Coudewater

5.1 Geluid

Bij een ruimtelijk plan dient rekening gehouden te worden met geluidsbronnen en de mogelijke hinder of overlast daarvan voor mensen. De beschouwing van het aspect geluid in ruimtelijke plannen vindt zijn grondslag in vooral de Wet geluidhinder. Daarnaast vindt de beoordeling zijn grondslag in de Wet milieubeheer en in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) op grond van een goed woon- en leefklimaat. Het aspect geluid kent voor een aantal bestemmingen (zoals wonen) in combinatie met een aantal typen geluidsbronnen een wettelijk kader die van belang zijn bij het opstellen van ruimtelijke plannen. Zo zijn in de Wet geluidhinder voor woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen grenswaarden opgenomen voor industrielawaai, wegverkeerlawaai en spoorweglawaai. Voor andere geluidsbronnen al dan niet in combinatie met andere bestemmingen bestaan geen specifieke wettelijke kaders. Toch zal ook dan, afhankelijk van de specifieke situatie en ontwikkelingen, soms een akoestische afweging nodig zijn, dit in het kader van een 'goede ruimtelijke ordening'.

Geluid is in binnen het plangebied nadrukkelijk aanwezig vanwege de A59 en de Berlicumseweg. Deze belangrijke doorgaande wegen hebben vanwege het verkeer invloed op de geluidsbelasting in het gebied. In het plangebied zelf vinden relatief weinig voertuigbewegingen plaats. De huidige verkeersintensiteit over de Peter de Gortestraat is klein te noemen, zodat wegverkeerslawaai vanuit deze weg in mindere mate aanwezig is. Daarnaast zijn ook de aanwezige bedrijfsmatige en andere activiteiten (zoals maatschappelijke en gezondheidsgerelateerde functies, golfbaan etc.) bronnen van geluid voor het gebied. Echter, deze bedrijfsmatige activiteiten bevinden zich op een dusdanige ruime afstand van de aanwezige geluidsgevoelige objecten zoals woningen dat hinder als gevolg van deze activiteiten niet aannemelijk is.

Onderhavig bestemmingsplan is conserverend en maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk anders dan de voortzetting van het huidige gebruik. Daarnaast worden er binnen het plangebied geen nieuwe geluidgevoelige functies bestemd die bescherming nodig hebben of nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt die geluid kunnen veroorzaken en daarmee een bijdrage kunnen leveren aan een verslechtering van het bestaande woon- en leefklimaat. Gezien dit gegeven wordt geconcludeerd dat het bestemmingsplan geen veranderingen mogelijk maakt op het gebied van geluid. Geluid is geen belemmering voor onderhavig conserverend bestemmingsplan.