Noordzijde Zonkade:
De dammen worden ontsloten vanaf de Zonkade. Bij de woningen moet voldoende ruimte aanwezig om het bewonersparkeren op eigen terrein mogelijk te maken. Het bezoekersparkeren gebeurt op de rijbaan in de vorm van langsparkeren. Uitgegaan wordt van twee parkeerplaatsen per woning op eigen terrein.
In dit hoofdstuk worden de relevante milieuaspecten aan de orde gesteld. Er bestaat een duidelijke relatie tussen milieubeleid en ruimtelijke ordening. De milieukwaliteit vormt een belangrijke afweging bij de ontwikkelingsmogelijkheden van ruimtelijke functies. Milieubelastende situaties moeten voorkomen worden.
Voor De Groote Wielen, waarbinnen dit plangebied valt, is onverkort het algemene milieubeleid van de Gemeente 's-Hertogenbosch van toepassing.
Weg- en railverkeer
In het bestemmingsplan worden geen nieuwe (geluidsgevoelige) ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Akoestisch onderzoek is hier niet nodig.
Industrie en spoorweglawaai
Industrielawaai en spoorweglawaai zijn niet van toepassing op dit bestemmingsplan.
Doelstelling van het externe veiligheidsbeleid is het realiseren van een veilige woon- en leefomgeving door het beheersen van risico's van industriële activiteiten met opslag en transport van gevaarlijke stoffen. In het plangebied en de directe omgeving zijn geen transportroutes of buisleidingen voor gevaarlijke stoffen aanwezig. Daarnaast liggen in de directe omgeving van het plangebied geen risicovolle bedrijven.
Bij lucht gaat het om de productie van luchtverontreiniging als gevolg van nieuwe plannen waarop de luchtkwaliteitseisen van de Wet Milieubeheer van toepassing zijn. Daarnaast gaat het om de zorg van het bouwen van kwetsbare functies in lucht belaste zones.
In 2005 en 2008 is de luchtkwaliteit onderzocht voor de gehele De Groote Wielen. Uit deze onderzoeken blijkt dat geen grenswaarden worden overschreden bij de aanleg van de gehele De Groote Wielen, waar dit plangebied onderdeel van is. In deze paragraaf zal echter nader onderbouwd worden waarom er met betrekking tot luchtkwaliteit geen belemmeringen zijn voor de ontwikkeling van dit plan.
Luchtkwaliteit heeft betrekking op de aanwezigheid van verontreinigende stoffen in de buitenlucht. Bij het nemen van ruimtelijke besluiten moet beoordeeld worden of wordt voldaan aan de eisen die vanuit de Wet milieubeheer gelden. Hierbij wordt getoetst aan de voor bepaalde stoffen vastgestelde grenswaarden en wordt beoordeeld of met het ruimtelijk besluit ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt die de luchtkwaliteit zullen verslechteren.
In de Regeling Niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) zijn categorieën van gevallen aangewezen die per definitie niet in betekenende mate bijdragen. Voor deze categorieën van gevallen hoeft geen onderzoek plaats te vinden of hoeft niet aannemelijk gemaakt te worden dat ze niet in betekenende mate bijdragen. Eén van deze categorieën betreft de bouw van 1.500 woningen, waarbij is uitgegaan van een verkeersgeneratie van ten minste 7.500 motorvoertuigbewegingen per etmaal. De verkeersaantrekkende werking van het plan Zonkade Noord ligt ruim beneden deze 7.500 motorvoertuigbewegingen per etmaal en valt dus niet onder de Regeling niet in betekenende mate bijdragen. Daarmee is aannemelijk gemaakt dat het bestemmingsplan niet in betekenende mate bijdraagt.
In het Besluit Niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) (NIBM) is vastgelegd wanneer een project/plan niet in betekenende mate bijdraagt aan de concentratie van een bepaalde stof. Een project/plan draagt niet in betekenende mate bij als de toename van de concentraties in de buitenluchtvan zowel NO2 als PM10 niet meer bedraagt dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde voor die stoffen. Dit komt voor beide stoffen overeen met een maximale toename van de concentraties met 1,2 ìg/m3. Projecten die niet in betekenende mate bijdragen aan de verslechtering van de luchtkwaliteit hoeven niet getoetst te worden aan de grenswaarden uit de Wet milieubeheer. Wel moet aannemelijk worden gemaakt dat als gevolg van het project de jaargemiddelde concentraties PM10 en NO2 niet met meer dan 1,2 ìg/m3 toenemen. De nieuwbouw van deze maximaal 29 woningen heeft minimale gevolgen voor de verkeersaantrekkende werking. Met behulp van de nibm-tool (zie onder) is bepaald of de ontwikkeling in betekenende mate bijdraagt aan de concentratie luchtverontreinigende stoffen. Hierbij gaat de nibm-tool uit van de worstcasesituatie (maximale bijdrage ontwikkeling). Uit de nibm-tool blijkt dat de maximale bijdrage van de ontwikkeling aan de concentratie stikstofdioxide 0,14 ìg/m³ bedraagt en fijn stof 0,04 ìg/m³.
Worst case berekening luchtkwaliteit
In het kader van een goede ruimtelijke ordening moet ook aandacht worden besteed aan de blootstelling van bewoners en bezoekers aan luchtverontreinigende stoffen. Beschouwd (in Promil) zijn de huidige situatie (2010, representatief voor 2016) en de situatie 2030. (zie onder voor de uitdraai). Uit deze beschouwing kan inzake luchtkwaliteit worden geconcludeerd dat:
• voor stikstofdioxide (NO2) ruimschoots zal worden voldaan aan het gestelde jaargemiddelde grenswaarde van 40 µg/m3, alsmede aan de uurgemiddelde grenswaarde; Momenteel ligt de waarde op 20,5 µg/m3 en zal in de toekomst (2030) verminderen tot 16,6 µg/m3.
• voor zwevende deeltjes (PM10) ruimschoots zal worden voldaan aan het gestelde jaargemiddelde grenswaarde van 40 µg/m3: Momenteel ligt de waarde op 22,2 µg/m3 en zal in de toekomst (2030) verminderen tot 21,0 µg/m3.
Vanuit het aspect luchtkwaliteit zijn er geen belemmeringen voor de voorgenomen ontwikkeling.
In De Groote Wielen zijn in het verleden diverse bodemonderzoeken uitgevoerd. De uitgevoerde bodemonderzoeken zijn gedateerd en voldoen niet meer om de huidige kwaliteit van de bodem te waarborgen. De “houdbaarheidsdatum” van de onderzoeken is inmiddels verstreken, kijkend naar beleid op basis van de Beleidsnota Bodem 2014. Mede gezien het feit dat er op dit onderwerp zienswijzen zijn binnengekomen, is besloten een nieuw verkennend bodemonderzoek (op basis van de NEN-5740) uit te laten voeren.
Uit de resultaten van het uitgevoerde verkennend bodemonderzoek (NIPA, projectnummer 15073, 01 februari 2016) ter plaatse van het nieuwbouwplan aan Zonkade Noord te Rosmalen binnen nieuwbouwplan De Groote Wielen, blijkt dat zowel de boven- als ondergrond niet verontreinigd is met de onderzochte parameters.
Het grondwater is licht verontreinigd met barium en plaatselijk licht verontreinigd met kwik.
De aangetoonde gehalten zijn echter dermate laag dat de uitvoering van een aanvullend of nader onderzoek nietnoodzakelijk is.
Tegen de bebouwing van de onderzoekslocatie zijn geen milieuhygiënische bezwaren.
De locatie wordt echter nog steeds gezien als onverdacht op het voorkomen van bodemverontreiniging. Het nieuw uitgevoerde bodemonderzoek op het betreffende perceel stelt de huidige kwaliteit van de bodem vast. Het onderzoek is als bijlage toegevoegd bij dit bestemmingsplan. Het actuele bodemonderzoek vervangt de voorgaande bodemonderzoeken die betrekking hadden op plan De Groote Wielen, Zonkade Noord (bestemmingsplankaart).
Indien grond afgevoerd moet worden van de locatie, dient rekening gehouden te worden met gebruiksbeperkingen van de vrijkomende grond. Conform de Regeling bodemkwaliteit mag de grond slechts onder voorwaarden worden hergebruikt. Eventueel vrijkomende grond mag echter wel op de locatie worden hergebruikt. Grond die binnen de gemeente wordt hergebruikt kan op basis van dit rapport binnen de bodemkwaliteitskaart hergebruiktworden. Indien de grond buiten de grenzen van de bodemkwaliteitskaart toegepast zal worden, dient een partijkeuring conform het besluit Bodemkwaliteit uitgevoerd te worden.
Bij eventueel grondverzet valt vrijkomende grond onder de bepalingen van het besluit Bodemkwaliteit. Bij bronneringswerkzaamheden zullen voor zover relevant ingevolge de Grondwaterwet, de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren en de Lozingsregeling (waterschap) meldingen c.q. aanvragen voor vergunningen moeten worden ingediend.
Voor het totale plan van De Groote Wielen is een waterhuishoudingsplan van toepassing. Dit is afgestemd met het Waterschap Aa en Maas. De woningen aan de Zonkade maken hier onderdeel van uit. Volledigheidshalve is de watertoets in deze paragraaf opnieuw toegevoegd.
Watertoets
Ruimte maken voor water: dat is de kern van het waterbeleid voor de 21e eeuw. Met de ondertekening van de 'Startovereenkomst Waterbeheer' door verschillende overheden, is de watertoets van toepassing op ruimtelijke plannen. Vanaf 1 november 2003 is deze juridisch vastgelegd in het Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro).
De watertoets moet ingevuld worden als een procedure. Het omvat het gehele proces van informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van de in ruimtelijke plannen voorkomende waterhuishoudkundige aspecten. Het doel van de watertoets is het evenwichtig meewegen van de waterbelangen in het planvormingsproces. Hierbij wordt een veilig, gezond en duurzaam watersysteem nagestreefd. Zowel waterkwantiteits- als waterkwaliteitsaspecten zijn daarbij belangrijk. Kansen worden benut en functies zoveel mogelijk gecombineerd.
De beleidsdoelen voor integraal waterbeheer zijn door het waterschap vastgelegd in de Keur (2015). De gemeentelijke beleidsdoelen voor integraal waterbeheer zijn vastgesteld in het Waterplan 2 (2009). Hierin staat dat we in 's-Hertogenbosch een mooi, robuust en klimaatbestendig watersysteem willen creëren. In het Waterstructuurplan (2012) is het hemelwaterbeleid vastgelegd. Dit is gebied specifiek gedaan, kijkend naar de watersystemen en de uitgangspunten per wijk.
De afspraken uit de watertoets worden in een waterparagraaf vastgelegd. In deze waterparagraaf is toegelicht hoe het waterbeleid is vertaald naar waterhuishoudkundige inrichting in dit bestemmingsplan. Eventueel benodigde vergunningen worden niet met deze waterparagraaf geregeld en zullen via daarvoor bedoelde procedures verkregen moeten worden.
Uitgangspunten voor integraal waterbeheer
De uitgangspunten bij het toetsen van ruimtelijke plannen zijn:
- Gescheiden houden van vuil (afval)water en schoon hemelwater;
- Voorkomen van vervuiling van water;
- Schoon hemelwater kan volgens de voorkeursvolgorde worden verwerkt:
- Hydrologisch neutraal ontwikkelen (HNO), zodat een ontwikkeling niet leidt tot een hydrologische achteruitgang zowel in als buiten het plangebied. Ook mogen er geen hydrologische knelpunten ontstaan voor huidige en vastgelegde toekomstige landgebruiksfuncties. Dit betekent dat:
Daarnaast zien we water als kans voor meervoudig ruimtegebruik en vergroting van de beleving van water.
Deze uitgangspunten dragen bij aan een mooi, robuust en klimaatbestendig watersysteem.
Totale waterhuishouding De Groote Wielen (o.a de Zonkade Noord)
Het plangebied van De Groote Wielen valt onder het stroomgebied van Waterschap Aa en Maas. In het stedenbouwkundig ontwerp van De Groote Wielen is reeds zoveel mogelijk rekening gehouden met de beleidsuitgangspunten. Hieronder is beschreven hoe met de verschillende wateraspecten wordt omgegaan. Dit is een korte samenvatting van het Waterhuishoudingsplan Als bijlage bij de toelichting is het Basiswaterlopenplan De Groote Wielen gevoegd.
In De Groote Wielen worden vuil water en regenwater gescheiden van elkaar. Zo ook bij Zonkade Noord. Voor het vuilwater wordt een apart systeem aangelegd. Dit water wordt verzameld en gaat via pompinstallaties naar het rioolgemaal in Broekland. Dit gemaal pompt het water naar de rioolwaterzuivering in Ooijen.
De Groote Wielen heeft een gesloten watersysteem voor al het andere water niet zijnde huishoudelijk of industriële afvalwater. Dit betekent dat al het regenwater en kwelwater in normale omstandigheden in het gebied opgenomen wordt, daar opgeslagen en verdampt of verdwijnt via de ondergrond. Voor de nieuwe stedelijke ontwikkeling en bijbehorende verhardingstoename is ruimte voor water nodig wanneer heftige neerslag zorgt voor snelle afstroming en peilstijgingen. Deze zogenaamde wateropgave is in de planvorming meegenomen, en verwerkt in verschillende delen in het plangebied. Deze delen zijn hieronder beschreven. De Zonkade Noord maakt onderdeel uit van de Watertuinen.
In totaal (de gehele Groote Wielen) is gerekend op een verhardingstoename van 156 ha; dit levert een bergingsopgave van ruim 62 duizend kubieke meter. Totaal wordt/is ca. 48 ha open water gerealiseerd, inclusief de Centrale Plas van 24 en 9 ha. Hiermee kan, bij een toegestane peilstijging van 30 cm, ruim voldoende water worden geborgen; ca. 144 duizend kubieke meter. Hieruit blijkt dat ook buien met een grotere herhalingstijd dan T = 10 in het systeem zelf geborgen kunnen worden.
Getracht wordt om de waterkwaliteit zo goed mogelijk op peil te houden. De term zwemwater wordt gehanteerd om een kwaliteit aan te duiden. Maar die kwaliteit moet wel gehaald worden. Om dit te bereiken is de Watermachine ontworpen. Met de Watermachine wordt het water in beweging gehouden.
De Groote Wielen is in twee delen te splitsen. Een zuidelijk deel en een noordelijk deel en daartussen ligt de Groote Wielenplas. De Zonkade Noord valt onder de Watertuinen in het zuidelijk deel.
De Watermachine
Zuidelijk deel
De Watertuinen:
Het water in De Watertuinen wordt rechtstreeks afgevoerd naar de Groote Wielenplas. Deze afvoer gebeurt oppervlakkig.
Overige gebieden in zuidelijk deel:
Hoge Ring:
Aan het begin van de Hoge Ring wordt het water uit de Groote Wielenplas gepompt. Van daaruit kan het via de koppelbeken circuleren naar de Lage Ring of de Groote Wielenplas. In iedere uitstroming loopt een constante waterstroom van 30l/sec. Ook in Broekland-Noord loopt een koppelbeek. Deze loopt langs en door de school.
Koppelbeken:
De koppelbeken voeren het regenwater, wat in Broekland valt, af naar de Lage Ring. Al het water wordt oppervlakkig afgevoerd.
Retentiebekkens:
De retentiebekkens liggen in De Hoven en verzamelen het water van deze buurt. De watertoevoer naar deze bekkens is ook oppervlakkig. Als het water in de bekkens is, wordt het enige tijd vastgehouden. Daarna gaat het via een drainageriool naar de Lage Ring.
Lage Ring:
De Lage Ring voert het water van de woongebieden, het helofytenfilter en De Overlaet naar de moeraszone. De Lage Ring heeft normaal een peil van 1,80 meter +N.A.P. en kan in natte tijden oplopen tot een peil van 2,10 meter +N.A.P. Er zijn tijden dat het niet regent. Daarom wordt in de Lage Ring vanuit de Groote Wielenplas ook constant water ingepompt. De Lage Ring heeft met zijn natuurlijke begroeiing een zuiverende werking op het water.
Moeraszone:
Ook in de moeraszone wordt het water gereinigd, wat via de Lage Ring wordt aangevoerd. De reiniging gebeurt door snelheidverlaging. Het peil van het moeras is 1,75 meter +N.A.P..
Helofytenfilter:
In het helofytenfilter komt water binnen, dat niet gebiedseigen is. Dit water komt uit het gemengde rioolstelsel van De Overlaet. Dit stelsel stort bij hevige regenval over. De eerste zuivering vindt dan plaats in een bergbezinkvoorziening. Daarna stroomt het in het helofytenfilter, waar het nog enige tijd verblijft. Als de kwaliteit goed is wordt het afgevoerd naar de Lage Ring en wordt het opgenomen in het systeem van De Groote Wielen.
Het Hooghemaal:
Het Hooghemaal is een druk bereden weg. Het regenwater wat hierop valt kan niet zonder enige voorziening op het oppervlaktewater geloosd worden. Daarom wordt de first-flush van dit water eerst verpompt naar een bodempassage. En verder wordt het water dan geloosd op de Lage Ring. Het overige water gaat rechtstreeks naar de Lage Ring.
De Overlaet:
In de Overlaet liggen enkele waterlopen. Om te zorgen dat dit water goede kwaliteit krijgt en blijft, zal het systeem gekoppeld worden aan het watersysteem van De Groote Wielen. Het water wordt via een gemaal in De Watertuinen naar de Overlaet gepompt en bij of door het helofytenfilter wordt het geloosd op de Lage Ring.
Volgens de VNG brochure bedrijven en milieuzonering is een richtafstand van 30 meter tot een rustige woonwijk aanbevolen. In de omgeving van het plangebied (nieuwbouw woningen) liggen geen hinderlijke objecten. Hinder is niet aan de orde.
Het duurzaamheidsbeleid van de Gemeente 's-Hertogenbosch richt zich op drie speerpunten: energie, duurzaam waterbeheer en hout uit duurzaam beheerde bossen. In 2008 heeft de gemeente het energie en klimaatprogramma vastgesteld. De ambitie voor de bebouwde omgeving is om in 2035 klimaatneutraal te zijn. Om dit te bereiken wordt van alle partijen (gemeente, bouwers en projectontwikkelaars, bewoner en bedrijven) hun bijdrage gevraagd.
Het bestemmingsplan bevat regels die het juridisch instrumentarium geven voor het regelen van het gebruik van de gronden en opstallen én bepalingen over de toelaatbaarheid van bebouwing. Het bestemmingsplan kan worden verbeeld op papier, en gaat vergezeld van deze toelichting. De toelichting heeft geen bindende werking en maakt juridisch geen deel uit van het bestemmingsplan. Wel heeft zij een belangrijke functie bij de onderbouwing van het plan.
Zoals aangegeven wordt de Wonen – 2 gewijzigd zodat er grondgebonden woningen kunnen worden gerealiseerd op kavels die aan twee of drie zijden zijn omgeven door water. Hiervoor is functieaanduiding opgenomen in de regels. Doel is een regeling die aan de ene kant flexibiliteit biedt maar aan de andere kant genoeg rechtszekerheid geeft aan de burger. Daarnaast worden de bestemmingen Water en Verkeer gewijzigd ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan.
Door een bouwstrook op te nemen waarbinnen zowel vrijstaande woningen als twee-onder-een-kap woningen kunnen worden gerealiseerd bieden we de ontwikkelende partij de vrijheid voor een verkaveling. Voor de rechtszekerheid is op de plankaart het maximaal aantal te realiseren woningen per bouwvlak aangegeven net als de maximale bouwhoogte binnen het toegestane bouwvlak.
Het bestemmingsplan voorziet in een gewijzigde ontwikkeling waarvan de financieel-economische uitvoerbaarheid dient te worden aangetoond.
Artikel 6.12 Wro verplicht de gemeenteraad een exploitatieplan vast te stellen voor gronden waarop een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan is voorgenomen, tenzij kostenverhaal anderszins verzekerd is. In casu is deze uitzondering van toepassing. Het vaststellen van een exploitatieplan is dan ook niet nodig.
Het onderhavige plan maakt onderdeel uit van De Groote Wielen. Het betreft een gemeentelijke grondexploitatie, waarbij woningbouwkavels worden verkocht aan ontwikkelaars/corporaties danwel aan particulieren. De resultaten worden vastgelegd in een koopovereenkomst. Er is sprake van een sluitende grondexploitatie. De gronden waar bouwmogelijkheden ontstaan zijn volledig in eigendom van de gemeente. Hiermee is kostenverhaal anderszins verzekerd.
Geconcludeerd kan worden dat het bouwplan c.q. de afwijking van het bestemmingsplan economisch uitvoerbaar is.
Het plan is niet voor inspraak ter inzage gelegd. De verschillen en het ruimtelijke effect van het nieuwe plan zijn ten opzichte van het huidige plan minimaal. Gelet hierop is de verwachting dat er geen tot weinig bezwaren uit de buurt komen.
Daarom is besloten om voor dit plan geen inspraak te verlenen op grond van artikel 2 eerste lid van de inspraakverordening. Dit artikel regelt dat: “Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid."
Daarnaast ontwikkelt de woningmarkt zich in snel tempo. Voor het plan en/of plandelen hebben zich al gegadigden gemeld. Dat betreft zowel marktpartijen (zie bijgevoegd schetsplan zoals opgenomen in paragraaf 2.1) als particulieren, die graag een kavel willen kopen. Om die reden willen we vaart maken met de planvorming en bijbehorende procedure.
Het ontwerpbestemmingsplan is op 7 oktober 2015 in het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening voorgelegd aan de Provincie en het waterschap.
Provincie Noord Brabant
Provinciale Staten hebben de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid vastgelegd in de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening en de te beschermen provinciaal ruimtelijke belangen in de Verordening ruimte 2014. In het kader van het wettelijk vooroverleg hebben wij het e-formulier ingevuld.
De provincie heeft zich beperkt tot de vraag hoe het voorontwerp bestemmingsplan zich verhoudt tot de provinciale belangen, die op basis van het provinciaal ruimtelijke beleid relevant zijn. Het ingevulde formulier over de in het voorontwerp betrokken ruimtelijke aspecten geeft de provincie geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.
Waterschap Aa en Maas
Het waterschap is in het kader van de watertoets afzonderlijk benaderd. Hiervoor is de digitale watertoets doorlopen. Als gevolg van de voorgenomen wijzigingen van de bestaande plannen zal de toename van het verharde oppervlak binnen het plangebied niet meer bedragen dan 2000m2. Het plangebied valt hierdoor buiten de ruimtelijk begrensde waterbelangen.