Plan: | Coudewater |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0796.0002161-1501 |
Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het beperken en beheersen van risico's voor de omgeving vanwege handelingen met gevaarlijke stoffen. De handelingen kunnen zowel betrekking hebben op het gebruik, de opslag en de productie, als op het transport van gevaarlijke stoffen. Uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de richtlijnen voor vervoer gevaarlijke stoffen vloeit de verplichting voort om in ruimtelijke plannen in te gaan op de risico's in het plangebied ten gevolge van handelingen met gevaarlijke stoffen. De risico's dienen te worden beoordeeld op twee maatstaven, te weten het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.
Plaatsgebonden risico
Het plaatsgebonden risico beschrijft de kans per jaar dat een onbeschermd individu komt te overlijden door een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het plaatsgebonden risico wordt uitgedrukt in risicocontouren rondom de risicobron (bedrijf, weg, spoorlijn etc.), waarbij de 10-6 contour (kans van 1 op 1 miljoen op overlijden) de maatgevende grenswaarde is.
Groepsrisico
Het groepsrisico beschrijft de kans dat een groep van 10 of meer personen gelijktijdig komt te overlijden ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico geeft een indicatie van de maatschappelijke ontwrichting in geval van een ramp. Het groepsrisico wordt uitgedrukt in een grafiek, waarin de kans op overlijden van een bepaalde groep (bijvoorbeeld 10, 100 of 1000 personen) wordt afgezet tegen de kans daarop. Voor het groepsrisico geldt de oriëntatiewaarde als ijkpunt in de verantwoording (géén norm).
(Beperkt) kwetsbare objecten
Er moet getoetst worden aan het Bevi en de richtlijnen voor vervoer gevaarlijke stoffen wanneer bij een ontwikkeling (beperkt) kwetsbare objecten worden toegestaan. Deze (beperkt) kwetsbare objecten zijn onder andere woningen, scholen, ziekenhuizen, hotels en restaurants.
Risicovolle activiteiten
In het kader van het plan moet bekeken worden of er in of in de nabijheid van het plan sprake is van risicovolle activiteiten (zoals Bevi-bedrijven, BRZO-bedrijven en transportroutes) of dat risicovolle activiteiten worden toegestaan.
Voor het plangebied en de omgeving is beoordeeld of er relevante bronnen van risico aanwezig zijn. In het gebied zijn geen risicovolle inrichtingen aanwezig conform het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Er zijn geen routes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor en via het water, maar wel over de weg. Daarnaast is er ook een buisleiding aanwezig voor het transport van (aard)gas.
In het plangebied loopt een ondergrondse hogedruk aardgastransportleiding van 40 inch 12 bar. De plaatsgebonden risicocontour 10-6 van deze leiding is door de Gasunie berekend op 0 meter. Het invloedsgebied voor het groepsrisico bedraagt 140 meter (1% letaliteitsafstand).
Sinds 1 januari 2011 is de AMvB Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) van kracht. Conform artikel 11 en 12 van dit besluit dient bij vaststelling van een bestemmingsplan, op grond waarvan een kwetsbaar, beperkt kwetsbaar of risicoverhogend object wordt toegelaten, het plaatsgebonden risico en het groepsrisico verantwoord c.q. berekend te worden.
In dit bestemmingsplan worden geen risicoverhogende objecten toegevoegd. Derhalve is een berekening van het plaatsgebonden risico niet aan de orde. Daarnaast worden geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten toegevoegd en wordt voldaan aan de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico.
In de huidige situatie bevinden zich geen woningen binnen het invloedsgebied van deze buisleiding. Het groepsrisico is in huidige situatie derhalve lager dan het wettelijke gestelde minimum van 10 slachtoffers. Het bestemmingsplan maakt in het geheel geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk, dus ook niet binnen het invloedsgebied van de buisleiding. Het groepsrisico blijft in de huidige situatie en in planontwikkeling ver onder de oriëntatiewaarde en neemt door de planontwikkeling niet toe. Er is dus geen (beperkte) verantwoordingsplicht groepsrisico noodzakelijk.
Vanuit het Bevb geldt voor gasleidingen met een werkdruk tot 40 bar een belemmerende strook van 4 meter aan weerszijden van de leiding. Deze strook moet vrij worden gehouden van bebouwing en worden opgenomen op de verbeelding (indien de belemmerende strook binnen het plangebied ligt).
In de omgeving van het plangebied is een aantal transportmodaliteiten voor gevaarlijke stoffen gelegen. Het gaat om de rijksweg A59, rijksweg A2 en de spoorlijn 's-Hertogenbosch-Nijmegen. Binnen de gemeente zijn geen transportroutes over water voor gevaarlijke stoffen aangewezen.
De rijksweg A59 grenst aan het plangebied. De dichtsbij gelegen bebouwing in het plangebied ligt op circa 250 meter van de A59. Rijksweg A2 ligt op circa 900 meter van de westelijke plangrens en op circa 920 meter van de meest westelijke bebouwing.
Over beide rijkswegen worden licht toxische vloeistoffen (LT1) en toxische vloeistoffen (LT2) vervoerd. Het invloedsgebied is respectievelijk 760 meter en 950 meter. Uit een inventarisatie naar het vervoer van gevaarlijke stoffen in de gemeente 's-Hertogenbosch en berekeningen ten behoeve van het Basisnet Weg is gebleken dat er geen knelpunten met betrekking tot het plaatsgebonden risico zijn rond de genoemde wegen in 's-Hertogenbosch. De oriëntatiewaarde van het groepsrisico van de A2 en de A59 wordt ter hoogte van 's-Hertogenbosch nergens overschreden. Voor de A59 en de A2 is in het kader van het Basisnet geen veiligheidszone vastgesteld, wat inhoudt dat geen beperkingen worden opgelegd aan ruimtelijke ontwikkelingen in de directe nabijheid van deze wegen. Van een plasbrandaandachtsgebied is bij beide wegen ter hoogte van 's-Hertogenbosch ook geen sprake.
Het plangebied ligt op circa 1 kilometer van de spoorlijn 's-Hertogenbosch-Nijmegen. Er worden toxische vloeistoffen vervoerd (LT3 D4). Het invloedsgebied is 3 km. Ten aanzien van het plaatsgebonden risico zijn er rond het spoor in 's-Hertogenbosch geen knelpunten. Op basis van berekeningen in het kader van het Basisnet spoor wordt de oriënterende waarde van het groepsrisico ter hoogte van het plangebied niet overschreden.
Binnen het plangebied worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Het vervoer van gevaarlijke stoffen over de rijkswegen en spoorlijn vormen géén belemmeringen voor het conserverende bestemmingsplan 'Coudewater'.
Vanuit het oogpunt van externe veiligheid worden geen belemmeringen voor het voorliggende bestemmingsplan 'Coudewater' verwacht aangezien er geen nieuwe (beperkt) kwetsbare functies mogelijk worden gemaakt, die beschermd dienen te worden.