direct naar inhoud van Artikel 11 Natuur
Plan: Paleiskwartier-Willemspoort-Station
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002185-1401

Artikel 11 Natuur

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. behoud, herstel en ontwikkeling van natuurwaarden, landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
  • b. behoud, herstel en/of ontwikkeling van de houtteelt en -productie;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - hydrologisch waardevol gebied' tevens behoud, herstel en/of ontwikkeling van hydrologische waarden;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'beschermingszone natte natuurparel' tevens voor een beschermingszone van een natte natuurparel;
  • e. (bruggen ten behoeve van) fiets- en wandelpaden;
  • f. wegen;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • i. extensief recreatief medegebruik.
11.2 Bouwregels
11.2.1 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd.

11.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 meter;
  • b. ondergronds bouwen is niet toegestaan.
11.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden van de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. Het is verboden op de voor Natuur aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
    • 1. het verzetten of vergraven van grond waarbij het maaiveld over meer dan 100 m2 per perceel of met meer dan 0,40 meter wordt gewijzigd of waarbij de maaiveldniveaus van een steilrand worden gewijzigd.
    • 2. het omzetten van grond of uitvoeren van bodemingrepen dieper dan 0,40 meter onder maaiveld;
    • 3. het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels;
    • 4. het verlagen van de waterstand anders dan door sloten/greppels of drainage met uitzondering van grondwateronttrekkingen;
    • 5. het vellen of rooien van bos en/of het verwijderen van houtopstanden;
    • 6. het verwijderen van natuur- en landschapselementen die ten tijde van de inwerkingtreding van het plan aanwezig waren;
    • 7. het verwijderen van perceelsindelingen, paden en onverharde wegen;
    • 8. het aanleggen en/of verharden van wegen of paden dan wel aanbrengen van andere niet omkeerbare oppervlakteverhardingen groter dan 100 m² per perceel.
  • b. Het is verboden op de voor Natuur aangewezen gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - hydrologisch waardevol gebied' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
    • 1. het verzetten grond van meer dan 100 m3 of op een diepte van meer dan 0,60 meter onder maaiveld een en ander voorzover geen vergunning vereist is in het kader van de Ontgrondingenwet.
    • 2. het aanleggen van drainage ongeacht de diepte, tenzij het gaat om vervanging van een reeds bestaande drainage.
    • 3. het verlagen van de waterstand anders dan door middel van het graven van sloten of het toepassen van drainagemiddelen, met uitzondering van grondwateronttrekkingen.
    • 4. het aanbrengen van niet-omkeerbare verhardingen en/of verharde oppervlakten van meer dan 100 m2 anders dan een bouwwerk.
  • c. Het verbod als bedoeld onder a en b geldt niet voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die het normale onderhoud en/of gebruik betreffen of die van ondergeschikte betekenis zijn.
  • d. De werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden als bedoeld onder a zijn slechts toelaatbaar als de natuurwaarden, landschappelijke en cultuurhistorische waarden als bedoeld in lid 11.1 niet onevenredig worden aangetast.
  • e. De werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden als bedoeld onder b zijn slechts toelaatbaar als de natuurwaarden, landschappelijke, cultuurhistorische en hydrologische waarden als bedoeld in lid 11.1 niet onevenredig worden aangetast en nadat het bevoegd gezag schriftelijk advies heeft ingewonnen van het waterschap.