Plan: | Hinthamerpoort-Noord 2015 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0796.0002270-1401 |
Op basis van artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening dient een bestemmingsplan elke tien jaar opnieuw te worden vastgesteld. Het vigerende bestemmingsplan 'Hinthamerpoort Noord (Barten Noord)' is door de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch op 28 juni 2005 vastgesteld. Het bestemmingsplan voor dit gebied dient opnieuw te worden vastgesteld.
Het plangebied is gelegen ten noord-oosten van de binnenstad van 's-Hertogenbosch. Het plangebied is gelegen tussen de Graafseweg, het stadspark Prins Hendrikpark/de lJzeren Vrouw, het Muntelbolwerk en de Van Grobbendoncklaan. Aan de oostzijde sluit het plangebied aan op de kruising van de Graafseweg en de Van Grobbendoncklaan, een markante kruising in de stad.
De begrenzing van het plangebied wordt bepaald door de omliggende wegen, namelijk de Van Grobbendoncklaan, de Graafseweg, het Muntelbolwerk en de Westenburgerweg.
Afbeelding 1.1 Plangrens bestemmingsplan 'Hinthamerpoort-Noord'
Het gebied van Hinthamerpoort-Noord behoorde in de middeleeuwen niet tot het gedeelte van de ommuurde stad. Toch is het gebied van belang aangezien de oude weg naar Grave (Graafseweg), die aansloot op een van de drie uitvalswegen van de stad, namelijk de Hinthamerstraat/Hinthamereinde, door dit gebied loopt. Ook de voorwerken, die tot de verdedigingswerken behoorde, lagen in dit gebied.
De oudste kaart van de stad geeft relatief weinig informatie over dit gedeelte van de stad. Het betreft hier de kaart van Jacob van Deventer, vervaardigd in circa 1542-1543. Op deze kaart zien we aan het einde van het Hinthamereinde de Hinthamerpoort. Op de plattegrond is duidelijk herkenbaar dat voor de poort een bolwerk ligt. De bouw hiervan startte in het jaar 1525 en werd voltooid in 1539. Dit soort bolwerken zijn op dat moment een noviteit en als zodanig zeer bijzonder. Ook op de kaart uit 1572 van Braun en Hogenberg is nog zeer fraai het voorwerk voor de Hinthamerpoort te herkennen.
Op de kaart van Blaeu uit 1649 is de situatie totaal veranderd; het bolwerk is vervangen door een ravelijn voorzien van een zeer groot kroonwerk.
In de 18e eeuw wordt de situatie weer gewijzigd zoals te zien is op de kaarten van Hattinga en Camps. Het kroonwerk wordt vervangen door een ingewikkeld stelsel van ravelijnen, halve manen, een enveloppe en de daarbij behorende grachten.
Op de kaart van Jacob van Deventer zien we buiten de poort de oorspronkelijke weg naar Grave (over Hintham). Langs deze weg wordt al snel bebouwing aangelegd door mensen die van het drukke verkeer langs de uitvalsweg willen profiteren. Ook worden er langs de weg vier windmolens gebouwd. In verband met de open ruimte die zij nodig hebben om voldoende wind te vangen staan deze op de stadswallen of direct buiten de stad. In dit geval liggen de molens direct buiten de muur langs de weg. Ook is te herkennen dat de weg één van de beddingen van de Aa oversteekt.
Afbeelding 2.1 Situatie 15e – 18e eeuw
De situatie van de middeleeuwse stadsmuur voorzien van de 18de eeuwse voorwerken blijft bestaan tot de invoering van de Vestingwet in 1874. Op dat moment verliest de stad haar vestingstatus. Het stadsbestuur ziet vanaf dat moment de mogelijkheid om buiten de beknellende stadsmuur de stad uit te breiden en het probleem van de volkshuisvesting op te lossen. Pas na 1917 wordt hier een begin gemaakt met de oplossing van dit probleem door de aanleg van nieuwe wijken. Als eerste worden wijken als De Muntel, De Bossche Pad en Hinthamerpoort ontwikkeld.
Afbeelding 2.2 Situatie medio 1918
De buurt Hinthamerpoort-Noord maakt deel uit van de vooroorlogse ring 1890-1940, de eerste planmatige stadsuitleg van 's-Hertogenbosch. Hinthamerpoort-Noord is oorspronkelijk gerealiseerd als tuindorp buiten de vestingwal met kleine arbeiderswoningen.
Hoewel het niet binnen de oude vestingstructuur is gesitueerd, maakt het in zekere mate toch deel uit van de binnenstad. Hinthamereinde/Graafseweg vormt vanwege de aanwezige voorzieningen een van de uitlopers van de binnenstad.
Om het laag gelegen gebied voor bewoning geschikt te maken is het terrein opgehoogd met zand afkomstig van de Ijzeren Vrouw. Al vroeg worden in dit gebied woningen gebouwd van beton.
In de periode van 1920-1925 werd het gebied volgebouwd met betonwoningen van het Isola-type. Grotendeels zijn het grondgebonden eengezinswoningen.
Vanwege de slechte (bouwtechnische en woon-)kwaliteit van de huurwoningen, is begin jaren 2000 besloten over te gaan tot sloop van 225 woningen. Woningstichting BrabantWonen, de gemeente 's-Hertogenbosch en Rein Geurtsen & Partners, bureau voor Stadsontwerp, hebben in 2002 een stedenbouwkundig plan ontwikkeld ("Bartjes - Noord, Voorlopig ontwerp stedebouwkundig plan" d.d. september 2002). Doelstelling van dit project was "sloop en gedifferentieerde herbouw van het woningbestand, waardoor een aantrekkelijke woonbuurt en woonklimaat ontstaan met een goed toekomstperspectief."
Alle 225 huurwoningen werden gesloopt. Uitgegaan werd van de realisatie van circa 320 nieuwe woningen.
In de nieuwbouw dienden ruim 150 sociale huurwoningen te worden gerealiseerd. Hiervan diende een aantal te worden bestemd voor de doelgroep senioren en starters. Een deel van de bestaande bebouwing werd ingepast; onder meer Brede Bossche School de Graaf. Bebouwing op de hoek Muntelbolwerk – Graafseweg werd in eerste instantie behouden, en heeft in een latere fase alsnog plaats gemaakt voor sloop-nieuwbouw in aansluiting op de herontwikkeling van het totaal.
Afbeelding 2.3 Stedenbouwkundig plan 'Hinthamerpoort' 2005
Algemene planopzet
Door het ontwerpbureau "ArchitectenWerkgroep" uit Tilburg is op basis van de randvoorwaarden en het programma een definitief stedenbouwkundig plan opgesteld, ondersteund door M.T.D. Landschapsarchitecten voor wat betreft de inrichting van het openbaar gebied ("Stedenbouwkundig plan Hinthamerpoort" d.d. juli 2003). Vertrekpunt hierbij was het stedenbouwkundig concept d.d. september 2002.
Afbeelding 2.4 Plan gestapelde woningen 'Hinthamerpoort' 2005
Binnen het gebied, omsloten door de Graafseweg, Muntelbolwerk en Westenburgerweg, zijn vier nieuwe bouwblokken (bouwblok A, B, C en D) gesitueerd. Deze bouwblokken hebben een alzijdige oriëntatie. Twee blokken maken gebruik van te handhaven bebouwing aan de Graafseweg (blok D) en het Muntelbolwerk (blok A). De bouwblokken hebben een oriëntatie op de randen en de twee ruimtelijk-functionele noord-zuid routes door het gebied: de Van Hoftenstraat en Von Hobestraat. Deze routes verbinden Barten-Zuid met de stedelijke ruimte van het Prins Hendrikpark/Ijzeren Vrouw. Aan deze twee routes zijn de twee in het gebied gelegen pleinen gesitueerd. Via het achter de school gelegen plein worden bovendien de twee routes onderling gekoppeld
Er is een combinatie gemaakt van grondgebonden eengezinswoningen en gestapelde woningen.
Binnengebied
Er is gekozen om de grondgebonden woningen te situeren rondom de in het plan opgenomen pleinen. Hierdoor ontstaat een besloten woonmilieu. Het besloten karakter wordt versterkt door de bij de woning behorende stoepen. Met deze stoepen wordt de overgang tussen openbaar en privé geleidelijk vormgegeven. De bebouwing bestaat uit drie bouwlagen.
Randen
Aan de openbare, meer aan de stad toebehorende randen, zijn de woningen gestapeld. Het woonmilieu is hier stedelijker. Deze randen worden gevormd door de Westenburgerweg, de Graafseweg en Muntelbolwerk. Bovengenoemde randen vormen een belangrijke identiteitsdrager.
Westenburgerweg
Gezien de aanwezige maat en schaal van de Westenburgerweg, gelegen aan de stedelijke ruimte van het Prins Hendrikpark/de Ijzeren Vrouw is gekozen voor een bouwhoogte van vijf bouwlagen. Ook de wanden aan de Von Hobestraat zijn vijf bouwlagen hoog.
Hinthamerpoort-Noord is via de ruimte aan de Westenburgerweg verbonden met het Prins Hendrikpark. Het profiel van deze ruimte is asymmetrisch. Het park met een stevige bomenrij als begrenzing van het park versus de bebouwingswand van Hinthamerpoort-Noord. De bebouwingswand is gekromd, de afstand tussen de bomen en bebouwing wordt naar het oosten toe groter en smelt samen met de stedelijke ruimte van de route Von Hobestraat.
De Westenburgerweg wordt beëindigd door het naar voren geplaatste hoogte accent van acht bouwlagen op de hoek Graafseweg-Van Grobbendoncklaan. De bredere basis van de hoek is drie bouwlagen hoog. De hoek vormt een accent op de kruising van de Van Grobbendoncklaan/Lagelandstraat (stedelijke tangent) met de Graafseweg (historische radiaal). Door deze grotere hoogte is een nieuwe betekenis van deze plek in de stad vormgegeven. Het hoogteaccent vormt tevens een overgang tussen de bebouwing aan de Graafseweg en de Westenburgerweg.
Graafseweg
De Graafseweg maakt deel uit van de in de Ruimtelijke Structuurvisie genoemde (historische)verbindingsas. Langs deze as is functiemenging mogelijk in de plint. In de plint kunnen woningen en andere functies, al dan niet in combinatie met elkaar (woon-werkwoningen) voorkomen. Gezien het brede profiel van de Graafseweg is hier bij de nieuwbouw gekozen voor een bouwhoogte van vier lagen. De Brede Bossche School de Graaf en belendende bebouwing zijn drie bouwlagen hoog.
Het aangrenzende bouwblok (blok D) wordt gevormd door eerder aanwezige bebouwing aan de Graafseweg en nieuwbouw appartementen. Dit geheel is drie bouwlagen hoog.
Graafseweg-Muntelbolwerk
In een latere fase is een bouwblok ontwikkeld op de hoek Graafseweg-Muntelbolwerk. Dit grote bouwblok vormt een stedelijk woonmilieu van grondgebonden en gestapelde woningen rondom, en deels binnen, een gezamenlijke binnentuin. Het blok is drie bouwlagen hoog, en heeft een verhoogde plint. De wand aan de Graafseweg en de hoek Muntelbolwerk-Van Boelenstraat hebben een extra bouwlaag.
Muntelbolwerk
Het bovengenoemde bouwblok heeft aan de zijde van het Muntelbolwerk een bijzondere uitwerking met grondgebonden woningen. De woningen zijn toegankelijk met een trap aan de straatzijde.
Op de locatie E is door middel van een kleinschalige invulling de stedenbouwkundige structuur gecompleteerd. De bebouwingswand aan het Muntelbolwerk (drie en vier lagen met kap) is onderdeel gemaakt van een nieuw bouwblok (E/A) met grondgebonden woningen in drie bouwlagen, en appartementen in vijf bouwlagen aan de Westenburgerweg.
Verkeer en parkeren
In het stedenbouwkundig plan is uitgegaan van een autovrije openbare ruimte binnen het plangebied. De auto wordt alleen maar toegelaten aan de randen van het plangebied. De Van Boelenstraat en de Willem Hubertstraat vormen hierop een uitzondering.
Het bewonersparkeren is zo veel als mogelijk binnen de bouwblokken gesitueerd. De toegangen van deze parkeervoorziening zijn voor bouwblok A en C gesitueerd aan de Westenburgerweg. De toegang voor bouwblok B is gelegen aan de Van Hoftenstraat. De toegang naar het parkeren voor het bouwblok Graafseweg-Muntelbolwerk bevindt zich aan het Muntelbolwerk. Bij dit laatste bouwblok en blok C wordt geparkeerd in een garage. Het parkeren voor bouwblok D vindt plaats in de Willem Hubertstraat. Het bezoekersparkeren is langs de voor auto's toegankelijke wegen gesitueerd.
Aan de wegen rondom het plangebied bevinden zich concentraties van parkeerplaatsen, als voorziening voor zowel bezoekers als bewoners.
Fietsroutes zijn voorzien langs de Graafseweg en de Westenburgerweg.
Openbare ruimte
Hinthamerpoort-Noord heeft een stedelijk karakter. Er is compact gebouwd en de openbare groenvoorzieningen in de buurt zijn beperkt. Dit wordt echter ruimschoots gecompenseerd door de ligging direct aan het Prins Hendrikpark.
De openbare ruimte is ontworpen als één vlak. De functionele verschillen: parkeren, rijbaan, speelplein en groenvoorziening zijn als sneden in dat vlak opgenomen. Op een aantal belangrijke plekken zijn nieuwe bomen geplant.
De overgang tussen de woningen en het openbaar gebied is vormgegeven door aan de woningen toebehorende stoepen. Het plein achter de school, iets verdiept ten opzichte van het maaiveld, is ingericht voor spel.
Hinthamerpoort-Noord is in eerste instantie een woonbuurt. De woningvoorraad bestaat uit grondgebonden woningen en gestapelde woningen. Aan de Graafseweg is een aantal publiekgerichte- en maatschappelijke functies aanwezig. In de binnenterreinen van de woonbestemmingen zijn bovengrondse en ondergrondse parkeervoorzieningen aanwezig.
De Brede Bossche School de Graaf bevindt zich aan de Graafseweg. De BBS vormt een prominente maatschappelijke functie in de wijk. Het spelen vindt plaats aan de Von Rheinhabenstraat.
Er zijn detailhandels- en horecavestigingen aanwezig aan de Graafseweg en Muntelbolwerk. Op de hoek Westenburgerweg-Graafseweg is een grote tandartspraktijk gevestigd, en op de hoek Graafseweg-Muntelbolwerk een dierenartspraktijk.
Landschappelijke informatie
Het bestemmingsplangebied ligt geo(morfo)logisch gezien in een dekzandvlakte (zie afbeelding 2.5). Deze dekzandvlakte is gevormd in de laatste ijstijd toen er vrijwel geen vegetatie aanwezig was en het zand uit de riviervlaktes kon worden weggeblazen. Op deze manier ontstond er in grote delen van Noord-Brabant een dekzandlandschap bestaande uit ruggen, welvingen en vlaktes. Op basis van de geologische ondergrond mogen we er echter van uit gaan dat er oorspronkelijk sprake was van relatief lage, drassige gronden die in gebruik waren als weiland. Het plangebied stond ook onder invloed van de rivier de Aa en zal bij hoge waterstanden dus ook regelmatig onder water hebben gestaan. Door de ligging in de directe nabijheid van de vestingwerken van de stad moest het gebied ook vrij van (stenen) bebouwing blijven. Bij een eventueel beleg moest men immers een vrij schootsveld hebben.
Afbeelding 2.5. Uitsnede van de landschapskaart van de gemeente 's-Hertogenbosch met in zwart de globale grens van het bestemmingsplangebied. 1. Dekzandvlakte (voor legenda overige elementen zie figuur 2).
Bewoningsgeschiedenis
De bewoningsgeschiedenis van het plangebied is relatief kort. Omdat het gebied van oorsprong relatief laag lag, is het nooit een aantrekkelijke plaats voor permanente bewoning geweest. De meest aantrekkelijke plaatsen waren vooral de hogere en drogere zandkoppen waarop aan het einde van de 12e eeuw de stad 's-Hertogenbosch werd gesticht. Rond 1500 werd de stad uitgebreid met het gebied: het Hinthamereinde. Deze uitbreiding wordt daarom ook wel aangeduid als de Hinthameruitleg. De bestaande stadsmuur werd verlegd zodat ook de uitbreiding binnen de stadmuren viel. In het noordelijk deel van deze uitleg werd een nieuwe poort aangelegd: de Hinthamerpoort. Om de toegang tot deze poort extra te beschermen werd tussen 1525 en 1539 voor de poort een bolwerk aangelegd. Dit ronde bolwerk, ook wel barbacane genoemd, lag als een eiland in de gracht en was door middel van bruggen met de poort en de Hinthamersteenweg verbonden. Op de stadsplattegrond van 's-Hertogenbosch van Jacob van Deventer uit het tweede kwart van de 16e eeuw is deze situatie goed zichtbaar (afbeelding 2.6). Het bestemmingsplangebied ligt direct ten oosten van de Hinthameruitleg en volgens de kaart van Van Deventer zijn in deze zone geen huizen aanwezig. Langs de Hinthamersteenweg is wel een aantal windmolens ingetekend (afbeelding 2.6). Wat op dit kaartbeeld ook goed duidelijk wordt, is dat de weg richting Hintham (Hinthamersteenweg) niet op de plaats van de huidige Graafseweg lag, maar meer naar het noorden.
Afbeelding 2.6 Uitsnede van de kaart van Jacob van Deventer ter hoogte van het plangebied (blauwe lijn).
Tijdens het Twaalfjarig Bestand (1609-1621) werden de vestingwerken verder gemoderniseerd. Rond 1618 werden aan de Hinthameruitleg twee bastions toegevoegd: bastion Hintham en bastion Muntel. Door het toevoegen van deze twee bastions veranderde het uiterlijk van de Hinthameruitleg drastisch. De bastions werden uitgegraven binnen de grenzen van de 16e eeuwse stadsmuur en ten koste van de toen aanwezige huizen. De noordoostflank van de stad kwam hierdoor een stuk terug te liggen ten opzichte van de 16e eeuwse situatie. Blijkbaar werd de oorspronkelijke stadsmuur nog deels gehandhaafd want deze is op latere kaarten nog zichtbaar. Met de aanleg van de bastions werd de barbacane afgebroken. Door alle aanpassingen kwam de oude Hinthamerpoort te vervallen en kwam deze meer naar het zuiden te liggen (in de straat Hinthamereinde ter hoogte van de watertoren). Voor de stadspoort bevond zich een ravelijn dat werd beveiligd door een groot hoornwerk aan de voorzijde (afbeelding 2.7). De aanleg van de huidige Graafseweg dateert ook uit deze periode.
Afbeelding 2.7 Uitsnede van de historische kaart van Blaeu (1649). Duidelijk zichtbaar is het hoornwerk met het ravelijn dat op de plaats van de barbacane is gekomen. In zwart de globale grens van het plangebied.
In 1629 werd de stad 's-Hertogenbosch belegerd door de Staatse troepen van Frederik Hendrik. De stadhouder legde rondom de stad twee ringen van gesloten linies aan bestaande uit aarden wallen, greppels en forten. De binnenste ring (contravallatielinie) had als doel om de stad vanachter een veilige dekking te kunnen beschieten en met loopgraven (approches) te naderen. De buitenste ring (circumvallatielinie) was vooral bedoeld om een eventueel ontzettingsleger te kunnen afweren. Door het afdammen van waterlopen richting de stad en door het gebruik van watermolens kon Frederik Hendrik het gebied rond de stad droogleggen en zo makkelijker een aanval doen op de stadsmuren. In het noordoostelijke deel van het bestemmingsplangebied zijn op de kaarten van het beleg nog heel goed de loopgraven zichtbaar waarmee het bezettingsleger probeerde om het hoornwerk te benaderen om zo een bres in de stadsmuur te slaan. De poging om de stad langs deze kant in te nemen mislukte maar een vergelijkbare actie ter plaatse van de Vughterpoort had wel succes. Op 14 september 1629, na een beleg van slechts 5 maanden, capituleerde de stad 's-Hertogenbosch en kwam het onder het bewind van de Republiek.
Aan het begin van de 18e eeuw vond, ten behoeve van de gehele landsverdediging, opnieuw een modernisatie van de vestingwerken rond de stad plaats. Naar een eerder ontwerp van Menno van Coehoorn werd een nieuw stelsel van verdedigingswerken rondom de stad aangebracht. Hiervoor werd ter plaatse van het plangebied het bestaande hoornwerk gesloopt en vervangen door een uitgebreid stelsel van voorwerken. Deze combinatie van ravelijnen en halve manen werd rond 1772 nog iets aangepast door het toevoegen van twee extra ravelijnen (afbeelding 2.8). Dit ontwerp bleef bestaan tot het einde van de 19e eeuw toen het door de Vestingwet mogelijk werd om vestingwerken af te breken en de stad buiten de vestingmuren uit te breiden. De eerste woningbouw in het plangebied dateert uit de jaren 20 van de 20e eeuw maar in de loop van de tijd zijn er verschillende nieuwbouwontwikkelingen geweest.
Afbeelding 2.8 Uitsnede van de historische kaart van Van der Mijl (1776). Duidelijk zichtbaar zijn de halve manen en ravelijnen. Van het
voormalige hoornwerk is niets meer terug te vinden in deze uitvoering. In zwart de globale grens van het plangebied.
Archeologische verwachting
In 2002 is een archeologische verwachtingskaart opgesteld voor de middeleeuwse stadskern en de daarbij behorende verdedigingswerken. Voor deze kaart is gebruik gemaakt van historische kaarten, archeologische opgravingen en waarnemingen, bouwhistorisch onderzoek en beschikbare bodemkundige en geo(morfo)logische gegevens. Voor het deel van het plangebied dat binnen de verwachtingskaart van de binnenstad ligt, geldt een hoge verwachting voor het aantreffen van verdedigingswerken. In 2008 is voor het grondgebied van de gemeente buiten de stadskern een verwachtingskaart opgesteld. Het grootste deel van het plangebied ligt binnen deze verwachtingskaart. De natuurlijke ondergrond binnen het plangebied heeft op deze verwachtingskaart een lage verwachting omdat het gebied van oorsprong laag en drassig is geweest. Een uitzondering vormen de locaties waar volgens historische kaarten uit de 16de eeuw molens hebben gestaan. Deze locaties zijn met rode stippen aangegeven (afbeelding 2.9). Op deze kaart zijn ook de verdedigingslinies van Frederik Hendrik uit 1629 overgenomen. Met name in het plangebied zijn hierop de loopgraven richting het toenmalige hoornwerk duidelijk zichtbaar. Omdat de exacte locaties van de linies niet nauwkeurig bekend zijn, is een buffer van 50 meter gehanteerd waarbinnen de overblijfselen van de linies verwacht kunnen worden.
Afbeelding 2.9 De archeologische verwachtingskaart van de gemeente 's-Hertogenbosch met in zwart de globale grens van het bestemmingsplangebied. 1. Zone met een hoge verwachting voor vestingwerken vóór 1629 (hoornwerk), 2. Zone met een hoge verwachting voor Stelling van 1629, 3. Zone met een hoge verwachting voor vestingwerken na 1629, 4. Zone met een lage archeologische verwachting, 5. Locaties van molens volgens historische kaart van Jacob van Deventer.
Door de aanpassingen aan de verdedigingswerken is in de loop van de eeuwen veel grondverzet gepleegd en is veel muurwerk geheel of gedeeltelijk gesloopt. In de diepere ondergrond zijn echter nog steeds resten van de verdedigingswerken bewaard gebleven. Resten hiervan zijn teruggevonden tijdens verschillende archeologische onderzoeken in het plangebied en net daar buiten (zie afbeelding 2.10). Op basis van deze onderzoeken kan ook redelijk nauwkeurig worden bepaald tot welke diepten nog archeologische resten te verwachten zijn.
Afbeelding 2.10 Ligging van archeologische onderzoeken in (de nabijheid van) het plangebied.
Algemeen archeologiebeleid gemeente 's-Hertogenbosch
De archeologische verwachtingskaart uit 2008 vormt de basis voor het archeologiebeleid van de gemeente. Dit beleid is in juni 2010 vastgesteld. Ten behoeve van het beleid zijn voor archeologische waarden en archeologische verwachtingsgebieden binnen de gemeentegrenzen specifieke eisen of voorwaarden opgesteld en verwerkt tot een archeologische beleidskaart (afbeelding 2.11 en tabel 1). De zones met een archeologische verwachting zijn op de beleidskaart vertaald in zones die kunnen worden opgenomen in ruimtelijke plannen zoals bestemmingsplannen of structuurvisies. Door het opnemen van deze zones in bestemmingsplannen kan al in een vroege fase van planvorming rekening worden gehouden met archeologische waarden. Om te voorkomen dat ook voor kleine ingrepen al kostbaar archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd, zijn in het beleid verschillende vrijstellingsgrenzen opgenomen.
Archeologiebeleid bestemmingsplan Hinthamerpoort-Noord
In de archeologische beleidsnota van de gemeente is aangegeven, dat bij het opstellen van elk bestemmingsplan zal worden bekeken in hoeverre de zones met een hoge en middelhoge verwachting nader kunnen worden uitgewerkt door het uitvoeren van aanvullend archeologisch onderzoek. Ten behoeve van het bestemmingsplan Hinthamerpoort-Noord is ook bekeken in hoeverre de bestaande verwachting nader is te specificeren. In het gebied zijn in het verleden verschillende archeologische onderzoeken uitgevoerd (zie afbeelding 2.11). Hierdoor is voor grote delen vrij nauwkeurig bekend waar nog resten te verwachten zijn en op welke diepte. In de westkant liggen de vestingwerken uit de verschillende fasen op en over elkaar heen. Op de beleidskaarten zijn aan de verschillende fasen ook verschillende regimes gekoppeld maar voor dit bestemmingsplan is er voor gekozen dit beeld iets te vereenvoudigen. De vestingwerken die onderdeel uitmaken van de stad (categorie 4F) zijn samengenomen met de vestingwerken van categorie 4B (afbeelding 2.11).
Op basis van archeologisch onderzoek is gebleken dat op sommige plaatsen het muurwerk van de vestingwerken aanwezig is op circa 1,0 m beneden het maaiveld (circa 4,6 m +NAP). Grachten zijn ook nog aanwezig maar deze liggen veel dieper.
Voor de resten van de Stelling van 1629 geldt dat zij grotendeels onder en op het toenmalige maaiveld zijn aangelegd. Vermoedelijk lag het toenmalige maaiveld rond 2,5 m +NAP. Aangezien het huidige maaiveld rond 5,5 m +NAP ligt betekent dit dat er circa 3 meter ophoging aanwezig is ter plaatse van de resten van de Stelling van 1629.
In afbeelding 2.11 en tabel 1 zijn de specifieke zones en regimes aangegeven.
Afbeelding 2.11 Uitsnede van de archeologische beleidskaart van de gemeente 's-Hertogenbosch met in zwart de globale grens van het plangebied. Voor legenda zie tabel 1.
Tabel 1. Legenda van de archeologische beleidskaart van de gemeente 's-Hertogenbosch ten behoeve van het bestemmingsplangebied.
Overige cultuurhistorische aspecten
In het plangebied zijn geen gebouwde monumenten of waardevolle historisch-geografische waarden aanwezig.
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
Op 13 maart 2012 heeft de minister van Infrastructuur en Milieu het vaststellingsbesluit zoals bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) ondertekend. Met de Structuurvisie brengt het Rijk de ruimtelijke ordening zo dicht mogelijk bij burgers en bedrijven, laat het meer over aan gemeenten en provincies en komen de burgers en bedrijven centraal te staan. Het Rijk kiest voor een selectieve inzet van rijksbeleid op dertien nationale belangen. Buiten deze dertien belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid:
De actualisatie van het bestemmingsplan voor 'Hinthamerpoort-Noord 2015' heeft geen ontwikkelingen tot
gevolg.
Besluit Algemene Regels Ruimtelijke Ordening
Op 30 december 2011 is het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening in werking (Barro) getreden. Voor de nationale belangen die kaderstellend zijn voor besluiten van gemeenten zijn in het besluit regels opgenomen die direct het bestemmingsplan en gelijk te stellen besluiten betreffen.
Het Barro stelt geen extra eisen aan het bestemmingsplan 'Hinthamerpoort-Noord 2015'.
Structuurvisie Ruimtelijke Ordening
Op 1 januari 2011 trad de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening in werking. Hierin geeft provincie Noord-Brabant de hoofdlijnen aan van het provinciaal ruimtelijk beleid tot 2025 (met een doorkijk naar 2040). De visie is bindend voor het ruimtelijk handelen van de provincie. Het is de basis voor de wijze waarop de provincie de instrumenten inzet die de Wet ruimtelijke ordening haar biedt. De visie ondersteunt daarnaast het beleid op andere provinciale beleidsterreinen, zoals het economisch, mobiliteits-, sociaal, cultureel, milieu- en natuurbeleid. Met deze structuurvisie geeft de provincie ook gestalte aan nationale ruimtelijke belangen en doelen.
Deel A bevat de hoofdlijnen van het beleid. Op basis van trends en ontwikkelingen heeft de provincie haar ruimtelijke belangen gedefinieerd en ruimtelijke keuzes gemaakt. De ruimtelijke visie is uitgewerkt in dertien provinciale ruimtelijke belangen, zoals de concentratie van verstedelijking. De wijze waarop de provincie deze ruimtelijke belangen behartigt is uitgewerkt in vier manieren van sturen:
Op de structurenkaart is het gebied Hinthamerpoort-Noord aangeduid als 'stedelijk concentratiegebied'.
Binnen de stedelijke concentratiegebieden en de daarbij behorende zoekgebieden voor verstedelijking liggen
mogelijkheden voor verdere verstedelijking. Er zijn geen (nieuwe) ontwikkelingen binnen het plangebied.
Verordening Ruimte
De Verordening Ruimte Noord-Brabant is één van de uitvoeringsinstrumenten voor de provincie om haar doelen te realiseren. Provinciale Staten van de provincie Noord-Brabant hebben op 7 februari en 14 maart 2014 de Verordening Ruimte 2014 vastgesteld.
De Verordening Ruimte duidt het plangebied onder meer aan als stedelijk concentratiegebied. Er zijn geen (nieuwe) ontwikkelingen binnen het gebied Hinthamerpoort-Noord.
Ruimtelijke StructuurVisie 's-Hertogenbosch 2003 'Stad tussen stromen'
In 2003 stelde de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch de Ruimtelijke StructuurVisie (RSV) 's-Hertogenbosch 2003 'Stad tussen stromen' vast. De RSV is een basisdocument waarin de ontwikkelingen in en om de stad in een ruimtelijk en functioneel kader worden geplaatst. De structuurvisie is in 2013 geactualiseerd.
Hinthamerpoort valt onder centrumstedelijke uitstralingsgebieden. Onder centrumstedelijke uitstralingsgebieden worden gebieden verstaan die in de directe invloedssfeer van het centrum liggen, maar niet direct een centrumklimaat kennen.
Nota Wonen 2012
Op 11 september 2012 heeft de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch de Nota Wonen 2012 vastgesteld. Conform deze nota streeft de gemeente naar een evenwichtige woningmarkt met voldoende, goede, betaalbare en passende woningen, nu en in de toekomst, en naar sterke en leefbare buurten waar mensen zich thuis voelen. In het licht van de economische omstandigheden ten tijde van de vaststelling en de verwachte groei van het inwonertal is de ambitie geformuleerd om de positie van 's-Hertogenbosch als één van de aantrekkelijkste woonsteden te behouden. Tot 2030 moeten nog zo'n 9.800 woningen worden toegevoegd.
De problemen op de woningmarkt ten tijde van de vaststelling van de nota kunnen alleen gezamenlijk worden aangepakt, samen met bouwbedrijven, woningcorporaties, maatschappelijke organisaties en met inwoners en bedrijven uit de stad: het belangrijkste uitgangspunt van de Nota. In de nota zijn vier speerpunten geformuleerd: voldoende woningen bouwen, inzetten op betaalbaar wonen én op passend wonen en het maken van sterke en leefbare buurten. De vier speerpunten zijn vertaald in een aantal concrete doelen, waaronder:
Bestemmingsplan Hinthamerpoort-Noord 2015 maakt geen nieuwe woningen mogelijk. Bestaande woningen
worden positief bestemd.
Nota detailhandel 's-Hertogenbosch 2011
Op 11 oktober 2011 heeft de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch de Nota detailhandel 's-Hertogenbosch 2011 vastgesteld. In deze nota blijven de uitgangspunten van het detailhandelsbeleid dat door de gemeenteraad op 14 februari 2006 werd vastgesteld, hetzelfde. Dit beleid is restrictief ten aanzien van perifere, grootschalige detailhandelsvestigingen om overaanbod te voorkomen en om het goed functioneren van de binnenstad te waarborgen maar het is ook restrictief in het verlenen van medewerking aan (grootschalige) uitbreiding van winkelcentra ter bescherming van de fijnmazige winkelstructuur.
De uitgangspunten van het detailhandelsbeleid zijn de volgende:
Deze indeling volgt de lijnen van het drieslagmodel, gebaseerd op koopgedrag en koopmotief van de consument: recreatief winkelen (binnenstad), doelgericht winkelen (periferie), boodschappen doen (woonwijken).
In dit bestemmingsplan zijn aanduidingen voor detailhandel opgenomen. Alleen op de bestaande plekken wordt detailhandel toegestaan. Verdere uitbreiding wordt hiermee niet toegestaan.
Beleidsplan Horeca
In het Beleidsplan Horeca geeft de gemeente 's-Hertogenbosch aan dat de mogelijkheden voor uitbreiding van het horeca-aanbod in de wijken buiten de binnenstad beperkt zijn. De bestaande horecabedrijven moeten in staat worden geacht aan de potentiële vraag te kunnen voldoen.
In dit bestemmingsplan zijn aanduidingen voor horeca opgenomen. Alleen de bestaande horeca mogelijkheden worden positief bestemd.
Koersnota Hoofdinfrastructuur 's-Hertogenbosch
In het verlengde van de nota 's-Hertogenbosch Bereikbaar uit maart 2000 sprak de gemeenteraad zich op 21 mei 2008 uit over ambities en wensen ter bevordering van de bereikbaarheid van stad, wijken en regio. Op 13 mei 2009 stelde de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch het uitwerkingsplan Koersnota Hoofdinfrastructuur 's-Hertogenbosch vast, met daarin een analyse van en oplossingsrichtingen voor bestaande en toekomstige knelpunten. De ambitie van de Koersnota Hoofdinfrastructuur is om het autogebruik terug te dringen ten gunste van het openbaar vervoer en de fiets. Het doel is om het aandeel van de auto in de verplaatsingen terug te brengen van 70% naar 60%, ten gunste van het aandeel van het openbaar vervoer en de fiets die tot 2015 toenemen van 7% naar 10% respectievelijk van 23% naar 30%. De insteek van de Koersnota Hoofdinfrastructuur is als volgt:
De Koersnota Hoofdinfrastructuur is inmiddels uitgewerkt in:
Naast bovenstaande uitwerkingsplannen wordt gewerkt aan een uitwerkingsplan op het gebied van parkeren en transferia. Daarnaast worden twee gebiedsgerichte studies uitgewerkt: de oost-westverbinding ('s-Hertogenbosch-Rosmalen) en de binnenstad.
De Koersnota Hoofdinfrastructuur wijst de hoofdstructuren voor auto, OV en fiets aan: assen die in verkeerskundig opzicht het geraamte van de stad vormen. Het gaat om doorstroomassen voor gemotoriseerd verkeer, doorstroomassen voor openbaar vervoer en sternetroutes en hoofdfietsroutes voor fietsverkeer. Naast de doorstroomassen voor het gemotoriseerd verkeer is in de gemeentelijke wegencategorisering een aantal andere wegen aangewezen die ook een gebiedsontsluitende functie hebben. Alle overige wegen zijn verblijfsgebieden; de gemeente probeert die verblijfsgebieden verkeersluw te houden.
Lekker fietsen!
Tijdens de behandeling van de Koersnota Hoofdinfrastructuur in de gemeenteraad op 21 mei 2008 werd, vanwege het hoofddoel om het aantal autoritten met 10% te laten afnemen, voor het fietsverkeer een doel toegevoegd: het aandeel intern fietsverkeer moet tot 2015 groeien van 33% naar 44% en dat van het extern fietsverkeer van 7% naar 9%. De nota Lekker fietsen! is een uitwerking van het fietsbeleid in de Koersnota Hoofdinfrastructuur. In haar fietsbeleid zet de gemeenteraad in op vier pijlers:
Het hoofdfietsnetwerk bestaat uit sternetroutes en overige hoofdfietsroutes. De sternetroutes kennen een intensiteit van meer dan 2.000 fietsers per etmaal en zijn in het hoofdfietsnetwerk de belangrijkste routes. Naast het utilitaire fietsverkeer richt het gemeentelijk fietsbeleid zich ook op het recreatieve fietsverkeer.
Tussen 2009 en 2011 zijn de fietsroutes aangelegd in Hinthamerpoort. Er is een sternroute aangelegd aan de Graafseweg. Ook is er een hoofdfietsroute aangelegd op de kruising van de Van Grobbendoncklaan/Lagelandstraat en Graafseweg.
Nota Parkeernormen
Op 9 december 2003 stelde de raad van 's-Hertogenbosch de nota 'Parkeernormen, inclusief een methode voor het berekenen van het aantal parkeerplaatsen met behulp van de parkeerbalans' vast. Het doel van deze rapportage is het ontwikkelen van eenduidige parkeernormen die in de hele gemeente kunnen worden toegepast, waarbij evenwicht wordt gezocht tussen de vraag naar parkeerplaatsen en de kwaliteit van de openbare ruimte. Dit evenwicht kan worden berekend met behulp van de parkeerbalans.
Bestemmingsplan Hinthamerpoort-Noord 2015 schrijft in het algemeen voor dat op eigen terrein in voldoende mate parkeervoorzieningen moeten worden gerealiseerd en gehandhaafd. Als het aantal parkeerplaatsen wordt gerealiseerd (en gehandhaafd) dat de Nota Parkeernormen (of haar opvolger) voorschrijft, dan wordt hieraan voldaan.
Bomenbeleidsplan
Op 26 januari 2010 stelde de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch het Bomenbeleidsplan vast. Met het Bomenbeleidsplan wil de gemeente haar eigen bomenbestand en dat van derden duurzaam ontwikkelen. In het Bomenbeleidsplan is een belangrijke rol weggelegd voor structurerend groen: waardevol groen dat op stadsniveau functioneert. Gemeente 's-Hertogenbosch wil deze structuren behouden, ontwikkelen en nieuw aanleggen. Het functioneel groen is het groen van de wijken, kantorenparken en bedrijventerreinen. Dit groen is in elke wijk weer anders van opzet. Gemeente 's-Hertogenbosch ziet die differentiatie als een pluspunt en speelt per plek in op de aanwezige kwaliteiten.
Gemeente 's-Hertogenbosch streeft naar een evenwichtige leeftijdsopbouw in haar bomenbestand waarbij kwaliteit belangrijker is dan kwantiteit. Ze onderscheidt bomen in drie categorieën:
Ten behoeve van het bomenbelang worden bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen een bomeninventarisatie en een bomendeskundige ingezet. De bomeninventarisatie brengt aan het begin van een planproces de bomen in beeld en leidt tot afspraken hierover.
In de structurenkaart 2009 van het Bomenbeleidsplan worden de bomen aan de Graafseweg en Westerburgerweg gezien als waardevolle boomstructuur.
Nota Spelen
De Nota Spelen is door de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch vastgesteld in januari 2004. De nota biedt het beleidskader voor buitenspelen in de gemeente 's-Hertogenbosch op de daarvoor formeel bestemde plekken in de openbare ruimte. Per wijk is/wordt hiervoor een wijkspeelplan opgesteld dat inzicht geeft in de verschillende speelplekken die in een wijk voor de verschillende leeftijdsgroepen gerealiseerd moeten worden. Daarbij wordt onder andere rekening gehouden met de bevolkingssamenstelling naar leeftijd en met de reeds aanwezige speelplekken in de wijk.
Voor wat betreft de speelplekken wordt onderscheid gemaakt in verschillende leeftijdscategorieën, aangezien elke categorie haar eigen behoeften en beperkingen heeft. Er wordt rekening gehouden met jonge kinderen van 0-6 jaar (spelen tot 100 meter van de eigen woning), met schoolkinderen van 6-12 jaar (spelen tot 400 meter van de eigen woning) en jongeren van 12-18 jaar (spelen tot circa 1000 meter van de eigen woning). Bij de uitgevoerde inventarisatie is een speelplek ingedeeld in één van de bovengenoemde leeftijdscategorieën, indien zich daar een speeltoestel bevindt dat geschikt is voor de overeenkomende leeftijdscategorie. Iedere speelplek is vervolgens voorzien van een cirkel, behorende bij de leeftijdscategorie, zodat een duidelijk beeld ontstaat van de spreiding van de speelplekken in de wijk.
In het bestemmingsplan Hinthamerpoort-Noord 2015 is het beleid uit de Nota Spelen en het bijbehorende
wijkspeelplan Graafsepoort direct vertaald. De plaatsen waar bestaande speelplekken zich bevinden zijn
zodanig bestemd, dat de bestaande speelplekken (indien gewenst) gehandhaafd kunnen worden.
Welstandsnota
Op 17 mei 2011 stelde de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch de Actualisering Welstandsnota 2011 vast. Hinthamerpoort-Noord behoort tot het welstandsgebied De Muntel, Graafsewijk, De Vliert en Hintham. De bebouwing in het begin van de twintigste eeuw heeft een historisch karakter. Het grootste deel van de bebouwing in de wijk Hinthamerpoort behoort tot het bouwtype '(gesloten) historische (woon)bebouwing'. Deze bebouwing kenmerkt zich vooral dor de gesloten straatgevel en de relatief kleine, verticaal gerichte gevelopeningen, waardor een vlakke gevelwand ontstaat. Entreepartijen, balkons, verspringen in de gevel e.d. vallen hierdoor extra op en voegen zich naar het verticale karakter van de gevel.
De algemene welstandscriteria gelden als beoordelingskader. Op het plangebied is een algemeen welstandsniveau van toepassing. Het beleid hierbij is gericht op handhaving van de basiskwaliteiten van de wijk.
Prostitutiebeleid
In hoofdstuk 3 van de APV is het gemeentelijk prostitutiebeleid verwoord, voor zover dat in het kader van de algemene plaatselijke verordening van toepassing is.
De vestiging van een seksinrichting is in het woongebied van Hinthamerpoort-Noord niet wenselijk. In de regels van het bestemmingsplan Hinthamerpoort-Noord 2015 is de vestiging van een seksinrichting daarom uitgesloten.
Het bestemmingsplan 'Hinthamerpoort-Noord 2015' betreft voornamelijk een beheersplan dat voorziet in de planologische en juridische vastlegging van de situatie, zoals deze nu grotendeels feitelijk bestaat (qua gebruik en bebouwing) en planologisch mogelijk is. Dit betekent dat in het bestemmingsplan geen grootschalige nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt.
Wonen
De buurt Hinthamerpoort bestaat grotendeels uit woningbouw, waarvan de realisatie heeft plaatsgevonden in de periode 2007 tot en met 2012. De nieuwbouw bestaat uit twee delen: het project Muntelpoort en het project Hinthamerpoort.
Het project Muntelpoort (hoek Muntelbolwerk / Graafseweg) is gerealiseerd in 2007 / 2008. Op de locatie van het voormalige kantorencomplex van de Godshuizen en Bloedbank, voorheen weeshuis St. Josefhuis, staan langs de Aa-zijde 14 stads- of grondgebonden woningen, op de kop enkele luxe appartementen. Omdat het St. Jozefhuis begin twintigste eeuw is gebouwd en het slopen gevoelig lag bij de bevolking is gekozen voor een architectuur die aansluiting vindt bij de bebouwing in wijk De Muntel. Rondom het carrévormige binnenterrein zijn 83 appartementen gebouwd. Het oorspronkelijke volume, met binnenhoven, is uitgangspunt geweest bij de opzet van de stedenbouwkundige structuur. Het gesloten bouwblok met daarin drie volumes heeft een eigentijdse binnenstedelijke sfeer. De grote diversiteit aan woningen maakt het wonen mogelijk voor starters, gezinnen met kinderen en senioren.
Het project Hinthamerpoort is een grote herstructureringsopgave van de bekende Bartjesbuurt te 's-Hertogenbosch. De bestaande karaktervolle tuinwijk met 160 eengezinswoningen is de periode 2007 t/m 2012 getransformeerd naar een binnenstedelijke woonbuurt met 360 woningen bestaande uit appartementen en grondgebonden woningen en diverse commerciële ruimten.
Stedenbouwkundig is het plan opgebouwd uit een aantal gesloten bouwblokken. De openbare ruimte tussen de stadsblokken wordt gevormd door drie grote pleinen verbonden door smalle korte straten. Verbindingen tussen de diverse wijkdelen naar de stadsparkrand rondom de IJzeren Vrouw, vormen de aanleidingen van het straten- en pleinenpatroon. Het parkeren voor het gehele gebied is opgelost aan de noordzijde van het gebied en binnen de bouwblokken waardoor een autovrij openbaar gebied is ontstaan. In architectonische zin is er onderscheid gemaakt tussen de buitenzijde en de binnenzijde van het plangebied. De buitenzijde sluit in materiaalgebruik, rood metselwerk, aan op zijn omgeving. De binnenzijde van het plangebied, met woningen in grijze baksteen en witte beton, heeft haar eigen karakter en identiteit.
Het plan Hinthamerpoort wordt gekenmerkt door een grote diversiteit aan woningtypen en categorieën. Eengezinswoningen, appartementen, woon-werkwoningen, woningen voor ouderen, woningen voor mensen met een beperking en commerciële ruimten zijn over het totale plangebied verdeeld. Deze woningtypologieën zijn zowel in de sociale sector als in de koopsector gerealiseerd. Het meest opvallend is de Brede Bossche School de Graaf aan de Graafseweg die een groot deel van Hinthamerpoort-Noord uitmaakt. De woningen zijn er omheen gebouwd.
Het bestemmingsplan Hinthamerpoort-Noord betreft voornamelijk een beheersplan dat voorziet in de planologische en juridische vastlegging van de situatie, zoals deze nu grotendeels feitelijk bestaat (qua gebruik en bebouwing). Dat betekent dat in het bestemmingsplan geen grootschalige nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt.
In het woonbeleid wordt voor bestaande wijken gekozen voor behoud en versterking van de woonfunctie. De mogelijkheden voor nieuwbouw in Hinthamerpoort-Noord zijn zeer beperkt en moeten worden benut om de differentiatie in de woningvoorraad te vergroten om zodoende meer keuzemogelijkheden te bieden aan verhuisgeneigde huishoudens. Kortom, er zal zoveel mogelijk 'aanvullend' gebouwd moeten worden. Door uit te gaan van de potentiële kwaliteiten van de buurt en deze zoveel mogelijk aan te vullen, wordt niet alleen het woningaanbod aantrekkelijker, maar wordt ook een bijdrage geleverd aan het behoud van sociale verbanden. Hiermee worden buurten minder kwetsbaar voor sociale en fysieke achteruitgang.
Detailhandel en horeca
In het plangebied zijn een aantal detailhandelsvestigingen aanwezig aan de Graafseweg. Het beleid van het vigerende bestemmingsplan is dat ten aanzien van detailhandel geen winkels bij mogen komen en dat de oppervlakte per winkel, ook na nieuwbouw niet groter mag worden. Dit om de ontwikkeling van deze functie, met een zeker overlastrisico voor de woonomgeving, binnen duidelijke, ruimtelijk bepaalde grenzen te houden. Ook zijn er een aantal horecavestigingen aanwezig aan de Muntelbolwerk en Graafseweg. Hierbij is ook het beleid dat er ten aanzien van horeca geen vestigingen bij mogen komen dan wat toegestaan wordt binnen het bestemmingsplan.
In dit hoofdstuk worden de relevante milieuaspecten aan de orde gesteld. Er bestaat een duidelijke relatie tussen milieubeleid en ruimtelijke ordening. De laatste decennia groeien de beleidsvelden naar elkaar toe. De milieukwaliteit vormt een belangrijke afweging bij de ontwikkelingsmogelijkheden van ruimtelijke functies. Bij de besluitvorming over het al dan niet toelaten van een bepaalde ruimtelijke ontwikkeling, dient onderzocht te worden welke milieuaspecten daarbij een rol kunnen spelen. Het is daarnaast van belang om milieubelastende functies (zoals bepaalde bedrijfsactiviteiten) ruimtelijk te scheiden ten opzichte van milieugevoelige functies zoals woningen. Andersom moet in de ruimtelijke ordening nadrukkelijk rekening gehouden worden met de gevolgen van ruimtelijke ingrepen voor het milieu. Milieubelastende situaties moeten voorkomen worden.
Dit bestemmingsplan is een actualisatie van het geldende bestemmingsplan 'Hinthamerpoort-Noord'. Het is een conserverend bestemmingsplan. Er zijn geen nieuwe ontwikkelingen.
Bedrijvigheid
Om te komen tot een ruimtelijk relevante toetsing van bedrijfsvestigingen op milieu hygiënische aspecten wordt het begrip milieuzonering gehanteerd. Onder milieuzonering wordt een voldoende ruimtelijke scheiding tussen enerzijds milieubelastende bedrijven of inrichtingen en anderzijds milieugevoelige gebieden zoals woonwijken verstaan. Om het begrip hanteerbaar te maken is gebruik gemaakt van de publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' van de VNG, editie 2009. Deze afstanden kunnen als basis worden gehanteerd, maar zijn indicatief. In het algemeen wordt door middel van het aanbrengen van een zonering tussen bedrijvigheid en woonbebouwing de overlast ten gevolge van de bedrijfsactiviteiten zo laag mogelijk gehouden.
Onderhavig plan betreft een conserverend bestemmingsplan waarin geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Reeds aanwezige en bestemde bedrijvigheid past binnen de Staat van Bedrijfsactiviteiten voor gemengde gebieden. Er worden binnen het plangebied tevens geen nieuwe gevoelige functies bestemd die tegen hinder beschermd moeten worden of de belangen van bedrijven kunnen schaden. Binnen onderhavig plan wordt de aard van de bestaande en toelaatbare bedrijvigheid acceptabel geacht in de reeds bestaande omgeving. Daarbij gelden voor bedrijfsactiviteiten diverse wettelijke regels en normen. Aanwezige bedrijven zijn verplicht zich hieraan te houden om hinder en milieugevaar naar de woon- en leefomgeving toe te voorkomen.
Geluid
Weg- en railverkeer
In het bestemmingsplan worden geen nieuwe (geluidsgevoelige) ontwikkelingen mogelijk gemaakt, akoestisch onderzoek is hier niet nodig.
Industrie en spoorweglawaai
Industrielawaai en spoorweglawaai zijn niet van toepassing op dit bestemmingsplan.
Luchtkwaliteit
Het bestemmingsplan is een conserverend bestemmingsplan. Er worden geen nieuwe (bedrijfs)woningen of bedrijfsbestemmingen mogelijk gemaakt. Dit betekent dat er geen nieuwe bronnen voor luchtverontreiniging, zoals extra verkeer of uitstoot van bedrijven gerealiseerd worden. Onderzoek naar de luchtkwaliteit is dan ook niet noodzakelijk.
Externe veiligheid
Doelstelling van het externe veiligheidsbeleid is het realiseren van een veilige woon- en leefomgeving door het beheersen van risico's van industriële activiteiten met opslag en transport van gevaarlijke stoffen. In het plangebied en de directe omgeving zijn geen transportroutes of buisleidingen voor gevaarlijke stoffen aanwezig. Daarnaast liggen in de directe omgeving van het plangebied geen risicovolle bedrijven.
Bodem en grondwater
In Hinthamerpoort-Noord zijn in het verleden diverse bodemonderzoeken uitgevoerd. Op dit moment kan voor de wijk gesteld worden dat de huidige woon- en werkgebieden voldoende van kwaliteit zijn voor de betreffende functies. Concreet worden er binnen het plangebied geen nieuwe kwetsbare functies bestemd of nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt waardoor de bodemkwaliteit voor onderhavig plan niet hoeft te worden onderzocht. Omdat het een conserverend bestemmingsplan betreft, hoeft er geen bodemonderzoek plaats te vinden. In het geval dat er in de toekomst functiewijzigingen mogelijk worden gemaakt of nieuwe gevoelige bestemmingen (zoals woningen) worden bestemd, geldt dat een bodemonderzoek noodzakelijk is om de exacte randvoorwaarden vanuit de bodemkwaliteit te bepalen. De noodzaak van een aanvullend onderzoek wordt dan per ontwikkeling en locatie beoordeeld en zal dan conform de geldende wettelijke eisen en voorgeschreven normering worden uitgevoerd.
Bij eventueel grondverzet valt vrijkomende grond onder de bepalingen van het besluit Bodemkwaliteit. Bij bronneringswerkzaamheden zullen voor zover relevant ingevolge de Grondwaterwet, de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren en de Lozingsregeling (waterschap) meldingen c.q. aanvragen voor vergunningen moeten worden ingediend.
Energie en duurzaamheid
Het waarborgen van de kwaliteit van de leefomgeving is een belangrijke opgave van de gemeente. Van ontwerp, aanleg, inrichting tot beheer wordt de stedelijke ontwikkeling steeds duurzamer vormgegeven. De gemeente 's-Hertogenbosch wil een voortrekkersrol blijven spelen op het gebied van duurzame stedelijke ontwikkeling.
Onder duurzame stedelijke ontwikkeling wordt verstaan: het rekening houden met milieuaspecten gedurende planontwikkeling, bouw, inrichting en beheer van de nieuwe wijk. Belangrijke onderwerpen zijn: energie, water, afval, verkeer, materiaalgebruik, bodem, geluid en natuur. De speerpunten van het gemeentelijk beleid richten zich op energie, integraal waterbeheer en duurzaam hout. Op basis van dit beleid geldt dat zowel voor de woningbouw als voor de commerciële ruimten wordt gestreefd naar een extra reductie van de CO2-uitstoot ten opzichte van het wettelijk vereiste in combinatie met de toepassing van duurzame bronnen.
Het integraal waterbeheer vereist dat in de bouw geen uitlogende materialen worden gebruikt en dat bovendien hout met het FSC-keurmerk of het PEFC-keurmerk (SFI, CSA en ATFS), niet zijnde MTCS, wordt toegepast.
Ruimte maken voor water: dat is de kern van het waterbeleid voor de 21e eeuw. Met de ondertekening van de 'Startovereenkomst Waterbeheer' door verschillende overheden, is de watertoets van toepassing op ruimtelijke plannen. Vanaf 1 november 2003 is deze juridisch vastgelegd in het Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro).
De watertoets omvat het gehele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van de in ruimtelijke plannen voorkomende waterhuishoudkundige aspecten. Het doel van de watertoets is het evenwichtig meewegen van de waterbelangen in het planvormingsproces. Hierbij wordt een veilig, gezond en duurzaam watersysteem nagestreefd. Zowel waterkwantiteits- als waterkwaliteitsaspecten zijn daarbij belangrijk. Kansen worden benut en functies zoveel mogelijk gecombineerd.
De beleidsdoelen voor integraal waterbeheer zijn door de gemeente vastgesteld in het Waterplan 2 (2009). Hierin staat dat we in 's-Hertogenbosch een mooi, robuust en klimaatbestendig watersysteem willen creëren. In het Waterstructuurplan (2012) is het hemelwaterbeleid vastgelegd. Dit is gebiedsspecifiek gedaan, kijkend naar de watersystemen en de uitgangspunten per wijk.
In deze waterparagraaf is toegelicht hoe het waterbeleid is vertaald naar waterhuishoudkundige inrichting in dit bestemmingsplan. Eventueel benodigde vergunningen worden niet met deze waterparagraaf geregeld en zullen via daarvoor bedoelde procedures verkregen moeten worden.
Uitgangspunten voor integraal waterbeheer
De uitgangspunten bij het toetsen van ruimtelijke plannen zijn:
Daarnaast zien we water als kans voor meervoudig ruimtegebruik en vergroting van de beleving van water.
Deze uitgangspunten dragen bij aan een mooi, robuust en klimaatbestendig watersysteem.
Aan de hand van deze waterparagraaf wordt toegelicht hoe het waterbeleid is vertaald naar waterhuishoudkundige inrichting in dit bestemmingsplan.
Huidige situatie
De maaiveldhoogte bedraagt circa 6,2 meter + NAP. Ter plaatse bestaat de aanwezige deklaag uit een pakket fijne tot matige grove zanden. De dikte van de deklaag bedraagt 14 meter. Onder deze deklaag bevindt zich het eerste watervoerende pakket. Dit pakket is opgebouwd uit fijne tot grove zanden. Het freatisch grondwater bevindt zich op een diepte van circa 1,5 meter minus maaiveld. Zowel het freatisch grondwater als het grondwater uit het eerste watervoerende pakket hebben een noord-noordwestelijke stromingscomponent.
Ruimtelijke vertaling
Dit bestemmingsplan betreft een conserverend plan. Bij toekomstige ontwikkelingen welke binnen dit bestemmingsplan passen, is het van belang om eerdergenoemde uitgangspunten op het gebied van water mee te nemen in de planvorming. Hieronder staat verwoord hoe dit in de bestaande situatie van het plangebied wordt uitgewerkt.
Afkoppelen op oppervlaktewater en groenzones
Voor alle nieuwbouwplannen, renovaties en sloop- en nieuwbouwplannen is de voorkeur dat het hemelwater door de initiatiefnemer gescheiden aangeboden wordt op de perceelsgrens. Wanneer vervuilende activiteiten plaatsvinden op het perceel of erf van de eigenaar dient dit hemelwater eerst te worden gezuiverd. Dit kan door middel van een zuiverende voorziening, zoals een lamellenfilter of een bodempassage.
Bergingsopgave
In het plangebied zal bij ruimtelijke plannen waarbij een verhardingstoename plaatsvindt hydrologisch neutraal ontwikkeld moeten worden. Voor de nog te bebouwen kavels zijn de eigenaren zelf verantwoordelijk voor het realiseren van voldoende berging van hemelwater. De bergingsopgave dient berekend te worden met de zogenaamde "Rekenregel" van Waterschap Aa en Maas. In het kader van de gemeentelijke duurzaamheidsdoelstellingen wordt aanbevolen om groen en duurzaam te bouwen, met behulp van groene daken of andere isolerende materialen.
Afvalwater
Afvalwater dient gescheiden te worden aangeboden op de perceelsgrens, waarna het in de toekomst (na vervanging van het riool) kan worden aangesloten op het nog te realiseren Verbeterd Gescheiden Stelsel.
Bouwmaterialen
Uit zorg voor een goede kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater moet bij her- en nieuwbouw worden afgezien van het gebruik van uitlogende bouwmaterialen in daken, gevels, verhardingen en regenwatervoorzieningen (goten en leidingen).
Bestemmingsplan 'Hinthamerpoort-Noord 2015' bestaat uit een verbeelding en regels en is voorzien van een toelichting. De eerste twee onderdelen zijn juridisch bindend, de toelichting is juridisch niet bindend maar helpt bij de interpretatie van de verbeelding en de regels. De actualisatie is gericht op het vastleggen van de feitelijke situatie. De gebruiks- en bouwmogelijkheden uit het vigerende bestemmingsplan zijn zo veel als mogelijk overgenomen.
In paragraaf 7.2 wordt inhoudelijk ingegaan op de afzonderlijke bestemmingen binnen het bestemmingsplan.
De regels van het bestemmingsplan zijn als volgt ingedeeld:
Hoofdstuk 1. Inleidende regels
Het definiëren van begrippen en de aanwijzingen voor het meten vergroten de duidelijkheid en de rechtszekerheid. In artikel 1 worden belangrijke begrippen die in het plan voorkomen, nader gedefinieerd. In artikel 2 is aangegeven hoe afstanden en maten die in de regels worden voorgeschreven, moeten worden. gemeten.
Hoofdstuk 2. Bestemmingsregels
Hieronder wordt een toelichting gegeven op de bestemmingsregels.
Bestemming Maatschappelijk
Gebruik De Brede Bossche School De Graaf heeft de bestemming 'Maatschappelijk'. Binnen deze bestemming zijn maatschappelijke- en ondergeschikte voorzieningen toegestaan.
Bouwen
Op de verbeelding is een bouwvlak opgenomen waarbinnen gebouwen zijn toegestaan. Het bouwvlak op de verbeelding mag volledig worden bebouwd. Daarbij is een maximale bouwhoogte opgenomen.
Bestemming Verkeer
Gebruik De wegen inclusief de woonstraten hebben de bestemming 'Verkeer'. Binnen de bestemming zijn geen bouwvlakken gelegen.
Bouwen Ten dienste van de bestemming zijn gebouwen (maximaal 30 m2) toegestaan.
Bestemming Verkeer - Verblijfsgebied
Gebruik De speelplein aan de Von Rheinhabenstraat heeft de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied'. Deze bestemming wordt doorgetrokken tot de feitelijke grens van de bebouwing aan weerszijde van de BBS. De omliggende woonstraten waar geen auto's toegestaan zijn krijgen eveneens de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied'.
Bouwen Binnen de bestemming zijn geen bouwvlakken gelegen. Ten dienst van de bestemming zijn uitsluitende kleine gebouwen (maximaal 15 m2) toegestaan.
Bestemming Wonen
Gebruik De woningen binnen Hinthamerpoort-Noord hebben de bestemming 'Wonen'. Binnen deze bestemming is wonen de hoofdfunctie. Binnen de woonbestemming is de uitoefening van een aan huis verbonden beroepsactiviteiten toegestaan, mits deze ondergeschikt blijft aan de hoofdfunctie. Daarnaast zijn aan het wonen gerelateerde ondergeschikte functies als parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen e.d. ook toegestaan. De binnenterreinen zijn aangeduid als 'parkeerterrein' en 'parkeergarage'. De parkeerterreinen betreffen de bovengrondse parkeerterreinen en de (half)ondergrondse parkeergarages. Binnen deze aanduidingen dienen de parkeervoorzieningen te worden gehandhaafd.
Binnen de woonbestemmingen is de aanduiding 'Gemengd' opgenomen. Ter plaatse van deze aanduiding is publiekgerichte- en maatschappelijke dienstverlening toegestaan. De stroken gemengde voorzieningen aan de Graafseweg en Muntelbolwerk worden overgenomen en krijgen de aanduiding 'Gemengd'. De dierenpraktijk op de hoek Graafseweg-Muntelbolwerk wordt bestemd met de aanduiding 'Gemengd'. Het hoekpand op de hoek Muntelbolwerk-Van Boelenstraat krijgt ook de aanduiding 'Gemengd'.
De bestaande detailhandelvestigingen aan de Graafseweg hebben de aanduidingen 'Detailhandel' gekregen. Het gaat hier om bijvoorbeeld bestaande kledingwinkels en afhaal- en bezorg restaurants waarbij maaltijden niet ter plaatse genuttigd worden. De aanduiding aan de Graafseweg 96-998 wordt verplaatst naar de huidige detailhandelvestiging die gevestigd is aan de Graafseweg 62.
De bestaande horecamogelijkheden aan de Graafseweg en het Muntelbolwerk hebben een aanduiding 'Horeca' gekregen. Per aanduiding is aangegeven of dat categorie 2 of 3 toegestaan is. Horeca van categorie 2 is het verstrekken van maaltijden voor gebruik ter plaatse (restaurantbedrijf, waaronder ook worden verstaan lunchrooms, eethuizen, bistro's, automaten, broodjeszaken en dergelijke). Horeca van categorie 3 is een bedrijf dat is gericht op het ter plaatse verstrekken van dranken, waaronder feestzalen. De aanduiding die geplaatst is aan de Graafseweg 100-102 wordt verplaatst naar de plek waar de horecavestiging uiteindelijk is gevestigd aan de Graafseweg 72.
Bouwen De bouwmogelijkheden zijn terug te vinden op de verbeelding in samenhang met de regels. Het bestemmingsplan maakt in de bestemming 'Wonen' onderscheid tussen verschillende woningtypologieën. Hiermee kan sturing worden gegeven aan de ruimtelijke impact van verschillende woningtypologieën op de omgeving. De woningdichtheid is van invloed op de parkeerbehoefte en daarmee op de parkeerdruk en de leefbaarheid in de omgeving. Om te voorkomen dat de woningdichtheid in een wijk te groot wordt, maakt het bestemmingsplan onderscheid tussen grondgebonden en gestapelde woningen. Grondgebonden woningen zijn rechtstreeks toegankelijk op straatniveau en één van de bouwlagen sluit aan op het maaiveld. De grondgebonden woningen zijn middels de aanduiding 'aaneengesloten' op de verbeelding aangegeven. Gestapelde woningen zijn geheel of gedeeltelijk boven/onder een andere woning gelegen. Daar waar de gronden geen aanduiding hebben zijn zowel grondgebonden als gestapelde woningen toegestaan.
Het bouwen van hoofdgebouwen is uitsluitend toegestaan binnen de op de verbeelding opgenomen bouwvlakken. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd. Voor de hoofdgebouwen is een maximale bouwhoogte op de verbeelding opgenomen. Binnen de woonbestemming is de binnen de gemeente gebruikelijke erfbebouwingsregeling opgenomen ten behoeve van aan- en bijgebouwen.
Dubbelbestemmingen Waarde - Archeologie - 1, Waarde - Archeologie - 2 en Waarde - Archeologie -
3
Het bestemmingsplan heeft een regeling opgenomen ter bescherming van de te verwachten archeologische waarden in drie verschillende dubbelbestemmingen. De regeling is gedifferentieerd per archeologische verwachtingszone. Waar de verwachtingswaarde hoger is, worden strengere eisen gesteld aan het uitvoeren van werkzaamheden onder maaiveld.
Er zijn drie dubbelbestemmingen opgenomen waarbij een verschillende oppervlaktemaat en/of diepte gelden.
Dubbelbestemming | Minimale oppervlakte | Minimale diepte |
Waarde - Archeologie 1 | 5 m² | 1 meter |
Waarde - Archeologie 2 | 25 m² | 3 meter |
Waarde - Archeologie 3 | 100 m² | 3 meter |
Hoofdstuk 3. Algemene regels
In de algemene bepalingen komen de anti-dubbeltelbepaling, de algemene bouwregels en gebruiksregels alsmede de algemene afwijkingsregels aan de orde. Deze bepalingen gelden voor het gehele bestemmingsplan.
Hoofdstuk 4. Overgangs- en slotregels
In dit hoofdstuk zijn tot slot de algemene, overgangs- en slotregels opgenomen, die voor het gehele bestemmingsplan gelden.
In het kader van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening dient de financieel-economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan te worden aangetoond.
Bestemmingsplan 'Hinthamerpoort-Noord 2015' betreft een beheersplan. Dit betekent dat de bestaande planologische situatie wordt vastgelegd in een nieuw bestemmingsplan. Bij het actualiseren van bestemmingsplannen, waarvan in dit geval ook sprake is, wordt zoveel mogelijk gebruikt gemaakt van een bepaalde standaard om voor vergelijkbare gebieden te komen tot een uniforme regeling en een zelfde rechtspositie voor belanghebbenden. Daarbij wordt rekening gehouden met de in de loop der tijd gewijzigde planologische inzichten en (woon)behoeften.
Concluderend kan worden gesteld dat de ruimtelijke planvorming zoals neergelegd in dit bestemmingsplan financieel economisch uitvoerbaar is.
Het voorontwerpbestemmingsplan is in het kader van de Inspraakverordening voor iedereen ter inzage gelegd vanaf 15 juni 2015 gedurende een periode van zes weken. Daarnaast is een informatiebijeenkomst in de vorm van een inloopmoment gehouden op 30 juni 2015.
Iedereen kon tijdens de terinzagelegging schriftelijk of mondeling een inspraakreactie indienen bij burgemeester en wethouders.
Er is één schriftelijke inspraakreactie op het voorontwerpbestemmingsplan binnen gekomen:
Inspraakreactie
Reactie van inspreker betreft begrenzing van het bouwvlak van het perceel Muntelbolwerk 27 (kadastraal C 1186 en 4283). De achtergrens is een ongelijkmatig verlopende lijn, die samenvalt met de vroegere brandgang van inmiddels gesloopte woningen.
Deze brandgang is verkocht aan de eigenaren van de woningen. Met zijn buurman is inspreker een kadastraal vastgelegd recht van overpad overeengekomen ter breedte van 1,2 meter. Inspreker is van mening dat er geen enkele dwingende reden meer is om voor het bouwvlak vast te houden aan de vroegere perceelsgrens. Hij vindt dat het bouwvlak in noordelijke richting verruimd kan worden door een rechte lijn te trekken zodanig dat een doorgang van 1,2 meter overblijft.
Overigens wijst inspreker op dat perceel C4284 en C1187 als samengevoegd zijn zodat daar geen sprake meer is van de vroegere brandgang.
Gemeente: Het nieuwe bestemmingsplan voor het plangebied Hinthamerpoort-Noord is een actualisatieplan. Dit betekent dat het bestemmingsplan de mogelijkheden van het vigerende bestemmingsplan zo veel als mogelijk overneemt, en in beginsel geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt. Stedenbouwkundig gezien is er geen aanleiding het bouwvlak te vergroten. Het is namelijk niet wenselijk dat ter plaatse tot op maar 1,2 meter vanaf de nieuwe achterste perceelsgrens tot 14 meter hoog kan worden gebouwd. Wel blijkt naar aanleiding van deze inspraakreactie dat de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - onbebouwd' onlogisch is nu deze niet meer aansluit op de huidige verkaveling. Er is geen sprake meer van de vroeger bestaande brandgang. Bovendien is er geen noodzaak om in het bestemmingsplan te regelen dat gronden van brandgangen in het geheel niet mogen worden bebouwd. Hier volstaan privaatrechtelijke afspraken zoals een recht van overpad. Dit sluit aan bij vergelijkbare situaties in andere bestemmingsplannen van 's-Hertogenbosch. Ook daarin hebben brandgangen geen aparte aanduiding om de gronden onbebouwd te laten. Gekozen is daarom om de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - onbebouwd' te laten vervallen. Hiermee wordt het vanuit het bestemmingsplan mogelijk gemaakt dat ter plaatse bijgebouwen kunnen worden gebouwd conform de erfbebouwingsregeling van het bestemmingsplan (achtererfgebied). Bovendien zijn de mogelijkheden van omgevingsvergunningsvrij bouwen volgens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) hier van toepassing. Gemeente wijst er echter op dat deze mogelijkheden volgens het bestemmingsplan en wetgeving, los staan van privaatrechtelijke afspraken zoals het recht van overpad waaruit kan blijken dat delen van de grond onbebouwd moeten blijven.
Naar aanleiding van de inspraakreactie is de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - onbebouwd' op het perceel 4283 en meer algemeen de aanduidingen 'specifieke bouwaanduiding - onbebouwd' in de rest van het plangebied vervallen. De bijbehorende regeling in artikel 6.2.1 sub c is verwijderd.
In het kader van het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het voorontwerpbestemmingsplan toegezonden aan:
Van deze organisaties hebben wij een reactie ontvangen.
Vooroverlegreactie provincie
Provincie heeft zich beperkt tot de vraag hoe tot de provinciale belangen verhoudt. Het voorontwerp geeft geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.
Gemeente: Voor kennisgeving aangenomen.
Vooroverlegreactie waterschap
Waterschap verzoekt in de waterparagraaf van de plantoelichting 'HNO-tool' te vervangen door 'Rekenregel' in verband met de nieuwe Keur van waterschap Aa en Maas.
Gemeente: De toelichting is naar aanleiding van deze vooroverlegreactie aangepast.