direct naar inhoud van 3.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Deuteren
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002154-1501

3.3 Gemeentelijk beleid

3.3.1 Ruimtelijk beleid
3.3.1.1 Ruimtelijke StructuurVisie ’s-Hertogenbosch 2003 'Stad tussen stromen'

De gemeente 's-Hertogenbosch heeft zijn ambities voor de komende jaren in beeld gebracht in de vorm van een Ruimtelijke StructuurVisie (RSV). Deze RSV is een raamwerk en een gids voor de ruimtelijke activiteiten en investeringen van burgers, bedrijven, instellingen en overheid in de komende jaren. De visie bestrijkt de periode tot 2010 en geeft een doorkijk naar 2020.

In de RSV is de lagenbenadering van het streekplan nader uitgewerkt. Nieuwe ontwikkelingen zullen worden afgestemd en getoetst op de specifieke onderlagen van een gebied en de laag van infrastructuur.

De RSV is bedoeld om richting te geven aan de eigen stedelijke ambities, voorzover ruimtelijk relevant. Daarmee is het een paraplunota en een integratiekader voor de ruimtelijke gevolgen van deze ambities van de verschillende sectorale nota's.

De RSV is ook toetsingskader en leidraad voor ruimtelijke plannen van de gemeente, zoals structuurvisies en bestemmingsplannen.

De belangrijkste aandachtspunten/onderdelen uit de StructuurVisie zijn:

  • een kwaliteitsslag voor de bestaande ruimte door middel van een actief voorraadbeheer in wijken en buurten, herstructurering en herinrichting en meer menging van functies;
  • de kwaliteit van het leefmilieu kan worden verbeterd door de realisering van een duurzaam landschappelijk raamwerk waarin het water een prominente rol speelt. Hierdoor wordt de afwisseling tussen stad en land contrastrijker en de ligging van de stad in een delta herkenbaarder. De stad gaat door met een duurzame stedenbouwkundige ontwikkeling van nieuwe gebieden en van bestaande buurten en wijken;
  • ruimte wordt geboden aan een grotere variatie van woon- en werkmilieus, gebaseerd op diverse leefstijlen en inkomens, segmentering van bedrijven, menging van functies en een goede spreiding van voorzieningen.

Het plangebied maakt in de RSV deel uit van de Engelervleugel. Voor de ontwikkeling van deze vleugel zijn uitgangspunten opgesteld waarvan één van toepassing is op het plangebied (of de directe omgeving) van dit bestemmingsplan:

  • Voor het stadsdeel West is het streven gericht op het opheffen van het isolement van het stadsdeel. Dat kan gebeuren door meer en betere relaties naar de binnenstad te maken.

Ter verbetering van de relatie van West met het zuidelijk deel van de binnenstad kan de as van de Boschmeersingel via het Biggelkamppad en het woonbuurtje (Nieuw) Deuteren naar het Paleiskwartier en vervolgens via een bebouwde voetgangers- en fietsersbrug ('Ponte Palazzo') over het spooremplacement naar de binnenstad als langzaamverkeerroute worden ontwikkeld. In de RSV wordt langs deze route in Deuteren gedacht aan een nieuwe buurtvoorziening, mede ter vervanging van het buurthuis langs de licht gebogen Weidonklaan, waardoor hier de aaneengeslotenheid van de groene zone voor de huizen wordt hersteld.

De aspecten uit de RSV zijn vertaald in het bestemmingsplan.

De langzaamverkeerroute van de Boschmeersingel via Deuteren naar de binnenstad is opgenomen in het stedenbouwkundig plan 'Hart voor Deuteren' en vervolgens juridisch-planologisch vertaald in het projectbesluit 'Nieuwbouw Deuteren, 2de fase'. Dit projectbesluit is overgenomen in onderhavig bestemmingsplan. De Wolfsdonklaan is doorgetrokken naar de Oude Vlijmenseweg, waar deze doorloopt in de Boschmeersingel. Aan deze langzaamverkeerroute is aan de Baksvelstraat een buurtvoorziening ontwikkeld.

3.3.2 Woonbeleid
3.3.2.1 Nota Wonen 2007

Het woonbeleid van de gemeente 's-Hertogenbosch is vastgelegd in de Nota Wonen 2007. In deze nota is aangetoond dat er in 's-Hertogenbosch een grote vraag is naar huur- en koopwoningen, wat leidt tot een grote druk op de woningmarkt. Als opgave voor het woonbeleid in 's-Hertogenbosch staan vier speerpunten centraal:

  • 1. woningproductie (voldoende en gevarieerd bouwen). Nieuwbouw levert een belangrijke bijdrage aan het functioneren van de woningmarkt. Het totale woningaanbod dient zowel in aantal als in prijsklasse, typologie en kwaliteit aan te sluiten bij de wens van de woningzoekenden. Alleen met een omvangrijk én gevarieerd nieuwbouwprogramma kan aan de grote verscheidenheid van woonwensen tegemoet worden gekomen. Bij nieuwbouw in bestaande buurten geldt vaak dat er nog maar beperkte ruimtelijke mogelijkheden aanwezig zijn en dat dus zorgvuldig met deze vrijkomende locaties moet worden omgegaan. Hiervoor geldt dan het uitgangspunt: 'strategische nieuwbouw'. Nieuwbouw moet leiden tot een verbreding van het bestaande woningaanbod, tot meer diversiteit zowel in prijsklassen als in woningtypen. In de Nota Wonen 2007 is de differentiatie van het woningbouwprogramma voor de komende periode vastgelegd. Hierbij gaat het uitdrukkelijk om stedelijke gemiddelden. Per woningbouwplan kan een afwijkende differentiatie wenselijk zijn, afhankelijk van de locatie, de buurt en de beoogde doelgroep Deze differentiatie is bij realisatie na 2010 als volgt:
    • a. sociale sector (huur en koop): 25%;
    • b. middeldure sector: 30%;
    • c. dure sector: 45%.

Bij herstructureringsprojecten wordt uitgegaan van een hoger aandeel sociale huurwoningen, namelijk circa 35% en ligt de nadruk meer op het middeldure dan op het dure segment.

  • 2. doorstroming (terugdringen van de wachttijden en verbeteren van de slaagkansen). De woningmarkt van Nederland wordt gekenmerkt door een sterk tweedeling, zo ook de woningmarkt van ’s-Hertogenbosch; enerzijds een huursector waarin sprake is van lange wachttijden (gemiddeld 4 jaar) en een lage mutatiegraad (zo’n 8%) en anderzijds een koopwoningmarkt die weliswaar een gezonde mutatiegraad kent (zo’n 10 à 11%) maar waarbij wel sprake is van hoge en stijgende verkoopprijzen. Hierdoor stromen huurders minder door naar een koopwoning, komen minder huurwoningen vrij en hebben vooral starters en mensen die op korte termijn een woning nodig hebben het moeilijk om een huurwoning toegewezen te krijgen. Het aantal vrijkomende huurwoningen moet dus omhoog. Met specifieke maatregelen kan de doorstroming binnen de huursector en van de huur- naar de koopsector bevorderd worden, zoals het tijdelijk vergroten van het aandeel sociale sector en het vergroten van het aandeel sociale (MGE-)koopwoningen.
  • 3. bestaande woningvoorraad (woningen en wijken verbeteren). Hét vertrekpunt bij ruimtelijke ontwikkelingen (nieuwbouw, herstructurering of transformatie) is de samenstelling van de woningvoorraad in de wijk. Zoveel mogelijk 'aanvullende woningprogramma's' dus om wijken, waar nodig, meer evenwichtig te maken. Dit betekent dat in buurten waar veel huurwoningen staan, de nadruk moet liggen op de ontwikkeling van goedkopere, middeldure en dure woningen (door nieuwbouw, maar bijvoorbeeld ook door huurwoningen te verkopen), maar ook andersom (huurwoningen bouwen in wijken waar overwegend koopwoningen staan). Vergroten van de variatie betekent soms ook dat specifiek voor ouderen, of juist voor starters gebouwd zou moeten worden. Het woningprogramma moet een versterking betekenen voor de huidige woningvoorraad van de wijk. Dat geldt voor zowel nieuwbouw als voor omvormingen van bestaande woningen.
  • 4. doelgroepen (de juiste woning voor iedereen). Een andere belangrijke doelstelling van de Nota Wonen 2007 is om het woningaanbod voor ouderen (met een zorgbehoefte) en bijzondere doelgroepen te vergroten. Ingezet wordt op het creëren van woningen of wooneenheden voor mensen die om diverse redenen (tijdelijk of permanent) specifieke zorg en/of begeleiding nodig hebben en die daarbij een specifieke woonvraag (kunnen) hebben.

De belangrijkste accenten in het gemeentelijk woonbeleid voor Deuteren zijn:

  • aandacht voor huisvesting van ouderen, ook wonen met zorg (seniorenpluswoningen);
  • realiseren van koopwoningen in alle prijsklassen en in verschillende woningtypen.

Met de grootschalige herstructurering is hier invulling aan gegeven door het vervangen van sociale woningbouw door onder andere koopwoningen, waardoor een evenwichtiger en gevarieerder woningbestand is ontstaan. De sociale woningbouw en een deel van de koopwoningen die worden gebouwd bestaat uit levensloopbestendige woningen, waardoor ook ouderen in deze woningen kunnen (blijven) wonen.

In het bestemmingsplan zijn de bestaande en vergunde woningen als zodanig bestemd.

3.3.3 Openbare ruimte en groen
3.3.3.1 Bomenbeleidsplan

Op 26 januari 2010 stelde de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch het Bomenbeleidsplan vast. Met het Bomenbeleidsplan wil de gemeente haar eigen bomenbestand en dat van derden duurzaam ontwikkelen. In het Bomenbeleidsplan is een belangrijke rol weggelegd voor structurerend groen: waardevol groen dat op stadsniveau functioneert. Gemeente 's-Hertogenbosch wil deze structuren behouden, ontwikkelen en nieuw aanleggen. Het functioneel groen is het groen van de wijken, kantorenparken en bedrijventerreinen. Dit groen is in elke wijk weer anders van opzet. Gemeente 's-Hertogenbosch ziet die differentiatie als een pluspunt en speelt per plek in op de aanwezige kwaliteiten.

Gemeente 's-Hertogenbosch streeft naar een evenwichtige leeftijdsopbouw in haar bomenbestand waarbij kwaliteit belangrijker is dan kwantiteit. Ze onderscheidt bomen in drie categorieën:

  • Monumentale bomen. Monumentale bomen zijn de meest bijzondere bomen van de stad die daarom zo lang mogelijk moeten worden behouden. Voor monumentale bomen geldt een strikt kapverbod, tenzij aantoonbaar sprake is van een ernstige bedreiging van de openbare veiligheid of een zwaarwegend maatschappelijk belang.
  • Boomstructuren. De verzameling van groene elementen die een bovenlokale bijdrage leveren aan de identiteit én de groene kwaliteit van de stad of een wijk vormen samen de bomenstructuur. Er is een kapvergunning nodig voor alle bomen in een boomstructuur.
  • Sfeerbomen. Alle bomen die niet behoren tot monumentale bomen of boomstructuren zijn sfeerbomen. Gemeentelijke en particuliere sfeerbomen zijn kapvergunnigplichtig vanaf een omtrek van meer dan 100 cm.

Ten behoeve van het boombelang in het kader van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen worden een bomeninventarisatie en een bomendeskundige ingezet. De bomeninventarisatie brengt aan het begin van een planproces de bomen in beeld en leidt tot afspraken hierover. Voor de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling waarin het bestemmingsplan Deuteren voorziet (zie hoofdstuk 4 en 5) zijn monumentale bomen, boomstructuren noch sfeerbomen in het geding.

3.3.4 Jeugd, onderwijs en maatschappelijke voorzieningen
3.3.4.1 Voorrang voor jeugd 2010-2014

De beleidsvisie 'Voorrang voor jeugd 2010-2014' van de gemeente 's-Hertogenbosch vormt een paraplu voor het gemeentelijk beleid voor jongeren van 0 tot 23 jaar. Voor haar jeugdbeleid hanteert de gemeente vijf uitgangspunten:

  • 1. Het jeugd- en onderwijsbeleid geldt voor alle jongeren en kent geen specifieke doelgroepen.
  • 2. Het jeugd- en onderwijs behelst een brede aanpak die uitgaat van wat de jongere nodig heeft. De leefgebieden gezin, school en wijk worden verbonden en zijn de vind- en actieplaatsen.
  • 3. De gemeente bouwt voort op succesvolle bestaande initiatieven en verworvenheden.
  • 4. Daar waar mogelijk organiseren en voeren jongeren en hun ouders zelf activiteiten uit.
  • 5. De gemeente voert de regie op de speerpunten van het jeugdbeleid.

Op basis van actuele ontwikkelingen en de beschreven uitgangspunten voor beleid heeft de gemeente 's-Hertogenbosch vier speerpunten benoemd waarop zij haar jeugdbeleid richt:

  • 1. bevorderen van jongerenparticipatie door hen zelf activiteiten te laten organiseren, door een breed activiteitenaanbod en door aanbod van voldoende voorzieningen zoals een Brede Bossche School. Een Brede Bossche School versterkt de relatie tussen de school en wijkinstellingen op het gebied van gezondheid, ontspanning en educatie. In het wijktheater wordt een podium geboden voor jongeren. Zo levert een Brede Bossche School een positieve bijdrage aan het sociale schoolklimaat en aan de verbondenheid in de wijk. Verder is het een goede voorbereiding op latere actieve deelname in de samenleving. De gemeente 's-Hertogenbosch wil in alle aandachtswijken een BBS realiseren.
  • 2. opvoeding en gezondheid, met betrekking tot informatie en advies over opvoeden, opgroeien en gezond gedrag, het tijdig signaleren van ontwikkelingskansen- en belemmeringen van kinderen en jongeren, het efficiënt en effectief coördineren van zorg, de keuze voor gezond gedrag mogelijk maken en kindermishandeling.
  • 3. duurzame arbeidsparticipatie: het realiseren van kindcentra (voor kinderen van 0 tot 13 jaar); verbeteren van onderwijskansen voor 0- tot 23-jarigen; voorkomen en terugdringen van voortijdig schoolverlaten; goede aansluiting onderwijs- en arbeidsmarkt;
  • 4. veiligheid. De gemeente zet in op twee sporen: het bevorderen van een veilig leefklimaat (thuis, school een wijk) voor jongeren en de aanpak van risicojongeren.

Bovenstaande speerpunten zijn deels vertaald in het bestemmingsplan Deuteren. De Jongerenontmoetingsplaats (JOP) op de hoek van de Oude Vlijmenseweg en de Randweg is opgenomen binnen de bestemming 'Groen'. Een Brede Bossche School wordt in het naast Deuteren gelegen Boschveld aan de Edisonstraat ontwikkeld.

3.3.4.2 Onderwijsbeleidsplan 'Meer kansen voor kinderen 2005-2010'

In 2004 werd in het beleidsplan 'Meer kansen voor kinderen 2005-2010' het gemeentelijk onderwijsbeleid vastgesteld. Dit beleid is gericht op het creëren van kansen en ontwikkelingsmogelijkheden en op het voorkomen van achterstanden. Het omvat de volgende thema's:

  • preventieve aanpak (voorkomen dan wel beperken van (onderwijs)achterstanden)
  • sluitende zorgstructuur (zorg voor kinderen als een gezamenlijke verantwoordelijkheid van ouders, het onderwijs en de jeugd(gezondheids)zorg)
  • verbeteren kwaliteit van onderwijs
  • Brede Bossche Scholen
  • overgang primair - voortgezet onderwijs
  • aanpak voortijdig schoolverlaten en
  • scholen en veiligheid (ten behoeve van de ontwikkeling van een gezond normen- en waardenpatroon, als voorwaarde voor de leefbaarheid in de directe woonomgeving en de stad).
3.3.4.3 ABC, beleid 0- tot 13- jarigen, in 's-Hertogenbosch 2007-2011

Op 4 september 2008 heeft de raad de nota 'ABC, beleid 0- tot 13- jarigen, in 's-Hertogenbosch 2007-2011, onderdeel voorschoolse voorzieningen' vastgesteld. De hoofddoelstelling van het integrale jeugdbeleid is een zo optimaal mogelijke ontwikkeling van alle jongeren, zowel in sociaal, emotioneel als fysiek opzicht. Deze doelstelling wordt bereikt door de realisatie van een ononderbroken ontwikkelingslijn voor alle jongeren van 0 tot 23 jaar. Daarbij liggen de accenten op talentontwikkeling, het inhoudelijk pedagogisch klimaat en snelle en adequate interventies (hulp en zorg).

In de periode van voorschoolse voorzieningen en het basisonderwijs (0-13 jaar) wordt de doorgaande lijn gekenmerkt door het hanteren van één en hetzelfde pedagogisch-didactisch concept en een gezamenlijke huisvesting van voorschoolse voorzieningen en het basisonderwijs. Hiertoe wordt in 's-Hertogenbosch in de komende jaren het basiscluster gerealiseerd; het streven is het basiscluster te huisvesten in de basisschool. Dit is een geïntegreerde voorschoolse voorziening, waarin geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen peuterspeelzaalwerk en kinderopvang. In 2011 is het peuterspeelzaalwerk volledig geïntegreerd met de kinderopvang in het basiscluster. Elk basiscluster biedt diverse ontwikkelingsgerichte opvangarrangementen voor kinderen tussen 0 en 4 jaar aan, waaruit ouders een keuze kunnen maken. Het basiscluster is toegankelijk voor alle ouders en dichtbij, dat wil zeggen in elke wijk aanwezig. Ook financieel is het basiscluster toegankelijk voor alle ouders door middel van rijksmiddelen voor kinderopvang (Wet kinderopvang) en de gemeentelijke subsidie voor het peuterspeelzaalwerk.

Aan de Heerendonklaan 4 is de Klimopschool gevestigd. De kinderen die deze school bezoeken zullen begin 2013 verhuizen naar de Herman Broerenschool in Rosmalen. Het gebouw aan de Heerendonklaan zal daarna ingezet worden voor regulier basisonderwijs. In het bestemmingsplan heeft het gebouw een maatschappelijke bestemming gekregen.

3.3.4.4 Nota Spelen

De Nota Spelen (januari 2004) biedt het beleidskader voor buitenspelen in de gemeente 's-Hertogenbosch op de daarvoor formeel bestemde plekken in de openbare ruimte. Per wijk is/wordt hiervoor een wijkspeelplan opgesteld, dat inzicht geeft in de verschillende speelplekken die in een wijk voor de verschillende leeftijdsgroepen gerealiseerd moeten worden. Daarbij wordt onder andere rekening gehouden met bevolkingssamenstelling naar leeftijd en met de reeds aanwezige speelplekken in de wijk.

Voor wat betreft de speelplekken wordt onderscheid gemaakt in verschillende leeftijdscategorieën, aangezien elke categorie haar eigen behoeften en beperkingen heeft. Er wordt rekening gehouden met jonge kinderen van 0-6 jaar (spelen tot 100 meter van de eigen woning), met schoolkinderen van 6-12 jaar (spelen tot 400 meter van de eigen woning), en jongeren van 12-18 jaar (spelen tot circa 1000 meter van de eigen woning). Bij de uitgevoerde inventarisatie is een speelplek ingedeeld in één van de bovengenoemde leeftijdscategorieën, indien zich daar een speeltoestel bevindt dat geschikt is voor de overeenkomende leeftijdscategorie. Iedere speelplek is vervolgens voorzien van een cirkel, behorende bij de leeftijdscategorie, zodat een duidelijk beeld ontstaat van de spreiding van de speelplekken in de wijk.

In het bestemmingsplan Deuteren is het beleid uit de Nota Spelen en de bijbehorende wijkspeelplannen direct vertaald. De plaatsen waar bestaande speelplekken zich bevinden of nieuwe speelplekken zijn gepland, zijn binnen de bestemming 'Groen en 'Verkeer speelvoorzieningen (waaronder wijkspeelplaatsen) toegestaan. Hiermee kunnen de bestaande speelplekken gehandhaafd worden en nieuwe speelplekken daadwerkelijk gerealiseerd worden.

3.3.5 Economisch beleid
3.3.5.1 Kantoren en bedrijvenbeleid 2010-2020

De gemeenteraad heeft 25 januari 2011 de nota Kantoren- en bedrijventerreinenbeleid 2010-2020 vastgesteld. Het beleid omvat een herziening en aanscherping van het kantoren en bedrijventerreinenbeleid. Ten aanzien van ontwikkeling van nieuwe kantorenlocaties en bedrijventerrein geldt een terughoudend opstelling met meer aandacht voor herontwikkeling van bestaand vastgoed. Op basis van inzichten in de kwalitatieve en kwantitatieve behoefte is een programma bedrijventerreinen en kantorenlocaties vastgesteld. Deuteren is niet in dit programma niet opgenomen.

Een groeiend aantal ondernemers, ZZP-ers en starters zoekt kantoorruimte van 50 à 500 m2. De gemeente wil voor de kleine kantoorgebruikers een gedifferentieerd aanbod bieden, zodat iedere ondernemer de ruimte kan kiezen die past bij de fase van ontwikkeling, waarin het bedrijf zich bevindt. Deze kantoorgebruikers kunnen terecht in kantoorpanden in de binnenstad, de Kom Rosmalen, aan de stedelijke verbindingsassen, in de plinten van woningbouwcomplexen en verzamelkantoorgebouwen, of desgewenst tijdelijk in de kantorenmarktformules als Regus en Seats to Meet.

Het bestaande kantoor binnen het plangebied aan de Heerendonklaan 62 is als zodanig bestemd.

3.3.5.2 Nota Detailhandel 2006-2010

In de Nota detailhandel 's-Hertogenbosch 2006-2010 wordt de gemeentelijke visie op detailhandel weergegeven. Op 24 januari 2006 is de Nota detailhandel vastgesteld door de gemeenteraad.

Doel van het detailhandelsbeleid is randvoorwaarden te creëren voor behoud en versterking van de Bossche winkelstructuur. Uitgangspunten van het detailhandelsbeleid zijn:

  • De fijnmazige Bossche winkelstructuur voor dagelijkse artikelen wordt gehandhaafd: stadsdeel- en wijkwinkelcentra, buurtwinkelgebieden;
  • 's-Hertogenbosch biedt geen ruimte aan megasupermarkten buiten de stadsdeel- en wijkwinkelcentra;
  • Het drieslagmodel (1. centra voor boodschappen doen, 2. centra voor recreatief winkelen, 3. centra voor doelgerichte aankopen), met dien verstande dat voor vestiging van grootschalige non food winkelformules - die voornamelijk niet volumineuze artikelen verkopen - het primaat ligt bij de binnenstad, conform de Ontwikkelingsvisie Stadscentrum. Zijn daar redelijkerwijs onvoldoende mogelijkheden, dan kan vestiging in of aansluitend op een themawinkelgebied overwogen worden, waarbij aangetoond moet worden dat dit geen afbreuk doet aan het functioneren van de binnenstad;
  • Gestreefd wordt naar clustering van winkels in winkelconcentraties: geen solitaire vestiging, geen toename van verspreide bewinkeling.

In de detailhandel vindt al lange tijd concentratie en schaalvergroting plaats ten koste van de buurtcentra en kleine solitaire winkels. De winkelvoorzieningen die in Deuteren gevestigd waren, zijn mede als gevolg van dit proces verdwenen.

In het plangebied bevinden zich geen detailhandelsvoorzieningen of winkelcentra.

3.3.5.3 Beleidsplan Horeca

In het Beleidsplan Horeca is aangegeven dat de mogelijkheden voor uitbreiding van het horeca-aanbod in de wijken buiten de binnenstad beperkt zijn. Voor woonwijken is horeca niet toegestaan, met uitzondering van reeds bestaande horecavoorzieningen. Voor Deuteren geldt dat er geen vestigingsmogelijkheden voor nieuwe horecabedrijven worden geboden.

De bestaande horecavestigingen zijn in bestemmingsplan Deuteren als zodanig bestemd. In de regels en de verbeelding worden geen nieuwe horecavestigingen toegelaten.

3.3.6 Verkeersbeleid
3.3.6.1 Koersnota Hoofdinfrastructuur

De mobiliteit van mensen en goederenvervoer groeien sterk. De grootschalige ontwikkelingen in de stad versterken die groei nog verder. De bereikbaarheid - en daarmee ook leefbaarheid en verkeersveiligheid - van 's-Hertogenbosch vragen aandacht. De gemeenteraad heeft een koers uitgezet in de vorm van de Koersnota Hoofdinfrastructuur 's-Hertogenbosch. In 2008 is het Uitwerkingsplan Koersnota Hoofdinfrastructuur vastgesteld.

De kern van de Koersnota Hoofdinfrastructuur is de geformuleerde ambitie. Wanneer we kijken naar alle verplaatsingen, is het doel om het aandeel van de auto terug te brengen van 70% naar 60%. Deze omslag komt ten gunste van het aandeel OV en fiets in de verplaatsingen, die respectievelijk van 7% naar 10% en van 23% naar 30% toenemen in 2015. De insteek van de Koersnota Hoofdinfrastructuur, is als volgt:

  • ontvlechten van hoofdinfrastructuur voor auto en openbaar vervoer/ fiets;
  • bundelen van verkeer op doorstroomassen met daartussen verkeersluwe verblijfsgebieden;
  • het optimaal benutten van de ruit van 's-Hertogenbosch;
  • verkeer zonder herkomst of bestemming in de binnenstad ontmoedigen op de binnenstadsring;
  • het versterken van het verblijfsklimaat in de kom Rosmalen.

Op grond van de Koersnota Hoofdinfrastructuur zijn de volgende hoofdstructuren voor auto, OV en fiets aangewezen. Deze assen vormen het geraamte van de stad in verkeerskundig opzicht.

  • doorstroomassen gemotoriseerd verkeer
  • doorstroomassen openbaar vervoer
  • sternetroutes en hoofdfietsroutes

Naast deze doorstroomassen voor het gemotoriseerd verkeer zijn er een aantal andere wegen aangewezen die ook een gebiedsontsluitende functie hebben. Alle gebiedsontsluitende wegen staan in de categoriseringskaart. Alle overige wegen zijn de verblijfsgebieden; de gemeente probeert die verblijfsgebieden verkeersluw te houden.

Concreet betekent dit voor Deuteren dat de Randweg/Vlijmenseweg ten zuiden van Deuteren is aangewezen als doorstroomas voor gemotoriseerd verkeer. Hierop wordt het interne en externe verkeer gebundeld. De Kooikersweg, Simon Stevinweg en Oude Vlijmenseweg zijn aangewezen als ontsluitingswegen waarop een snelheid gereden mag worden van 50 km/uur. De overige wegen in Deuteren zijn verblijfsgebieden, waarop niet harder dan 30 km/uur gereden mag worden. De Randweg en Simon Stevinweg zijn aangewezen als doorstroomassen openbaar vervoer. De route Simon Stevinweg-Kooikersweg is aangewezen als sternetroute fiets.

In bestemmingsplan Deuteren zijn alle wegen bestemd als 'Verkeer'.

3.3.6.2 Lekker fietsen

De gemeente ’s-Hertogenbosch heeft in de Koersnota Hoofdinfrastructuur een aantal ambities uitgesproken die moeten leiden tot een bereikbare, leefbare en economisch sterk functionerende stad. Eén van de hoofddoelen is dat het aantal autoritten met 10% afneemt. Tijdens de behandeling van de Koersnota in de gemeenteraad op 21 mei 2008 is daar als consequentie voor het fietsverkeer per motie een aan toegevoegd: het aandeel intern fietsverkeer moet groeien van 33% naar 44%. Parallel daaraan moet het extern fietsverkeer stijgen van 7% naar 9%. De planhorizon hiervoor is 2015.

Om deze doelen te bereiken zijn forse maatregelen nodig ter verbetering van de hoofdinfrastructuur voor auto en fiets. Voor de uitwerking van het fietsbeleid wordt in 'Lekker fietsen' ingezet op:

  • 1. Inzet op de harde kant van fietsbeleid:
      • een goede fietsinfrastructuur;
      • ontvlechting van autoverkeer en fietsverkeer;
      • hoogwaardige hoofdfietsroutes met waar nodig ongelijkvloerse kruisingen ter bevordering van de doorstroming en veiligheid van zowel het fietsverkeer als het autoverkeer;
      • gratis bewaakte fietsenstallingen;
      • voldoende diefstalveilige fietsparkeerplaatsen.
  • 2. Inzet op de zachte kant van fietsbeleid:
      • de inwoners stimuleren vaker gebruik te maken van de fiets door het voeren van een permanente promotiecampagne;
      • het uitvoeren van een groot aantal promotieacties;
      • het zorgen voor goede informatie over fietsroutes en fietsenstallingen;
      • up-to-date voorlichting over het ambitieuze fietsbeleid van de gemeente.

In de nota wordt ingezet op het volgende fietsnetwerk:

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002154-1501_0003.png"

De sternetroute vanuit de Kruiskamp naar de binnenstad loopt via de Simon Stevinweg aan de noordzijde net buiten het plangebied. Aan de zuidzijde van het plangebied loopt een hoofdfietsroute door de groenstrook langs de Randweg. Dit fietspad is mogelijk binnen de bestemming 'Groen'.

3.3.6.3 Nota Parkeernormen

Voor ontwikkelingen op het gebied van de ruimtelijke ordening heeft de gemeente 's-Hertogenbosch een eigen parkeernormenbeleid vastgesteld. Dit beleid is vastgelegd in de nota 'Parkeernormen' (december 2003). De nota geeft aan hoeveel parkeerplaatsen per functie en per stadsdeel gerealiseerd dienen te worden bij nieuwbouw.

In het bestemmingsplan Deuteren is voor het beheersgebied het beleid uit de Nota Parkeernormen niet direct vertaald. Bij nieuwe ontwikkelingen wordt echter het beleid met betrekking tot parkeernormen gehanteerd.

3.3.7 Welstandsnota

In het bestemmingsplan Deuteren worden de functie en het gebruik van de gronden en de maatvoering van de bebouwing geregeld. Het bestemmingsplan vormt de basis voor de stedenbouwkundige opzet van de wijk. De architectonische verschijningsvorm wordt gewaarborgd door middel van een welstandsnota.

In de welstandsnota die voor de gemeente 's-Hertogenbosch is opgesteld, zijn per bebouwingstype architectonische en bouwtechnische welstandscriteria opgenomen.

In de gebiedsuitwerking West zijn naast algemene welstandscriteria ook welstandscriteria en aanbevelingen opgenomen voor bebouwing die een bijzondere positie inneemt in het stadsbeeld van beide wijken. Daarnaast is de wijk onderverdeeld in een aantal bebouwingtypen. Voor elk bebouwingstype zijn vervolgens welstandscriteria opgenomen.

Op het merendeel van het plangebied is een algemeen welstandsniveau van toepassing. Het beleid hierbij is gericht op handhaving van de basiskwaliteiten van de wijk. Op een deel van de bebouwing aan de Oude Vlijmenseweg is een bijzonder welstandsniveau van toepassing. Dit niveau dient ter bescherming van de herkenbaarheid van de historische structuur en het daarmee gepaard gaande karakter van de bebouwing.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002154-1501_0004.jpg"

Afbeelding 3: Welstandsniveaus West

Met de twee genoemde beleidsstukken, het bestemmingsplan en de welstandsnota, wordt zowel de stedenbouwkundige opzet als de architectonische verschijningsvorm vastgelegd in een beleidskader. Nieuwe (omgevingsvergunningsplichtige) bouwplannen dienen zowel aan het bestemmingsplan als aan de welstandsnota te worden getoetst.

3.3.8 Prostitutiebeleid

In deze toelichting wordt voor zover nodig ingegaan op de artikelen, die zijn opgenomen in het prostitutiebeleid. In het nieuwe hoofdstuk 3 van de A.P.V. is het gemeentelijk prostitutiebeleid verwoord, voor zover dat in het kader van de algemene plaatselijke verordening van toepassing is.

Op enkele verspreide niet-woonfuncties (zoals horeca en kantoren) na, is Deuteren een woongebied, waarin de vestiging van een seksinrichting niet gewenst is.

In de regels van het bestemmingsplan Deuteren is de vestiging van een seksrichting uitgesloten. In combinatie met artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is het niet toegestaan de gronden in het bestemmingsplan te gebruiken voor een seksinrichting.