direct naar inhoud van Artikel 6 Gemengd-1
Plan: Paleiskwartier-Willemspoort-Station
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002185-1401

Artikel 6 Gemengd-1

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Gemengd-1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. recreatieve voorzieningen;
  • b. culturele en maatschappelijke voorzieningen;
  • c. horeca tot en met categorie 3 zoals vermeld in de bij deze regels als bijlage behorende Staat van Horeca-activiteiten;
  • d. kantoren;
  • e. dienstverlening;
  • f. ambachtelijke bedrijvigheid of bedrijven in categorie A van de bij deze regels als bijlage behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. aan de hoofdfunctie ondergeschikte voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen, verkeersvoorzieningen, groen en groenvoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, toegangsruimten, bergingen, terrassen, tuinen, erven en terreinen.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen

Parkeervoorzieningen dienen in voldoende mate op eigen terrein te worden gerealiseerd.

6.2.2 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan in het bouwvlak is aangegeven;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder a mogen buiten het bouwvlak ondergrondse en/of halfverdiepte gebouwen voor parkeervoorzieningen worden gebouwd tot een bouwhoogte van 2 meter.
6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan:
    • 1. 10 meter voor kunstobjecten en bouwwerken ten behoeve van verlichting, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer;
    • 2. 3 meter voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de afmeting en de plaats van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • f. de situering van het laden en lossen op het perceel.
6.4 Afwijken van de bouwregels
  • a. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.1, mits:
    • 1. de noodzakelijke parkeervoorzieningen op eigen terrein in onvoldoende mate kunnen worden gerealiseerd en op andere wijze in de parkeerbehoefte wordt voorzien; en
    • 2. de situering van de parkeerplaatsen het stedenbouwkundig beeld van de omgeving, de verkeersveiligheid en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet onevenredig aantast.
  • b. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.2 voor bebouwing ten behoeve van detailhandel in dagelijkse goederen, mits de totale brutovloeroppervlakte van de bebouwing niet meer bedraagt dan 600 m2.
6.5 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik van gronden en gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. Tot een gebruik strijdig met de gegeven bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van:
    • 1. een seksinrichting;
    • 2. detailhandel;
  • b. tot een gebruik strijdig met de gegeven bestemming wordt ook gerekend het gebruik van de gronden en bouwwerken zonder op het eigen terrein genoegzaam te (hebben) voorzien in de uit het gebruik voortvloeiende behoefte aan parkeer- en stallingsvoorzieningen, tenzij op een andere wijze in de parkeer- en stallingsbehoefte wordt voorzien en de situering van de parkeer- en stallingsvoorzieningen het stedenbouwkundig beeld van de omgeving, de verkeersveiligheid en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet onevenredig aantast;
  • c. bedrijven en het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten als bedoeld in lid 6.1 onder f zijn uitsluitend toegestaan indien:
    • 1. het gaat om een kleinschalig, meest ambachtelijk bedrijf, voor zover in de staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging niet reeds een maximale grootte is aangegeven;
    • 2. productie en/of laad- en loswerkzaamheden alleen in de dagperiode plaatsvinden;
    • 3. de activiteiten hoofdzakelijk inpandig plaatsvinden, voor zover dit niet reeds in de staat is aangegeven;
  • d. parkeervoorzieningen dienen in voldoende mate op eigen terrein te worden gehandhaafd.
6.6 Afwijken van de gebruiksregels
  • a. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.5 voor het in samenhang met horecagebruik toelaten van detailhandel in versgoed en streekproducten, tot een maximale brutovloeroppervlakte van 1.500 m2.
  • b. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.5 voor detailhandel in (overige) dagelijkse goederen, mits de totale brutovloeroppervlakte van deze detailhandel niet meer bedraagt dan 600 m2.
  • c. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.1 onder f ten behoeve van bedrijven die naar hun aard en hun invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging en met inachtneming van het bepaalde in lid 6.5 onder c, mits het geen geluidszoneringplichtige inrichtingen of bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen betreft.