direct naar inhoud van Artikel 6 Natuur
Plan: Coudewater
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002161-1501

Artikel 6 Natuur

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. behoud, herstel en/of ontwikkeling van de landschappelijke en natuurwaarden;
  • b. steigers en vlonders;
  • c. onverharde paden;
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. extensief recreatief medegebruik.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, magniet meer dan 3 meter bedragen met uitzondering van het bepaalde in sub b;
  • b. de hoogte van terrein- en erfafscheidingen mag van af de voet gemeten niet meer dan 2 meter bedragen;
  • c. de oppervlakte van eenbouwwerk, geen gebouw zijnde, mag niet meer dan 30 m²bedragen;
  • d. de gezamenlijke oppervlaktevanbouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 100 m² bedragen.
6.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en of van werkzaamheden
6.3.1 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of van werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het verzetten of vergraven van grond waarbij het maaiveld over meer dan 100 m² per perceel of met meer dan 0,40 meter wordt gewijzigd of waarbij de maaiveldniveaus van een steilrand worden gewijzigd.
  • b. het omzetten van grond of uitvoeren van bodemingrepen dieper dan 0,40 meter onder maaiveld;
  • c. het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels;
  • d. het verlagen van de waterstand anders dan door sloten/greppels of drainage met uitzondering van grondwateronttrekkingen;
  • e. het vellen of rooien van bos en/of het verwijderen van houtopstanden;
  • f. het verwijderen van natuur- en landschapselementen, die aanwezig waren ten tijde van het van kracht worden van het plan;
  • g. het verwijderen van perceelsindelingen, paden en onverharde wegen;
6.3.2 Uitzonderingen

Het in lid 6.3.1 bedoelde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het in werking treden van dit plan.
6.3.3 Toelaatbaarheid

De in lid 6.3.1 bedoelde omgevingsvergunning mag slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving genoemde waarden. Alvorens te beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in bij een terzake deskundig adviseur.