direct naar inhoud van 3.5 Externe veiligheid
Plan: Meerendonk, deel 5
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002191-1401

3.5 Externe veiligheid

Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het beperken en beheersen van risico's voor de omgeving vanwege handelingen met gevaarlijke stoffen. De handelingen kunnen betrekking hebben zowel op het gebruik, de opslag en de productie als op het transport van gevaarlijke stoffen. Uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de richtlijnen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen vloeit de verplichting voort om in ruimtelijke plannen in te gaan op de risico's in het plangebied ten gevolge van handelingen met gevaarlijke stoffen. De risico's dienen te worden beoordeeld aan de hand van twee maatstaven: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.

Het plaatsgebonden risico beschrijft de kans per jaar dat een onbeschermd individu komt te overlijden door een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het plaatsgebonden risico wordt uitgedrukt in risicocontouren rondom de risicobron (bedrijf, weg, spoorlijn et cetera), waarbij de 10-6 contour (kans van 1 op 1 miljoen op overlijden) de maatgevende grenswaarde is.

Het groepsrisico beschrijft de kans dat een groep van 10 of meer personen gelijktijdig komt te overlijden ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico geeft een indicatie van de maatschappelijke ontwrichting in geval van een ramp. Het groepsrisico wordt uitgedrukt in een grafiek waarin de kans op overlijden van een bepaalde groep (bijvoorbeeld 10, 100 of 1000 personen) wordt afgezet tegen de kans op zo'n ongeval. Voor het groepsrisico geldt een oriëntatiewaarde maar géén norm.

Voor elke verandering van het groepsrisico (af- of toename) in het invloedsgebied moet, over de wijze waarop de toelaatbaarheid van deze verandering in de besluitvorming is betrokken, verantwoording worden afgelegd. Samen met de hoogte van het groepsrisico moeten andere kwalitatieve aspecten worden meegewogen in de beoordeling ervan. Onder deze aspecten vallen zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid. Onderdeel van deze verantwoording is overleg met (en advies vragen aan) de regionale brandweer.

Als (beperkt) kwetsbare objecten worden toegestaan moet worden getoetst aan het Bevi en de richtlijnen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. (Beperkt) kwetsbare objecten zijn onder andere woningen, scholen, ziekenhuizen, hotels, restaurants. De geplande woningen zijn kwetsbare objecten.

In het kader van de bouw van de nieuwe woningen in woongebied Meerendonk is onderzocht of in de nabijheid sprake is van risicovolle activiteiten (zoals Bevi-bedrijven, BRZO-bedrijven en transportroutes) of dat risicovolle activiteiten worden toegestaan. De locatie van de voormalige munitiefabriek De Kruithoorn heeft geen veiligheidszonering meer: een paraplubestemmingsplan heeft deze zone opgeheven; de gemeente laat als eigenaar van de gronden en opstallen geen bedrijven toe die tot hinder of gevaar voor de woonomgeving leiden. De margarinefabriek Campina op bedrijventerrein Zuid 1966 valt onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). De plaatsgebonden-risicocontour en het invloedsgebied voor het groepsrisico, zoals opgenomen in de uitvoeringsregeling, zijn beperkt van omvang, dat wil zeggen overschrijden de erfgrens van deze inrichting niet. Ze vormen dan ook geen beperking voor de realisatie van de woningen. Verder is vanwege het doorgaand verkeer op de A2 noch vanwege de bevoorrading van bedrijvigheid in de omgeving van de woningen onderzoek noodzakelijk in het kader van het plaatsgebonden risico en/of groepsrisico.